gepubliceerd op 19 december 2023
Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges
23 NOVEMBER 2023. - Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/04/2014 pub. 01/10/2014 numac 2014035564 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (1)
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet tot wijziging van het
decreet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
04/04/2014
pub.
01/10/2014
numac
2014035564
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges
sluiten betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het decreet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/04/2014 pub. 01/10/2014 numac 2014035564 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges
Art. 2.In artikel 2 van het decreet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/04/2014 pub. 01/10/2014 numac 2014035564 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, het laatst gewijzigd bij het decreet van 17 maart 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/03/2023 pub. 14/04/2023 numac 2023041391 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013 en het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen en de rechtspositieregeling van de bestuursrechters sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 8° wordt vervangen door wat volgt: "8° beveiligde zending: een van de volgende betekeningswijzen: a) een analoge zending: een aangetekend schrijven of een afgifte tegen ontvangstbewijs;b) een digitale zending: een zending via het digitale platform, vermeld in punt 11° ; c) elke andere betekeningswijze die de Vlaamse Regering bepaalt, waarvan de datum van de kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld;"; 2° er wordt een punt 11° toegevoegd, dat luidt als volgt: "11° digitale platform: het platform dat door de dienst van de Bestuursrechtscolleges ter beschikking wordt gesteld met het oog op de digitale procesvoering voor de Vlaamse bestuursrechtscolleges;"; 3° er wordt een punt 12° toegevoegd, dat luidt als volgt: "12° algemene verordening gegevensbescherming: verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);"; 4° er wordt een punt 13° toegevoegd, dat luidt als volgt: "13° videoconferentie: een systeem van rechtstreekse, wederkerige en gelijktijdige uitwisseling van beeld en geluid dat een of meerdere geografisch van elkaar verwijderde personen of groepen van personen toelaat om visueel, auditief en verbaal met elkaar te communiceren.".
Art. 3.In artikel 6, eerste lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 9 december 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/12/2016 pub. 24/01/2017 numac 2017030020 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van diverse decreten, wat de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtcolleges betreft type decreet prom. 09/12/2016 pub. 17/01/2017 numac 2016036771 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de tijdelijke werkervaring, het regelen van stages en diverse bepalingen in het kader van de zesde staatshervorming sluiten, wordt de zinsnede "De functie van beheerder, hoofd van het coördinatiebureau, hoofdgriffier, griffier, griffiemedewerker, coördinatiejurist en referendaris wordt" vervangen door de zinsnede "De functies die de eerste voorzitter met toepassing van artikel 9, tweede lid, bepaalt, worden".
Art. 4.In artikel 7 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 9 december 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/12/2016 pub. 24/01/2017 numac 2017030020 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van diverse decreten, wat de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtcolleges betreft type decreet prom. 09/12/2016 pub. 17/01/2017 numac 2016036771 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de tijdelijke werkervaring, het regelen van stages en diverse bepalingen in het kader van de zesde staatshervorming sluiten, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "De algemene vergadering bepaalt welke personeelsleden van de dienst van de Bestuursrechtscolleges met raadgevende stem in de algemene vergadering zetelen.".
Art. 5.In artikel 9 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 9 december 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/12/2016 pub. 24/01/2017 numac 2017030020 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van diverse decreten, wat de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtcolleges betreft type decreet prom. 09/12/2016 pub. 17/01/2017 numac 2016036771 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de tijdelijke werkervaring, het regelen van stages en diverse bepalingen in het kader van de zesde staatshervorming sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan het tweede lid wordt de volgende zin toegevoegd: "De eerste voorzitter stelt de organisatiestructuur van de dienst van de Bestuursrechtscolleges vast en bepaalt de functies die binnen de dienst van de Bestuursrechtscolleges worden opgenomen."; 2° in het derde lid worden de woorden "de beheerder" vervangen door de woorden "personeelsleden van de dienst van de Bestuursrechtscolleges".
Art. 6.Aan artikel 12 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 24 februari 2017 en 17 maart 2023, wordt tussen het zevende en het achtste lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "De Vlaamse Regering bepaalt de ambtskledij die de leden van de bestuursrechtscolleges en van de griffie bij het uitoefenen van hun ambt en op openbare plechtigheden dragen.".
Art. 7.Artikel 13 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 17 maart 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/03/2023 pub. 14/04/2023 numac 2023041391 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013 en het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen en de rechtspositieregeling van de bestuursrechters sluiten, wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 13.§ 1. Een bestuursrechter van een Vlaams bestuursrechtscollege die weet dat er een reden tot wraking tegen hem bestaat als vermeld in artikel 828 en 830 van het Gerechtelijk Wetboek onthoudt zich van de zaak en laat zich vervangen. § 2. De partijen kunnen bestuursrechters die zich over het beroep of bezwaar moeten uitspreken en tegen wie een reden tot wraking bestaat, schriftelijk en op gemotiveerde wijze wraken tot de zaak in beraad genomen wordt, tenzij de reden tot wraking later is ontstaan.
De redenen, vermeld in artikel 828 en 830 van het Gerechtelijk Wetboek, zijn redenen tot wraking als vermeld in het eerste lid. § 3. Het besluit van de gewraakte bestuursrechter om niet in te gaan op het ingestelde wrakingsverzoek, wordt vastgesteld in een beschikking die de beweegredenen voor de afwijzing van het verzoek uitdrukkelijk weergeeft.
De griffier betekent de beschikking, vermeld in het eerste lid, samen met het wrakingsverzoek aan de partijen. De partijen kunnen hierover een nota indienen binnen een vervaltermijn van vijf dagen, die ingaat op de dag na de betekening van de voormelde beschikking.
Als de partij die het wrakingsverzoek heeft ingesteld, geen nota als vermeld in het tweede lid indient binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, wordt zij geacht te berusten in de afwijzing ervan.
Als de partij die het wrakingsverzoek heeft ingesteld, volhardt in haar wrakingsverzoek, worden de partijen uitgenodigd om te verschijnen op een zitting waarop het wrakingsverzoek wordt behandeld door de voorzitter van het Vlaams bestuursrechtscollege of, als die wordt gewraakt, door de oudste kamervoorzitter van het bestuursrechtscollege. Nadat de partijen zijn gehoord, wordt zonder verwijl bij tussenarrest uitspraak gedaan over het wrakingsverzoek. § 4. Bij inwilliging van een wrakingsverzoek wordt de gewraakte bestuursrechter vervangen. § 5. Naast de redenen, vermeld in paragraaf 2, tweede lid, gelden voor het Vlaamse bestuursrechtscollege, vermeld in artikel 2, 1°, d), de volgende bijkomende redenen tot wraking: 1° de redenen, vermeld in artikel 829, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek;2° het lidmaatschap van een rechtspersoon als vermeld in artikel 24, § 4, van de Grondwet, die verantwoordelijk is voor de universiteit of de hogeschool waaraan de kwestieuze beslissing is genomen, of van een personeelslid van die universiteit of hogeschool; 3° een lid als vermeld in punt 2° zijn geweest in een periode van drie jaar die aan het ingestelde beroep voorafgaat.".
Art. 8.In artikel 16 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° er wordt tussen het derde en het vierde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Onverminderd de zittingen die plaatsvinden met toepassing van artikel 13, artikel 39, § 3, artikel 40 en 41, wordt een beroep alleen op een zitting behandeld als de kamervoorzitter hiertoe beslist of als een van de partijen hierom verzoekt."; 2° het bestaande zesde lid, dat het zevende lid wordt, wordt opgegeven.
Art. 9.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 17 maart 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/03/2023 pub. 14/04/2023 numac 2023041391 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013 en het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen en de rechtspositieregeling van de bestuursrechters sluiten, wordt een artikel 16/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 16/1.§ 1. De kamervoorzitter kan in uitzonderlijke gevallen het deelnemen aan of het volgen van de zitting per videoconferentie toestaan.
In geval van noodtoestand kan de kamervoorzitter beslissen dat de zitting per videoconferentie plaatsvindt. § 2. Het gebruik van een videoconferentie vereist minstens dat: 1° daadwerkelijk kan worden deelgenomen aan de zitting en het verloop ervan volledig kan worden gevolgd;2° de deelnemers zich kunnen uitdrukken en elkaar kunnen zien en horen zonder technische belemmeringen;3° een partij tijdens de videoconferentie daadwerkelijk en vertrouwelijk kan communiceren met zijn raadsman;4° documenten voorafgaandelijk en tijdens de videoconferentie kunnen worden uitgewisseld;5° de identiteit van de deelnemers voorafgaand aan de zitting kan worden gecontroleerd;6° deelnemers beschikken over een hoge beeld- en geluidskwaliteit en een stabiele verbinding. § 3. De dienst van de Bestuursrechtscolleges stelt een handleiding ter beschikking op haar website met daarin de praktische regelingen in verband met het gebruik van de videoconferentie. § 4. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over het gebruik van de videoconferentie tijdens een zitting.".
Art. 10.In artikel 17 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° er wordt een punt 9° toegevoegd, dat luidt als volgt: "9° de toegang, het gebruik en de werking van het digitale platform evenals de wijze waarop de procesvoering bij de Vlaamse bestuursrechtscolleges kan verlopen via het digitale platform."; 2° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "In geval van een langdurige en volledige onbeschikbaarheid van het digitale platform kan de Vlaamse Regering in voorkomend geval de tijdelijke vereisten voor de rechtmatige indiening van processtukken uitwerken en daarbij de termijnen, vermeld in dit decreet, of de beroepstermijnen die opgenomen zijn in de decreten, vermeld in artikel 2, 1°, opschorten of verlengen tot de voormelde onbeschikbaarheid van het digitale platform is opgelost.".
Art. 11.Aan hoofdstuk 3, afdeling 1, van hetzelfde decreet wordt een artikel 17/1 toegevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 17/1.Op straffe van onontvankelijkheid maken de volgende partijen of raadsmannen gebruik van het digitale platform: 1° de Vlaamse overheid, de Vlaamse administratie, de Vlaamse adviesorganen, de Vlaamse openbare instellingen die niet behoren tot de Vlaamse administratie, de lokale overheden en de externe overheden, vermeld in artikel I.3, 1° tot en met 5° en 8°, van het Bestuurs decreet van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2018 pub. 19/12/2018 numac 2018032457 bron vlaamse overheid Bestuursdecreet sluiten, inclusief al hun vertegenwoordigers; 2° een advocaat in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van een partij;3° een partij of raadsman die geen advocaat is, en die een beroep doet op het digitale platform om een verzoekschrift of het eerste processtuk neer te leggen. Op straffe van onontvankelijkheid geldt de gemaakte keuze van een partij of raadsman als vermeld in het eerste lid, 3°, om al dan niet gebruik te maken van het digitale platform voor alle vorderingen in dezelfde zaak.".
Art. 12.In artikel 21 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 21 mei 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/05/2021 pub. 14/06/2021 numac 2021042066 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de procedures sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 5 wordt het eerste lid opgeheven;2° in de bestaande paragraaf 5, tweede lid, die pararaaf 5, eerste lid, wordt, wordt de zinsnede ", vermeld in het eerste lid, niet op tijd is gestort" vervangen door de woorden "niet is gestort bij de indiening van het verzoekschrift of bij de tussenkomst";3° in de bestaande paragraaf 5, tweede lid, die paragraaf 5, eerste lid, wordt, wordt het woord "derde" vervangen door het woord "tweede"; 4° aan de bestaande paragraaf 5, tweede lid, die paragraaf 5, eerste lid, wordt, wordt de volgende zin toegevoegd: "In geval van een vordering tot schorsing die is ingesteld conform artikel 40, § 2, wordt het rolrecht gestort binnen drie dagen na de dag van de betekening van de voormelde beveiligde zending."; 5° aan de bestaande paragraaf 5, derde lid, die paragraaf 5, tweede lid, wordt, worden de volgende zinnen toegevoegd: "Als de verzoekende partij in een vordering tot schorsing die ingesteld is conform artikel 40, § 2, het rolrecht niet tijdig heeft gestort, worden de schorsing en de voorlopige maatregelen die zouden zijn bevolen, conform artikel 40, § 2, en artikel 41 opgeheven conform de procedure, vermeld in artikel 40, § 13.Als de tussenkomende partij in een vordering tot schorsing die is ingesteld conform artikel 40, § 2, het rolrecht niet tijdig heeft gestort, kan ze geen voortzetting van de rechtspleging vragen."; 6° paragraaf 6 wordt opgeheven.
Art. 13.In artikel 26, derde lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 8 juni 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/06/2018 pub. 26/06/2018 numac 2018012874 bron vlaamse overheid Decreet houdende de aanpassing van de decreten aan de verordening 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (1) sluiten, wordt de zinsnede "verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming)" vervangen door de woorden "algemene verordening gegevensbescherming".
Art. 14.In artikel 28, eerste lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 8 juni 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/06/2018 pub. 26/06/2018 numac 2018012874 bron vlaamse overheid Decreet houdende de aanpassing van de decreten aan de verordening 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (1) sluiten, wordt de zinsnede "verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming)" vervangen door de woorden "algemene verordening gegevensbescherming".
Art. 15.In artikel 31/1, § 4, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 9 december 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/12/2016 pub. 24/01/2017 numac 2017030020 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van diverse decreten, wat de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtcolleges betreft type decreet prom. 09/12/2016 pub. 17/01/2017 numac 2016036771 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de tijdelijke werkervaring, het regelen van stages en diverse bepalingen in het kader van de zesde staatshervorming sluiten en vervangen bij het decreet van 21 mei 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/05/2021 pub. 14/06/2021 numac 2021042066 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de procedures sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt opgeheven;2° in het bestaande tweede lid, dat het eerste lid wordt, wordt de zinsnede ", vermeld in het eerste lid, niet op tijd is gestort" vervangen door de woorden "niet is gestort bij de indiening van het verzoekschrift";3° in het bestaande tweede lid, dat het eerste lid wordt, wordt het woord "derde" vervangen door het woord "tweede".
Art. 16.In artikel 32 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt opgeheven;2° aan het tweede lid, dat het eerste lid wordt, wordt de zinsnede "en wordt openbaar bekendgemaakt op de wijze bepaald bij artikel 46, eerste lid" toegevoegd.
Art. 17.In artikel 33 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 3 juli 2015 en 9 december 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "ten gronde" opgeheven; 2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Een Vlaams bestuursrechtscollege spreekt zich in zijn arrest meteen uit over de kosten van de vordering waarop het arrest betrekking heeft.".
Art. 18.In artikel 34 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 3 juli 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/07/2015 pub. 16/07/2015 numac 2015035902 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van artikel 4.8.19 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten en gewijzigd bij het decreet van 8 december 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 3, eerste lid, wordt het woord "zesde" vervangen door het woord "vierde";2° in paragraaf 3, eerste lid, wordt tussen het woord "bestuursrechtscollege" en het woord "een" de zinsnede ", in voorkomend geval," ingevoegd;3° in paragraaf 5, derde lid, wordt het woord "zesde" vervangen door het woord "vierde";4° in paragraaf 5, derde lid, wordt tussen het woord "bestuursrechtscollege" en het woord "een" de zinsnede ", in voorkomend geval," ingevoegd;5° in paragraaf 7 wordt het woord "geschorst" vervangen door het woord "gestuit".
Art. 19.In artikel 42 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 25 april 2014, 9 december 2016 en 21 mei 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "derde en vierde" vervangen door de woorden "vierde en vijfde";2° in paragraaf 4 wordt het woord "schorst" vervangen door het woord "stuit".
Art. 20.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 17 maart 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/03/2023 pub. 14/04/2023 numac 2023041391 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013 en het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen en de rechtspositieregeling van de bestuursrechters sluiten, wordt een hoofdstuk 6/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk 6/1. Verwerking van persoonsgegevens".
Art. 21.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 17 maart 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/03/2023 pub. 14/04/2023 numac 2023041391 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013 en het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen en de rechtspositieregeling van de bestuursrechters sluiten, wordt in hoofdstuk 6/1, ingevoegd bij artikel 20, een artikel 48/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 48/1.§ 1. Conform de bepalingen van dit decreet verwerken de Vlaamse bestuursrechtscolleges, vermeld in artikel 2, 1°, en de dienst van de Bestuursrechtscolleges de persoonsgegevens, vermeld in paragraaf 3, als afzonderlijke verwerkingsverantwoordelijken in de zin van artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming.
De verwerking van de persoonsgegevens, vermeld in paragraaf 3, is noodzakelijk om te voldoen aan een wettelijke verplichting in de zin van artikel 6, lid 1, c), van de algemene verordening gegevensbescherming, namelijk de decretale taken die krachtens en overeenkomstig de bepalingen van dit decreet worden uit- geoefend door de Vlaamse bestuursrechtscolleges, vermeld in artikel 2, 1°, en waaraan ook de dienst van de Bestuursrechtscolleges uitvoering verleent. De verwerkingen die plaatsvinden in het kader van de rechtspleging in dit verband, zijn eveneens noodzakelijk voor het vervullen van een taak van algemeen belang die aan de verwerkingsverantwoordelijken is opgedragen, in de zin van artikel 6, lid 1, e), van de algemene verordening gegevensbescherming. § 2. Een Vlaams bestuursrechtscollege als vermeld in artikel 2, 1°, of de dienst van de Bestuursrechtscolleges kan de persoonsgegevens, vermeld in paragraaf 3, verwerken van de volgende categorieën van betrokken personen: 1° de natuurlijke personen die als partij optreden in een jurisdictioneel beroep bij een Vlaams bestuursrechtscollege of die worden geïdentificeerd als belanghebbende of betrokkene in het kader van de goede en zorgvuldige behandeling van een dergelijk beroep;2° de natuurlijke personen die als vertegenwoordiger van een partij optreden in een jurisdictioneel beroep bij een Vlaams bestuursrechtscollege of die als bemiddelaar, deskundige of getuige betrokken zijn bij de behandeling van een dergelijk beroep;3° de natuurlijke personen die rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken zijn bij de bestuurlijke besluitvormingsprocedure, beroepsprocedure of verkiezingsproces die voorafgaat aan een jurisdictioneel beroep bij een Vlaams bestuursrechtscollege;4° de natuurlijke personen van wie persoonsgegevens worden aangeleverd door de partijen in het kader van de procesvoering in een jurisdictioneel beroep bij een Vlaams bestuursrechtscollege of waarvan de verwerking van persoonsgegevens noodzakelijk is voor de zorgvuldige afhandeling van een dergelijk beroep. § 3. De volgende categorieën van persoonsgegevens van de betrokken personen, vermeld in paragraaf 2, kunnen worden verwerkt in het kader van het doeleinde, vermeld in paragraaf 1, tweede lid: 1° de identiteitsgegevens;2° de contactgegevens;3° het rijksregisternummer;4° de beroepsgegevens en de gegevens over professionele activiteiten;5° de financiële identificatiegegevens en de gegevens over de financiële situatie van een natuurlijke persoon;6° de woningkenmerken;7° de informatie over de studievoortgang en examenbekwaamheidsresultaten;8° de bijzondere categorieën van persoonsgegevens, vermeld in artikel 9 en 10 van de algemene verordening gegevensbescherming, waaronder medische gegevens, gezondheidsgegevens, gegevens over de politieke voorkeur of opvatting en gerechtelijke gegevens, met inbegrip van informatie over strafrechtelijke vervolging of veroordelingen en strafbare feiten;9° alle andere categorieën van persoonsgegevens die de partijen aanleveren of die noodzakelijk zijn voor de zorgvuldige afhandeling van een jurisdictioneel beroep bij een Vlaams bestuursrechtscollege als vermeld in artikel 2, 1°. Als de verwerkingen van de persoonsgegevens, vermeld in het eerste lid, betrekking hebben op bijzondere categorieën van gevoelige persoonsgegevens, zijn de voormelde verwerkingen toegelaten op grond van artikel 9, lid 2, f), van de algemene verordening gegevensbescherming. § 4. Een Vlaams bestuursrechtscollege als vermeld in artikel 2, 1°, en de dienst van de Bestuursrechtscolleges kunnen alleen mededeling of toegang tot de persoonsgegevens, vermeld in paragraaf 3, verlenen aan: 1° de natuurlijke personen, rechtspersonen en overheidsinstanties die als partij optreden in een jurisdictioneel beroep bij een Vlaams bestuursrechtscollege of die worden geïdentificeerd als belanghebbende of betrokkene in het kader van de goede en zorgvuldige behandeling van een dergelijk beroep;2° de natuurlijke personen of rechtspersonen en hun medewerkers die als vertegenwoordiger van een partij optreden in een jurisdictioneel beroep bij een Vlaams bestuursrechtscollege;3° de natuurlijke personen die als bemiddelaar, deskundige of getuige betrokken zijn bij de behandeling van een jurisdictioneel beroep bij een Vlaams bestuursrechtscollege;4° het personeel of de vertegenwoordigers van bepaalde overheidsinstanties en gerechtelijke instanties in het kader van de wettelijke of decretale bevoegdheden van de voormelde instanties die verband houden met de opdrachten van de Vlaamse bestuursrechtscolleges.De toegang is in dit verband beperkt tot de persoonsgegevens die noodzakelijk zijn in het kader van de uitoefening van de voormelde wettelijke of decretale bevoegdheden. § 5. De bestuursrechters en het personeel van de dienst van de Bestuursrechtscolleges die toegang tot of doorgifte van de persoonsgegevens, vermeld in paragraaf 3, hebben verkregen, nemen het vertrouwelijke karakter van de voormelde gegevens in acht. § 6. De persoonsgegevens die conform dit artikel worden verwerkt en die vereist zijn voor de authenticatie van de gebruiker op het digitale platform, en voor het gebruik ervan, worden vijf jaar bewaard.
De maximale bewaringstermijnen voor de andere persoonsgegevens dan de persoonsgegevens, vermeld in het eerste lid, die overeenkomstig dit artikel worden verwerkt, worden, conform artikel 5, lid 1, e), van de algemene verordening gegevensbescherming, vastgelegd op twintig jaar.". HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 22.De volgende bepalingen treden in werking op een datum die de Vlaamse Regering bepaalt: 1° artikel 2, 1°, 2° en 4° ;2° artikel 6;3° artikel 8 tot en met 12;4° artikel 15;5° artikel 18;6° artikel 19, 2°. De Vlaamse Regering kan bij het bepalen van de datum van inwerkingtreding van de bepalingen, vermeld in het eerste lid, een onderscheid maken tussen de Vlaamse bestuursrechtscolleges, vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/04/2014 pub. 01/10/2014 numac 2014035564 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges.
Artikel 17 en artikel 19, 1°, treden in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een termijn van tien dagen, die ingaat op de dag na de bekendmaking van dit decreet in het Belgisch Staatsblad.
Art. 23.§ 1. Artikel 2, 8° en 11°, artikel 16, 17, 17/1, 21, 31/1, 34 en 42, § 4, van het decreet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/04/2014 pub. 01/10/2014 numac 2014035564 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, zoals van kracht vanaf de datum van de inwerkingtreding van de bepalingen, vermeld in artikel 22, eerste lid, van dit decreet, zijn voor het eerst van toepassing op de vorderingen die worden ingediend vanaf de datum van de inwerkingtreding van de bepalingen, vermeld in artikel 22, eerste lid.
Op eventuele aanvullende vorderingen waarvan de hoofdvordering is ingediend voor de datum van de inwerkingtreding van de bepalingen, vermeld in artikel 22, eerste lid, is het decreet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/04/2014 pub. 01/10/2014 numac 2014035564 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges van toepassing, zoals van kracht voor de datum van de inwerkingtreding van de bepalingen, vermeld in artikel 22, eerste lid. § 2. Artikel 33 en 42, § 3, tweede lid, van het decreet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/04/2014 pub. 01/10/2014 numac 2014035564 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, zoals van kracht vanaf de datum van de inwerkingtreding van artikel 17 en artikel 19, 1°, van dit decreet, zijn van toepassing op de hangende vorderingen bij de Vlaamse bestuursrechtscolleges op de datum van de inwerkingtreding van die bepalingen, vermeld in artikel 22, derde lid.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 23 november 2023.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR _______ Nota Zitting 2023-2024 Documenten: - Ontwerp van decreet : 1821 - Nr. 1 - Verslag : 1821 - Nr. 2 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1821 - Nr. 3 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 22 november 2023.