Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 19 juli 2002
gepubliceerd op 28 augustus 2002

Besluit van de Vlaamse regering houdende maatregelen om tegemoet te komen aan de noodzaak tot leniging van dringende behoeften van personen met een handicap

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2002036076
pub.
28/08/2002
prom.
19/07/2002
ELI
eli/besluit/2002/07/19/2002036076/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 JULI 2002. - Besluit van de Vlaamse regering houdende maatregelen om tegemoet te komen aan de noodzaak tot leniging van dringende behoeften van personen met een handicap


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, gegeven op 30 april 2002;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 19 juli 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat dringende maatregelen nodig zijn om tegemoet te komen aan de behoeften van personen met een handicap die op de centrale wachtlijst voorkomen;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° het Fonds : het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap;2° de centrale wachtlijst : de lijst die tot stand is gekomen door de provinciale wachtlijstwerking;3° de gerechtigde personen met een handicap : door het Fonds erkende personen die geregistreerd zijn in de centrale wachtlijst en die door het Fonds aangewezen worden.

Art. 2.Het Fonds wordt ermee belast met de middelen die daarvoor op zijn begroting zijn uitgetrokken, dringende en voorlopige maatregelen te nemen om de centrale wachtlijst te reduceren. Op die manier wordt tegemoet gekomen aan de dringende behoeften van de personen met een handicap, in afwachting van de verlening van reguliere bijstand, die is vastgesteld in het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap.

Art. 3.Ter uitvoering van deze opdracht sluit het Fonds een convenant af met erkende voorzieningen, waarin op maat gesneden bijstand aan de gerechtigde personen met een handicap verleend wordt.

Het convenant moet minstens de volgende gegevens omvatten : - de identiteit van de gerechtigde personen met een handicap; - de te verlenen bijstand; - rechten en plichten, alsook de regeling van de persoonlijk financiële bijdrage, van de gerechtigde personen met een handicap en van de voorziening; - de voorwaarden en de modaliteiten van de tenlasteneming van de verleende bijstand door het Fonds; - de periode waarvoor het convenant geldt, met de perspectieven naar een definitieve vorm van ondersteuning waar naar gestreefd zal worden; - de melding dat de gerechtigde persoon met een handicap zich akkoord heeft verklaard met de voorgestelde bijstand, met de voorwaarden en dat het bijstandscontract binnen de maand na het afsluiten van het convenant afgesloten zal worden.

Bij het vaststellen van de voorwaarden van de tenlasteneming wordt maximaal aangesloten bij de bestaande subsidiëringsmogelijkheden, zowel van ambulante als van (semi-)residentiële voorzieningen, zij het dat de diverse stelsels soepel en tijdelijk los van de erkenning gehanteerd kunnen worden.

De voorlopige maatregelen kunnen maximaal drie jaar van toepassing zijn op een persoon met een handicap. Ze kunnen slechts verlengd worden indien de voorziening aantoont dat ze actief bezig is met de uitwerking van de definitieve maatregelen ten aanzien van de bijstand aan de persoon met een handicap.

Art. 4.De raad van bestuur van het Fonds wordt belast met de goedkeuring van de convenanten en houdt toezicht op de uitvoering ervan.

Art. 5.De convenanten moeten afgesloten worden uiterlijk twee maanden na de definitieve beslissing over de besteding van de in artikel 2 genoemde middelen uit het nieuw beleid.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.

Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 juli 2002.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking, M. VOGELS

^