gepubliceerd op 16 augustus 2011
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 7 en 9 en tot invoeging van artikel 9/1 tot 9/3 in het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 tot regeling van sommige aspecten van de organisatie en werking van de Raad voor vergunningsbetwistingen
15 JULI 2011. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 7 en 9 en tot invoeging van artikel 9/1 tot 9/3 in het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 29/05/2009 pub. 26/08/2009 numac 2009035776 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van sommige aspecten van de organisatie en werking van de Raad voor vergunningsbetwistingen sluiten tot regeling van sommige aspecten van de organisatie en werking van de Raad voor vergunningsbetwistingen
De Vlaamse Regering, Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel 4.8.18, gewijzigd bij het
decreet van 16 juli 2010Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
16/07/2010
pub.
09/08/2010
numac
2010035575
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende aanpassing van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en van het decreet van 10 maart 2006 houdende decretale aanpassingen inzake ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed als gevolg van het bestuurlijk beleid
type
decreet
prom.
16/07/2010
pub.
19/08/2010
numac
2010204348
bron
vlaamse overheid
Decreet tot wijziging van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid
type
decreet
prom.
16/07/2010
pub.
04/03/2011
numac
2011035155
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 2007
sluiten; artikel 4.8.19, § 1/1, ingevoegd bij het
decreet van 23 december 2010Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
23/12/2010
pub.
31/12/2010
numac
2010036008
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2011
sluiten; artikel 4.8.26 en 4.8.27, gewijzigd bij het
decreet van 16 juli 2010Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
16/07/2010
pub.
09/08/2010
numac
2010035575
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende aanpassing van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en van het decreet van 10 maart 2006 houdende decretale aanpassingen inzake ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed als gevolg van het bestuurlijk beleid
type
decreet
prom.
16/07/2010
pub.
19/08/2010
numac
2010204348
bron
vlaamse overheid
Decreet tot wijziging van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid
type
decreet
prom.
16/07/2010
pub.
04/03/2011
numac
2011035155
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 2007
sluiten en artikel 4.8.29;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 29/05/2009 pub. 26/08/2009 numac 2009035776 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van sommige aspecten van de organisatie en werking van de Raad voor vergunningsbetwistingen sluiten tot regeling van sommige aspecten van de organisatie en werking van de Raad voor vergunningsbetwistingen;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 5 april 2011;
Gelet op advies 49.549/1 van de Raad van State, gegeven op 10 mei 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 29/05/2009 pub. 26/08/2009 numac 2009035776 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van sommige aspecten van de organisatie en werking van de Raad voor vergunningsbetwistingen sluiten tot regeling van sommige aspecten van de organisatie en werking van de Raad voor vergunningsbetwistingen worden de woorden "deskundige of medewerker" vervangen door de woorden "deskundige, medewerker of assistent".
Art. 2.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk IV vervangen door het opschrift "Rolrechten - getuigengeld - vergoeding van afschriften en uittreksels".
Art. 3.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 9.§ 1. Het rolrecht dat verschuldigd is per verzoeker bij het aanhangig maken van een beroep tot vernietiging, bedraagt 175 euro.
Het rolrecht dat verschuldigd is per verzoeker bij het indienen van een verzoek tot schorsing, bedraagt 100 euro. § 2. Het rolrecht dat verschuldigd is per tussenkomende partij, bedraagt 100 euro. § 3. De gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar, optredend in de zin van artikel 4.8.16, § 1, tweede lid, 5°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening is vrijgesteld van de betaling van enig rolrecht. § 4. De verzoeker of tussenkomende partij van wie de aanspraak rechtmatig lijkt en die aantoont dat zijn inkomsten ontoereikend zijn, is vrijgesteld van de betaling van enig rolrecht.
De verzoeker of tussenkomende partij richt daartoe een verzoek aan de Raad voor vergunningsbetwistingen gelijktijdig met het indienen van zijn verzoekschrift.
De ontoereikendheid van de inkomsten wordt beoordeeld op basis van het Koninklijk Besluit van 18 december 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/12/2003 pub. 24/12/2003 numac 2003009879 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand sluiten tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand.
De griffier brengt de verzoeker of tussenkomende partij schriftelijk op de hoogte van de beslissing over de vrijstelling van de betaling van het rolrecht, samen met de betekening, vermeld in artikel 4.8.18, derde lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dan wel samen met de uitspraak over de ontvankelijkheid van een verzoek tot tussenkomst, vermeld in artikel 4.8.19, § 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.".
Art. 4.In hetzelfde besluit worden artikel 9/1 tot en met 9/3 ingevoegd, die luiden als volgt : "
Art. 9/1.§ 1. De partij die wenst dat een getuige wordt gehoord, richt daartoe tijdens het vooronderzoek een verzoek aan de Raad voor vergunningsbetwistingen.
De Raad voor vergunningsbetwistingen beoordeelt de noodzakelijkheid en relevantie van het verzoek om een getuige te horen en brengt de aanvrager schriftelijk op de hoogte van de beslissing of de getuige gehoord zal worden. § 2. Indien de Raad beslist een getuige te horen, is de partij die dit verhoor gevraagd heeft, gehouden vóór dat verhoor een voorschot ten bedrage van het getuigengeld in consignatie te geven. In de loop van het verhoor kan een aanvullend voorschot worden geëist als daartoe grond bestaat.
De kennisgeving, vermeld in § 1, tweede lid, vermeldt de grootte van het verschuldigde getuigengeld. § 3. Is de aanvraag door de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar ingediend, dan wordt het getuigengeld voorgeschoten vanuit het Grondfonds en als uitgaven in de rekeningen ten laste van de begroting van het Grondfonds geboekt. § 4. Indien de partij nalaat het vereiste voorschot te storten, wordt ze geacht af te zien van het horen van de getuige. § 5. Aan iedere getuige, ook al verschijnt hij vrijwillig, wordt gevraagd of hij getuigengeld wil. § 6. De Raad voor vergunningsbetwistingen stelt nadere regels vast in het reglement van orde voor de begroting van het getuigengeld, de inning en de teruggave van de voorschotten en de wijze van betaling van het getuigengeld.
Het getuigengeld bedraagt maximaal 200 euro en wordt door het alleenzetelende raadslid of de kamervoorzitter toegekend.
Art. 9/2.§ 1. Buiten de kosteloze zending van afschriften van de uitspraak van de Raad overeenkomstig artikel 4.8.27 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, geeft de afgifte door de griffier van een afschrift of uittreksel van een uitspraak aanleiding tot de betaling van een vergoeding van 50 cent per bladzijde.
Als de griffier het afschrift of uittreksel per post opstuurt, is een aanvullende vergoeding verschuldigd die gelijk is aan de kosten van een niet-aangetekende brief van genormaliseerd formaat. § 2. Het verschuldigde bedrag wordt gestort op rekening van het Grondfonds met de vermelding van het arrestnummer en de naam van de persoon die het afschrift of uittreksel aanvraagt, voor de griffier het afschrift of het uittreksel uitreikt. § 3. De vergoeding die verschuldigd is op één en hetzelfde verzoek voor één en dezelfde zaak mag niet meer bedragen dan 1.250 euro. § 4. De gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar die om de afgifte van een afschrift of een uittreksel van een uitspraak verzoekt, is vrijgesteld van de betaling van de vergoedingen, vermeld in paragraaf 1.
Art. 9/3.De bedragen die verschuldigd zijn overeenkomstig dit hoofdstuk, worden vijfjaarlijks aangepast op 1 januari op basis van de ABEX-index, met als basisindex die van januari 2010, met een eerste indexatie 1 januari 2015.
De bedragen worden afgerond naar de dichtstbijzijnde euro, behalve het bedrag, vermeld in artikel 9/2, § 1, dat afgerond wordt naar het dichtstbijzijnde veelvoud van 10 cent.
Als dit tot een resultaat leidt dat precies de helft van een euro of van tien cent is, wordt het bedrag naar boven afgerond.".
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2011.
Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 15 juli 2011.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, Ph. MUYTERS