Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 14 december 2007
gepubliceerd op 22 april 2008

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer

bron
vlaamse overheid
numac
2008035086
pub.
22/04/2008
prom.
14/12/2007
ELI
eli/besluit/2007/12/14/2008035086/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 DECEMBER 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen bij het decreet van 20 april 1994;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, inzonderheid op artikel 3, tweede lid, en op artikel 20, eerste lid, gewijzigd bij het decreet van 22 december 1993;

Gelet op het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, inzonderheid op artikel 138, § 1;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer, inzonderheid op artikel 4.2.3.1, 4.2.3.2, en bijlage 4.1, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 4 oktober 2007;

Gelet op het advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen, gegeven op 30 augustus 2007;

Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, gegeven op 31 augustus 2007;

Gelet op advies 43.679/3 van de Raad van State, gegeven op 7 november 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Wijzigingen van bijlage 1 van titel I van het Vlarem

Artikel 1.In de opmerkingen van rubriek 60 van bijlage 1 van het besluit van Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, toegevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 mei 2002 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de tweede zin wordt vervangen door de zin : « In deze rubriek wordt onder « niet-verontreinigde uitgegraven bodem » verstaan : uitgegraven bodem, uitgegraven bodem die een fysische scheiding heeft ondergaan en gereinigde uitgegraven bodem die voldoet aan de volgende voorwaarden : 1° inzake fysische samenstelling voldoet hij aan de bepalingen van artikel 162 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en bodembescherming;2° inzake chemische samenstelling voldoet hij aan een van de volgende waarden : a) de waarden voor vrij gebruik van uitgegraven bodem, vermeld in bijlage V van hetzelfde besluit;b) de waarden van bijlage IV van hetzelfde besluit voor bestemmingstype III, op voorwaarde dat dit bepaald is in de milieuvergunning en dat, indien nodig, aanvullende milieubeschermende voorwaarden garanties geven met betrekking tot het isoleren, beheren en controleren.»; 2° de laatste zin wordt vervangen door de zin : In deze rubriek wordt onder « niet-verontreinigde bagger- en ruimingsspecie » verstaan : 1° bagger- en ruimingsspecie die inzake chemische samenstelling voldoet aan de waarden voor vrij gebruik van uitgegraven bodem, vermeld in bijlage V van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming;2° bagger- en ruimingsspecie die voldoet aan de waarden van bijlage IV van hetzelfde besluit voor bestemmingstype III, op voorwaarde dat dit bepaald is in de milieuvergunning en dat, indien nodig, aanvullende milieubeschermende voorwaarden garanties geven met betrekking tot het isoleren, beheren en controleren.»

Art. 2.In rubriek 61.1 en 61.2 van bijlage 1 van hetzelfde besluit, toegevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003, worden de woorden « hoofdstuk X van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 1996 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering » vervangen door de woorden « het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming ». HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van titel II van het Vlarem

Art. 3.In artikel 5.60.2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, toegevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 mei 2002 en gewijzigd bij de besluiten van 28 november 2003, 9 januari 2004 en 12 mei 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « artikel 53, 6° van Vlarebo » vervangen door de woorden « artikel 162 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en bodembescherming »;2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt : « Inzake chemische samenstelling moet de uitgegraven bodem voldoen aan de waarden voor vrij gebruik van uitgegraven bodem, vermeld in bijlage V van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming.»; 3° het derde lid wordt vervangen door wat volgt: « Behalve voor de bovenste laag van 120 cm waarvoor met toepassing van het standstillbeginsel de actuele milieukwaliteit moet worden gerespecteerd, kan in de milieuvergunning van de waarden, vermeld in het tweede lid, afgeweken worden : 1° voor groeven, graverijen, uitgravingen of andere putten, die conform hun nabestemming ingedeeld worden in bestemmingstype I, II en III, tot maximaal 80 % van de overeenstemmende bodemsaneringsnormen van het overeenkomstige bestemmingstype, vermeld in bijlage IV van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming;2° voor groeven, graverijen, uitgravingen of andere putten, die conform hun nabestemming ingedeeld worden in bestemmingstype IV en V, tot maximaal de waarden van bijlage IV van hetzelfde besluit voor bestemmingstype III.De bouwheer moet door middel van een studie, uitgevoerd door een bodemsaneringsdeskundige volgens een code van goede praktijk, het bewijs leveren dat het gebruik van uitgegraven bodem als bodem geen verontreiniging van het grondwater kan veroorzaken en dat mogelijke blootstelling aan de verontreinigde stoffen geen extra risico oplevert. In de studie worden de milieukenmerken van de uitgegraven bodem geëvalueerd afhankelijk van die van de ontvangende grond. »; 5° het vijfde lid wordt vervangen door wat volgt: « Voor de opvulling met steekvaste bagger- en ruimingsspecie gelden dezelfde voorwaarden. ».

Art. 4.In artikel 5.60.3, § 2, van hetzelfde besluit, toegevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 mei 2002 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « hoofdstuk X van Vlarebo » vervangen door de woorden « het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming »;2° in het eerste lid worden de zinnen « De principiële aanvaarding gebeurt op basis van documenten die de voormelde gegevens duidelijk vermelden.Daarbij worden de daartoe in Vlarebo voorziene documenten gebruikt, zijnde het technisch verslag en het bodembeheerrapport, zoals voorzien in afdeling 5 van hoofdstuk X van Vlarebo » geschrapt; 3° in het tweede lid worden de woorden « met de schriftelijke gegevens » vervangen door de woorden « met het beoogde gebruik »; 4° het derde lid wordt vervangen door wat volgt : « Steekvaste bagger- en ruimingsspecie mag in de inrichting slechts worden aanvaard op voorwaarde dat zij voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 5.60.2, en dat de oorsprong en herkomst ervan bekend zijn en de samenstelling ervan is vastgelegd.. »

Art. 5.In artikel. 5.61.2, § 1, van hetzelfde besluit, toegevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003, worden de woorden « Hoofdstuk X van Vlarebo » vervangen door de woorden « het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming ». HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van het Vlarea

Art. 6.Artikel 4.2.3.1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer wordt vervangen door wat volgt : « Art. 4.2.3.1. Voor het gebruik van afvalstoffen als bodem gelden de voorwaarden voor het gebruik van uitgegraven bodem als bodem, zoals bepaald in artikel 161, § 1, § 2, eerste lid, 1° tot en met 4°, en artikel 162 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming. Aanvullend worden voor bagger- en ruimingsspecie de chloorhoudende bestrijdingsmiddelen genormeerd als volgt : 1° gebruik als bodem op een ontvangende grond die binnen bestemmingstype I gelegen is : aldrin + dieldrin, chloordaan (cis en trans), DDT + DDE + DDD, hexachloorcyclohexaan (gamma-isomeer), hexachloorcyclohexaan (bêta-isomeer), hexachloorcyclohexaan (bêta-isomeer), endosulfan (bêta, ss en sulfaat): 0,1 mg/kg droge stof per verbinding, overeenkomstig met de detectielimiet;2° gebruik als bodem op een ontvangende grond die binnen bestemmingstypes II, III, IV of V gelegen is : a) de som van aldrin + dieldrin, chloordaan (cis en trans), DDT + DDE + DDD, hexachloorcyclohexaan (gamma-isomeer), hexachloorcyclohexaan (ss-isomeer), hexachloorcyclohexaan (bêta-isomeer), endosulfan (bêta, ss en sulfaat): 0,2 mg/kg droge stof;b) bij het berekenen van de som worden alleen de resultaten van de meetbare componenten ingebracht, dat is met een meetwaarde boven de detectielimiet.»

Art. 7.In artikel 4.2.3.2 van hetzelfde besluit wordt in § 3 de zin « De in § 1 en § 2 vermelde werkwijze en procedure gelden uitsluitend voor bagger- en ruimingsspecie die voldoet aan de normen, bepaald in bijlage 8 van Vlarebo, voor het gebruik als bodem op een ontvangende grond die binnen het bestemmingstype II, III, IV of V gelegen is, respectievelijk aan de normen, bepaald in bijlage 7 van Vlarebo, voor het gebruik als bodem op een ontvangende grond die binnen het bestemmingstype I gelegen is, en op voorwaarde dat het gebruik als bodem gebeurt binnen een strook van 5 meter langs de waterloop waaruit de specie afkomstig is, of in de oeverzone. » vervangen door de zin « De werkwijze en procedure, vermeld in § 1 en § 2, gelden uitsluitend voor bagger- en ruimingsspecie die voldoet aan de waarden, bepaald in bijlage V van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, en de aanvullende waarden, vermeld in artikel 4.2.3.1, en op voorwaarde dat het gebruik als bodem gebeurt binnen een strook van vijf meter langs de waterloop waaruit de specie afkomstig is, of in de oeverzone. »

Art. 8.In bijlage 4.1, Afdeling 2, van hetzelfde besluit wordt de onderstaande rij geschrapt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2008.

Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 december 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, Mevr. H. CREVITS

^