gepubliceerd op 11 juni 2004
Besluit van de Vlaamse regering betreffende de puntenenveloppe voor de scholengemeenschappen basisonderwijs
5 MAART 2004. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de puntenenveloppe voor de scholengemeenschappen basisonderwijs
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 inzonderheid de artikelen 3, 45bis °, 125septies, § 2, 3° en 125duodecies § 1 en § 2, 3°, ingevoegd bij het decreet betreffende het landschap basisonderwijs van 10 juli 2003;
Gelet op de bijzondere wet tot hervorming van de instellingen van 8 augustus 1980, inzonderheid artikel 20, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor Begroting, gegeven op 20 november 2003;
Gelet op het protocol nr. 519 van 7 november 2003 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke vergadering van het sectorcomité X en van onderafdeling « Vlaamse Gemeenschap » van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op het protocol nr. 286 van 7 november 2003 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in het overkoepelend onderhandelingscomité;
Gelet op het advies nr. 36.177/1 van de Raad van State gegeven op 1 december 2003 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op het gewoon en buitengewoon basisonderwijs, gefinancierd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap.
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : decreet : het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.
Art. 3.§ 1. Met toepassing van artikel 125duodecies, § 1, van het decreet wordt aan elke scholengemeenschap een puntenenveloppe ter ondersteuning van de werking toegekend. § 2. De middelen worden toegekend op basis van het gewogen aantal leerlingen per scholengemeenschap, berekend volgens de bepalingen in artikel 125duodecies van het decreet en artikel 4 van dit besluit. § 3. Vanaf 900 gewogen leerlingen worden er 21 punten toegekend. Per bijkomende schijf van 450 gewogen leerlingen worden er 11 punten toegekend. De puntenenveloppe wordt toegekend aan de scholengemeenschap. § 4. De punten van deze enveloppe kunnen vrij aangewend worden voor het oprichten van één of meer ambten van het beleids- en ondersteunend personeel volgens de principes bepaald in hoofdstuk IIIter van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs en in hoofdstuk IVbis van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het buitengewoon basisonderwijs.
Art. 4.Met toepassing van de artikelen 125septies, § 2, 3° en 125duodecies, § 2, 3° van het decreet wordt, bij het tellen van de leerlingen voor het voldoen aan de norm van scholengemeenschap en voor de puntenenveloppe ter ondersteuning van de werking van de scholengemeenschap : 1° op leerlingen van de scholen gelegen in een gemeente met een bevolkingsdichtheid van minder dan 200 inwoners per km2 de coëfficiënt 1,2 toegepast;2° op leerlingen van scholen voor buitengewoon basisonderwijs die in het kader van de loonsverhoging directeurs buitengewoon basisonderwijs worden ingedeeld in categorie B, zoals bedoeld in bijlage 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidbewijzen, de weddenschalen en de bezoldigingsregeling in het buitengewoon basisonderwijs, de coëfficiënt 1,9 toegepast;3° op leerlingen van scholen voor buitengewoon basisonderwijs die in het kader van de loonsverhoging directeurs buitengewoon basisonderwijs worden ingedeeld in categorie A, zoals bedoeld in bijlage 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidbewijzen, de weddenschalen en de bezoldigingsregeling in het buitengewoon basisonderwijs, de coëfficiënt 2,1 toegepast.
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2003.
Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 5 maart 2004.
De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN