gepubliceerd op 16 juli 1997
Besluit van de Vlaamse regering betreffende de centra voor opsporing van de aangeboren metabolische afwijkingen
6 MEI 1997. Besluit van de Vlaamse regering betreffende de centra voor opsporing van de aangeboren metabolische afwijkingen
De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 5, 1, I, 2°;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 10 maart 1997;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het niet functioneren van de federale Hoge Raad voor Antropogenetica een actualisering van de erkenningsprocedure onverwijld noodzakelijk maakt;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid;
Na beraadslaging, Besluit
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° centra : de centra voor opsporing van de aangeboren metabolische afwijkingen;2° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid;3° administratie : de administratie Gezondheidszorg van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;4° de aangeboren metabolische afwijkingen : de fenylketonurie en de hypothyreoïdie Art.2. Binnen de perken van de kredieten ingeschreven op de begroting, kan de minister overeenkomstig de bepalingen van dit besluit subsidies verlenen aan de centra.
Art. 3.Om die subsidies te kunnen krijgen, moeten de in artikel 2 bedoelde centra door de minister erkend zijn en daartoe aan de onderstaande voorwaarden voldoen : 1° beschikken over gespecialiseerde diensten en gespecialiseerd personeel en zich wat de opsporingstechniek betreft, schikken naar de eisen door de minister bepaald;2° geen winstgevend of commercieel karakter hebben;3° zich onderwerpen aan de door de minister ingevoerde inspectie en controle;4° beantwoorden aan de geldende kwaliteitsnormen inzake de opsporing, door deelname aan interne en externe kwaliteitstoetsingssystemen.
Art. 4.De erkenning wordt verleend voor een duur van ten hoogste 6 jaar. Als de erkenningsvoorwaarden niet worden nageleefd, kan de minister te allen tijde de erkenning intrekken. De minister bepaalt daarbij de datum vanaf wanneer de intrekking van erkenning uitwerking heeft.
De minister bepaalt de procedure van erkenning, verlenging van erkenning en intrekking van erkenning.
Art. 5.De in artikel 2 bedoelde subsidies worden aan de erkende centra verleend voor de onderstaande verplichte prestaties : 1° de analyse van het bloed dat op het gepaste tijdstip bij de zuigeling wordt afgenomen;2° controle door een tweede analyse, van elke test die vermoedelijk positief is;3° de communicatie en samenwerking met de diensten of de personen die de adequate diagnostiek en behandeling ten laste nemen van personen die lijden aan een of andere door het centrum opgespoorde aangeboren metabolische afwijking;4° de communicatie en samenwerking met de diensten of personen die de zuigelingen onder hun toezicht hebben.
Art. 6.De subsidie die wordt verleend dekt de kosten van de vier verplichte prestaties bedoeld in artikel 5. Zij is vastgesteld op : 1° 114,06 fr per onderzochte zuigeling voor de opsporing van fenylketonurie;2° 292,74 fr per onderzochte zuigeling voor de opsporing van hypothyreoïdie. De in het eerste lid bedoelde bedragen zijn gekoppeld aan de gezondheidsindex van 1 januari 1996 en worden jaarlijks op 1 januari als volgt aangepast : basisbedrag x nieuwe gezondheidsindex/oude gezondheidsindex
Art. 7.Voornoemde subsidie kan slechts éénmaal per onderzochte zuigeling verleend worden.
Art. 8.De in artikel 6 vastgelegde subsidie wordt alleen verleend voor prestaties die zonder kosten voor de consultanten werden verricht, en waarvoor geen andere geldelijke tegemoetkoming van Staat, Gewest, Gemeenschap of van publiekrechtelijke instellingen die handelen krachtens andere wettelijke bepalingen of verordeningen, bestaat.
Art. 9.De in artikel 6 bepaalde subsidies worden om de drie maanden vereffend aan de erkende centra na overlegging aan de administratie van de nodige bescheiden en bewijsstukken die de minister bepaalt.
Art. 10.Het koninklijk besluit van 13 maart 1974 betreffende de erkenning van de diensten voor opsporing van de aangeboren metabolische afwijkingen en de toekenning van subsidies aan die diensten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 april 1980, wordt opgeheven.
Art. 11.De centra die erkend waren met toepassing van het koninklijk besluit van 13 maart 1974 betreffende de erkenning van de diensten voor opsporing van de aangeboren metabolische afwijkingen en de toekenning van subsidies aan die diensten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 april 1980 en die binnen een termijn van 1 maand na het in werking treden van dit besluit hun nieuwe erkenning aanvragen, beschikken van rechtswege over een verlenging van erkenning totdat de minister over de nieuwe aanvraag heeft beslist.
Art. 12.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 6 mei 1997.
De minister- president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER