Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 17 januari 2003
gepubliceerd op 11 februari 2003

Besluit van de Vlaamse regering betreffende de integratie van kraamcentra binnen diensten voor gezinszorg

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2003035188
pub.
11/02/2003
prom.
17/01/2003
ELI
eli/besluit/2003/01/17/2003035188/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 JANUARI 2003. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de integratie van kraamcentra binnen diensten voor gezinszorg


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen, gewijzigd bij het decreet van 22 december 1999;

Gelet op het decreet van 14 juli 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg, gewijzigd bij het decreet van 18 mei 1999;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 30 maart 1999, 8 juni 1999, 17 december 1999, 5 mei 2000, 10 november 2000, 30 maart 2001, 10 juli 2001, 30 november 2001, 14 december 2001, 1 februari 2002, 15 maart 2002 en 5 juli 2002;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2001 tot regeling van de subsidiëring van de kraamcentra, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 10 juli 2001 en 15 maart 2002;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 december 2002;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de Vlaamse regering zich ertoe verbonden heeft om werknemers met een DAC-statuut in de social-profitsector zo spoedig mogelijk te regulariseren; dat voor dergelijke werknemers, die in kraamcentra tewerkgesteld zijn, bij het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2001 een overgangsregeling werd vastgesteld in afwachting van het uitwerken van een regulier kader; dat thans aan die werknemers een regulier kader kan worden aangeboden door hen tewerk te stellen in erkende en gesubsidieerde diensten voor gezinszorg waaraan de activiteiten en het personeel van de kraamcentra worden overgedragen; dat de kraamcentra en de diensten voor gezinszorg in kwestie volop voorbereidingen treffen om die overdracht tegen 1 januari 2003 te realiseren; dat bijgevolg dit besluit, dat het hierboven genoemde reguliere kader creëert, onverwijld moet worden goedgekeurd;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 24 december 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen;2° het besluit van 18 december 1998 : het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg;3° kraamzorg : de totaliteit van zorgen, waaronder ondersteunende hulp op hygiënisch-verzorgend, huishoudelijk en psycho-sociaal vlak, die voor de pas bevallen moeder, haar kind en eventueel haar gezin moeten worden voorzien in de periode van gemiddeld tien dagen, die volgt op de bevalling en die de moeder nodig heeft om fysiek en psychisch weer op krachten te komen;4° kraamcentrum : een dienst die kraamzorg aanbiedt en die tot aan de inwerkingtreding van dit besluit wordt gesubsidieerd met toepassing van het besluit, bedoeld in artikel 6.

Art. 2.Aan een erkende dienst voor gezinszorg, die de activiteiten en het personeel van een kraamcentrum overneemt, wordt een bijkomend aantal subsidiabele uren toegekend.

Binnen de perken van de begrotingskredieten kunnen maximaal 55.795 bijkomende uren onder de in het eerste lid bedoelde diensten voor gezinszorg worden verdeeld. De minister verdeelt dat aantal uren onder de diensten in kwestie in functie van het aantal uren kraamzorg die tijdens de jaren 2001 en 2002 zijn gepresteerd door het kraamcentrum waarvan ze de activiteiten en het personeel overnemen.

De minister kan nadere regels bepalen betreffende de overname, bedoeld in het eerste lid.

Art. 3.Erkende diensten voor gezinszorg oriënteren de bijkomende uren, die hen worden toegekend krachtens artikel 2, bij voorkeur naar kraamzorg.

Art. 4.De subsidiëring van de bijkomende uren, toegekend krachtens artikel 2, gebeurt overeenkomstig de bepalingen van het besluit van 18 december 1998 en van bijlage I bij dat besluit.

Art. 5.In bijlage I bij het besluit van 18 december 1998 worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan artikel 1 wordt een 7° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 7° kraamzorg : de totaliteit van zorgen, waaronder ondersteunende hulp op hygiënisch-verzorgend, huishoudelijk en psycho-sociaal vlak, die voor de pas bevallen moeder, haar kind en eventueel haar gezin moeten worden voorzien in de periode van gemiddeld tien dagen, die volgt op de bevalling en die de moeder nodig heeft om fysiek en psychisch weer op krachten te komen.»; 2° aan artikel 12, eerste lid, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 15 maart 2002, wordt een 7° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 7° de wachturen van de verzorgende personeelsleden die kraamzorg verstrekken.»; 3° een afdeling 5bis, bestaande uit artikel 17bis tot en met 17quater, wordt ingevoegd, die luidt als volgt : « Afdeling 5bis .- Bepalingen betreffende erkende diensten waarin de activiteiten en het personeel van een kraamcentrum zijn geïntegreerd

Art. 17bis.De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op de erkende diensten voor gezinszorg die de activiteiten en het personeel van een kraamcentrum hebben overgenomen en waaraan bijkomende subsidiabele uren werden toegekend overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering van 17 januari 2003 betreffende de integratie van kraamcentra binnen diensten voor gezinszorg.

Art. 17ter.In afwijking van artikel 3, B , 2°, 4° en 6°, kunnen de personeelsleden die van het kraamcentrum werden overgenomen, binnen de dienst met behoud van hun functie van verzorgend, begeleidend of leidinggevend personeelslid tewerkgesteld worden, ongeacht het diploma, getuigschrift, attest of brevet waarover zij beschikken.

Art. 17quater.Onverminderd de toepassing van artikel 12 kan de dienst voor de periode van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2004 aanspraak maken op een uitbreiding van het aantal uren die met gepresteerde uren worden gelijkgesteld. Het totale aantal van die bijkomende gelijkgestelde uren wordt begrensd tot 5 % van de aan de dienst toegekende bijkomende subsidiabele uren, bedoeld in artikel 17bis.

De uren die met gepresteerde uren kunnen worden gelijkgesteld worden vermeld in artikel 12, eerste lid.

De minister bepaalt de wijze van rapportering over de gelijkgestelde uren. »

Art. 6.Het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2001 tot regeling van de subsidiëring van de kraamcentra, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 10 juli 2001 en 15 maart 2002, wordt opgeheven.

Art. 7.Wat de subsidies betreft die met toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2001 tot regeling van de subsidiëring van de kraamcentra verleend werden, blijven de bepalingen van dat besluit nog van toepassing voor : 1° de berekening, de toekenning en uitkering van het saldo van de subsidie voor het werkjaar 2002;2° het toezicht op de aanwending van de verleende subsidies voor de werkjaren 2001 en 2002 en, als daartoe grond bestaat, de terugvordering ervan.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.

Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 17 januari 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking, M. VOGELS

^