Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 23 december 2022
gepubliceerd op 27 maart 2023

Besluit van de Vlaamse Regering over de subsidiëring van forensische zorg in het kader van de opdrachten van de justitiehuizen

bron
vlaamse overheid
numac
2023015055
pub.
27/03/2023
prom.
23/12/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 DECEMBER 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering over de subsidiëring van forensische zorg in het kader van de opdrachten van de justitiehuizen


Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 17/06/2019 numac 2019012937 bron vlaamse overheid Decreet houdende de justitiehuizen en de juridische eerstelijnsbijstand type decreet prom. 26/04/2019 pub. 12/06/2019 numac 2019012697 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de basisbereikbaarheid sluiten houdende de justitiehuizen en de juridische eerstelijnsbijstand, artikel 21, vervangen bij het decreet van 11 maart 2022.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor het budgettair beleid, heeft zijn akkoord gegeven op 28 oktober 2022; - De Raad van State heeft advies nr. 72 510/1 gegeven op 19 december 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof; - de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019; - het Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° administrateur-generaal: het hoofd van de administratie;2° administratie: het Agentschap Justitie en Handhaving, vermeld in artikel 2, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 september 2021Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 03/09/2021 pub. 27/09/2021 numac 2021033123 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Agentschap Justitie en Handhaving" sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Agentschap Justitie en Handhaving";decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 17/06/2019 numac 2019012937 bron vlaamse overheid Decreet houdende de justitiehuizen en de juridische eerstelijnsbijstand type decreet prom. 26/04/2019 pub. 12/06/2019 numac 2019012697 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de basisbereikbaarheid sluiten: het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 17/06/2019 numac 2019012937 bron vlaamse overheid Decreet houdende de justitiehuizen en de juridische eerstelijnsbijstand type decreet prom. 26/04/2019 pub. 12/06/2019 numac 2019012697 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de basisbereikbaarheid sluiten houdende de justitiehuizen en de juridische eerstelijnsbijstand;4° forensische zorg: de ambulante zorg voor niet-gedetineerde justitiabelen met een psychische kwetsbaarheid die gelinkt is aan het plegen van strafbare feiten en bij wie de geboden zorg primair gericht is op het verminderen van het delictrisico door de risicofactoren te beperken en de beschermende factoren te bevorderen, met aandacht voor hun omgeving en eventuele slachtoffers;5° zorgpersoneel: personeel dat door een organisatie als vermeld in artikel 2, wordt ingeschakeld om forensische zorg aan te bieden;6° zorgvoorziening: een organisatie die erkend is door de Vlaamse Gemeenschap en die in het kader van het gezondheids- of welzijnsbeleid instaat voor de organisatie of uitvoering van forensische zorg. HOOFDSTUK 2. - Subsidievoorwaarden

Art. 2.Binnen de beschikbare begrotingskredieten kent de administrateur-generaal, onder de voorwaarden die bij dit besluit zijn vastgesteld, subsidies toe aan de organisaties, vermeld in het tweede lid, voor de aanwerving van zorgpersoneel. De administrateur-generaal sluit een overeenkomst als vermeld in artikel 7, met de begunstigde organisatie.

De organisaties aan wie de subsidies, vermeld in het eerste lid, kunnen worden toegekend, betreffen lokale besturen en zorgvoorzieningen.

Een lokaal bestuur kan het zorgpersoneel rechtstreeks aanwerven of volledig of gedeeltelijk ter beschikking stellen van een zorgvoorziening. In geval van terbeschikkingstelling worden de praktische afspraken over de terbeschikkingstelling opgenomen in de overeenkomst, vermeld in artikel 7.

Art. 3.Een organisatie komt in aanmerking voor een subsidie als vermeld in artikel 2, als ze minstens aan een van de volgende kwantitatieve criteria voldoet: 1° elk voltijds gesubsidieerd personeelslid dat instaat voor forensische zorg, verstrekt op jaarbasis effectief ten minste 400 uur individuele zorg of ten minste 300 uur groepsaanbod;2° alle voltijds gesubsidieerde personeelsleden die instaan voor forensische zorg, verstrekken samen op jaarbasis effectief ten minste een veelvoud, gelijk aan hun aantal, van 400 uur individuele zorg of van 300 uur groepsaanbod.

Art. 4.In dit artikel wordt verstaan onder justitieassistent: een personeelslid van de administratie dat werkt in de justitiehuizen en op verzoek van een bevoegde overheid opdrachten uitvoert in het kader van een gerechtelijke procedure of ter uitvoering van een gerechtelijke beslissing als vermeld in artikel 5, 1°, van het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 17/06/2019 numac 2019012937 bron vlaamse overheid Decreet houdende de justitiehuizen en de juridische eerstelijnsbijstand type decreet prom. 26/04/2019 pub. 12/06/2019 numac 2019012697 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de basisbereikbaarheid sluiten.

Een organisatie komt in aanmerking voor een subsidie als vermeld in artikel 2, als ze voldoet aan al de volgende voorwaarden: 1° ter uitvoering van een straf of maatregel handelen die opgelegd is door een gerechtelijke of administratieve overheid, op doorverwijzing van een justitieassistent;2° in een forensisch zorgaanbod voorzien voor iedere doorverwezen justitiabele als vermeld in artikel 2, 9°, a), van het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 17/06/2019 numac 2019012937 bron vlaamse overheid Decreet houdende de justitiehuizen en de juridische eerstelijnsbijstand type decreet prom. 26/04/2019 pub. 12/06/2019 numac 2019012697 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de basisbereikbaarheid sluiten;3° respecteren van de specificiteit en finaliteit van het gerechtelijke kader en de uitvoeringstermijn en de verwachtingen op het vlak van informatiedeling tussen de justitieassistent en het zorgpersoneel, ter uitvoering van een opdracht, als bedoeld in artikel 5, 1°, van het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 17/06/2019 numac 2019012937 bron vlaamse overheid Decreet houdende de justitiehuizen en de juridische eerstelijnsbijstand type decreet prom. 26/04/2019 pub. 12/06/2019 numac 2019012697 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de basisbereikbaarheid sluiten, in een strafrechtelijke procedure;4° met aandacht voor justitiabelen als vermeld in artikel 2, 9°, a), van het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 17/06/2019 numac 2019012937 bron vlaamse overheid Decreet houdende de justitiehuizen en de juridische eerstelijnsbijstand type decreet prom. 26/04/2019 pub. 12/06/2019 numac 2019012697 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de basisbereikbaarheid sluiten, handelen en daarbij maximaal aanklampend en motivatiebevorderend op hen inzetten;5° in een optimale toegang tot het zorgaanbod voorzien op het vlak van bereikbaarheid en openingsuren;6° de zorg zo kort mogelijk na de doorverwijzing opstarten;7° het zorgpersoneel onthaal, opleiding en ondersteuning aanbieden via aangepaste werkingsmiddelen. HOOFDSTUK 3. - Procedure om een overeenkomst als vermeld in artikel 7, te sluiten, te hernieuwen, te wijzigen of te beëindigen

Art. 5.§ 1. De administratie kan een oproep lanceren om een of meer overeenkomsten als vermeld in artikel 7, te sluiten. De oproep wordt ten minste op de website van de administratie bekendgemaakt.

De oproep, vermeld in het eerste lid, wordt opgesteld overeenkomstig de vereisten van artikel 76/2 van de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën, en vermeldt minstens: 1° het aanbod van forensische zorg waarvoor een overeenkomst als vermeld in artikel 7 gesloten kan worden;2° het aantal subsidieerbare voltijdse personeelsleden en de verdeelsleutel;3° de kwalitatieve en kwantitatieve voorwaarden, vermeld in artikel 3 en 4;4° de criteria op basis waarvan de aanvragen worden beoordeeld;5° de wijze waarop een aanvraag wordt ingediend en het uiterste tijdstip daarvan. Een aanvraag als vermeld in het tweede lid, 5°, bevat minstens al de volgende gegevens: 1° een actieplan met betrekking tot het zorgaanbod;2° het aantal voltijdse personeelsleden voor wie subsidiëring wordt gevraagd;3° het werkingsgebied waarin de forensische zorg wordt aangeboden;4° de statuten of het besluit tot oprichting van de zorgvoorziening die de forensische zorg zal aanbieden;5° een lijst van de leden van de raad van bestuur van de zorgvoorziening die de forensische zorg zal aanbieden of, als deze geen rechtspersoon is, een lijst van de verantwoordelijken;6° de structuur van de zorgvoorziening die de forensische zorg zal aanbieden;7° een beschrijving van de doelstellingen en de doelgroep van de zorgvoorziening die de forensische zorg zal aanbieden. Het actieplan, vermeld in het derde lid, 1°, wordt opgemaakt volgens een model dat de administratie ter beschikking stelt van de organisatie. Het actieplan omvat een oplijsting van acties die de organisatie gedurende het komende werkjaar met betrekking tot het zorgaanbod zal ondernemen, met inbegrip van prioritering en, in geval van een aanvraag om vernieuwing, vermeld in artikel 8, de aanpak van eventuele knelpunten die tijdens het afgelopen werkjaar zijn vastgesteld. § 2. De administratie controleert de ontvankelijkheid van de aanvragen en beoordeelt de ontvankelijke aanvragen op basis van de criteria, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 4°.

De administrateur-generaal beslist op basis van de controle en beoordeling, vermeld in het eerste lid, met welke aanvragende organisatie of organisaties een overeenkomst als vermeld in artikel 7, wordt gesloten. De administratie brengt de organisatie op de hoogte van de beslissing om al dan niet een overeenkomst als vermeld in artikel 7, te sluiten.

Art. 6.Een organisatie kan zonder dat een oproep als vermeld in artikel 5, § 1, eerste lid, gelanceerd is, op eigen initiatief een aanvraag van een subsidie als vermeld in artikel 2, indienen bij de administratie. De voormelde aanvraag bevat al de gegevens, vermeld in artikel 5, § 1, derde lid.

De administratie beoordeelt de aanvraag, vermeld in het eerste lid, en houdt daarbij minstens rekening met het bestaande aanbod en de eventuele leemtes en noden in dat aanbod.

De administrateur-generaal beslist op basis van de beoordeling, vermeld in het tweede lid, of met de aanvragende organisatie een overeenkomst als vermeld in artikel 7, wordt gesloten. De administratie brengt de organisatie op de hoogte van de beslissing om al dan niet een overeenkomst als vermeld in artikel 7, te sluiten.

Art. 7.Tussen de administrateur-generaal en de begunstigde organisatie wordt een overeenkomst gesloten waarin de modaliteiten van de subsidie, vermeld in artikel 2, worden vastgelegd. Dergelijke overeenkomst bevat minstens al de volgende elementen: 1° het aanbod van forensische zorg waarvoor zorgpersoneel wordt aangeworven;2° het aantal gesubsidieerde voltijdse personeelsleden;3° de kwalitatieve en kwantitatieve voorwaarden, vermeld in artikel 3 en 4;4° het werkingsgebied waarin de forensische zorg wordt aangeboden;5° de samenwerkingsafspraken tussen de administratie en de organisatie met in voorkomend geval een verwijzing naar het samenwerkingsprotocol dat met de administrateur-generaal is of zal worden afgesloten;6° de looptijd van de overeenkomst en de voorwaarden voor de eventuele hernieuwing, vermeld in artikel 8;7° de uiterste datum waarop de organisatie de functionele verantwoording en de financiële verantwoording, vermeld in artikel 16 en 17, moet indienen. De looptijd van de overeenkomst bedraagt maximaal een jaar.

In dit artikel wordt verstaan onder: 1° samenwerkingsafspraken: praktische afspraken tussen de justitieassistent, de organisatie en het zorgpersoneel inzake aanmelding, rolverklaring, overleg, rapportering en stopzetting of afronding van de forensische zorg;2° samenwerkingsprotocol: een protocol als bedoeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2008 pub. 29/10/2008 numac 2008036273 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer sluiten betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer.

Art. 8.Een organisatie die een overeenkomst als vermeld in artikel 7, wil laten hernieuwen, bezorgt twee maanden voor het einde van de looptijd van de overeenkomst, vermeld in artikel 7, een aanvraag aan de administratie.

De aanvraag, vermeld in het eerste lid, bevat al de volgende elementen: 1° een actieplan als vermeld in artikel 5, § 1, derde lid, 1°, met betrekking tot het zorgaanbod waarvoor om hernieuwing van de overeenkomst, vermeld in artikel 7, wordt gevraagd;2° de gegevens, vermeld in artikel 5, § 1, derde lid, 2° tot en met 7°, als die gewijzigd zijn. De administratie beoordeelt de aanvraag, vermeld in het eerste lid, en houdt daarbij minstens rekening met het bestaande aanbod en de eventuele leemtes en noden in dat aanbod.

De administrateur-generaal beslist op basis van de beoordeling, vermeld in het derde lid, of met de aanvragende organisatie opnieuw een overeenkomst als vermeld in artikel 7, wordt gesloten. De administratie brengt de organisatie op de hoogte van de beslissing om al dan niet een overeenkomst als vermeld in artikel 7, te sluiten.

Art. 9.§ 1. Als tijdens de looptijd van een overeenkomst als vermeld in artikel 7, de organisatie een wijziging in het actieplan, vermeld in artikel 5, § 1, derde lid, 1°, of in de voormelde overeenkomst wil aanbrengen, dient ze daarvoor bij de administratie een aanvraag in waarin ze de gewenste wijziging motiveert.

De administratie beoordeelt de aanvraag, vermeld in het eerste lid, en houdt daarbij minstens rekening met het bestaande aanbod en de eventuele leemtes en noden in dat aanbod.

De administrateur-generaal beslist op basis van de beoordeling, vermeld in het tweede lid, over de goedkeuring van de wijziging die de organisatie aanvraagt. De administratie brengt de organisatie op de hoogte van de beslissing om de gewenste wijziging al dan niet goed te keuren.

Indien nodig wordt de overeenkomst, vermeld in artikel 7, aangepast in functie van de goedgekeurde wijziging. § 2. De administrateur-generaal kan de organisatie verzoeken om in te stemmen met een door hem voorgestelde wijziging in het actieplan, vermeld in artikel 5, § 1, derde lid, 1°, of in de overeenkomst, vermeld in artikel 7. De organisatie stemt daarmee in of formuleert zelf een voorstel tot wijziging die tegemoetkomt aan de vraag van de administrateur-generaal.

De administratie beoordeelt het eventuele voorstel, vermeld in het eerste lid. De administrateur-generaal beslist op basis van de voormelde beoordeling over de goedkeuring van het voorstel van de organisatie. De administratie brengt de organisatie op de hoogte van de beslissing om het voorstel van de organisatie al dan niet goed te keuren.

Indien nodig wordt de overeenkomst, vermeld in artikel 7, aangepast in functie van de goedgekeurde wijziging.

Art. 10.In de volgende gevallen kan de overeenkomst, vermeld in artikel 7, voortijdig worden beëindigd: 1° in geval van onderlinge overeenstemming;2° eenzijdig door de administrateur-generaal of door de organisatie, met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden. Wanneer een overeenkomst voortijdig beëindigd wordt, kan de organisatie slechts subsidies ontvangen voor de maanden waarvoor ze effectieve prestaties heeft verantwoord. Zo nodig worden de onterecht ontvangen subsidies teruggevorderd. HOOFDSTUK 4. - Toekenning, uitbetaling en verantwoording van de subsidie

Art. 11.De administrateur-generaal kent binnen de beschikbare begrotingskredieten jaarlijks een subsidie als vermeld in artikel 2, toe aan de organisatie waarmee een overeenkomst als vermeld in artikel 7, is gesloten, conform de voorwaarden die in dit besluit en in de overeenkomst, vermeld in artikel 7, zijn bepaald.

De subsidie, vermeld in het eerste lid, wordt bepaald op basis van het aantal voltijds gesubsidieerde personeelsleden en bedraagt 75.000 euro per voltijds personeelslid met minimaal een masterdiploma of gelijkwaardige ervaring, en 58.000 euro per voltijds personeelslid met minimaal een bachelordiploma of gelijkwaardige ervaring. De Vlaamse Minister, bevoegd voor de justitiehuizen, bepaalt hiervoor de nadere regels, alsook de categorieën van subsidiabele en niet-subsidiabele kosten.

Art. 12.Activiteiten waarvoor op enige andere grond dan dit besluit van de Vlaamse Gemeenschap of andere overheden subsidies worden ontvangen, komen niet in aanmerking voor de toekenning van de subsidie op grond van dit besluit als dit ertoe leidt dat dezelfde uitgaven voor die activiteit dubbel worden gesubsidieerd.

Art. 13.De organisatie wendt de subsidie, vermeld in artikel 2, enkel aan voor personeelskosten en werkingskosten, met een minimum van 90% van de voormelde subsidie voor personeelskosten.

Art. 14.De subsidie, vermeld in artikel 2, wordt uitgedrukt tegen 100% van de spilindex die van toepassing is op 1 januari 2023. Het subsidiebedrag wordt binnen de beschikbare begrotingskredieten geïndexeerd conform de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.

De koppeling aan het indexcijfer, vermeld in het eerste lid, wordt berekend en toegepast conform artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 tot uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen.

Art. 15.De subsidie, vermeld in artikel 2, wordt op de volgende wijze uitbetaald: 1° een eerste schijf van 90% van het jaarlijkse subsidiebedrag wordt uitbetaald in de loop van het eerste trimester van het jaar waarop de subsidie betrekking heeft;2° een tweede schijf van 10% van het jaarlijkse subsidiebedrag wordt uitbetaald na controle en goedkeuring van de functionele verantwoording, vermeld in artikel 16, en de financiële verantwoording, vermeld in artikel 17.

Art. 16.Uiterlijk op de datum die in de overeenkomst, vermeld in artikel 7, is bepaald, dient de organisatie jaarlijks een functionele verantwoording in bij de administratie waarbij ze aantoont dat, of in welke mate, de activiteit waarvoor de subsidie, vermeld in artikel 2, is toegekend, gerealiseerd is. De functionele verantwoording bestaat uit al de volgende elementen: 1° een kwantitatief verslag dat aangeeft in welke mate er is voldaan aan de kwantitatieve criteria, vermeld in artikel 3;2° een kwalitatief verslag dat aangeeft in welke mate er is voldaan aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4, tweede lid. Van de verslagen, vermeld in het eerste lid, stelt de administratie een model ter beschikking van de organisatie.

Art. 17.Uiterlijk op de datum die in de overeenkomst, vermeld in artikel 7, is bepaald, dient de organisatie jaarlijks een financiële verantwoording in waarbij ze aantoont welke kosten zijn gemaakt om de activiteit te realiseren waarvoor de subsidie, vermeld in artikel 2, is toegekend, en welke eventuele opbrengsten in het kader van die activiteit zijn verworven, uit de activiteit zelf of uit andere bronnen. De financiële verantwoording bestaat uit al de volgende elementen: 1° een formulier over de personeelskosten, waarmee de organisatie personeelskosten aantoont;2° een formulier met het personeelsoverzicht, waarmee de organisatie de ingezette capaciteit aan zorgpersoneel aantoont;3° een verklaring op erewoord waarin de organisatie reiskosten door het gebruik van een voertuig bevestigt;4° een genummerde lijst van de bewijsstukken, vermeld in artikel 18, tweede lid. Van de stukken, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 4°, stelt de administratie een model ter beschikking van de organisatie.

Art. 18.De administratie ziet toe op de naleving van de voorwaarden en de besteding van de subsidie, vermeld in artikel 2.

De organisatie verleent haar medewerking en bezorgt aan de administratie de stukken die met de overeenkomst, vermeld in artikel 7, verband houden. Ze houdt de originele bewijsstukken voor controle ter beschikking van de administratie. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 19.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.

Art. 20.De Vlaamse minister, bevoegd voor justitiehuizen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 december 2022.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR

^