24 MEI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering over de toekenning van een investeringssubsidie voor strategische jeugdinfrastructuur aan Centrum voor Jeugdtoerisme vzw voor het bouwproject `creëren van een jeugdverblijf `De Chalet' te Heuvelland'

Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 22 december 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2023 pub. 29/01/2024 numac 2024000498 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2024 sluiten houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2024, artikel 48, § 1; - het Programmadecreet van 18 december 2020Relevante gevonden documenten type programmadecreet prom. 18/12/2020 pub. 30/12/2020 numac 2020016467 bron vlaamse overheid Programmadecreet bij de begroting 2021 sluiten bij de begroting 2021, artikel 6, § 1, § 2, § 3 en § 6; - het besluit van de Vlaamse Regering van 15 september 2023Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/09/2023 pub. 26/10/2023 numac 2023046128 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2010 houdende de algemene bepalingen die van toepassing zijn op de erkende organisaties voor autonoom vrijwilligerswerk en de organisaties met ingebouwd vrijwilligerswerk type besluit van de vlaamse regering prom. 15/09/2023 pub. 11/10/2023 numac 2023046108 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2019 tot erkenning en subsidiëring van de zorgraden en houdende inwerkingtreding van het decreet van 26 april 2019 betreffende de organisatie van de eerstelijnszorg, de regionale zorgplatformen en de ondersteuning van de eerstelijnszorgaanbieders en het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022 over de regels voor de erkenning en subsidiëring van een partnerorganisatie als Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn type besluit van de vlaamse regering prom. 15/09/2023 pub. 26/10/2023 numac 2023046126 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het totale aantal subsidiabele uren gezinszorg en het totale aantal subsidiabele uren schoonmaakhulp, karweihulp of oppashulp voor de diensten voor gezinszorg voor het jaar 2023, en tot wijziging van bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers, en het besluit van de Vlaamse Regering van 24 september 2021 tot bepaling van een aantal evaluatiecriteria voor de programmatie van diensten voor gezinszorg en van een aantal criteria voor de verdeling van de extra uren gezinszorg over de erkende diensten voor gezinszorg, naar aanleiding van de COVID-19-pandemie en VIA6 sluiten over de regeling voor de toekenning van investeringssubsidies voor strategische cultuur- en jeugdinfrastructuur artikel 17.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - de Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 24 april 2024; - de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 22 mei 2024.

Motivering Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: - de aanvraag voor het bouwproject `creëren van een jeugdverblijf `De Chalet' te Heuvelland' door Centrum voor Jeugdtoerisme vzw kadert in de strategische doelstellingen van de beleidsnota Jeugd 2019-2024; - de motieven opgenomen in het advies van de beoordelingscommissie die integraal worden gevolgd en geacht worden deel uit te maken van dit besluit.

Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, artikel 11 tot en met 14; - de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019; - het besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Artikel 1.Op de kredieten van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2024, begrotingsartikel HB0-1HBA2BB-WT, basisallocatie 1HB029 wordt een subsidie van maximaal 1.532.316,31 euro toegekend aan Centrum voor Jeugdtoerisme vzw voor het bouwproject `creëren van een jeugdverblijf `De Chalet' te Reningelststraat 10, 8956 Heuvelland'.

Art. 2.De subsidie, vermeld in artikel 1, wordt uitbetaald op rekeningnummer BE92 4451 6401 3223 van Centrum voor Jeugdtoerisme vzw, Bergstraat 16, 9820 Merelbeke.

Art. 3.De subsidie, vermeld in artikel 1, heeft betrekking op de periode vanaf de datum van de subsidiebeslissing tot en met tien jaar na de datum van de subsidiebeslissing.

Art. 4.De volgende kosten komen in aanmerking voor de aanwending van de subsidie, vermeld in artikel 1: 1° het ereloon voor de opstellers van het ontwerp, de kosten voor het plaatsen en het uitvoeren van de overheidsopdrachten, de kosten van een energieaudit, een toegankelijkheidsdoorlichting of andere specifieke studiekosten en de kosten voor het toezicht op de bouwplaats.De voormelde kosten worden beschouwd als algemene kosten van de opdracht en worden forfaitair vastgesteld op maximaal 15% van het bedrag van de raming van de goedgekeurde bouwwerken bij de toekenning van de subsidie; 2° de kosten voor de uitvoering van de bouwopdracht. De volgende werken, investeringen en kosten worden uitgesloten van subsidiëring: 1° horecavoorzieningen;2° investeringen in kantoorruimtes;3° de belasting over de toegevoegde waarde, met uitzondering van de niet-aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde;4° omgevings- en rioleringswerken op publiek domein die geen directe link hebben met de infrastructuur of met de cultuur- of jeugdwerking die in de infrastructuur plaatsvindt;5° kosten die reeds door andere inkomsten of subsidies worden gedekt.

Art. 5.De begunstigde moet zich voor de gunning en de uitvoering van de opdracht houden aan de bepalingen van de wetgeving op overheidsopdrachten.

Art. 6.Alvorens over te gaan tot de gunning en de uitvoering van de bouwopdracht moet de begunstigde het ontwerp, het lastenboek, de plannen en de gedetailleerde raming, alsook de vereiste vergunningen, voor advies voorleggen aan het Departement Cultuur, Jeugd en Media.

Art. 7.De subsidie, vermeld in artikel 1, wordt gefaseerd uitbetaald na indiening van de functionele en financiële verantwoording over de aanwending van de subsidie en na goedkeuring door de bevoegde administratie.

Art. 8.§ 1. De functionele verantwoording van de subsidie, vermeld in artikel 1, bestaat uit de vorderingsstaten waarbij de mate van realisatie van een project wordt aangetoond. § 2. Bij het einde der werken bestaat de functionele verantwoording tevens uit een proces verbaal van voorlopige oplevering. § 3. De functionele verantwoording, vermeld in paragraaf 2, kan uiterlijk tot tien jaar na de datum van de subsidiebeslissing worden ingediend.

Art. 9.§ 1. De financiële verantwoording van de subsidie, vermeld in artikel 1, bestaat uit facturen op basis van de vorderingsstaten. § 2 De financiële verantwoording, vermeld in paragraaf 1, kan uiterlijk tot tien jaar na de datum van de subsidiebeslissing worden ingediend.

Art. 10.§ 1. De werken moeten aanvangen, uiterlijk 3 jaar na de datum van de subsidiebeslissing. § 2 De minister, bevoegd voor jeugd, kan op gemotiveerde vraag van de subsidiebegunstigde uitstel verlenen op de termijn, vermeld in het eerste lid. De subsidieontvanger motiveert dat het niet respecteren van de termijn niet verwijtbaar is aan zichzelf.

Art. 11.Door het aanvaarden van de investeringssubsidie verleent de begunstigde meteen aan de daartoe gemachtigde ambtenaren van de Vlaamse Gemeenschap, het Rekenhof en de Inspectie van Financiën het recht om controle ter plaatse uit te oefenen op de aanwending van de toegekende investeringssubsidie.

Art. 12.§ 1. Dubbele subsidiëring van de kosten, vermeld in artikel 4, die voortvloeien uit de realisatie van het bouwproject `creëren van een jeugdverblijf `De Chalet' te Reningelststraat 10, 8956 Heuvelland' is niet toegestaan. § 2 De begunstigde moet de subsidie onmiddellijk terugbetalen als hij al een subsidie ontvangt met dezelfde effecten op basis van dezelfde verantwoordingsstukken.

Art. 13.De begunstigde is verplicht het energieverbruik van de infrastructuur gedurende tien jaar na de voorlopige oplevering van de werken op te volgen en levert deze gegevens aan bij het Departement Cultuur, Jeugd en Media via de monitoringstool die het departement aanreikt.

Art. 14.Indien de gesubsidieerde infrastructuur binnen een periode van twintig jaar na vereffenen van de subsidie wordt vervreemd of een bestemmingswijziging ondergaat, zonder het akkoord van de Vlaamse overheid, moet de subsidie worden terugbetaald, rekening houdend met de werkelijke afschrijvingsduur.

Art. 15.De subsidieontvanger engageert zich om het belang van het gebruik van het Nederlands te erkennen bij de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten.

Art. 16.De resultaten van de gesubsidieerde activiteiten worden door de subsidieontvanger als volgt openbaar gemaakt: een bericht op de website, via sociale media, in de lokale krant of tijdschrift of in de pers.

Art. 17.Om de herkenbaarheid van de Vlaamse overheid als subsidiërende instantie te verhogen, is de begunstigde verplicht om bij elke communicatie over het gesubsidieerde project, op elke informatiedrager gebruik te maken van het logo van de Vlaamse overheid met of zonder bijschrift. De standaardlogo's met en zonder bijschrift bevinden zich op de website van het Departement Cultuur, Jeugd en Media: www.vlaanderen.be/cjm/logo.

Art. 18.De Vlaamse minister, bevoegd voor Jeugd, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 mei 2024.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding, B. DALLE