Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 16 april 2004
gepubliceerd op 28 mei 2004

Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap, het Vlaams Energieagentschap

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004035820
pub.
28/05/2004
prom.
16/04/2004
ELI
eli/besluit/2004/04/16/2004035820/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 APRIL 2004. - Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap, het Vlaams Energieagentschap


De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid artikel 87, § 1;

Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, inzonderheid de artikelen 6, § 2 en 7, derde lid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 juni 1998 tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 februari 1983 houdende aanmoedigingsmaatregelen voor het rationeel energieverbruik;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 29 maart 2002 inzake de openbaredienstverplichtingen ter bevordering van het rationeel energiegebruik;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 31 januari 2003 met betrekking tot de sociale openbaredienstverplichtingen in de vrijgemaakte elektriciteitsmarkt;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor Begroting, gegeven op 28 november 2003;

Gelet op het advies van het Dagelijks Bestuur van de SERV van 4 februari 2004;

Gelet op het advies van de MiNa-Raad van 26 februari 2004;

Gelet op advies 36.735/1 van de Raad van State, gegeven op 25 maart 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, Besluit : HOOFDSTUK I. -Algemene bepaling

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° kaderdecreet : het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003;2° intern verzelfstandigd agentschap : een agentschap, als bedoeld bij artikel 6 tot 9 van het kaderdecreet;3° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het Energiebeleid. HOOFDSTUK II. - Benaming, doel en taakstelling van het agentschap

Art. 2.§ 1. Binnen het Vlaams ministerie van Economie, Werkgelegenheid en Toerisme wordt een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid opgericht, onder de benaming « Vlaams Energieagentschap », hierna « het agentschap » genoemd.

Alle officiële akten, officiële aankondigingen, of andere officiële stukken, uitgaande van het agentschap, moeten de benaming van het agentschap vermelden, met onmiddellijk daarvoor of daarna, deze leesbaar en voluit geschreven woorden : « intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid van de Vlaamse overheid ».

Deze verplichting geldt niet ten aanzien van informatieverstrekking om promotionele of voorlichtingsredenen. § 2. Het agentschap wordt opgericht voor de uitvoering van een op duurzaamheid gericht energiebeleid. § 3. Het agentschap behoort tot het beleidsdomein Economie, Werkgelegenheid en Toerisme. § 4. Het agentschap heeft een centrale zetel waarvan de vestigingsplaats wordt bepaald door de minister. Het hoofd van het agentschap kan beslissen één of meerdere vestigingen buiten de centrale zetel in te richten.

Art. 3.Het agentschap heeft als missie het uitvoeren van een op duurzaamheid gericht energiebeleid door het inzetten van de beleidsinstrumenten op een kostenefficiënte en kwaliteitsvolle manier.

Art. 4.Het agentschap vervult de volgende taken : 1° het bevorderen van de milieuvriendelijke energieproductie en het beheer van de daartoe bestemde middelen en fondsen;2° het bevorderen van het rationeel energiegebruik en het beheer van de daartoe bestemde middelen en fondsen;3° de toepassing van de regelgeving in verband met het beheer en de uitbouw van de distributienetten van elektriciteit, gas en warmte;4° het voeren van eigen sensibiliserings- en communicatieacties inzake milieuvriendelijke energieproductie en rationeel energiegebruik en het coördineren van sensibiliserings- en communicaties inzake milieuvriendelijke energieproductie die aan derden worden uitbesteed;5° het uitvoeren, of laten uitvoeren, van analyses ter ondersteuning van de beleidsuitvoering inzake het duurzaam energiebeleid;6° het verwerken van de uit de beleidsuitvoering verworven informatie met het oog op het toeleveren aan het departement van beleidsgerichte input;7° het bijdragen tot de uitvoering van het Vlaams klimaatbeleidsplan;8° alle andere beleidsuitvoerende taken betreffende het energiebeleid die bij decreet of door de Vlaamse regering aan het agentschap worden toevertrouwd.

Art. 5.De concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, met strategische en operationele doelstellingen, beschreven aan de hand van meetbare criteria, wordt geregeld in de in artikel 8 bedoelde beheersovereenkomst.

Art. 6.Bij het uitoefenen van zijn missie en taken treedt het agentschap op namens de rechtspersoon Vlaamse Gewest. HOOFDSTUK III. - Aansturing en leiding van het agentschap

Art. 7.Het agentschap ressorteert onder het hiërarchisch gezag van de minister.

Art. 8.De minister stuurt het agentschap aan, inzonderheid via de beheersovereenkomst.

De beheersovereenkomst wordt, na onderhandeling, gesloten tussen de Vlaamse regering, vertegenwoordigd door de minister, en het hoofd van het agentschap.

De beheersovereenkomst, alsmede elke verlenging, wijziging, schorsing of ontbinding ervan, wordt voorafgaandelijk aan de Vlaamse regering ter goedkeuring voorgelegd, op voorstel van de minister.

Art. 9.Het hoofd van het agentschap is belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap. HOOFDSTUK IV. - Delegatie van beslissingsbevoegdheden

Art. 10.Naast de delegatie van beslissingsbevoegdheden voor de aangelegenheden die zijn vastgelegd in het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid, worden aan het hoofd van het agentschap volgende specifieke delegaties verleend : 1° de delegatie tot het toekennen van attesten bedoeld in artikel 49 van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid met betrekking tot de investeringsaftrek voor activa, zoals bedoeld in artikel 69, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992;2° de delegatie tot het ondertekenen van wegovereenkomsten bedoeld in het koninklijk besluit van 26 november 1973 tot vaststelling van de door de Staat, provincies, de gemeenten, de verenigingen van gemeenten en de houders van concessie van elektriciteitsvoorziening te volgen regelen. HOOFDSTUK V.- Controle, opvolging en toezicht

Art. 11.De minister is verantwoordelijk voor de opvolging van en het toezicht op het agentschap.

Art. 12.Het agentschap staat in voor de interne controle van zijn bedrijfsprocessen en activiteiten.

Art. 13.De entiteit Interne Audit van de Vlaamse Gemeenschap evalueert de interne controlesystemen van het agentschap en kan desgevallend administratieve onderzoeken instellen.

Art. 14.De daartoe aangeduide diensten van het Vlaams ministerie dat instaat voor de financiële en budgettaire aangelegenheden, zijn bevoegd voor de financiële controle en de certificering van de rekeningen.

Art. 15.De informatieverstrekking en de rapportering door het agentschap omvatten ten minste : 1° een jaarlijks ondernemingsplan en een operationeel plan op middellange en lange termijn;2° een periodiek rapport betreffende het gebruik van de verleende delegaties;3° een jaarlijks rapport, alsmede een eindrapport, betreffende de uitvoering van de beheersovereenkomst, op basis van beleids- en beheersrelevante indicatoren en kengetallen.

Art. 16.De minister kan, in het kader van de opvolging en de uitoefening van het toezicht, op ieder ogenblik aan het hoofd van het agentschap informatie, rapportering en verantwoording vragen over bepaalde aangelegenheden, zowel op geaggregeerd niveau als op niveau van individuele onderwerpen en dossiers. HOOFDSTUK VI. - Wijzigings-, inwerkingtredings- en uitvoeringsbepalingen

Art. 17.Artikel 21 van het koninklijk besluit van 10 februari 1983 houdende aanmoedigingsmaatregelen voor het rationeel energieverbruik, ingevoerd voor het Vlaamse Gewest bij het besluit van de Vlaamse regering van 16 december 1992 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse regering van 16 juni 1998, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 21.§ 1. Het V.I.CO. is samengesteld uit een vertegenwoordiger van het Vlaams ministerie Economie, Werkgelegenheid & Toerisme, het Vlaams ministerie Wetenschappen & Technologische Innovatie, het Vlaams ministerie Leefmilieu & Natuur, het Vlaams ministerie Onderwijs & Vorming, het Vlaams ministerie Welzijn & Volksgezondheid, het Vlaams ministerie Landbouw & Visserij, het Vlaams ministerie Mobiliteit en het Vlaams ministerie Ruimtelijke ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed.

De voorzitter van het V.I.CO. kan de samenstelling van de vergadering uitbreiden naargelang van de noodwendigheden. Hij kan daarbij een beroep doen op deskundigen. § 2. Het voorzitterschap van het V.I.CO. wordt waargenomen door het hoofd van het Vlaams Energieagentschap binnen het Vlaams ministerie van Economie, Werkgelegenheid en Toerisme. § 3. Het secretariaat van het V.I.CO. wordt waargenomen door het Vlaams Energieagentschap. »

Art. 18.In het besluit van de Vlaamse regering van 29 maart 2002 inzake de openbaredienstverplichtingen ter bevordering van het rationeel energiegebruik, gewijzigd met het besluit van de Vlaamse regering van 26 september 2003, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° artikel 1, 5° wordt opgeheven;2° in de artikels 3, 5, 6, 7, 9, 11, 12 wordt de benaming « ANRE » vervangen door de benaming : « het Vlaams Energieagentschap ».

Art. 19.In het besluit van de Vlaamse regering van 31 januari 2003 met betrekking tot de sociale openbaredienstverplichtingen in de vrijgemaakte elektriciteitsmarkt, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° artikel 1, 13° wordt opgeheven;2° in artikel 24 wordt de benaming « ANRE » vervangen door de benaming : « het Vlaams Energieagentschap ».

Art. 20.De Vlaamse regering bepaalt de datum waarop dit besluit in werking treedt.

De Vlaamse minister bevoegd voor het Energiebeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 april 2004.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, G. BOSSUYT

^