Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 07 september 2007
gepubliceerd op 22 oktober 2007

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs

bron
vlaamse overheid
numac
2007036775
pub.
22/10/2007
prom.
07/09/2007
ELI
eli/besluit/2007/09/07/2007036775/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 SEPTEMBER 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs


De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, inzonderheid op artikel 6quater, tweede lid;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 20;

Gelet op het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs II, inzonderheid op artikel 48, 2°, a), artikel 84bis, § 1, artikel 84quater, 1°, en artikel 84quinquies;

Gelet op het decreet van 18 januari 2002 betreffende de eindtermen, de ontwikkelingsdoelen en de specifieke eindtermen in het voltijds gewoon en buitengewoon secundair onderwijs, inzonderheid op artikel 8, § 4;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 2006 en bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 februari 2003, 25 juni 2004 en 9 september 2005;

Overwegende het overleg met de afgevaardigden van de inrichtende machten op 19 januari en 20 maart 2007;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 april 2007;

Gelet op het advies 43.337/1 van de Raad van State, gegeven op 10 juli 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs worden in 4° de woorden « de hernieuwing ervan bij het begin van ieder schooljaar » vervangen door de woorden « de heropname na uitschrijving ».

Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.De toelatingsklassenraad bestaat uit : 1° ambtshalve stemgerechtigde leden die elk over één stem beschikken : a) de directeur of een afgevaardigde van de directeur, die de toelatingsklassenraad voorzit;b) minstens drie leden van het onderwijzend personeel van het leerjaar, de onderwijsvorm en de onderverdeling waarvoor de leerling opteert;2° eventueel ambtshalve raadgevende leden, aangewezen door de voorzitter : a) personeelsleden die in de onderwijsinstelling in kwestie betrekkingen in het ambt van adjunct-directeur, technisch adviseur-coördinator of technisch adviseur bekleden;b) personeelsleden die in de onderwijsinstelling in kwestie behoren tot het ondersteunend personeel;c) personeelsleden van de onderwijsinstelling in kwestie of andere personen dan personeelsleden van de onderwijsinstelling in kwestie die bij de psycho-sociale of pedagogische begeleiding van de leerlingen betrokken zijn. De ambtshalve raadgevende leden die topsportschoolcoördinator zijn of lesgever in de sportspecifieke trainingsarbeid en die door de respectieve sportfederaties ter beschikking zijn gesteld in studierichtingen met in de benaming de component « topsport », kunnen door de voorzitter bij het begin van het schooljaar als stemgerechtigde leden worden aangewezen. »; 2° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.Stemgerechtigde leden zijn verplicht om aan de klassenraadvergadering deel te nemen. Hiervan kan alleen worden afgeweken in geval van gewettigde afwezigheid of bewezen overmacht om op de klassenraadvergadering aanwezig te zijn.

De ongewettigde afwezigheid van een stemgerechtigd lid tast de rechtsgeldigheid van de genomen beslissing niet aan. »

Art. 3.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « , zoals bedoeld in artikel 64 » geschrapt;2° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.De begeleidende klassenraad bestaat uit : 1° ambtshalve stemgerechtigde leden die elk over één stem beschikken : a) de directeur of een afgevaardigde van de directeur, die de begeleidende klassenraad voorzit;b) de leden van het onderwijzend personeel die voldoen aan al de volgende voorwaarden : 1) ze verstrekken onderwijs aan de leerling tijdens het schooljaar in kwestie in een bepaald leerjaar, een bepaalde onderwijsvorm en onderverdeling;2) ze zijn op de datum van de klassenraadvergadering in functie.Van die voorwaarde kan door de voorzitter worden afgeweken voor tijdelijke personeelsleden, met dien verstande dat het aantal stemgerechtigde leden er niet door kan worden uitgebreid; c) in voorkomend geval voor seminaries of vakoverschrijdende projecten : een stemgerechtigd lid dat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in 1°, b), of in 2°, c), en dat door de voorzitter is aangewezen bij het begin van het schooljaar;2° eventueel ambtshalve raadgevende leden, aangewezen door de voorzitter : a) personeelsleden die in de onderwijsinstelling in kwestie betrekkingen in het ambt van adjunct-directeur, technisch adviseur-coördinator of technisch adviseur bekleden;b) personeelsleden die in de onderwijsinstelling in kwestie behoren tot het ondersteunend personeel;c) personeelsleden van de onderwijsinstelling in kwestie of andere personen dan personeelsleden van de onderwijsinstelling in kwestie die bij de psycho-sociale of pedagogische begeleiding van de leerlingen betrokken zijn. De ambtshalve raadgevende leden die topsportschoolcoördinator zijn of lesgever in de sportspecifieke trainingsarbeid en die door de respectieve sportfederaties ter beschikking zijn gesteld in studierichtingen met in de benaming de component « topsport », kunnen door de voorzitter bij het begin van het schooljaar als stemgerechtigde leden worden aangewezen. »; 2° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.Stemgerechtigde leden zijn verplicht om aan de klassenraadvergadering deel te nemen. Hiervan kan alleen worden afgeweken in geval van gewettigde afwezigheid of bewezen overmacht om op de klassenraadvergadering aanwezig te zijn.

De ongewettigde afwezigheid van een stemgerechtigd lid tast de rechtsgeldigheid van de genomen beslissing niet aan.

Een lid dat, op het ogenblik dat de begeleidende klassenraad samenkomt, niet langer personeelslid is in de onderwijsinstelling in kwestie, kan niet verplicht worden om deel te nemen aan de vergadering. Bij niet-deelname is het lid gewettigd afwezig. »

Art. 4.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.De delibererende klassenraad bestaat uit : 1° ambtshalve stemgerechtigde leden die elk over één stem beschikken : a) de directeur of een afgevaardigde van de directeur, die de delibererende klassenraad voorzit;b) de leden van het onderwijzend personeel die voldoen aan al de volgende voorwaarden : 1) ze hebben onderwijs verstrekt aan de leerling tijdens het schooljaar in kwestie in een bepaald leerjaar, een bepaalde onderwijsvorm en onderverdeling;2) ze zijn op de deliberatiedatum in functie.Van die voorwaarde kan door de voorzitter worden afgeweken voor tijdelijke personeelsleden, met dien verstande dat het aantal stemgerechtigde leden er niet door kan worden uitgebreid; c) in voorkomend geval voor seminaries of vakoverschrijdende projecten : een stemgerechtigd lid dat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in 1°, b), of in 2°, c), en dat door de voorzitter is aangewezen bij het begin van het schooljaar;2° eventueel ambtshalve raadgevende leden, aangewezen door de voorzitter : a) personeelsleden die in de onderwijsinstelling in kwestie betrekkingen in het ambt van adjunct-directeur, technisch adviseur-coördinator of technisch adviseur bekleden;b) personeelsleden die in de onderwijsinstelling in kwestie behoren tot het ondersteunend personeel;c) personeelsleden van de onderwijsinstelling in kwestie of andere personen dan personeelsleden van de onderwijsinstelling in kwestie die bij de psycho-sociale of pedagogische begeleiding van de leerlingen betrokken zijn. De ambtshalve raadgevende leden die topsportschoolcoördinator zijn of lesgever in de sportspecifieke trainingsarbeid en die door de respectieve sportfederaties ter beschikking zijn gesteld in studierichtingen met in de benaming de component « topsport », kunnen door de voorzitter bij het begin van het schooljaar als stemgerechtigde leden worden aangewezen. »; 2° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.Stemgerechtigde leden zijn verplicht om aan de deliberatie deel te nemen. Hiervan kan alleen worden afgeweken in geval van gewettigde afwezigheid of bewezen overmacht om op de klassenraadvergadering aanwezig te zijn.

De ongewettigde afwezigheid van een stemgerechtigd lid tast de rechtsgeldigheid van de genomen beslissing niet aan.

Een lid dat, op het ogenblik dat de delibererende klassenraad samenkomt, niet langer personeelslid is in de onderwijsinstelling in kwestie, kan niet verplicht worden om deel te nemen aan de vergadering. Bij niet-deelname is het lid gewettigd afwezig. »

Art. 5.In artikel 6, § 1, 2°, a), § 2, 1°, a), en 2°, a), artikel 7, § 2, a), artikel 8, § 1, 2°, artikel 9, § 1, 2°, artikel 10, § 1, 2°, artikel 11, § 1, 2°, artikel 15, § 1, 2°, artikel 16, § 1, 3°, artikel 17, § 1, 2°, artikel 18, § 1, 2°, artikel 19, § 1, 2°, artikel 20, § 1, 2°, en artikel 21, § 1, 2° en 3°, van hetzelfde besluit worden de woorden « gunstig advies » vervangen door de woorden « gunstige beslissing ».

Art. 6.In artikel 8, § 1, artikel 10, § 1, artikel 12, § 1, artikel 15, § 1, artikel 16, § 1, artikel 17, § 1, artikel 18, § 1, artikel 19, § 1, artikel 20, § 1, artikel 21, § 1, artikel 23, § 1, artikel 24, § 1, en artikel 25, § 1, van hetzelfde besluit wordt het woord « Kunnen » vervangen door de woorden « Met behoud van de toepassing van de bepalingen van artikel 31, kunnen ».

Art. 7.Aan artikel 12, § 1, 2°, artikel 15, § 1, 3°, en artikel 16, § 1, 2°, van hetzelfde besluit worden de volgende woorden toegevoegd : « , onder de volgende voorwaarde : gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad ».

Art. 8.In artikel 15, § 2, tweede lid, en artikel 18, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « sport-wetenschappen/ » geschrapt.

Art. 9.In artikel 17, § 1, van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 10.In artikel 21, § 1, van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 11.In artikel 25 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt het tweede lid opgeheven;2° in § 3 wordt de zin « Onder de studierichting 'verpleegkunde' worden ook de studierichtingen 'psychiatrische verpleegkunde' en 'ziekenhuisverpleegkunde' verstaan » geschrapt.

Art. 12.Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 28.Kunnen tot het tweede leerjaar van de vierde graad van het beroepssecundair onderwijs als regelmatige leerlingen worden toegelaten : 1° in de studierichting modevormgeving : a) de regelmatige leerlingen die het eerste leerjaar van de vierde graad van het beroepssecundair onderwijs met vrucht hebben beëindigd in dezelfde studierichting;b) de studenten die minstens voor 60 studiepunten credits verworven hebben in het hoger onderwijs in de bachelor in de modetechnologie, de bachelor in het onderwijs : secundair onderwijs, waaronder de opleidingseenheden kleding of voeding/verzorging-kleding;2° in de studierichting plastische kunsten : a) de regelmatige leerlingen die het eerste leerjaar van de vierde graad van het beroepssecundair onderwijs met vrucht hebben beëindigd in dezelfde studierichting;b) de studenten die minstens voor 60 studiepunten credits verworven hebben in het hoger onderwijs in de bachelor in de beeldende vormgeving;3° in de studierichting verpleegkunde : a) de regelmatige leerlingen die het eerste leerjaar van de vierde graad van het beroepssecundair onderwijs met vrucht hebben beëindigd in dezelfde studierichting;b) de studenten die minstens voor 60 studiepunten credits verworven hebben in het hoger onderwijs in de bachelor in de verpleegkunde.»

Art. 13.In artikel 29 van hetzelfde besluit wordt de zin « Voor de toepassing van deze bepaling worden, enerzijds, de studierichtingen psychiatrische verpleegkunde en verpleegkunde en, anderzijds, de studierichtingen verpleegkunde en ziekenhuisverpleegkunde als dezelfde studierichting beschouwd » geschrapt.

Art. 14.Aan artikel 30 van hetzelfde besluit wordt een § 4 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 4. Elke beslissing van de toelatingsklassenraad over een bepaald leerjaar en een bepaalde onderverdeling moet uiterlijk genomen worden op 10 september van het schooljaar in kwestie. Als de regelmatige lesbijwoning, behoudens gewettigde afwezigheid, evenwel na 10 september aanvangt, dan moet de beslissing van de toelatingsklassenraad binnen vijf lesdagen worden genomen.

Bij verandering van onderwijsinstelling in de loop van het schooljaar wordt de beslissing van de toelatingsklassenraad overgedragen naar de nieuwe onderwijsinstelling, tenzij kennelijk blijkt dat de beslissing werd verkregen zonder dat de leerling het oogmerk had om in de desbetreffende onderwijsinstelling daadwerkelijk en regelmatig de lessen te volgen. In dat laatste geval zal de toelatingsklassenraad van de nieuwe onderwijsinstelling bevoegd zijn om zelf een beslissing te nemen. »

Art. 15.Artikel 31 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 31.§ 1. Als bijzondere toelatingsvoorwaarde tot onderverdelingen met in de benaming de component « topsport » geldt dat de leerling in het bezit is van een topsportstatuut A of B van de selectiecommissie voor de sportdiscipline in kwestie overeenkomstig het topsportconvenant dat is gesloten tussen de onderwijs- en de sportsector. Dat statuut moet elk schooljaar worden hernieuwd. § 2. Als bijzondere toelatingsvoorwaarde tot de hieronder vermelde onderverdelingen geldt dat de leerling medisch geschikt moet zijn bevonden voor de uitoefening van het beroep. Die geschiktheidsverklaring is eenmalig en geldt voor de duur van de opleiding bij : 1° vrachtwagenchauffeur (derde graad BSO);2° bouwplaatsmachinist (derde graad BSO);3° bijzonder transport (specialisatiejaar BSO);4° dakwerken (specialisatiejaar BSO);5° mechanische en hydraulische kranen (specialisatiejaar BSO);6° wegenbouwmachines (specialisatiejaar BSO). § 3. Als bijzondere toelatingsvoorwaarde tot de hieronder vermelde onderverdelingen geldt dat de leerling positief werd geëvalueerd door de toelatingsklassenraad op een door de onderwijsinstelling in kwestie eventueel georganiseerde geschiktheidsproef. Die geschiktheidsproef is eenmalig en geldt voor de duur van de opleiding bij : 1° ballet (tweede leerjaar van de eerste graad en tweede en derde graad KSO);2° modern ballet (derde graad KSO);3° dans (tweede en derde graad KSO);4° muziek (tweede en derde graad KSO);5° woordkunst-drama (derde graad KSO);6° bijzondere muzikale vorming (voorbereidend jaar op hoger onderwijs KSO).»

Art. 16.In artikel 32, § 2, van hetzelfde besluit worden tussen het woord « kunnen » en het woord « eveneens » de woorden « met behoud van de toepassing van de bepalingen van artikel 31 » ingevoegd.

Art. 17.In artikel 38 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 februari 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 6° wordt het woord « kleding » vervangen door het woord « modevormgeving »;2° in punt 7° worden de woorden « en - voor wat betreft de schooljaren 2001-2002 en 2002-2003 - desgevallend bekwaam wordt geacht zijn studies voort te zetten in het hoger onderwijs.Voor wat betreft het schooljaar 2002-2003 worden onder de studierichting verpleegkunde de studierichtingen psychiatrische verpleegkunde en ziekenhuisverpleegkunde verstaan » geschrapt; 3° in punt 8° wordt de zin « Voor wat betreft de schooljaren 2002-2003 en 2003-2004 worden onder de studierichting verpleegkunde de studierichtingen psychiatrische verpleegkunde en ziekenhuisverpleegkunde verstaan » geschrapt.

Art. 18.In artikel 40, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord « kleding » wordt vervangen door het woord « modevormgeving »;2° de woorden « , waaronder ook de studierichtingen psychiatrische verpleegkunde en ziekenhuisverpleegkunde worden verstaan » worden geschrapt.

Art. 19.In artikel 52 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 februari 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, en § 2, eerste lid, wordt het woord « kleding » vervangen door het woord « modevormgeving »;2° § 3 wordt opgeheven.

Art. 20.In artikel 53 van hetzelfde besluit wordt § 2 opgeheven.

Art. 21.Artikel 54 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 februari 2003, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 54.Aan de regelmatige leerlingen die houder zijn van het door een onderwijsinstelling of door de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap uitgereikte getuigschrift van de tweede graad van het secundair onderwijs en die het eerste, het tweede en het derde leerjaar van de vierde graad van het beroepssecundair onderwijs, studierichting verpleegkunde, met vrucht hebben volbracht, wordt het diploma van secundair onderwijs toegekend.

Die toekenning vindt evenwel niet plaats als de leerling het diploma van secundair onderwijs reeds heeft behaald in het eerste leerjaar van de vierde graad van het beroepssecundair onderwijs op basis van de bepalingen, vermeld in artikel 51bis.

Het model van het diploma van secundair onderwijs en de onderrichtingen voor het invullen ervan zijn opgenomen in bijlage 16. »

Art. 22.In artikel 55 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 februari 2003, worden in het derde lid de woorden « bijlage 19 » vervangen door de woorden « bijlage 17 ».

Art. 23.In artikel 56 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, d), wordt het woord « kleding » vervangen door het woord « modevormgeving »;2° in punt e) worden de woorden « voor wat betreft de schooljaren 2002-2003 en 2003-2004 worden onder de studierichting verpleegkunde de studierichtingen psychiatrische verpleegkunde en ziekenhuisverpleegkunde verstaan » geschrapt.

Art. 24.In artikel 58 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 februari 2003, wordt punt 5° opgeheven.

Art. 25.In artikel 72, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « 5 werkdagen » telkens vervangen door de woorden « drie werkdagen ».

Art. 26.In artikel 74 van hetzelfde besluit wordt de datum « 20 september » vervangen door de datum « 15 september ».

Art. 27.Artikel 75 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 75.De studierichting verpleegkunde wordt georganiseerd overeenkomstig de bepalingen van : 1° de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 juni 1977 inzake de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de werkzaamheden van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (77/453/EEG), gewijzigd bij de richtlijn van 10 oktober 1989 (89/595/EEG);2° het ministerieel besluit van 30 november 2005 tot vaststelling van de lijst van diploma's, certificaten en andere titels van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, uitgereikt door de lidstaten van de Europese Unie.»

Art. 28.In artikel 76, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden « , § 1 en 3, en in de aanbeveling, vermeld in artikel 75, § 2, » geschrapt.

Art. 29.In artikel 78 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 30.In de bijlagen van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in bijlage 14 wordt bij de onderrichtingen voor het invullen het woord « kleding » vervangen door het woord « modevormgeving »;2° in bijlage 15 worden in het opschrift de woorden « (uitgereikt vanaf het schooljaar 2004-2005) » geschrapt;3° bijlage 16 en 17 worden opgeheven;4° in bijlage 18 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) bijlage 18 wordt hernummerd in 16;b) bij de onderrichtingen voor het invullen wordt het woord « kleding » vervangen door het woord « modevormgeving » en worden de woorden « psychiatrische verpleegkunde of ziekenhuisverpleegkunde » geschrapt;5° bijlage 19 wordt hernummerd in 17;6° in elke bijlage worden in het opschrift van het model de woorden « MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP » geschrapt en worden de woorden « DEPARTEMENT ONDERWIJS » vervangen door de woorden « DEPARTEMENT ONDERWIJS EN VORMING »;7° in elke bijlage worden in het model, onmiddellijk voorafgaand aan de woorden « Benaming en adres van de instelling », de woorden « Benaming en adres van de inrichtende macht » vermeld.

Art. 31.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2007, met uitzondering van artikel 30, 6° en 7°, die in werking treden op 30 juni 2007.

Art. 32.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 7 september 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE

^