gepubliceerd op 02 juni 2009
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2001 tot regeling van de subsidiëring van de diensten voor logistieke hulp en aanvullende thuiszorg
30 APRIL 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2001 tot regeling van de subsidiëring van de diensten voor logistieke hulp en aanvullende thuiszorg
De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5, § 1, II, 1°;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2001 tot regeling van de subsidiëring van de diensten voor logistieke hulp en aanvullende thuiszorg;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 29 april 2009;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de diensten voor logistieke hulp en aanvullende thuiszorg voor 1 mei 2009 een werkingsverslag voor het jaar 2008 moeten indienen met hierin onder meer de behaalde resultaten van de doelgroepwerknemers en dat het definitieve subsidiebedrag 2008 wordt berekend, toegekend en gesaldeerd op basis van deze bewijsvoering;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Aan artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2001 tot regeling van de subsidiëring van de diensten voor logistieke hulp en aanvullende thuiszorg, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 21 juni 2002, 31 maart 2006, 8 september 2006, 12 januari 2007 en 14 december 2007, worden een punt 17° en 18° toegevoegd, die luiden als volgt : « 17° erkend initiatief lokale diensteneconomie : een initiatief dat erkend is ter uitvoering van het decreet van 22 december 2006 houdende de lokale diensteneconomie; 18° SINE-subsidie : de herinschakelingsuitkering en de doelgroepvermindering die aan een erkend initiatief lokale diensteneconomie worden uitbetaald ter uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, ingevoegd bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 14 november 1996.»
Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een artikel 11quinquies ingevoegd, dat luidt als volgt : «
Art. 11quinquies.In 2009 wordt aan een dienst voor logistieke hulp en aanvullende thuiszorg die in 2008 een samenwerking is aangegaan met een erkend initiatief lokale diensteneconomie, een subsidie toegekend bij de integratie van dat erkende initiatief lokale diensteneconomie in de dienst voor logistieke hulp en aanvullende thuiszorg.
De grootte van de subsidie is gelijk aan de SINE-subsidies die een dienst voor logistieke hulp en aanvullende thuiszorg derft in de periode van 2009 tot en met 2012 door de doelgroepwerknemers over te nemen van het erkende initiatief lokale diensteneconomie, vermeld in het eerste lid.
Als een dienst voor logistieke hulp en aanvullende thuiszorg in een bepaald werkjaar alsnog de SINE-subsidies ontvangt voor de doelgroepwerknemers, vermeld in het tweede lid, wordt van de dienst verwacht dat hij aan de administratie meldt hoeveel SINE-subsidies hij heeft ontvangen. De ontvangen SINE-subsidies worden in mindering gebracht van de subsidie en worden teruggevorderd. »
Art. 3.Artikel 13 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007, wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 13.§ 1. Om de conform de bepalingen van artikel 6 tot en met 12 berekende subsidie-enveloppe volledig te verkrijgen, moet de dienst voor logistieke hulp en aanvullende thuiszorg aantonen dat : 1° hij op jaarbasis per VTE logistiek personeel minstens 95 % van het gemiddelde van 1 450 gefactureerde uren realiseert;2° hij op jaarbasis per VTE doelgroepwerknemer minstens 95 % van het gemiddelde van 1 330 gefactureerde uren realiseert;3° hij, voor de norm begeleidend personeel van 1 VTE op 17,5 VTE logistiek personeel en de norm leidinggevend personeel van 1 VTE op 100 VTE logistiek personeel, minstens 90 % van de som van het aantal VTE op jaarbasis, dat resulteert uit de toepassing van beide normen, effectief heeft tewerkgesteld. § 2. Voor de bewijsvoering van de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1, worden zowel het conform dit besluit toegewezen personeel als het aanwezige GESCO-personeel in alle functiecategorieën in aanmerking genomen. Dat betekent dat om 95 % van het gemiddelde van 1450 gefactureerde uren te bereiken, de prestaties en de aantallen VTE van al het logistieke personeel, dus ook van het GESCO logistiek personeel, in rekening moeten worden gebracht, en dat om 95 % van het gemiddelde van 1330 gefactureerde uren te bereiken, de prestaties en de aantallen VTE van de doelgroepwerknemers in rekening moeten worden gebracht. Het betekent ook dat de norm begeleidend personeel en de norm leidinggevend personeel op de aantallen VTE van al het logistieke personeel, dus ook van het GESCO logistieke personeel, en de doelgroepwerknemers zullen worden berekend. Het betekent ten slotte dat een GESCO begeleidend personeelslid of een GESCO leidinggevend personeelslid meetelt voor de bewijsvoering van de 90 % effectieve tewerkstelling. § 3. De bewijsvoering verloopt conform de bepalingen van artikel 4. »
Art. 4.In hetzelfde besluit worden een artikel 20bis en 20ter ingevoegd, die luiden als volgt : «
Art. 20bis.De kwalificatievereisten voor omkadering, vermeld in artikel 3, § 2, zijn alleen van toepassing op het personeel dat aangeworven wordt na 1 januari 2008. De personen die voor 1 januari 2008 waren tewerkgesteld als omkadering in een buurt- en nabijheidsdienst worden van rechtswege geacht aan die kwalificatievereisten te beantwoorden.
Art. 20ter.In 2008 is artikel 13 niet van toepassing op de toegewezen VTE doelgroepwerknemers.
In 2008 wordt de subsidie-enveloppe voor de doelgroepwerknemers, vermeld in artikel 11bis, 11ter en 11quater, voor 100 % uitbetaald.
Alleen de effectief tewerkgestelde doelgroepwerknemers komen in aanmerking voor subsidies.
Voor 1 mei 2009 bezorgt de dienst voor logistieke hulp en aanvullende thuiszorg aan de administratie de bewijsstukken van de tewerkstelling van de doelgroepwerknemers in 2008.
De minister bepaalt de vorm en de inhoud van de bewijsstukken, vermeld in het derde lid. »
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008, met uitzondering van artikel 3, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2009.
Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 30 april 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Mevr. V. HEEREN