Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 22 september 1998
gepubliceerd op 30 januari 1999

Besluit van de Vlaamse regering houdende instelling van een aanmoedigingspremie voor loopbaanonderbreking voor de personeelsleden van de Vlaamse openbare sector en het Nederlandstalig onderwijs in het raam van de maatregelen tot herverdeling van de arbeid

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1999035099
pub.
30/01/1999
prom.
22/09/1998
ELI
eli/besluit/1998/09/22/1999035099/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 SEPTEMBER 1998. - Besluit van de Vlaamse regering houdende instelling van een aanmoedigingspremie voor loopbaanonderbreking voor de personeelsleden van de Vlaamse openbare sector en het Nederlandstalig onderwijs in het raam van de maatregelen tot herverdeling van de arbeid


De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en bij de bijzondere wetten van 12 januari 1989, 16 januari 1989, 5 mei 1993 en 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 19 december 1997 houdende algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998;

Gelet op de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, zoals gewijzigd bij de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 februari 1991 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan in de besturen en andere diensten van de ministeries, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 oktober 1994;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 augustus 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen aan de personeelsleden van het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 december 1997 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van de personeelsleden van het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 november 1993 houdende de organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel, inzonderheid op de artikelen XI 43 tot XI 63;

Gelet op het protocol nr. 5 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke vergaderingen van de sectorcomités XVIII en X, het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, afdeling 1, onderafdeling "Vlaams Gewest en Vlaamse Gemeenschap" en het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, afdeling 2, onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap", van 22 juli 1998;

Gelet op het begrotingsakkoord gegeven op 26 mei 1998;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op, artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat dringend verdere maatregelen dienen te worden genomen om de hoge werkloosheid te bestrijden, om de arbeid te herverdelen en om werklozen weder tewerk te stellen;

Op voorstel van de Vlaamse minister bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid en van de Vlaamse minister bevoegd voor onderwijs en ambtenarenzaken;

Na beraadslaging, Besluit : Begripsomschrijvingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° volledige loopbaanonderbreking : de onderbreking van de beroepsloopbaan zoals bepaald in artikel 100 tot 101bis van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, zoals gewijzigd;2° gedeeltelijke loopbaanonderbreking : de vermindering van de arbeidsprestaties zoals bedoeld bij artikel 102 tot 103 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen;3° opleiding : - de beroepsopleiding zoals bepaald door het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding en georganiseerd door de in datzelfde besluit, Titel III, Hoofdstuk II vermelde centra; - elke andere vorm van onderwijs en opleiding georganiseerd, gefinancierd, gesubsidieerd of erkend door de Vlaamse overheid en waarvan het programma ten minste 120 uren op jaarbasis omvat; 4° administratie : de administratie Werkgelegenheid van het departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw. Toepassingsgebied

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op : - de personeelsleden van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap; - de personeelsleden van de Vlaamse Openbare instellingen en de Vlaamse Wetenschappenlijke instellingen; - de personeelsleden van het door de Vlaamse Gemeenschap georganiseerd en gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde PMS-centra, met inbegrip van de personeelsleden op dewelke het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap van toepassing is; - de personeelsleden van de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, de onderwijsinspectie, de pedagogische begeleidingsdiensten en de dienst voor onderwijsontwikkeling; - de personeelsleden van de gemeenten, de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, de autonome gemeentebedrijven, de autonome provinciale bedrijven, de provincies van het Vlaams Gewest, de intercommunales met maatschappelijke zetel in het Vlaams Gewest, met inbegrip van de personeelsleden van de v.z.w.'s door deze overheden opgericht, maar met uitsluiting van de personeelsleden van de provincies die onder de federale overheid ressorteren, op voorwaarde dat zij - statutair of contractueel zijn en een standplaats hebben in het Vlaams Gewest of in Brussel; - niet onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.

Voorwaarden en modaliteiten

Art. 3.§ 1. Binnen de perken van de daartoe bestemde kredieten kan aan het personeelslid, bedoeld in artikel 2, dat zijn loopbaan volledig of gedeeltelijk onderbreekt zoals omschreven in artikel 1, een aanmoedigingspremie worden toegekend op voorwaarde dat het - tijdens de periode van 6 maanden onmiddellijk voorafgaand aan de aanvang van de loopbaanonderbreking ononderbroken tewerkgesteld was in eenzelfde arbeidsregeling en effectieve arbeidsprestaties heeft verricht; - gedurende de loopbaanonderbreking zijn hiervoor uitgeoefende arbeidsprestaties vermindert met minstens een vijfde van het normaal aantal arbeidsuren van een voltijdse betrekking.

Voor de toepassing van het eerste lid worden - voor de tijdelijke personeelsleden uit het onderwijs, de maanden juli en augustus beschouwd als maanden waarin zij in eenzelfde arbeidsregeling waren tewerkgesteld als deze waarin ze op 30 juni waren tewerkgesteld en zij worden geacht gedurende deze maanden de prestaties die ze uitoefenden op 30 juni, effectief te hebben verricht; - de personeelsleden die tijdens de periode van 6 maanden voorafgaand aan de aanvang van de loopbaanonderbreking niet ononderbroken tewerkgesteld waren omwille van een verlof gelijkgesteld met dienstactiviteit, geacht tijdens dit verlof de prestaties verder te hebben verricht die ze uitoefenden op de vooravond van dit verlof; - de personeelsleden die tijdens de periode van 6 maanden voorafgaand aan de aanvang van de loopbaanonderbreking genoten van een verlof- of afwezigheidsstelsel voor verminderde prestaties, geacht tijdens dit verlof of tijdens deze afwezigheid ook de prestaties te hebben verricht waarvoor zij een verlof of afwezigheid hadden. § 2. De aanmoedigingspremie kan tijdens de beroepsloopbaan gedurende maximum twee jaar toegekend worden. Voor het bepalen van de maximumduur van twee jaar wordt gerekend vanaf 1 januari 1995. § 3. De aanmoedigingspremie kan niet gecombineerd worden met een vervangende deeltijds of voltijdse tewerkstelling in hoofde van het personeelslid, met de uitoefening van een winstgevende activiteit of met een uitkering in het kader van de werkloosheidsreglementering.

In afwijking van het voorgaande lid is de aanmoedigingspremie die uitgekeerd wordt voor de loopbaanonderbreking opgenomen voor het starten van een activiteit als zelfstandige, gedurende één jaar combineerbaar met een winstgevende activiteit. § 4. De aanmoedigingspremie blijft behouden voor het overeenstemmende bedrag indien het personeelslid overstapt van een volledige loopbaanonderbreking naar een gedeeltelijke loopbaanonderbreking, of van een gedeeltelijke loopbaanonderbreking naar een andere gedeeltelijke loopbaanonderbreking of naar een volledige loopbaanonderbreking.

Bedrag

Art. 4.§ 1. De aanmoedigingspremie bedraagt bruto per volledige kalendermaand : - 5 000 frank voor het personeelslid dat tewerkgesteld is in een arbeidsregeling die minimaal 75 % bedraagt van de voltijdse arbeidsregeling, en dat volledige loopbaanonderbreking opneemt; - 3 000 frank voor het personeelslid dat tewerkgesteld is in een arbeidsregeling die minimaal 50 % bedraagt van de voltijdse arbeidsregeling, en dat volledige loopbaanonderbreking opneemt; - 3 000 frank voor het personeelslid dat een gedeeltelijke loopbaanonderbreking opneemt en de arbeidsprestaties vermindert met de helft of een derde van het normaal aantal arbeidsuren van een voltijdse betrekking; - 2 000 frank voor het personeelslid dat een gedeeltelijke loopbaanonderbreking opneemt en de arbeidsprestaties vermindert met een vierde of een vijfde van het normaal aantal arbeidsuren van een voltijdse betrekking. § 2. De voormelde bedragen worden verdubbeld voor de periode dat het personeelslid tijdens de loopbaanonderbreking, waarvoor een premie wordt toegekend, een opleiding zoals bepaald in artikel 1, 3°, volgt.

De periode van verdubbeling van de aanmoedigingspremie blijft beperkt tot de duur van de opleiding, met een minimum uitkering voor één kwartaal.

Procedure

Art. 5.De aanvraag tot het bekomen van de aanmoedigingspremie wordt door het personeelslid ingediend bij de administratie.

De aanvraag bestaat uit : - het ingevulde aanvraagformulier, als model bij dit besluit gevoegd; - een kopie van de onderbrekingsuitkeringskaart waarop de ingangsdatum en de duur van de onderbrekingsperiode vermeld is; - het bewijs van vervanging voor het personeelslid dat een gedeeltelijke loopbaanonderbreking opneemt en de arbeidsprestaties vermindert met een vierde of een vijfde van het normaal aantal arbeidsuren van een voltijdse betrekking; - ingeval het personeelslid een opleiding volgt, een attest van de onderwijs- of opleidingsinstelling waaruit de inschrijving voor, de aanvangsdatum, de duur en het aantal lesuren van de opleiding blijken.

Art. 6.§ 1. Om geldig te zijn dient de aanvraag tot het bekomen van de aanmoedigingspremie ingediend te worden binnen 6 maanden na aanvang van de loopbaanonderbreking. § 2. Na beslissing en betalingsopdracht door de administratie wordt de premie per kwartaal aan het rechthebbende personeelslid uitgekeerd, in de loop van het daaropvolgende kwartaal.

Controle en sancties

Art. 7.§ 1. Vanaf de eerste dag van de maand volgend op de datum waarop het personeelslid niet meer voldoet aan de voorwaarden waaronder de aanmoedigingspremie werd toegekend, vervalt het recht op de aanmoedigingspremie. § 2. Onrechtmatig verkregen aanmoedigingspremies kunnen teruggevorderd worden. § 3. De controle op de naleving van de voorwaarden wordt uitgeoefend door de inspectie van de administratie.

Evaluatie

Art. 8.§ 1. De opvolgingscommissie, opgericht krachtens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse regering van 26 mei 1998 houdende de aanmoediging in het Vlaamse Gewest van de wedertewerkstelling van uitkeringsgerechtigde volledig werklozen of van de daarmee gelijkgestelde personen door middel van herverdeling van de arbeid, zal de maatregelen van dit besluit zesmaandelijks evalueren en mogelijke bijsturingen en uitbreidingen ervan onderzoeken. § 2. De administratie maakt via haar vertegenwoordiger de nodige relevante informatie omtrent het stelsel van de aanmoedigingspremies over aan elk betrokken subregionaal tewerkstellingscomité.

Overgangsbepalingen

Art. 9.§ 1. De beslissingen genomen ter uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 3 mei 1995 houdende instelling van een aanmoedigingspremie voor loopbaanonderbreking voor de personeelsleden van de Vlaamse openbare sector en het Nederlandstalig onderwijs in het raam van de maatregelen tot herverdeling van de arbeid, zoals gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse regering van 21 januari 1997 en 31 maart 1998, blijven van kracht voor de toegestane periodes. § 2. Voor de aanvragen van de aanmoedigingspremie die betrekking hebben op een loopbaanonderbreking die ingegaan is op 1 april 1998 of op een latere datum, maar voorafgaand aan de datum waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, begint de indieningstermijn van 6 maanden te lopen vanaf de datum waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Slotbepalingen

Art. 10.Het besluit van de Vlaamse regering van 3 mei 1995 houdende instelling van een aanmoedigingspremie voor loopbaanonderbreking voor de personeelsleden van de Vlaamse openbare sector en het Nederlandstalig onderwijs in het raam van de maatregelen tot herverdeling van de arbeid, zoals gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse regering van 21 januari 1997 en 31 maart 1998, wordt opgeheven.

Art. 11.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 1998.

Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 22 september 1998.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, Th. KELCHTERMANS De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, E. BALDEWIJNS

^