Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 09 februari 2024
gepubliceerd op 22 maart 2024

Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het Jeugddecreet van 23 november 2023

bron
vlaamse overheid
numac
2024002624
pub.
22/03/2024
prom.
09/02/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 FEBRUARI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - de bijzondere wet van 8 augustus 1980, artikel 20 en 87, § 1; - de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019, artikel 75, vijfde lid; - het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, artikel 4 tot en met 8, artikel 16, 17, 20, 21, 24, 26, 27, 29, artikel 30 tot en met 35, artikel 37, 38, 40, artikel 42 tot en met 47 en artikel 72.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor het budgettair beleid, heeft zijn akkoord gegeven op 12 juli 2023. - De Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media heeft advies gegeven op 15 september 2023. - De Vlaamse Jeugdraad heeft advies nr. 2309 gegeven op 6 september 2023. - De Vlaamse Adviesraad Handicap heeft advies gegeven op 15 september 2023. - De Vlaamse toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens heeft advies nr. 104/2023 gegeven op 12 september 2023. - De Gegevensbeschermingsautoriteit heeft advies nr. 65/2023 gegeven op 14 september 2023. - De Raad van State heeft advies 74.945/3 gegeven op 27 december 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - het decreet van 5 juli 1989 tot organisatie van het toezicht op de Vlaamse Gemeenschapscommissie; - het besluit van 9 juli 2021 van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de wijze van communicatie tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de Vlaamse Regering in het kader van bestuurlijk toezicht en tot vaststelling van de digitale rapportering over de gegevens van de beleidsrapporten van de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° aanspreekpunten jeugd- en kinderrechtenbeleid: de aanspreekpunten jeugd- en kinderrechtenbeleid, vermeld in artikel 6, eerste lid, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten;2° animatortraject: een kadervormingstraject dat leidt tot het attest van animator, vermeld in artikel 45, § 2, tweede lid, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten;3° financieel verslag: het financiële verslag, vermeld in artikel 23, tweede lid, 3°, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten;4° hoofdanimatortraject: een kadervormingstraject dat leidt tot het attest van hoofdanimator, vermeld in artikel 45, § 2, tweede lid, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten;5° Kinderrechtencommissariaat: het Kinderrechtencommissariaat, opgericht bij het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode sluiten houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat en instelling van het ambt van Kinderrechtencommissaris en houdende oprichting van een Commissie van toezicht met betrekking tot voorzieningen voor vrijheidsbenemende opvang van kinderen en jongeren;6° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de jeugd;7° omgevingsanalyse: de omgevingsanalyse, vermeld in artikel 4, eerste lid, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten;8° prioritaire, transversale doelstellingen: de doelstellingen, vermeld in artikel 4, eerste lid, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten;9° Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan: het Vlaamse jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan, vermeld in artikel 4, eerste lid, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten;10° werkingsverslag: het werkingsverslag, vermeld in artikel 23, tweede lid, 3°, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten;11° wetenschappelijk steunpunt jeugd: het wetenschappelijk steunpunt jeugd, vermeld in de oproep tot kandidaatstelling Wetenschappelijk steunpunt Jeugd, 2021-2025 van 14 september 2020, en de oproepen die in de plaats treden ervan. HOOFDSTUK 2. - Instrumenten Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleid

Art. 2.De administratie coördineert op de volgende wijze de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie van het Vlaamse jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan en van de verslaggeving, vermeld in artikel 4, vierde lid, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten: 1° de administratie maakt de omgevingsanalyse op;2° de administratie organiseert de inspraak van de jeugd, vermeld in artikel 4, derde lid, van het voormelde decreet;3° de administratie maakt het Vlaamse jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan op;4° de administratie coördineert de projectplannen, vermeld in het artikel 3, eerste lid;5° de administratie organiseert de evaluatie van het Vlaamse jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan, vermeld in artikel 4, en zorgt voor de opmaak van het tussentijdse rapport en van het eindrapport, vermeld in artikel 4, vierde lid, van het voormelde decreet.

Art. 3.Nadat de prioritaire, transversale doelstellingen zijn geselecteerd conform artikel 4, eerste lid, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, wordt voor elk van die doelstellingen, onder coördinatie van de minister, een projectplan opgemaakt dat de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan die doelstelling, nader beschrijft conform artikel 4, tweede lid, 3°, van het voormelde decreet. Het voormelde projectplan bevat al de volgende onderdelen: 1° het plan van aanpak met acties;2° de betrokken ministers, administraties en stakeholders;3° de budgetten die ervoor worden vrijgemaakt. De minister kan voor elk van de prioritaire, transversale doelstellingen die zijn geselecteerd conform artikel 4, eerste lid, van het voormelde decreet, een stuurgroep oprichten waarin de betrokken ministers en administraties zijn vertegenwoordigd. De voormelde stuurgroep komt minstens een keer per jaar bijeen en is verantwoordelijk voor de opmaak en de opvolging van de projectplannen, vermeld in het eerste lid. Als er geen stuurgroep is opgericht, is de administratie verantwoordelijk voor de opmaak en de opvolging van de voormelde projectplannen.

Art. 4.Het tussentijdse rapport, vermeld in artikel 4, vierde lid, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, bevat een rapportage over de voortgang van de uitvoering van het Vlaamse jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan. In het voormelde tussentijdse rapport wordt ook aangegeven op welke wijze eventuele aandachtspunten en nieuwe uitdagingen bij de uitvoering van het Vlaamse jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan worden aangepakt.

Het eindrapport, vermeld in artikel 4, vierde lid, van het voormelde decreet, bevat een evaluatie van de uitvoering van het Vlaamse jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan.

Art. 5.De minister nodigt al de volgende organisaties uit om deel uit te maken van het horizontale overleg jeugd- en kinderrechtenbeleid, naast de deelnemers, vermeld in artikel 5, eerste lid, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten: 1° de Vlaamse Gemeenschapscommissie;2° de Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie, vermeld in artikel 3 van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten betreffende de radio-omroep en televisie;3° het Kinderrechtencommissariaat;4° het wetenschappelijk steunpunt jeugd;5° de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind;6° het Belgisch Comité voor UNICEF;7° Mediawijs;8° Child Focus. De administratie organiseert het horizontale overleg jeugd- en kinderrechtenbeleid, vermeld in artikel 5, eerste lid, van het voormelde decreet. Het horizontale overleg jeugd- en kinderrechtenbeleid heeft de volgende taken: 1° bijdragen aan de voorbereiding van het Vlaamse jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan door mee te werken aan: a) de omgevingsanalyse;b) de selectie van de prioritaire, transversale doelstellingen;2° de voortgang opvolgen van de uitvoering van het Vlaamse jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan en van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind, en voorstellen formuleren om het Vlaamse jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan bij te sturen;3° de effecten inschatten van het Vlaamse beleid op kinderen en jongeren en hun rechten;4° kennisnemen van de resultaten van het verticale overleg jeugd- en kinderrechtenbeleid, vermeld in artikel 5, tweede lid, van het voormelde decreet.

Art. 6.De minister en alle andere Vlaamse ministers nodigen al de volgende organisaties uit om deel uit te maken van het verticale overleg jeugd- en kinderrechtenbeleid, vermeld in artikel 5, tweede lid, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, elk voor hun eigen bevoegdheden: 1° het Kinderrechtencommissariaat;2° de Vlaamse Jeugdraad, vermeld in artikel 9 van het voormelde decreet;3° de bevoegde aanspreekpunten jeugd- en kinderrechtenbeleid. Het verticale overleg jeugd- en kinderrechtenbeleid, vermeld in artikel 5, tweede lid, van het voormelde decreet, heeft de volgende taken: 1° de specifieke beleidsinitiatieven van de ministers, vermeld in het eerste lid, toetsen op hun effecten voor kinderen en jongeren en hun rechten;2° input leveren voor de beleidsnota en de beleids- en begrotingstoelichting, vermeld in artikel 11 van de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019.

Art. 7.De administratie coördineert en ondersteunt het netwerk van aanspreekpunten jeugd- en kinderrechtenbeleid.

Art. 8.De Vlaamse Regering kan een voorontwerp van decreet dat voldoet aan de voorwaarde, vermeld in artikel 7, eerste lid, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, alleen goedkeuren als er een kind- en jongereneffectrapport, afgekort JoKER, bij gevoegd is, dat is opgesteld conform de bepalingen van het voormelde decreet. De minister ziet toe op de naleving van de voormelde verplichting.

Het kind- en jongereneffectrapport, vermeld in het eerste lid, vormt een onderdeel van de memorie van toelichting. De administratie stelt een leidraad ter beschikking om het voormelde kind- en jongereneffectrapport in de memorie van toelichting te integreren.

Art. 9.De minister belast het wetenschappelijk steunpunt jeugd om de staat van de jeugd, vermeld in artikel 8 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, op te maken. De administratie volgt de opmaak van de staat van de jeugd op. HOOFDSTUK 3. - Intermediaire organisaties

Art. 10.De verenigingen, vermeld in artikel 10 tot en met 13 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, dienen de beleidsnota, vermeld in artikel 15, tweede lid, van het voormelde decreet, in bij de administratie uiterlijk op 1 juli van het jaar dat voorafgaat aan de eerstvolgende vijfjarige beleidsperiode, vermeld in artikel 16, § 1, eerste lid, 1°, van het voormelde decreet. De voormelde beleidsnota voldoet aan de vereisten, vermeld in artikel 14 tot en met 16 van het voormelde decreet, en wordt opgesteld conform de leidraad die de administratie vaststelt. De beleidsnota wordt ingediend met een toepassing die de administratie ter beschikking stelt.

De administratie formuleert op de ingediende beleidsnota een advies over de kandidatuur en het bedrag van de werkingssubsidie aan de hand van de beoordelingscriteria, vermeld in artikel 25 van het voormelde decreet, en de vereisten, vermeld in artikel 14 tot en met 16 van het voormelde decreet. De administratie bezorgt haar gemotiveerde advies aan de minister uiterlijk op 15 september van het jaar, vermeld in het eerste lid. Het voormelde advies bevat al de volgende elementen: 1° een voorstel van motivering om al dan niet een subsidiebedrag toe te kennen;2° een voorstel over de hoogte van het subsidiebedrag. De minister deelt uiterlijk op 15 oktober van het jaar, vermeld in het eerste lid, de beslissing over de kandidatuur en het bedrag van de werkingssubsidie mee aan de betrokken verenigingen. Bij een gunstige beslissing voor de vereniging wordt ook het jaarlijks toe te kennen subsidiebedrag meegedeeld.

Art. 11.De administratie bereidt de overeenkomst voor, vermeld in artikel 17 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, waarover de minister beslist.

De minister en de te subsidiëren vereniging sluiten de overeenkomst, vermeld in het eerste lid, uiterlijk op 1 januari van het eerste jaar van de vijfjarige beleidsperiode, vermeld in artikel 16, § 1, eerste lid, 1°, van het voormelde decreet. HOOFDSTUK 4. - Algemene subsidievoorwaarden, subsidievereisten en subsidieregels

Art. 12.Het integriteitsbeleid, vermeld in artikel 20, eerste lid, 1°, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, bestaat uit de volgende maatregelen: 1° de vereniging neemt maatregelen met het oog op: a) de preventie van, de reactie op en de curatie van inbreuken op de integriteit, vermeld in artikel 3, 10°, van het voormelde decreet;b) de sensibilisering over inbreuken op de integriteit en over integer handelen;c) het vormen van jeugdwerkers over integer handelen;d) het respecteren van privacy en het integer delen van foto's, video's en informatie van kinderen en jongeren;2° de vereniging beschikt over een document waarin het integriteitsbeleid en het protocol bij meldingen, vaststellingen en vermoedens zijn vastgelegd.In het voormelde document wordt bijzondere aandacht besteed aan de kwaliteit van de maatregelen, de preventie van, de reactie op en de curatie van inbreuken op de integriteit; 3° de vereniging voert het integriteitsbeleid in de praktijk uit en stuurt het integriteitsbeleid bij;4° de vereniging geeft aan het aanspreekpunt integriteit een uitdrukkelijk mandaat om de taken, vermeld in het tweede lid, uit te voeren;5° de vereniging ondersteunt het aanspreekpunt integriteit zodat het aanspreekpunt de taken, vermeld in het tweede lid, kan uitvoeren;6° in voorkomend geval organiseert de vereniging zich zodat ze het integriteitsbeleid ook in haar lokale afdelingen implementeert. Het aanspreekpunt integriteit, vermeld in artikel 20, eerste lid, 2°, van het voormelde decreet, heeft de volgende taken: 1° het aanspreekpunt treedt op als eerste opvang bij inbreuken op de integriteit, vermeld in artikel 3, 10°, van het voormelde decreet;2° het aanspreekpunt registreert het aantal en de aard van de meldingen en vaststellingen;3° het aanspreekpunt verwijst betrokkenen door naar informatie, psychosociale ondersteuning, medische bijstand, juridische bijstand en politiediensten als dat nodig is;4° het aanspreekpunt adviseert de vereniging over het integriteitsbeleid;5° het aanspreekpunt ondersteunt de vereniging en, in voorkomend geval, haar lokale afdelingen om het integriteitsbeleid en de procedures uit te voeren en te optimaliseren. Om te voldoen aan de voorwaarde, vermeld in artikel 20, eerste lid, 2°, van het voormelde decreet, kunnen verenigingen een overeenkomst sluiten met andere verenigingen om een gedeeld aanspreekpunt aan te stellen.

Een vereniging die een werkingssubsidie ontvangt, rapporteert over de uitvoering van het integriteitsbeleid in het werkingsverslag, vermeld in artikel 13. De verenigingen, vermeld in artikel 13, § 2, rapporteren tegelijk met de inhoudelijke rapportage over de uitvoering van de overeenkomst, vermeld in artikel 13, § 2, derde lid.

Art. 13.§ 1. Voor de verenigingen, vermeld in artikel 10 tot en met 13, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, bestaat het werkingsverslag uit de rapportage over de uitvoering van de overeenkomst, vermeld in artikel 17 van het voormelde decreet. Daarin toont de vereniging aan dat ze de opdrachten, vermeld in artikel 10 tot en met 13 van het voormelde decreet, uitvoert.

Het werkingsverslag, vermeld in het eerste lid, wordt ingediend: 1° uiterlijk op 31 maart van het derde jaar van de vijfjarige beleidsperiode, vermeld in artikel 16, § 1, eerste lid, 1°, van het voormelde decreet;2° uiterlijk op 31 maart van het jaar dat volgt op de vijfjarige beleidsperiode, vermeld in artikel 16, § 1, eerste lid, 1°, van het voormelde decreet. § 2. Voor de verenigingen, vermeld in artikel 31 tot en met 35 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, bestaat het werkingsverslag uit een document waarin de vereniging aantoont dat de nodige modules, vermeld in artikel 31 tot en met 35 van het voormelde decreet, zijn gerealiseerd.

Het werkingsverslag wordt ingediend uiterlijk op 31 maart van elk jaar dat volgt op het jaar waarvoor de subsidie, vermeld in artikel 36, eerste lid, van het voormelde decreet, is toegekend.

Het werkingsverslag wordt aangevuld met de inhoudelijke rapportage over de uitvoering van de overeenkomst, vermeld in artikel 37, § 7, van het voormelde decreet: 1° in het derde jaar van de vijfjarige beleidsperiode, vermeld in artikel 37, § 3, van het voormelde decreet;2° in het jaar dat volgt op de vijfjarige beleidsperiode, vermeld in artikel 37, § 3, van het voormelde decreet. § 3. De intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, vermeld in artikel 38 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, dienen de volgende documenten in bij de administratie: 1° het voortgangsrapport, vermeld in artikel 38, § 2, derde lid, van het voormelde decreet, uiterlijk op 30 juni van het vierde jaar van de zesjarige beleidsperiode, vermeld in artikel 38, § 2, eerste lid, 2°, van het voormelde decreet;2° het werkingsverslag, vermeld in artikel 38, § 2, derde lid, van het voormelde decreet, uiterlijk op 30 juni van het jaar dat volgt op de zesjarige beleidsperiode, vermeld in artikel 38, § 2, eerste lid, 2°, van het voormelde decreet. De intergemeentelijke samenwerkingsverbanden dienen samen met het voortgangsrapport, vermeld in het eerste lid, een concreet uitgewerkte inhoudelijke en financiële planning in voor het vierde, vijfde en zesde jaar van de zesjarige beleidsperiode, vermeld in artikel 38, § 2, eerste lid, 2°, van het voormelde decreet. § 4. Voor de verenigingen die een projectsubsidie ontvangen op basis van artikel 43 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, bestaat het werkingsverslag uit een verantwoording waarin ze aantonen op welke wijze de activiteit is uitgevoerd waarvoor de subsidie is toegekend.

Het werkingsverslag wordt ingediend bij de administratie: 1° uiterlijk op 31 maart van het tweede jaar van de driejarige projectperiode, vermeld in artikel 43, § 3, eerste lid, 3°, van het voormelde decreet;2° uiterlijk op 31 maart van het jaar dat volgt op de driejarige projectperiode, vermeld in artikel 43, § 3, eerste lid, 3°, van het voormelde decreet. § 5. Voor de verenigingen die een projectsubsidie ontvangen op basis van artikel 39 en artikel 44 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, bestaat het werkingsverslag uit een verantwoording waarin ze aantonen op welke wijze de activiteit is uitgevoerd waarvoor de subsidie is toegekend. Het werkingsverslag wordt ingediend bij de administratie uiterlijk op 28 februari van het jaar dat volgt op het einde van de projectperiode, vermeld in artikel 39, vijfde lid, van het voormelde decreet, en artikel 28, § 3, tweede lid, van dit besluit. § 6. Het werkingsverslag en alle andere documenten, vermeld in dit artikel, worden opgesteld conform de leidraad die de administratie vaststelt. Ze worden ingediend met de toepassing die de administratie ter beschikking stelt.

Art. 14.§ 1. Voor de verenigingen, vermeld in artikel 10 tot en met 13, en artikel 31 tot en met 35 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, bestaat het financiële verslag uit: 1° de jaarrekening van de vereniging;2° het verslag van een bedrijfsrevisor of van een externe accountant, vermeld in artikel 23, vierde lid, van het voormelde decreet. De voormelde verenigingen dienen het financiële verslag uiterlijk in bij de administratie op 31 maart van het jaar dat volgt op het jaar waarvoor de subsidie is toegekend. § 2. Voor de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, vermeld in artikel 38 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, bestaat het financiële verslag uit een jaarrekening van het intergemeentelijke samenwerkingsverband. De voormelde intergemeentelijke samenwerkingsverbanden dienen het financiële verslag uiterlijk in bij de administratie op 30 juni van het jaar dat volgt op het jaar waarvoor de subsidie is toegekend. § 3. Voor de verenigingen, vermeld in artikel 43 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, bestaat het financiële verslag uit een overzicht van de kosten en opbrengsten van het gesubsidieerde project. De voormelde verenigingen dienen jaarlijks uiterlijk op 31 maart van het jaar dat volgt op het projectjaar, het financiële verslag in bij de administratie. § 4. Voor de verenigingen, vermeld in artikel 39 en 44 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, bestaat het financiële verslag uit een overzicht van de kosten en opbrengsten van het gesubsidieerde project. De voormelde verenigingen dienen jaarlijks uiterlijk op 28 februari van het jaar dat volgt op het projectjaar, het financiële verslag in bij de administratie.

De verenigingen, vermeld in artikel 44 van het voormelde decreet, dienen samen met het financiële verslag de bijbehorende bewijstukken in. § 5. Het financiële verslag en alle andere documenten, vermeld in dit artikel, worden opgesteld conform de leidraad die de administratie vaststelt, en worden ingediend met de toepassing die de administratie ter beschikking stelt. § 6. De werkingssubsidies die zijn toegekend aan de verenigingen, vermeld in artikel 10 tot en met 13, artikel 31 tot en met 35, en artikel 38 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, kunnen de volgende categorieën subsidiabele kosten financieren: 1° werkingskosten die verband houden met de doelstellingen, vermeld in artikel 10 tot en met 13, artikel 31 tot en met 35, en artikel 38 van het voormelde decreet;2° personeelskosten die verband houden met de doelstellingen, vermeld in artikel 10 tot en met 13, artikel 31 tot en met 35, en artikel 38 van het voormelde decreet. Met de projectsubsidies die toegekend zijn aan de verenigingen, vermeld in artikel 39 en 43 van voormelde decreet, kunnen alleen kosten die verband houden met de uitvoering van het project, worden gefinancierd.

Art. 15.De administratie organiseert het plaatsbezoek, vermeld in artikel 23, vijfde lid, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten: 1° voor de verenigingen, vermeld in artikel 10 tot en met 13 van het voormelde decreet, na het tweede jaar van de vijfjarige beleidsperiode, vermeld in artikel 16, § 1, eerste lid, 1°, van het voormelde decreet, en uiterlijk op 31 augustus van het vierde jaar van die beleidsperiode;2° voor de verenigingen, vermeld in artikel 31 tot en met 35 van het voormelde decreet, na het tweede jaar van de vijfjarige beleidsperiode, vermeld in artikel 37, § 3, van het voormelde decreet, en uiterlijk op 31 augustus van het vierde jaar van die beleidsperiode. Het plaatsbezoek, vermeld in het eerste lid, wordt uitgevoerd door de administratie die zich kan laten ondersteunen door externe deskundigen. De administratie deelt minstens dertig dagen voor de dag waarop het voormelde plaatsbezoek wordt uitgevoerd, aan de vereniging de datum mee van dat plaatsbezoek.

De administratie kan beslissen om tijdens het plaatsbezoek, vermeld in het eerste lid, in het kader van de bespreking van de realisatie van de activiteiten waarvoor de subsidie is toegekend, bijkomende aandacht te besteden aan de manier waarop de begunstigde, vermeld in het eerste lid: 1° bijdraagt aan de prioritaire, transversale doelstellingen van het Vlaamse jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan, vermeld in artikel 2;2° inspeelt op actuele thema's over jeugdwerk of kinderrechten. De administratie bezorgt aan de begunstigde, vermeld in het eerste lid, uiterlijk dertig dagen na het plaatsbezoek, vermeld in het eerste lid, een ontwerp van het verslag waarin al de volgende elementen worden opgenomen: 1° de vaststellingen van de administratie;2° de punten die de begunstigde heeft geagendeerd;3° de conclusie van de administratie, in voorkomend geval met inbegrip van: a) de aanbevelingen om de erkenning te behouden;b) de aanbevelingen bij de verdere uitvoering van de overeenkomst;c) de aanbevelingen bij de functionele en financiële verantwoording;d) de mogelijke gevolgen voor de erkenning en de subsidiëring van de begunstigde. In voorkomend geval bezorgt de begunstigde, vermeld in het eerste lid, zijn inhoudelijke bezwaren bij en opmerkingen over materiële fouten in het ontwerp van het verslag, vermeld in het vierde lid, aan de administratie uiterlijk dertig dagen nadat de voormelde begunstigde het verslag heeft ontvangen. Uiterlijk dertig dagen nadat de administratie de eventuele inhoudelijke bezwaren en opmerkingen over materiële fouten heeft ontvangen, antwoordt de administratie op die bezwaren en fouten met een definitief verslag dat ze aan de voormelde begunstigde bezorgt. Het voormelde definitieve verslag wordt gevoegd bij het dossier van de voormelde begunstigde over de subsidieperiode.

De administratie organiseert het plaatsbezoek, vermeld in het eerste lid, conform de leidraad die ze ter beschikking stelt.

Art. 16.§ 1. Het eigen vermogen, vermeld in artikel 23, zesde lid, en artikel 30, derde lid, 3°, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, is de som van de volgende rekeningen van de balans, vermeld in de minimumindeling van het algemeen rekeningstelsel dat is opgenomen in bijlage 6, die gevoegd is bij het koninklijk besluit van 29 april 2019 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen: 1° rekening 10, fondsen van de vereniging;2° rekening 12, herwaarderingsmeerwaarden;3° rekening 13, bestemde fondsen en andere reserves;4° rekening 14, overgedragen resultaat;5° rekening 15, kapitaalsubsidies. § 2. De vereniging stelt het financiële plan, vermeld in artikel 23, zesde lid, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, op conform de leidraad die de administratie ter beschikking stelt.

De administratie formuleert op basis van het financiële plan, vermeld in het eerste lid, of bij gebrek daaraan, een advies over het al dan niet voortzetten van de subsidiëring. Op basis van het voormelde advies beslist de minister of de erkenning en de subsidiëring worden voortgezet. § 3. De vereniging stelt het financiële plan, vermeld in artikel 30, derde lid, 3°, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, op conform de leidraad die de administratie ter beschikking stelt.

De administratie formuleert op basis van het financiële plan, vermeld in het eerste lid, of bij gebrek daaraan, een advies over het al dan niet erkennen van de vereniging. Op basis van het voormelde advies beslist de minister of de vereniging kan worden erkend vanaf het tweede jaar dat volgt op het einde van de twee boekjaren, vermeld in artikel 30, derde lid, 3°, van het voormelde decreet.

Art. 17.§ 1. Elke beoordelingscommissie, vermeld in artikel 26 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, bestaat uit een voorzitter en ten minste twee en ten hoogste negen leden. De voormelde voorzitter en leden zijn onafhankelijke experts.

Elke beoordelingscommissie, vermeld in artikel 26 van het voormelde decreet, bevat de volgende experten met het oog op de nodige expertise, vermeld in artikel 26, eerste lid, van het voormelde decreet: 1° een expert over het zakelijke beleid van non-profitorganisaties;2° een expert op een van de volgende terreinen: a) het jeugdwerk, vermeld in artikel 3, 14°, van het voormelde decreet;b) het jeugd- en kinderrechtenbeleid;c) de kinderrechten;d) de doelstellingen, vermeld in artikel 32, § 1, van het voormelde decreet;e) de doelstellingen, vermeld in artikel 33, § 1, van het voormelde decreet;f) de doelstellingen, vermeld in artikel 36, derde lid, van het voormelde decreet;g) de doelstellingen, vermeld in artikel 36, vierde lid, van het voormelde decreet;h) het lokale jeugdbeleid, vermeld in artikel 48, van het voormelde decreet. § 2. De experts, vermeld in paragraaf 1, kunnen een kandidatuur opstellen en indienen met een toepassing die de administratie ter beschikking stelt. De administratie formuleert op basis van de ingediende kandidaturen een advies aan de minister over de samenstelling van de beoordelingscommissie, vermeld in artikel 26 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten. De minister beslist over de samenstelling voor de voormelde beoordelingscommissie haar werkzaamheden aanvat. § 3. De minister kan op verzoek van de betrokkene een mandaat van de voorzitter of van een lid van de beoordelingscommissie, vermeld in artikel 26 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, voortijdig beëindigen. Bovendien kan de minister in de volgende gevallen ambtshalve de voormelde mandaten voortijdig beëindigen: 1° de mandaathouder woont drie keer na elkaar zonder voorafgaande kennisgeving de vergaderingen van de beoordelingscommissie niet bij;2° de mandaathouder verricht activiteiten of vervult functies die vallen onder de onverenigbaarheden vermeld in artikel 26, vierde lid, van het voormelde decreet, of die een strijdigheid van belangen tot gevolg hebben;3° de mandaathouder leeft het huishoudelijk reglement, vermeld in paragraaf 4, niet na. § 4. Elke beoordelingscommissie als vermeld in artikel 26 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, die voor het eerst wordt samengesteld, stelt binnen vier maanden na de samenstelling ervan een huishoudelijk reglement op conform de leidraad die de administratie ter beschikking stelt.

Als er een beoordelingscommissie wordt samengesteld, dan nemen de aanwezige leden het huishoudelijk reglement, en elke latere wijziging ervan, eenparig aan. De minister keurt het huishoudelijk reglement goed. Het huishoudelijk reglement regelt de werking van de beoordelingscommissie.

Als er verschillende beoordelingscommissies worden samengesteld, dan nemen de voorzitters van de beoordelingscommissies het gemeenschappelijk huishoudelijk reglement, en elke latere wijziging ervan, eenparig aan. De minister keurt het gemeenschappelijk huishoudelijk reglement goed. Het gemeenschappelijk huishoudelijk reglement regelt de werking van de beoordelingscommissies. § 5. De zetel van elke beoordelingscommissie als vermeld in artikel 26 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, is gevestigd in de lokalen van de administratie. Een personeelslid van de administratie neemt het secretariaat van de beoordelingscommissie waar. De werkingskosten van de beoordelingscommissie en van haar secretariaat worden aangerekend op de begroting van de administratie. De administratie staat elke beoordelingscommissie bij om haar werkzaamheden uit te voeren. § 6. Elke beoordelingscommissie als vermeld in artikel 26 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, kan onder meer de volgende initiatieven nemen, vermeld in artikel 26, tweede lid, van het voormelde decreet: 1° de organisatie horen die de aanvraag tot subsidiëring heeft ingediend;2° deskundigen horen;3° aanvullende documenten en gegevens opvragen;4° een bezoek ter plaatse brengen;5° aan de administratie vragen om een onderzoek ter plaatse uit te voeren. § 7. De leden van elke boordelingscommissie als vermeld in artikel 26 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, ontvangen: 1° een vergoeding voor hun verplaatsingen conform artikel 26, derde lid, van het voormelde decreet, gebaseerd op de afstand tussen het domicilieadres van de expert en de plaats van de fysieke vergadering of het plaatsbezoek;2° een vergoeding voor hun werkzaamheden conform artikel 26, derde lid, van het voormelde decreet: a) een presentiegeld van zestig euro per dagdeel;b) een forfaitaire vergoeding van dertig euro voor de voorbereiding van een dossier. De bedragen, vermeld in het eerste lid, 2°, worden aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex. Een dagdeel duurt een halve dag, conform de regels die van toepassing zijn op personeelsleden van de administratie.

Art. 18.De reserve, vermeld in artikel 27 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, is de som van de volgende rekeningen van de balans, vermeld in de minimumindeling van het algemeen rekeningstelsel dat is opgenomen in bijlage 6, die is gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 april 2019 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen: 1° rekening 13, bestemde fondsen en andere reserves;2° rekening 14, overgedragen resultaat. De reserve, vermeld in het eerste lid, kan worden gebruikt om een sociaal passief aan te leggen.

Een vereniging die de afwijking, zoals vermeld in artikel 27, derde lid, van het voormelde decreet, aanvraagt, voegt bij het financieel verslag over het laatste jaar van de vijfjarige beleidsperiode, vermeld in artikel 16, § 1, eerste lid, 1° en artikel 37, § 3 van het voormelde decreet, een bestedingsplan, zoals vermeld in artikel 27, derde lid van het voormelde decreet. In dit bestedingsplan wordt toegelicht welk deel van de reserve wordt aangewend voor de uitvoering van arbeidsrechtelijke verplichtingen en welk deel voor andere, niet-weerkerende uitgaven. Een vereniging waarvan de aangroei van de reserve niet groter is dan het percentage, vermeld in artikel 27, derde lid, van het voormelde decreet, duidt in het financieel verslag over het laatste jaar van de vijfjarige beleidsperiode, vermeld in artikel 16, § 1, eerste lid, 1° en artikel 37, § 3 van het voormelde decreet, welk deel van de reserve wordt aangewend voor de uitvoering van arbeidsrechtelijke verplichtingen en welk deel voor andere, niet-weerkerende uitgaven.

De administratie formuleert op basis van het bestedingsplan, vermeld in het derde lid, een advies over het al dan niet toestaan van de afwijking, vermeld in artikel 27, derde lid, van het voormelde decreet.

Op basis van het voormelde advies beslist de minister uiterlijk op 30 september van het jaar dat volgt op de vijfjarige beleidsperiode, vermeld in het derde lid, of het bestedingsplan van een vereniging mag uitgevoerd worden.

De administratie houdt het deel van de reserve, dat niet vervat is in een goedgekeurd bestedingsplan, in op het nog uit te keren saldo van de werkingssubsidie. De administratie brengt het eventueel daarna nog resterende bedrag in mindering op de subsidies van de volgende beleidsperiode, tot maximaal het bedrag van de werkingssubsidie die is toegekend voor het laatste jaar dat voorafgaat aan de nieuwe beleidsperiode.

Voor de verenigingen die alleen de jaarlijkse subsidie, vermeld in artikel 30, eerste lid, van het voormelde decreet, ontvangen, loopt de vijfjarige beleidsperiode, vermeld in het derde lid, samen met de vijfjarige periode, vermeld in artikel 37, § 3, van het voormelde decreet. Een vereniging vraagt de afwijking, vermeld in artikel 27, derde lid, van het voormelde decreet, aan, of verduidelijkt de reserve, conform de procedure, vermeld in het derde lid.

De vereniging stelt het bestedingsplan, vermeld in artikel 27, derde lid, van het voormelde decreet, op conform de leidraad die de administratie ter beschikking stelt.

Art. 19.De administratie organiseert de periodieke evaluatie, vermeld in artikel 29 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, na de ontvangst van het werkingsverslag, vermeld in artikel 13, en het financiële verslag, vermeld in artikel 14.

De administratie neemt uiterlijk drie maanden na de uiterlijke datum waarop het werkings- of financiële verslag, vermeld in het eerste lid, moet worden ingediend, een standpunt in over de uitkomst van de evaluatie, vermeld in het eerste lid.

De vereniging, vermeld in artikel 29, § 1, van het voormelde decreet, kan binnen dertig dagen na de dag waarop hij het standpunt van de administratie, vermeld in het tweede lid, heeft ontvangen, zijn eventuele bezwaren als vermeld in artikel 29, § 3, van het voormelde decreet, met een bezwaarschrift schriftelijk en gemotiveerd aan de administratie bekendmaken.

De administratie deelt de beslissing, vermeld in artikel 29, § 3, van het voormelde decreet, mee aan de voormelde begunstigde binnen zestig dagen na de dag waarop die begunstigde het bezwaarschrift conform het derde lid heeft ingediend.

De voormelde begunstigde kan binnen dertig dagen na de dag waarop hij de beslissing van de administratie, vermeld in het vierde lid, heeft ontvangen, beroep als vermeld in artikel 29, § 3, van het voormelde decreet, indienen bij de minister.

De minister deelt zijn beslissing in beroep mee aan de voormelde begunstigde binnen dertig dagen na de dag waarop die begunstigde zijn beroep conform het vijfde lid heeft ingediend. HOOFDSTUK 5. - Werkingssubsidies

Art. 20.§ 1. De erkenningsaanvraag, vermeld in artikel 30, eerste lid, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, wordt ingediend bij de administratie met een toepassing die de administratie ter beschikking stelt en conform de leidraad die de administratie vaststelt. De administratie onderzoekt of de voormelde erkenningsaanvraag volledig en tijdig is ingediend conform artikel 30 van het voormelde decreet. § 2. Als de administratie vaststelt dat een erkenningsaanvraag als vermeld in paragraaf 1, conform artikel 30, derde lid, van het voormelde decreet onvolledig is en vervolledigd kan worden, vraagt de administratie de aanvullende gegevens op uiterlijk op 15 juni van het jaar waarin die erkenningsaanvraag wordt ingediend. De vereniging vervolledigt haar dossier uiterlijk op 30 juni van het voormelde jaar. § 3. Met oog op de controle van de specifieke subsidievoorwaarden, vermeld in artikel 30, derde lid, 2°, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, bevat de erkenningsaanvraag al de volgende elementen: 1° de gerealiseerde modules in de referentieperiode die loopt van 1 mei van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend, tot 30 april van het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend;2° de activiteitenkalender voor de maanden juni tot en met oktober van het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend.De verenigingen vermelden in de activiteitenkalender de aard, het adres, de datum, en het begin- en einduur van elke activiteit.

In afwijking van het eerste lid, 2°, kan de activiteitenkalender voor de maanden september en oktober in overleg met de administratie op een later tijdstip worden bezorgd. § 4. De administratie brengt uiterlijk op 31 augustus van het jaar, vermeld in paragraaf 2, alle verenigingen die een erkenningsaanvraag hebben ingediend, ervan op de hoogte of hun erkenningsaanvraag al dan niet ontvankelijk is. § 5. De administratie controleert de activiteiten van alle verenigingen die een ontvankelijke erkenningsaanvraag hebben ingediend. Voor de voormelde controle voert ze ten minste één inspectie uit op de zetel van de vereniging en kan ze bij de vereniging ook een inspectie uitvoeren tijdens een of meer activiteiten. De administratie onderzoekt of de vereniging voldoet aan al de volgende voorwaarden: 1° de algemene subsidievoorwaarden, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 1, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten;2° de specifieke voorwaarden, vermeld in artikel 31, 32, 33, 34 of 35 van het voormelde decreet;3° de erkenningsvoorwaarde, vermeld in artikel 30, derde lid, 3°, van het voormelde decreet. Na een inspectie op de zetel als vermeld in het eerste lid, kan de vereniging geen nieuwe elementen toevoegen aan de ingediende erkenningsaanvraag. § 6. De administratie deelt het voornemen van erkenning of het voornemen van niet-erkenning mee aan de aanvragende vereniging uiterlijk op 31 oktober van het jaar, vermeld in paragraaf 2. De vereniging kan tegen het voormelde voornemen binnen vijftien dagen schriftelijk een gemotiveerd bezwaar bij de administratie indienen.

De administratie deelt de definitieve beslissing om over te gaan tot al dan niet erkennen, aan de vereniging mee uiterlijk op 31 december van het jaar, vermeld in paragraaf 2. De administratie brengt de minister op de hoogte van de behandelde aanvragen en de erkenningen.

Art. 21.Verenigingen die met toepassing van artikel 31 tot en met 35 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten werkingssubsidies ontvangen, kunnen samenwerken. De deelnemers- of vormingsuren worden over de samenwerkende verenigingen verdeeld, naar rato van het aantal begeleiders dat die verenigingen inzetten, om de deelnemers- en vormingsuren in de volgende modules te berekenen: 1° de modules, vermeld in artikel 31, § 4 en § 5, van het voormelde decreet;2° de modules, vermeld in artikel 32, § 3, § 4 en § 6, van het voormelde decreet;3° de modules, vermeld in artikel 33, § 3 tot en met § 5, van het voormelde decreet;4° de modules, vermeld in artikel 34, § 3 en § 4, van het voormelde decreet;5° de modules, vermeld in artikel 35, § 3 en § 4, van het voormelde decreet. Het eerste lid is ook van toepassing voor verenigingen die tijdens de referentieperiode, vermeld in artikel 20, § 3, eerste lid, 1°, samenwerken met erkende of niet-erkende verenigingen om de vervulling van de specifieke voorwaarden in het kader van de erkenningsaanvraag, vermeld in artikel 30 van voormelde decreet, aan te tonen.

Art. 22.§ 1. De vereniging stelt de beleidsnota, vermeld in artikel 37, § 1, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, op conform de leidraad die de administratie vaststelt. Ze wordt ingediend met een toepassing die de administratie ter beschikking stelt. § 2. Nadat de beleidsnota, vermeld in paragraaf 1, is ingediend conform artikel 37, § 2, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, kunnen de administratie en de beoordelingscommissie de vereniging om aanvullende inlichtingen verzoeken voor ze een ontwerp van advies uitbrengen over de voormelde beleidsnota.

De vereniging bezorgt de administratie de inlichtingen die conform het eerste lid worden gevraagd, binnen vijftien dagen nadat het verzoek om aanvullende inlichtingen, vermeld in het eerste lid, is verstuurd. Als de vereniging de voormelde aanvullende inlichtingen niet tijdig verstrekt, hoeven de administratie en de beoordelingscommissie geen rekening te houden met die inlichtingen in hun adviezen. § 3. De administratie en de beoordelingscommissie formuleren samen een ontwerp van advies over de ingediende beleidsnota, vermeld in paragraaf 1, en de aanvullende inlichtingen, vermeld in paragraaf 2, aan de hand van de beoordelingscriteria, vermeld in artikel 25 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten. De administratie stuurt het voormelde ontwerp van advies naar de vereniging uiterlijk op 15 mei van het jaar dat voorafgaat aan de vijfjarige beleidsperiode, vermeld in artikel 37, § 3, van het voormelde decreet. Het voormelde ontwerp van advies bevat al de volgende elementen: 1° een voorstel van motivering om al dan niet een subsidiebedrag toe te kennen;2° in voorkomend geval een indicatie of het voorgestelde subsidiebedrag: a) in belangrijke mate lager is dan het subsidiebedrag dat voor de vorige beleidsperiode is toegekend;b) in beperkte mate lager is dan het subsidiebedrag dat voor de vorige beleidsperiode is toegekend;c) gelijkwaardig is aan het subsidiebedrag dat voor de vorige beleidsperiode is toegekend;d) in beperkte mate hoger is dan het subsidiebedrag dat voor de vorige beleidsperiode is toegekend;e) in belangrijke mate hoger is dan het subsidiebedrag dat voor de vorige beleidsperiode is toegekend. § 4. De vereniging kan uiterlijk op 31 mei van het jaar, vermeld in paragraaf 3, haar schriftelijke repliek op het ontwerp van advies, vermeld in paragraaf 3, indienen. In de voormelde repliek kan de vereniging de administratie en de beoordelingscommissie wijzen op materiële fouten, maar ze kan geen nieuwe elementen ten opzichte van de ingediende beleidsnota aanbrengen. De administratie stelt een formulier voor de repliek ter beschikking. § 5. Na onderzoek van de repliek, vermeld in paragraaf 4, formuleren de administratie en de beoordelingscommissie samen een definitief advies. In het definitieve advies motiveren de administratie en de beoordelingscommissie waarom ze zich niet of maar gedeeltelijk aansluiten bij het standpunt van de aanvrager in de voormelde repliek.

Het definitieve advies bevat al de volgende elementen: 1° een voorstel van motivering om al dan niet een subsidiebedrag toe te kennen;2° een voorstel over de hoogte van het subsidiebedrag. De administratie bezorgt het definitieve advies, vermeld in het eerste lid, aan de minister uiterlijk op 15 juli van het jaar, vermeld in paragraaf 3. § 6. De administratie deelt de beslissing van de minister over het bedrag van de werkingssubsidie uiterlijk op 15 september van het jaar, vermeld in paragraaf 3, mee aan de verenigingen in kwestie. Bij een gunstige beslissing voor de vereniging wordt ook het jaarlijks toe te kennen subsidiebedrag meegedeeld.

Art. 23.De administratie bereidt de overeenkomst, vermeld in artikel 37, § 7, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, voor.

De administratie en de te subsidiëren vereniging sluiten de overeenkomst, vermeld in het eerste lid, uiterlijk op 31 maart van het eerste jaar van de vijfjarige periode, vermeld in artikel 37, § 3, van het voormelde decreet, waarop de voormelde overeenkomst betrekking heeft.

Art. 24.§ 1. Een intergemeentelijk samenwerkingsverband dat een subsidie aanvraagt op basis van artikel 38 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, dient het beleidsplan, vermeld in artikel 38, § 2, eerste lid, 2°, van het voormelde decreet, in met de toepassing die de administratie ter beschikking stelt, uiterlijk op 1 juni van het jaar dat voorafgaat aan de zesjarige beleidsperiode, vermeld in artikel 38, § 1, van het voormelde decreet. Het intergemeentelijk samenwerkingsverband stelt het voormelde beleidsplan op conform de leidraad die de administratie ter beschikking stelt. § 2. De administratie formuleert aan de hand van de beoordelingscriteria, vermeld in artikel 25 van het voormelde decreet, en de voorwaarden, vermeld in artikel 38, § 2, van het voormelde decreet, een advies over het ingediende beleidsplan, vermeld in paragraaf 1. Het voormelde advies bevat al de volgende elementen: 1° een voorstel van motivatie om al dan niet een subsidiebedrag toe te kennen;2° een voorstel over de hoogte van het subsidiebedrag. De administratie bezorgt haar advies aan de minister uiterlijk op 31 augustus van het jaar, vermeld in paragraaf 1. § 3. De administratie deelt de beslissing van de minister over het bedrag van de werkingssubsidie uiterlijk op 30 september van het jaar, vermeld in paragraaf 1, mee aan de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden in kwestie. Bij een gunstige beslissing wordt ook het jaarlijks toe te kennen subsidiebedrag meegedeeld. § 4. De intergemeentelijke samenwerkingsverbanden waaraan een werkingssubsidie wordt toegekend, ontvangen per semester een voorschot van 45% van het subsidiebedrag dat voor dat jaar toegekend wordt. Het saldo wordt uitbetaald uiterlijk op 31 december van het volgende jaar. § 5. Er wordt periodiek geëvalueerd, aan de hand van het voortgangsrapport en het werkingsverslag, vermeld in artikel 13, en het financiële verslag, vermeld in artikel 14, of de gesubsidieerde intergemeentelijke samenwerkingsverbanden voldoen aan al de volgende voorwaarden: 1° de algemene subsidievoorwaarden, vermeld in artikel 19 en 20 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten;2° de subsidievereisten, vermeld in artikel 23 van het voormelde decreet;3° de specifieke subsidievoorwaarden, vermeld in artikel 38, § 2, van het voormelde decreet. Als blijkt dat niet wordt voldaan aan de subsidievoorwaarden of subsidievereisten, vermeld in het eerste lid, wordt de subsidiëring stopgezet vanaf het moment van die vaststelling.

In de volgende gevallen wordt het teveel aan toegekende subsidie ingehouden van het nog uit te keren saldo van de subsidie en wordt het eventueel daarna nog resterende bedrag in mindering gebracht op de nog uit te betalen subsidies, tot maximaal het bedrag van de subsidie die toegekend is voor dat werkingsjaar: 1° uit de bewijsstukken over het vorige jaar blijkt dat de uitgekeerde voorschotten op de subsidies hoger zijn dan de uitgaven die het intergemeentelijk samenwerkingsverband heeft verantwoord;2° de som van de voorschotten die uitbetaald wordt aan de vereniging, is hoger dan de subsidie die toegekend wordt voor het jaar in kwestie. § 6. In de gevallen, vermeld in paragraaf 5, tweede en derde lid, wordt het standpunt van de administratie schriftelijk meegedeeld aan het intergemeentelijke samenwerkingsverband. De voormelde kennisgeving bevat ook de vraag aan het intergemeentelijke samenwerkingsverband om zijn eventuele bezwaren bekend te maken aan de administratie. De voormelde bezwaren worden ingediend en behandeld overeenkomstig artikel 19, derde tot zesde lid. § 7. Een intergemeentelijk samenwerkingsverband dat een subsidie ontvangt op basis van artikel 38 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten kan een reserve aanleggen conform artikel 27 van het voormelde decreet en artikel 18 van dit besluit, waarbij deze artikels worden toegepast met inachtneming van een zesjarige beleidsperiode. HOOFDSTUK 6. - Projectsubsidies

Art. 25.Een vereniging die een subsidie aanvraagt op basis van artikel 40 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, dient de subsidieaanvraag in met de toepassing die de administratie ter beschikking stelt en conform de leidraad die de administratie vaststelt.

De administratie en de beoordelingscommissie formuleren samen een gemotiveerd advies als vermeld in artikel 40, § 2, van het voormelde decreet, aan de hand van de beoordelingscriteria, vermeld in artikel 25 van het voormelde decreet, en de voorwaarden, vermeld in artikel 39 van het voormelde decreet.

Ter uitvoering van artikel 40 van het voormelde decreet beslist de minister uiterlijk op 30 november over de toekenning van de subsidies.

De administratie deelt de beslissing van de minister mee aan de verenigingen in kwestie.

Art. 26.De minister kan ter uitvoering van artikel 41 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten jaarlijks een of meer oproepen lanceren om vernieuwende projecten te subsidiëren.

Art. 27.§ 1. Een vereniging die een subsidie aanvraagt op basis van artikel 43 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, dient het projectplan, vermeld in artikel 43, § 3, eerste lid, 3°, van het voormelde decreet, in met de toepassing die de administratie ter beschikking stelt, uiterlijk op 1 juni van het laatste jaar dat voorafgaat aan de driejarige projectperiode, vermeld in artikel 43, § 2, van het voormelde decreet. § 2. De minister beslist minstens zes maanden voor de uiterlijke datum waarop het projectplan wordt ingediend, vermeld in paragraaf 1, op welke drie prioriteiten, vermeld in artikel 43, § 2, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, de voorgestelde projecten betrekking moeten hebben. § 3. De vereniging stelt het projectplan, vermeld in paragraaf 1, op conform de leidraad die de administratie ter beschikking stelt. De vereniging vermeldt in het voormelde projectplan op welke wijze ze met het ingediende project inspeelt op een of meer van de prioriteiten, vermeld in paragraaf 2. § 4. De administratie formuleert aan de hand van de beoordelingscriteria, vermeld in artikel 25 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, de voorwaarden, vermeld in artikel 43, § 3, van het voormelde decreet, en de elementen, vermeld in artikel 43, § 4, van het voormelde decreet, een advies over het ingediende projectplan, vermeld in paragraaf 1. Het voormelde advies bevat al de volgende elementen: 1° een voorstel van motivatie om al dan niet een subsidiebedrag toe te kennen;2° een voorstel over de hoogte van het subsidiebedrag. De administratie bezorgt haar advies aan de minister uiterlijk op 31 augustus van het jaar, vermeld in paragraaf 1. § 5. De administratie deelt de beslissing van de minister over het bedrag van de projectsubsidie uiterlijk op 30 september van het jaar, vermeld in paragraaf 1, mee aan de verenigingen in kwestie. Bij een gunstige beslissing wordt ook het jaarlijks toe te kennen subsidiebedrag meegedeeld. § 6. Aan een open jeugdwerking kan op basis van artikel 43 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten op jaarbasis een subsidiebedrag van maximaal 115.000 euro worden toegekend. § 7. De verenigingen waaraan een projectsubsidie wordt toegekend, ontvangen jaarlijks een voorschot van 80% van het subsidiebedrag dat voor dat jaar toegekend wordt. Het saldo wordt uitbetaald uiterlijk op 30 september van het volgende jaar. § 8. Er wordt periodiek geëvalueerd aan de hand van het werkingsverslag, vermeld in artikel 13, en het financiële verslag, vermeld in artikel 14, of de verenigingen voldoen aan al de volgende voorwaarden: 1° de algemene subsidievoorwaarden, vermeld in artikel 19 en 20 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten;2° de subsidievereisten, vermeld in artikel 23 van het voormelde decreet;3° de specifieke subsidievoorwaarden, vermeld in artikel 43, § 3, van het voormelde decreet. Als blijkt dat niet wordt voldaan aan de subsidievoorwaarden of de subsidievereisten, vermeld in het eerste lid, wordt de subsidiëring stopgezet vanaf het moment van die vaststelling.

In de volgende gevallen wordt het teveel aan toegekende subsidie ingehouden van het nog uit te keren saldo van de subsidie en wordt het eventueel daarna nog resterende bedrag in mindering gebracht op de nog uit te betalen subsidies, tot maximaal het bedrag van de subsidie die toegekend is voor dat werkingsjaar: 1° uit de bewijsstukken over het vorige jaar blijkt dat de uitgekeerde voorschotten op de subsidies hoger zijn dan de uitgaven die de open jeugdwerking heeft verantwoord;2° de som van de voorschotten die uitbetaald wordt aan de vereniging, is hoger dan de subsidie die toegekend wordt voor het jaar in kwestie. § 9. In de gevallen, vermeld in paragraaf 8, tweede en derde lid, wordt het standpunt van de administratie schriftelijk meegedeeld aan de vereniging. De voormelde kennisgeving bevat ook de vraag aan de vereniging om zijn eventuele bezwaren bekend te maken aan de administratie. De voormelde bezwaren worden ingediend en behandeld overeenkomstig artikel 19, derde tot zesde lid.

Art. 28.§ 1. Een vereniging die een subsidie aanvraagt op basis van artikel 44 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, voldoet aan de algemene subsidievoorwaarden, vermeld in hoofdstuk 4, afdeling 1, van het voormelde decreet, en aan de specifieke subsidievoorwaarden, vermeld in artikel 44, tweede lid, van het voormelde decreet. § 2. De gevraagde projectsubsidie bedraagt minimaal 1000 euro en maximaal 5000 euro.

De projectsubsidie kan jaarlijks maar één keer door dezelfde vereniging worden aangevraagd. § 3. De projectsubsidie kan jaarlijks aangevraagd worden uiterlijk op 31 oktober.

De uitvoeringstermijn van het project start op zijn vroegst op 1 januari van het jaar dat volgt op de aanvraag, en eindigt uiterlijk op 31 december van datzelfde jaar. § 4. De aanvraag van een projectsubsidie wordt opgesteld conform de leidraad die de administratie vaststelt en wordt ingediend met de toepassing die de administratie ter beschikking stelt.

De vereniging, vermeld in paragraaf 1, toont in de aanvraag van een projectsubsidie aan dat ze voldoet aan al de volgende voorwaarden: 1° ze doet aan jeugdwerk als vermeld in artikel 3, 14°, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten;2° ze organiseert een activiteitenaanbod tijdens het schooljaar of tijdens een van de schoolvakanties;3° ze werkt bovenlokaal;4° ze heeft geen beroepskrachten in dienst. De vereniging beschrijft al de volgende elementen in de aanvraag van een projectsubsidie: 1° het project waarvoor ze de subsidie aanvraagt;2° op welke wijze het project door de toegankelijkheid van het activiteitenaanbod te verbeteren, tegemoetkomt aan de behoeften van kinderen en jongeren met een handicap;3° voor welke van de volgende kosten ze de projectsubsidie aanwendt: a) kosten voor sensorisch, sensomotorisch of geluiddempend materiaal;b) kosten voor knutsel- en spelmateriaal;c) kosten voor logistiek materiaal dat de veiligheid van de doelgroep verhoogt;d) kosten voor aanpassingen aan bestaande infrastructuur, beperkt tot 5000 euro, die de toegankelijkheid van het activiteitenaanbod verbeteren;e) kosten voor de vormingen voor begeleiders, waarbij het vormingsthema en de vormingsorganisatie worden vermeld;f) kosten voor de vormingen voor deelnemers, waarbij het vormingsthema en de vormingsorganisatie worden vermeld;g) kosten voor educatief materiaal voor begeleiders en deelnemers;h) kosten voor aangepast transport voor deelnemers dat de bereikbaarheid van het activiteitenaanbod verbetert;i) kosten voor aangepaste communicatie die de bekendheid van het activiteitenaanbod verbetert;j) kosten voor materiaal voor aangepaste activiteiten op maat van de doelgroep;k) kosten voor aangepaste accommodatie of verblijf op maat van de doelgroep;l) kosten voor vrijwilligersvergoedingen voor bijkomende begeleiders met het oog op aangepaste activiteiten op maat van de doelgroep;4° de vermelding of ze aangesloten is bij een koepelorganisatie, die al dan niet in het kader van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten wordt erkend en gesubsidieerd. § 5. De administratie onderzoekt of de aanvraag van een projectsubsidie voldoet aan de algemene en specifieke voorwaarden, vermeld in paragraaf 1, en de voorwaarden, vermeld in paragraaf 4.

De administratie deelt uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de aanvraag van een projectsubsidie is ingediend, de beslissing mee of een subsidie wordt toegekend aan de verenigingen in kwestie. Bij een gunstige beslissing wordt ook het subsidiebedrag meegedeeld.

De vereniging waaraan een projectsubsidie wordt toegekend, ontvangt het volledige, toegekende bedrag na de ondertekening van het besluit waarin de subsidie wordt toegekend. § 6. De vereniging, vermeld in paragraaf 1, toont in het werkingsverslag, vermeld in artikel 13, § 5, al de volgende elementen aan: 1° het resultaat van het project voor de doelgroep en voor de verenging;2° op welke wijze het resultaat van het project door de toegankelijkheid van het activiteitenaanbod te verbeteren, tegemoetgekomen is aan de behoeften van de doelgroep. De vereniging toont in het financiële verslag, vermeld in artikel 14, § 4, ook aan voor welke kosten, vermeld in paragraaf 4, derde lid, 3°, ze de projectsubsidie heeft aangewend. § 7. Als uit het financiële verslag, vermeld in paragraaf 6, tweede lid, blijkt dat de betaalde subsidie hoger is dan de kosten die de vereniging verantwoord heeft, wordt de te veel toegekende subsidie teruggevorderd.

Als uit het werkingsverslag, vermeld in paragraaf 6, eerste lid, of het financiële verslag, vermeld in paragraaf 6, tweede lid, blijkt dat niet is voldaan aan de volgende voorwaarden of bepalingen, dan vordert de administratie de toegekende subsidie terug: 1° de subsidievoorwaarden, vermeld in artikel 19 en 20 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten;2° de subsidievereisten, vermeld in artikel 23 van het voormelde decreet;3° de subsidievoorwaarden, vermeld in artikel 44, tweede lid, van het voormelde decreet. In de gevallen, vermeld in het eerste en tweede lid, deelt de administratie haar standpunt over de terugvordering schriftelijk mee aan de vereniging. De voormelde kennisgeving bevat de vraag aan de vereniging om haar eventuele bezwaren bekend te maken aan de administratie. De voormelde bezwaren worden ingediend en behandeld overeenkomstig artikel 19, derde tot zesde lid. HOOFDSTUK 7. - Kadervorming

Art. 29.Conform artikel 45, § 4, eerste lid, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten dient de vereniging ten minste drie maanden voor de aanvang van het traject bij de administratie een aanvraag in tot erkenning van een kadervormingstraject, waarin ze de volgende elementen beschrijft: 1° de manier waarop de vereniging het kadervormingstraject organiseert en begeleidt;2° de manier waarop de vereniging de deelnemers ondersteunt, stimuleert en garandeert dat ze kansen krijgen om de competenties te verwerven;3° de manier waarop de vereniging alle begeleiders van het traject vormt en opvolgt. Naast de elementen, vermeld in het eerste lid, beschrijft de aanvraag, vermeld in het eerste lid, ook de manier waarop de vereniging zich heeft voorbereid om kadervormingstrajecten te organiseren.

De vereniging dient de aanvraag, vermeld in het eerste lid, in met de toepassing die de administratie ter beschikking stelt conform de leidraad die de administratie vaststelt.

Als de administratie vaststelt dat een aanvraag als vermeld in het eerste lid, onvolledig is, vraagt ze aanvullende gegevens op binnen dertig dagen na de dag waarop ze de voormelde aanvraag heeft ontvangen. De vereniging vervolledigt haar dossier binnen dertig dagen na de dag waarop de administratie het voormelde verzoek heeft verzonden. De administratie deelt haar beslissing mee aan de aanvragende vereniging binnen dertig dagen na de dag waarop ze de voormelde aanvullende gegevens heeft ontvangen.

Elke vereniging die is erkend om kadervormingstrajecten te organiseren, maakt om de vijf jaar, vanaf het moment dat ze is erkend om kadervormingstrajecten te organiseren, een evaluatie van haar kadervormingstrajecten en stuurt haar erkenningsdossier bij waar dat nodig is. De vereniging brengt de administratie op de hoogte van de aanpassingen in haar dossier conform de leidraad die ze vaststelt en met de toepassing die ze ter beschikking stelt. § 2. De vereniging heeft een meldingsplicht voor de afzonderlijke kadervormingstrajecten. Per traject worden al de volgende gegevens aan de administratie bezorgd: 1° de naam van de vereniging;2° de naam van het type traject;3° de plaats en de datum van het theoretische gedeelte;4° de doelgroep van het traject;5° het maximale aantal deelnemers;6° de naam van de trajectverantwoordelijke van de vereniging;7° de naam van de verantwoordelijke ter plaatse tijdens het theoretische gedeelte;8° de prijs die de deelnemer moet betalen voor het traject. De vereniging deelt de gegevens, vermeld in het eerste lid, schriftelijk mee met de toepassing die de administratie ter beschikking stelt, vanaf het ogenblik dat ze over het kadervormingstraject in kwestie extern communiceert, en uiterlijk twee weken voor de start van het traject.

Met uitzondering van de gegevens, vermeld in het eerste lid, 7°, plaatst de administratie de informatie, vermeld in het eerste lid, online.

De administratie kan een vereniging die herhaaldelijk niet aan de verplichtingen van dit artikel voldoet, schorsen voor de periode die aan de organisatie toelaat om de nodige maatregelen te nemen om in de toekomst aan de verplichtingen te voldoen. Tijdens de voormelde schorsing kan de vereniging geen geattesteerde kadervorming organiseren.

Art. 30.Het competentieprofiel van animator bestaat uit de volgende competenties met de bijbehorende indicatoren: 1° kinderen en jongeren begeleiden: a) je past je manier van communiceren aan de kinderen en jongeren aan;b) je weet wat de kinderen en jongeren kunnen en kennen en je houdt er rekening mee;c) je hebt aandacht voor elk kind of elke jongere en zijn plaats in de groep;d) je kent de leefwereld van de kinderen en jongeren, je kent hun interesses en speelt daarop in;e) je houdt rekening met de diverse achtergronden, behoeften en mogelijkheden van de kinderen en jongeren en speelt daarop in;2° activiteiten organiseren: a) je maakt van ideeën een concrete activiteit.Je bereidt de activiteit goed voor zodat ze goed verloopt; b) je zorgt ervoor dat een activiteit goed verloopt en past de activiteit aan als dat nodig is;c) je geeft na afloop van een activiteit aan wat goed en slecht verlopen is en formuleert verbeterpunten voor een volgende activiteit;3° over zichzelf reflecteren als animator: a) je weet wat je sterke punten en werkpunten zijn als begeleider van kinderen en jongeren en je gaat ermee aan de slag om verder te groeien als animator;b) je weet wat je sterke punten en werkpunten zijn bij de voorbereiding en begeleiding van een activiteit en je gaat ermee aan de slag om verder te groeien als animator;4° de fysieke, psychische en seksuele integriteit van kinderen en jongeren waarborgen: a) je creëert een veilige omgeving voor activiteiten door risico's in te schatten;b) je kunt problemen oplossen in onveilige situaties;c) je maakt de nodige afspraken, stelt grenzen en bewaakt ze;d) je laat jongeren bewust omgaan met het gebruik en het delen van fotomateriaal;5° respectvol handelen: a) je bent je bewust van je voorbeeldfunctie en handelt ernaar;b) je hebt respect voor elk kind en elke jongere.Je behandelt iedereen gelijkwaardig; c) je gaat discreet om met vertrouwelijke informatie;6° samenwerken: a) je werkt constructief samen aan gemeenschappelijke taken;b) je staat open voor feedback en je gaat ermee aan de slag om verder te groeien als animator;c) je maakt afspraken met anderen en je houdt je eraan;7° enthousiasmeren: je doet, door je eigen enthousiasme, de kinderen en jongeren zin krijgen in een activiteit. Het competentieprofiel van hoofdanimator bestaat uit de volgende competenties met de bijbehorende indicatoren: 1° animatoren begeleiden: a) je past je manier van communiceren aan de animatoren aan;b) je weet wat de animatoren kunnen en kennen en je houdt er rekening mee;c) je hebt aandacht voor elke animator en zijn plaats in de groep;d) je kent de leefwereld van de animatoren, je kent hun interesses en speelt daarop in;e) je houdt rekening met de diverse achtergronden, behoeften en mogelijkheden van de animatoren en speelt daarop in;2° een geheel aan activiteiten organiseren: a) je giet een geheel van activiteiten in een evenwichtig programma;b) je stelt een planning en een evenwichtige taakverdeling op;c) je bewaakt de uitvoering van de planning en de taakverdeling;d) je evalueert een geheel van activiteiten en stuurt dat geheel bij waar nodig;3° over zichzelf reflecteren als hoofdanimator: a) je weet wat je sterke punten en werkpunten zijn als begeleider van animatoren en je gaat ermee aan de slag om verder te groeien als hoofdanimator;b) je weet wat je sterke punten en werkpunten zijn bij de organisatie van een geheel van activiteiten en je gaat ermee aan de slag om verder te groeien als hoofdanimator;4° animatoren evalueren: a) je schat de competenties van de animatoren in en beoordeelt de competenties tijdens en na afloop van het geheel van activiteiten;b) je benoemt en bespreekt de groeikansen van en met animatoren, met respect voor de inbreng van de animatoren;5° de eindverantwoordelijkheid nemen: a) je voorziet in een duidelijk kader voor de werking door afspraken te maken met de animatoren;b) je zorgt ervoor dat de afspraken worden nageleefd of bijgestuurd;c) je hakt knopen door, je verantwoordt beslissingen en draagt de gevolgen ervan;d) je hebt oog voor de fysieke, psychische en seksuele integriteit van kinderen en jongeren en animatoren;6° de werking praktisch organiseren en omkaderen: a) je weet welke administratieve gegevens nodig zijn om de werking te organiseren en de veiligheid te garanderen;b) je registreert administratieve gegevens correct en houdt ze bij zodat ze bruikbaar zijn voor anderen;c) je verwerkt administratieve gegevens correct en volgt ze op;d) je communiceert duidelijk en constructief met verschillende externe partners;7° een team leiden: a) je laat animatoren samenwerken op een participatieve manier;b) je werkt aan een goede groepssfeer en bewaakt die. Het competentieprofiel van instructeur bestaat uit de volgende competenties met de bijbehorende indicatoren: 1° deelnemers begeleiden: a) je past je manier van communiceren aan de deelnemers aan;b) je weet wat de deelnemers kunnen en kennen en je houdt er rekening mee;c) je hebt aandacht voor elke deelnemer en zijn plaats in de groep;d) je kent de leefwereld van de deelnemers, je kent hun interesses en speelt daarop in;e) je kent de evolutie en het groeiproces dat zowel de deelnemers als de groep doormaken en speelt daarop in;f) je houdt rekening met de diverse achtergronden, behoeften en mogelijkheden van de deelnemers en speelt daarop in;2° vorming voorbereiden: a) je bepaalt de competenties waaraan gewerkt wordt tijdens de vormingssessies;b) je legt, samen met andere instructeurs, op basis van de competenties waaraan gewerkt wordt, de inhoud, de vorm en de volgorde van de vormingssessies vast;c) je selecteert gepaste werkvormen en technieken of werkt ze uit om te werken aan de competenties tijdens vormingssessies;3° vorming begeleiden: a) je werkt aan de beoogde competenties aan de hand van geschikte en aangepaste werkvormen en technieken;b) je houdt rekening met de vormingsbehoeften en verwachtingen van de deelnemers;c) je motiveert de deelnemers om te leren;4° vorming evalueren: a) je gaat na of de beoogde competenties bereikt zijn;b) je beoordeelt of de juiste werkvormen en technieken gehanteerd zijn en je formuleert verbeterpunten voor een volgende vorming;5° over zichzelf reflecteren als instructeur: a) je weet wat je sterke punten en werkpunten zijn als begeleider van deelnemers en je gaat ermee aan de slag om verder te groeien als instructeur;b) je weet wat je sterke punten en werkpunten zijn bij de organisatie van vorming en je gaat ermee aan de slag om verder te groeien als instructeur;6° deelnemers evalueren: a) je schat de competenties van de deelnemers in en beoordeelt de competenties tijdens en na afloop van de vorming;b) je benoemt en bespreekt de groeikansen van en met de deelnemers, met respect voor de inbreng van de deelnemers;7° de eindverantwoordelijkheid nemen: a) je voorziet in een duidelijk kader voor de vorming door afspraken te maken met de deelnemers;b) je zorgt ervoor dat de afspraken worden nageleefd of bijgestuurd;c) je hakt knopen door, je verantwoordt beslissingen en draagt de gevolgen ervan;d) je hebt oog voor de fysieke, psychische en seksuele integriteit van deelnemers en mede-instructeurs;8° vorming praktisch organiseren en omkaderen: a) je weet welke administratieve gegevens nodig zijn om de vorming te organiseren en de veiligheid te garanderen;b) je registreert administratieve gegevens correct en houdt ze bij zodat ze bruikbaar zijn voor anderen;c) je verwerkt administratieve gegevens correct en volgt ze op;d) je communiceert duidelijk en constructief met verschillende externe partners.

Art. 31.De kadervormingstrajecten bestaan uit de volgende elementen: 1° een theoretisch gedeelte van minstens vijftig en maximaal vijfenvijftig uur.Minstens vijftig uur wordt daarbij besteed aan de verwerving van de competenties, vermeld in artikel 30; 2° een begeleide stage in het jeugdwerk van vijftig uur. Het theoretische gedeelte, vermeld in het eerste lid, 1°, wordt minimaal door vier deelnemers bijgewoond.

De vereniging die het kadervormingstraject opstart, draagt de verantwoordelijkheid voor het volledige traject. De voormelde verantwoordelijkheid omvat al de volgende elementen: 1° de verantwoordelijkheid om het vormingsgedeelte te organiseren;2° de verantwoordelijkheid om een stageplaats te faciliteren en op te volgen;3° de verantwoordelijkheid om een einduitspraak over de deelnemers te formuleren. Een deelnemer doorloopt een kadervormingstraject binnen een periode van maximaal drie jaar.

Voor de begeleiding van een animatortraject gelden de volgende kwalificatievereisten: 1° voor het theoretische gedeelte: a) beantwoordt de hoofdverantwoordelijke ter plaatse aan een van de volgende vereisten: 1) de hoofdverantwoordelijke heeft een attest van instructeur én heeft minstens één animatorcursus begeleid;2) de hoofdverantwoordelijke heeft een diploma of getuigschrift hoger onderwijs met minstens zestig uur pedagogische vorming én heeft minstens één animatorcursus begeleid;b) beantwoordt een begeleider ter plaatse per vijftien deelnemers aan een van de volgende vereisten: 1) de begeleider heeft een attest van instructeur;2) de begeleider heeft een attest van hoofdanimator;3) de begeleider heeft drie geattesteerde cursussen begeleid;4) de begeleider heeft een diploma of getuigschrift hoger onderwijs met minstens zestig uur pedagogische vorming én heeft minstens één geattesteerde cursus begeleid;2° voor de stage beantwoordt de begeleider aan een van de volgende vereisten: a) de begeleider heeft een attest van instructeur;b) de begeleider heeft een attest van hoofdanimator;c) de begeleider heeft een diploma of getuigschrift hoger onderwijs met minstens zestig uur pedagogische vorming;d) de begeleider is een beroepskracht met pedagogische bevoegdheid op een jeugddienst of in het jeugdwerk;e) de begeleider heeft aantoonbare specifieke vorming gevolgd om stagiairs in het jeugdwerk te begeleiden. Voor de begeleiding van een hoofdanimatortraject gelden de volgende kwalificatievereisten: 1° voor het theoretische gedeelte: a) beantwoordt de hoofdverantwoordelijke ter plaatse aan een van de volgende vereisten: 1) de hoofdverantwoordelijke heeft een attest van instructeur én heeft minstens één hoofdanimatorcursus begeleid;2) de hoofdverantwoordelijke heeft een diploma of getuigschrift hoger onderwijs met minstens zestig uur pedagogische vorming én heeft minstens één hoofdanimatorcursus begeleid;b) beantwoordt een begeleider ter plaatse per vijftien deelnemers aan een van de volgende vereisten: 1) de begeleider heeft een attest van instructeur;2) de begeleider heeft een attest van hoofdanimator;3) de begeleider heeft drie geattesteerde cursussen begeleid;4) de begeleider heeft een diploma of getuigschrift hoger onderwijs met minstens zestig uur pedagogische vorming én heeft minstens één geattesteerde cursus begeleid;2° voor de stage beantwoordt de begeleider aan een van de volgende vereisten: a) de begeleider heeft een attest van instructeur;b) de begeleider heeft een attest van hoofdanimator;c) de begeleider heeft een diploma of getuigschrift hoger onderwijs met minstens zestig uur pedagogische vorming;d) de begeleider is een beroepskracht met pedagogische bevoegdheid op een jeugddienst of in het jeugdwerk;e) de begeleider heeft aantoonbare specifieke vorming gevolgd om stagiairs in het jeugdwerk te begeleiden. Voor de begeleiding van een instructeurstraject gelden de volgende kwalificatievereisten: 1° voor het theoretische gedeelte: a) beantwoordt de hoofdverantwoordelijke ter plaatse aan een van de volgende vereisten: 1) de hoofdverantwoordelijke heeft een attest van instructeur en heeft minstens één instructeurscursus begeleid;2) de hoofdverantwoordelijke heeft een diploma of getuigschrift hoger onderwijs met minstens zestig uur pedagogische vorming én heeft minstens één instructeurscursus begeleid;b) beantwoordt een begeleider ter plaatse per vijftien deelnemers aan een van de volgende vereisten: 1) de begeleider heeft een attest van instructeur;2) de begeleider heeft een instructeurscursus begeleid;2° voor de stage beantwoordt de begeleider aan een van de volgende vereisten: a) de begeleider heeft een attest van instructeur;b) de begeleider heeft een diploma of getuigschrift hoger onderwijs met minstens zestig uur pedagogische vorming;c) de begeleider is een beroepskracht met pedagogische bevoegdheid op een jeugddienst of in het jeugdwerk;d) de begeleider heeft aantoonbare specifieke vorming gevolgd om stagiairs in het jeugdwerk te begeleiden. De administratie stelt een trajectboekje ter beschikking waarmee het kadervormingstraject wordt opgevolgd.

Art. 32.De deelnemer aan een animatortraject is minimaal vijftien jaar bij de aanvang van het traject.

De deelnemer aan een hoofdanimatortraject voldoet aan de volgende voorwaarden: 1° de deelnemer is minimaal zestien jaar bij de aanvang van het traject;2° de deelnemer bezit de competenties van een animator, wat blijkt uit een van de volgende bewijsstukken: a) het attest van animator;b) een portfolio die de deelnemer bij de inschrijving voor het traject voorlegt, waarin minimaal honderd uur ervaring als jeugdwerker wordt aangetoond vanaf de leeftijd van zestien jaar. De deelnemer aan een instructeurstraject voldoet aan de volgende voorwaarden: 1° de deelnemer is minimaal zeventien jaar;2° de deelnemer bezit de competenties van een animator, wat blijkt uit een van de volgende bewijsstukken: a) het attest van animator;b) een portfolio die de deelnemer bij de inschrijving voor het traject voorlegt, waarin minimaal honderd uur ervaring als jeugdwerker wordt aangetoond vanaf de leeftijd van zestien jaar. Het portfolio, vermeld in het tweede lid, 2°, b), en het derde lid, 2°, b), wordt opgesteld op basis van de sjabloon die de administratie ter beschikking stelt.

Art. 33.De volgende attesten kunnen pas worden uitgereikt op het ogenblik dat de deelnemer voldoet aan de volgende leeftijdsvereisten: 1° voor een animatorattest: zestien jaar zijn;2° voor een hoofdanimatorattest: zeventien jaar zijn;3° voor een instructeursattest: achttien jaar zijn. Op zijn vroegst vanaf de leeftijdsbepalingen, vermeld in het eerste lid, en uiterlijk drie maanden na de afronding van het kadervormingstraject bezorgt de vereniging het attest aan de deelnemer.

Dezelfde persoon kan maar één keer het attest van respectievelijk animator, hoofdanimator en instructeur ontvangen.

Art. 34.Als de administratie vaststelt dat een kadervormingstraject van een vereniging niet langer voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 30 tot en met 33, trekt ze de erkenning van het kadervormingstraject in. De administratie brengt de vereniging schriftelijk op de hoogte van de voormelde intrekking. HOOFDSTUK 8. - Politieke jongerenbewegingen

Art. 35.De erkende politieke jongerenbeweging en de politieke jongerenbeweging die erkend wil worden op basis van artikel 46 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, dienen uiterlijk op 1 april bij de administratie het verslag in, vermeld in artikel 46, § 3, 2°, van het voormelde decreet. Uit het voormelde verslag blijkt dat de politieke jongerenbeweging aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 46 van het voormelde decreet, voldoet. De politieke jongerenbeweging dient het voormelde verslag in met de toepassing die de administratie ter beschikking stelt of met het formulier dat de administratie ter beschikking stelt.

De administratie deelt een eventueel voornemen van niet-erkenning of van de stopzetting van de erkenning aan de politieke jongerenbeweging mee voor 1 mei van het jaar waarop het verslag, vermeld in het eerste lid, wordt ingediend. De politieke jongerenbeweging kan uiterlijk op 15 mei schriftelijk een gemotiveerd bezwaar indienen.

De administratie deelt de beslissing om de politieke jongerenbeweging te erkennen, niet te erkennen of om de erkenning stop te zetten, aan de politieke jongerenbeweging mee uiterlijk op 30 juni. HOOFDSTUK 9. - Lokaal jeugdbeleid

Art. 36.§ 1. Het jeugdbeleid, vermeld in artikel 47, § 1, eerste lid, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, komt in aanmerking voor subsidiëring op basis van artikel 47 van het voormelde decreet als dat jeugdbeleid voldoet aan al de volgende criteria: 1° er wordt een jeugd- en kinderrechtenbeleid gevoerd;2° het jeugdwerk wordt ondersteund. § 2. Het jeugdbeleidsplan, vermeld in artikel 47, § 2, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, bestaat uit de volgende acties: 1° de acties voor het jeugdbeleid in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad uit het meerjarenplan met doelstellingen dat conform artikel 3 en 8 van het decreet van 5 juli 1989 tot organisatie van het toezicht op de Vlaamse Gemeenschapscommissie digitaal bezorgd wordt aan de Vlaamse Regering en goedgekeurd wordt door de Vlaamse Regering;2° de acties voor het jeugdbeleid in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad die voortvloeien uit aanpassingen aan het meerjarenplan die conform artikel 3 en 8 van het decreet van 5 juli 1989 tot organisatie van het toezicht op de Vlaamse Gemeenschapscommissie digitaal bezorgd worden aan de Vlaamse Regering en goedgekeurd worden door de Vlaamse Regering. § 3. Het college van de Vlaamse Gemeenschapscommissie stuurt het jeugdbeleidsplan, vermeld in artikel 47, § 2, van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, uiterlijk op 15 januari van het eerste jaar van de vijfjarige beleidsperiode, vermeld in artikel 47, § 2, tweede lid, van het voormelde decreet, naar de administratie en bezorgt een kopie aan de jeugdraad, vermeld in artikel 49, van het voormelde decreet.

De beslissing over de subsidiëring wordt uiterlijk op 30 april van het jaar, vermeld in eerste lid, meegedeeld aan het college van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en aan de jeugdraad, vermeld in het eerste lid. § 4. De subsidie die is toegekend aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie op basis van artikel 47 van het Jeugd decreet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2023 pub. 10/01/2024 numac 2023048688 bron vlaamse overheid Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk type decreet prom. 23/11/2023 pub. 19/12/2023 numac 2023048284 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, wordt op de volgende wijze betaald: 1° 90% wordt betaald in de loop van het jaar waarvoor de subsidie bedoeld is;2° 10% wordt betaald na de rapportering, vermeld in paragraaf 5. § 5. De Vlaamse Gemeenschapscommissie koppelt een rapporteringscode aan de acties in het meerjarenplan en aan de aanpassingen aan het meerjarenplan die betrekking hebben op het jeugdbeleid in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

Er wordt jaarlijks gerapporteerd over de uitvoering van de engagementen en de aanwending van de toegekende middelen door de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het jeugdbeleid in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad met de jaarrekening die conform artikel 3 en 8 van het decreet van 5 juli 1989 tot organisatie van het toezicht op de Vlaamse Gemeenschapscommissie digitaal bezorgd wordt aan de Vlaamse Regering en goedgekeurd wordt door de Vlaamse Regering.

De Vlaamse Gemeenschapscommissie geeft in die jaarrekening aan welke activiteiten en prestaties zijn verricht voor het jeugdbeleid in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en koppelt een rapporteringscode daaraan. HOOFDSTUK 1 0. - Slotbepalingen

Art. 37.De volgende besluiten van de Vlaamse Regering worden opgeheven: 1° het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/12/2008 pub. 13/01/2009 numac 2008204812 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een kind- en jongere-effectrapport sluiten tot instelling van een kind- en jongere-effectrapport;2° het besluit van de Vlaamse Regering van 14 september 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 14/09/2012 pub. 24/10/2012 numac 2012036107 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid sluiten tot uitvoering van het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid;3° het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/05/2014 pub. 23/09/2014 numac 2014036572 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de kadervormingstrajecten, vermeld in artikel 17/1 van het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid sluiten betreffende de kadervormingstrajecten, vermeld in artikel 17/1 van het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid;4° het besluit van de Vlaamse Regering van 9 december 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/12/2016 pub. 26/01/2017 numac 2017010081 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid sluiten houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid;5° het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/09/2018 pub. 11/10/2018 numac 2018040690 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het jeugd- en kinderrechtenbeleid sluiten betreffende het jeugd- en kinderrechtenbeleid;6° het besluit van de Vlaamse Regering van 11 januari 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 11/01/2019 pub. 28/02/2019 numac 2019040421 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de uitvoering van het decreet van 22 december 2017 houdende de subsidiëring van bovenlokaal jeugdwerk, jeugdhuizen en jeugdwerk voor bijzondere doelgroepen sluiten betreffende de uitvoering van het decreet van 22 december 2017 houdende de subsidiëring van bovenlokaal jeugdwerk, jeugdhuizen en jeugdwerk voor bijzondere doelgroepen.

Art. 38.In afwijking van artikel 28, § 2, tweede lid, kan in het jaar 2024 door dezelfde vereniging een projectsubsidie worden aangevraagd voor een project dat in 2024 wordt uitgevoerd en voor een project dat in 2025 wordt uitgevoerd.

In afwijking van artikel 28, § 3, eerste lid, kan voor een project dat in 2024 wordt uitgevoerd, uiterlijk op 28 februari 2024 een projectsubsidie worden aangevraagd.

In afwijking van artikel 28, § 3, tweede lid, start de uitvoeringstermijn van een project dat in 2024 wordt uitgevoerd, op zijn vroegst op 1 april 2024.

In afwijking van artikel 28, § 5, tweede lid, deelt de administratie de beslissing of een subsidie wordt toegekend aan een project dat in 2024 wordt uitgevoerd, uiterlijk op 31 maart 2024 aan de verenigingen in kwestie mee.

Art. 39.De bedragen, vermeld in dit besluit, worden aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex.

Art. 40.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024.

Art. 41.De Vlaamse minister, bevoegd voor de jeugd, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 9 februari 2024.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding, B. DALLE

^