gepubliceerd op 20 juni 2017
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 23 december 2016 tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van een Vlaams fonds voor de stimulering van stedelijke en plattelandsinvesteringen
12 MEI 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 23 december 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2016 pub. 26/01/2017 numac 2017040004 bron vlaamse overheid Decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van een Vlaams fonds voor de stimulering van stedelijke en plattelandsinvesteringen (1) type decreet prom. 23/12/2016 pub. 29/12/2016 numac 2016036695 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2017 type decreet prom. 23/12/2016 pub. 09/06/2017 numac 2017011913 bron vlaamse overheid Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2017 sluiten tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van een Vlaams fonds voor de stimulering van (groot)stedelijke en plattelandsinvesteringen
DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;
Gelet op het decreet van 23 december 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2016 pub. 26/01/2017 numac 2017040004 bron vlaamse overheid Decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van een Vlaams fonds voor de stimulering van stedelijke en plattelandsinvesteringen (1) type decreet prom. 23/12/2016 pub. 29/12/2016 numac 2016036695 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2017 type decreet prom. 23/12/2016 pub. 09/06/2017 numac 2017011913 bron vlaamse overheid Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2017 sluiten tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van een Vlaams fonds voor de stimulering van (groot)stedelijke en plattelandsinvesteringen, de artikelen 6, 7, 8, 9, eerste lid, 11, eerste lid, 13, vierde lid, 14, tweede lid, en 15, 2° ;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 januari 2017;
Gelet op advies 61.297/1 van de Raad van State, gegeven op 3 mei 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° ABB: het Agentschap Binnenlands Bestuur, opgericht bij besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005;2° decreet van 23 december 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2016 pub. 26/01/2017 numac 2017040004 bron vlaamse overheid Decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van een Vlaams fonds voor de stimulering van stedelijke en plattelandsinvesteringen (1) type decreet prom. 23/12/2016 pub. 29/12/2016 numac 2016036695 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2017 type decreet prom. 23/12/2016 pub. 09/06/2017 numac 2017011913 bron vlaamse overheid Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2017 sluiten: het decreet van 23 december 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2016 pub. 26/01/2017 numac 2017040004 bron vlaamse overheid Decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van een Vlaams fonds voor de stimulering van stedelijke en plattelandsinvesteringen (1) type decreet prom. 23/12/2016 pub. 29/12/2016 numac 2016036695 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2017 type decreet prom. 23/12/2016 pub. 09/06/2017 numac 2017011913 bron vlaamse overheid Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2017 sluiten tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van een Vlaams fonds voor de stimulering van (groot)stedelijke en plattelandsinvesteringen;3° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor binnenlands bestuur;4° multidisciplinair team: het team dat de stad of de VGC in overleg met het regieteam aanstelt om de stad of de VGC te begeleiden bij de opbouw van lokale deskundigheid;5° regieteam: het regieteam, vermeld in artikel 20, § 1, 1° ;6° Vlaamse overheid: het geheel van Vlaamse departementen en agentschappen;7° VGC: de Vlaamse Gemeenschapscommissie, die optreedt als bevoegde instelling voor het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. HOOFDSTUK 2. - De subsidies die toegekend worden aan de centrumsteden Antwerpen, Gent, Mechelen, Oostende en Sint-Niklaas voor investeringen in stadsvernieuwingsprojecten als vermeld in artikel 6 van het decreet van 23 december 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2016 pub. 26/01/2017 numac 2017040004 bron vlaamse overheid Decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van een Vlaams fonds voor de stimulering van stedelijke en plattelandsinvesteringen (1) type decreet prom. 23/12/2016 pub. 29/12/2016 numac 2016036695 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2017 type decreet prom. 23/12/2016 pub. 09/06/2017 numac 2017011913 bron vlaamse overheid Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2017 sluiten
Art. 2.De centrumsteden Antwerpen, Gent, Mechelen, Oostende en Sint-Niklaas zetten de subsidies in voor investeringsuitgaven in innoverende stadsvernieuwingsprojecten, die als doel hebben om de duurzaamheid en de kwaliteit van de fysieke leefomgeving in een bepaald stadsdeel te verbeteren. De projecten hebben een hefboomfunctie voor het stadsdeel in kwestie en verhogen de algemene leefkwaliteit ervan.
Art. 3.De subsidies, vermeld in artikel 6 van het decreet, worden uitbetaald in twee gelijke schijven: een eerste schijf vóór 30 juni, een tweede schijf vóór 30 november.
Art. 4.De aanwending van de subsidies, vermeld in artikel 6 van het decreet, kan door de betrokken steden gespreid worden over verschillende jaren.
Art. 5.De functionele en financiële verantwoording van de subsidies gebeurt op basis van de relevante onderdelen van de jaarrekeningen die de gemeenteraad heeft goedgekeurd.
Art. 6.De steden kunnen een beroep doen op de kwaliteitskamer, vermeld in artikel 19, voor adviesverlening bij de stadsvernieuwingsprojecten die ze financieren met de subsidies die ze hebben verkregen, in toepassing van artikel 2. HOOFDSTUK 3. - De subsidies die toegekend worden aan de centrumsteden, de provinciale steden en de VGC voor investeringen in stadsvernieuwingsprojecten als vermeld in artikel 7 van het decreet van 23 december 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2016 pub. 26/01/2017 numac 2017040004 bron vlaamse overheid Decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van een Vlaams fonds voor de stimulering van stedelijke en plattelandsinvesteringen (1) type decreet prom. 23/12/2016 pub. 29/12/2016 numac 2016036695 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2017 type decreet prom. 23/12/2016 pub. 09/06/2017 numac 2017011913 bron vlaamse overheid Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2017 sluiten Afdeling 1. - Overzicht van de subsidies
Art. 7.De volgende subsidies voor stadsvernieuwing kunnen verleend worden aan de centrumsteden, de provinciale steden en de VGC: 1° een projectsubsidie van maximaal 5.000.000 euro voor de realisatie van het publieke aandeel van multidisciplinaire stadsvernieuwingsprojecten, waarvan het totale investeringsbudget minimaal drie miljoen euro bedraagt; 2° een projectsubsidie van maximaal 500.000 euro voor de realisatie van thematische stadsvernieuwingsprojecten. 3° een conceptsubsidie van maximaal 90.000 euro voor de begeleiding van een stad bij de ontwikkeling van een stevige projectbasis en een innoverende projectvisie van een nieuw of lopend stadsvernieuwingsproject. Afdeling 2. - Projectsubsidies voor multidisciplinaire
stadsvernieuwingsprojecten
Art. 8.Voor de toekenning van projectsubsidies lanceert de minister een oproep voor aanvragen bij de centrumsteden, de provinciale steden en de VGC. De centrumsteden, de provinciale steden en de VGC omschrijven in hun subsidieaanvraag de volgende elementen: 1° het project, inclusief de verwachte impact ervan op korte, middellange en lange termijn;2° de mate waarin het project duurzaam, innovatief en multifunctioneel is, waarbij duidelijk de meerwaarde wordt aangetoond op ecologisch, maatschappelijk en economisch vlak;3° de lokale beleidsvisie waarin het project past en de hefboomfunctie die het uitoefent op de ontwikkeling van de stad;4° de vooropgestelde coproductie en samenwerking met de private partners, de publieke partners en de civiele maatschappij, die actief worden meegenomen in het project;5° de projectorganisatie en -fasering, waarbij de haalbaarheid en een realistische inschatting duidelijk worden beschreven;6° het gevraagde subsidiebedrag, met opgave van de concrete aanwending van de subsidie.
Art. 9.De projectsubsidie wordt op de volgende wijze uitbetaald: 1° een eerste schijf van 30% van de projectsubsidie na vastlegging van de subsidie;2° een tweede schijf van 30% van de projectsubsidie als uit de ter beschikking gehouden facturen blijkt dat de stad of de VGC 30% van haar aandeel betaald heeft;3° een derde schijf van 30% van de projectsubsidie als uit de ter beschikking gehouden facturen blijkt dat de stad of de VGC 60% van haar aandeel betaald heeft;4° het saldo van de projectsubsidie als uit de ter beschikking gehouden facturen blijkt dat de stad of de VGC haar volledige aandeel betaald heeft. Het bedrag van de projectsubsidie wordt gestort op de rekening van de stad of van de VGC.
Art. 10.Voor elke projectsubsidie die een stad of de VGC ontvangt, stelt ze jaarlijks een voortgangsverslag ter beschikking van ABB. In het verslag toont de stad of de VGC de vooruitgang van het project aan, zowel administratief, financieel als inhoudelijk. Afdeling 3. - Projectsubsidies voor thematische
stadsvernieuwingsprojecten
Art. 11.Voor de toekenning van thematische projectsubsidies lanceert de minister een oproep voor aanvragen bij de centrumsteden, de provinciale steden en de VGC. De minister bepaalt de thematische focus van de oproep.
De maximale realisatietermijn van een project voor thematische stadsvernieuwing bedraagt drie jaar vanaf de datum van toekenning van de subsidie door de Vlaamse Regering.
De centrumsteden, de provinciale steden en de VGC omschrijven in hun subsidieaanvraag de volgende elementen: 1° het project;2° de mate waarin het project past in de thematische focus en de mate waarin het project innovatief en duurzaam is;3° de lokale beleidsvisie waarin het project past;4° de vooropgestelde coproductie en samenwerking met de private partners, de publieke partners en de civiele maatschappij die actief worden meegenomen in het project, met inbegrip van eventuele bijkomende middelen die ter beschikking worden gesteld van het project;5° de projectorganisatie en -fasering, waarbij naast een duidelijke en realistische inschatting van de haalbaarheid van het project ook het kader en de personeelsinzet worden omschreven die de stad aanbiedt;6° het gevraagde subsidiebedrag, met opgave van de concrete aanwending van de subsidie.
Art. 12.De thematische projectsubsidie wordt op de volgende wijze uitbetaald: 1° een eerste schijf van 50% van de thematische projectsubsidie na vastlegging van de toegekende subsidie;2° het saldo van 50% van de thematische projectsubsidie na afloop van het gesubsidieerde project.Daarvoor houdt de stad of de VGC een schuldvordering en een eindverslag ter beschikking van ABB. In dat verslag beschrijft de stad of de VGC het project zowel inhoudelijk als financieel en toont ze met een lijst van bewijsstukken aan dat de thematische projectsubsidie integraal is aangewend voor de realisatie van het project. Reservevorming is niet mogelijk.
Het bedrag van de thematische projectsubsidie wordt gestort op de rekening van de stad of van de VGC.
Art. 13.Voor elke thematische projectsubsidie die een stad of de VGC ontvangt, stelt ze jaarlijks een voortgangsverslag ter beschikking van ABB. In het verslag toont de stad of de VGC de vooruitgang van het project aan, zowel administratief, financieel als inhoudelijk. Afdeling 4. - De conceptsubsidies
Art. 14.Voor de toekenning van conceptsubsidies lanceert de minister een oproep voor aanvragen bij de centrumsteden, de provinciale steden en de VGC. De centrumsteden, de provinciale steden en de VGC omschrijven in hun subsidieaanvraag de volgende elementen: 1° het project waarvoor de stad een concept wil laten uitwerken en de situering ervan in de stad;2° de lokale beleidsvisie op stadsontwikkeling waarin de vraag naar een conceptsubsidie voor het project past;3° de beschrijving van de regiefunctie van de stad in het project;4° de beschrijving van de ondersteuning die van de Vlaamse overheid voor het project verwacht wordt en de meerwaarde en complementariteit die de ondersteuning zowel voor het project als voor de stad zal betekenen;5° een voorstel van de competenties die de stad of de VGC verwacht van het multidisciplinaire team dat de studie zal uitvoeren.
Art. 15.De conceptsubsidie wordt op de volgende wijze uitbetaald: 1° een eerste schijf van 50% van de conceptsubsidie na vastlegging van de toegekende subsidie;2° een tweede schijf van 50% van de conceptsubsidie nadat de volgende stukken ter beschikking gesteld zijn van ABB: a) het contract met het multidisciplinaire team, dat de stad of de VGC voor de conceptbegeleiding heeft aangesteld, na overleg met het regieteam;b) de bewijzen van betaling aan het multidisciplinaire team. Het bedrag van de thematische projectsubsidie wordt gestort op de rekening van de stad of van de VGC. Afdeling 5. - De beoordeling van de subsidieaanvragen
Art. 16.De aanvragen van projectsubsidies voor multidisciplinaire stadsvernieuwing en van conceptsubsidies worden geëvalueerd door een multidisciplinaire jury, die bestaat uit vertegenwoordigers van de Vlaamse overheid en externe experts. De jury verleent de Vlaamse Regering advies over de subsidies.
De aanvragen van thematische projectsubsidies worden geëvalueerd door een vertegenwoordiging van maximaal drie juryleden uit die jury, waaruit een voorzitter wordt gekozen, aangevuld met vertegenwoordigers uit de entiteiten van de Vlaamse overheid, rekening houdend met het thema van de oproep.
Art. 17.De jury bestaat uit stemgerechtigde leden die aangesteld worden door de minister.
De minister bepaalt de vergoeding van de juryleden die niet behoren tot de diensten van de Vlaamse overheid.
Om geldig te kunnen beraadslagen, moet minstens de helft van de stemgerechtigde juryleden aanwezig zijn.
Art. 18.Op basis van de ingediende subsidieaanvragen verleent de jury advies aan de Vlaamse Regering. Het advies bevat de volgende elementen: 1° een omstandige beschrijving van de gehanteerde evaluatiemethode;2° een omstandige beoordeling van de voorgestelde projecten;3° een gemotiveerd voorstel van toewijzing van de subsidie;4° eventuele aanbevelingen voor de realisatie van de voorgestelde projecten;5° een motivering van het juryadvies per voorgesteld project. De Vlaamse Regering legt een lijst voor subsidiëring vast, met een motivering en met een concrete beschrijving van de gesubsidieerde activiteiten per project, alsook met het bedrag van de toegekende subsidies.
Jaarlijks kan maximaal 1.200.000 euro subsidie toegekend worden aan thematische stadsvernieuwingsprojecten als vermeld in artikel 7, 2° en maximaal 360.000 euro subsidie aan conceptsubsidies als vermeld in artikel 7, 3°. Afdeling 6. - De begeleiding van toegekende subsidies
Art. 19.De jury kan tussentijds samenkomen als kwaliteitskamer voor de begeleiding van de multidisciplinaire en thematische projectsubsidies. De jury treedt dan op als kwaliteitsbewaker van de voorwaarden waaronder de projectsubsidie is verleend en van de beoogde activiteiten van het project. De jury deelt haar bevindingen mee aan de minister in de vorm van een advies.
Art. 20.§ 1. Voor de begeleiding van de conceptsubsidies worden twee teams opgericht: 1° op het Vlaamse niveau een regieteam, samengesteld uit vertegenwoordigers van de Vlaamse overheid en externe experts, overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 23 december 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2016 pub. 26/01/2017 numac 2017040004 bron vlaamse overheid Decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van een Vlaams fonds voor de stimulering van stedelijke en plattelandsinvesteringen (1) type decreet prom. 23/12/2016 pub. 29/12/2016 numac 2016036695 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2017 type decreet prom. 23/12/2016 pub. 09/06/2017 numac 2017011913 bron vlaamse overheid Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2017 sluiten;2° voor elk project: een lokale stuurgroep, samengesteld uit een lid van het regieteam, een vertegenwoordiger van ABB, de stedelijke projectleider en een lokale mandataris, die de stad of de VGC vertegenwoordigt.Het multidisciplinaire team maakt na zijn aanstelling mee deel uit van de lokale stuurgroep. De vertegenwoordigers van de private partners en andere vertegenwoordigers van de stad of de VGC kunnen er eventueel ook in worden opgenomen. § 2. Het regieteam heeft de volgende opdrachten: 1° drie multidisciplinaire teams voorstellen waaraan de stad of de VGC een offerte moet vragen;2° in de lokale stuurgroepen zetelen;3° tijdens de conceptbegeleiding instaan voor de proces- en kwaliteitsbewaking. De minister stelt de leden van het regieteam aan en bepaalt de vergoeding van de leden die niet tot de Vlaamse overheid behoren. § 3. De lokale stuurgroep heeft de volgende opdrachten: 1° een bestek voor een overheidsopdracht opstellen, dat naar de drie multidisciplinaire teams, die het regieteam heeft samengesteld, gestuurd wordt;2° de ingediende offertes beoordelen aan de hand van de presentaties en de vraagstelling;3° een voorstel van gunning doen aan de stad of de VGC;4° de hele conceptstudie begeleiden in samenwerking met het multidisciplinaire team, dat deel uitmaakt van de lokale stuurgroep. HOOFDSTUK 4. - Subsidies aan plattelandsgemeenten als vermeld in hoofdstuk 5 van het decreet van 23 december 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2016 pub. 26/01/2017 numac 2017040004 bron vlaamse overheid Decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van een Vlaams fonds voor de stimulering van stedelijke en plattelandsinvesteringen (1) type decreet prom. 23/12/2016 pub. 29/12/2016 numac 2016036695 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2017 type decreet prom. 23/12/2016 pub. 09/06/2017 numac 2017011913 bron vlaamse overheid Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2017 sluiten
Art. 21.De subsidies, vermeld in hoofdstuk 5, worden uitbetaald in twee gelijke schijven: een eerste schijf vóór 30 juni, een tweede schijf vóór 30 november.
Art. 22.De functionele en financiële verantwoording van de subsidies gebeurt op basis van de relevante onderdelen van de jaarrekeningen die de gemeenteraad heeft goedgekeurd.
Art. 23.De Vlaamse minister, bevoegd voor het plattelandsbeleid, neemt mee het initiatief voor de wijzigingen aan de bepalingen van het hoofdstuk 5 van het decreet van 23 december 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2016 pub. 26/01/2017 numac 2017040004 bron vlaamse overheid Decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van een Vlaams fonds voor de stimulering van stedelijke en plattelandsinvesteringen (1) type decreet prom. 23/12/2016 pub. 29/12/2016 numac 2016036695 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2017 type decreet prom. 23/12/2016 pub. 09/06/2017 numac 2017011913 bron vlaamse overheid Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2017 sluiten voor wat betreft de formules inzake de doellijst en de prioriteringslijst en aan de factoren N en M. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 24.Het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/03/2007 pub. 24/04/2007 numac 2007035586 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van stadsvernieuwingsprojecten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/03/2007 pub. 04/07/2007 numac 2007035981 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de integratie van de administratieve loopbaan en het geldelijk statuut type besluit van de vlaamse regering prom. 16/03/2007 pub. 03/04/2007 numac 2007035489 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van artikel 45, 1°, van het decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening sluiten betreffende de subsidiëring van stadsvernieuwingsprojecten, zoals gewijzigd op 30 april 2010, op 3 februari 2012, op 7 september 2012 en op 27 februari 2015 en het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2013 tot uitvoering van het decreet van 7 juni 2013 tot vaststelling van de regels inzake de verdeling van het Vlaams Plattelandsfonds wordt opgeheven.
Art. 25.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 15 mei 2017, met uitzondering van artikel 3, dat in werking treedt op een door de Vlaamse Regering vast te stellen datum.
Art. 26.De Vlaamse minister, bevoegd voor binnenlands bestuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 12 mei 2017.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, L. HOMANS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw J. SCHAUVLIEGE