gepubliceerd op 25 april 2014
Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2011 tot bepaling van de nadere regelen voor de opvolging van de realisatie van het bindend sociaal objectief en tot bepaling van de methodologie en de criteria voor de uitvoering van een tweejaarlijkse voortgangstoets en houdende wijziging van diverse besluiten betreffende het woonbeleid
4 APRIL 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/11/2011 pub. 28/11/2011 numac 2011035967 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de nadere regelen voor de opvolging van de realisatie van het bindend sociaal objectief en tot bepaling van de methodologie en de criteria voor de uitvoering van een tweejaarlijkse voortgangstoets sluiten tot bepaling van de nadere regelen voor de opvolging van de realisatie van het bindend sociaal objectief en tot bepaling van de methodologie en de criteria voor de uitvoering van een tweejaarlijkse voortgangstoets en houdende wijziging van diverse besluiten betreffende het woonbeleid
DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode sluiten houdende de Vlaamse Wooncode, artikel 22, § 1, vervangen bij het decreet van 24 maart 2006 en gewijzigd bij de decreten van 27 maart 2009 en 31 mei 2013, artikel 22bis, § 2, ingevoegd bij het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 15/05/2009 numac 2009035411 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het grond- en pandenbeleid sluiten, vernummerd bij het decreet van 29 april 2011, en gewijzigd bij de decreten van 23 december 2011 en 31 mei 2013, artikel 93, § 1, artikel 94 en artikel 95, § 1, vierde lid, 3° ;
Gelet op het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 15/05/2009 numac 2009035411 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het grond- en pandenbeleid sluiten betreffende het grond- en pandenbeleid, artikel 1.2, eerste lid, 16°, gewijzigd bij het decreet van 23 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2011 pub. 30/12/2011 numac 2011036079 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012 type decreet prom. 23/12/2011 pub. 27/01/2012 numac 2012035076 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en van diverse bepalingen van andere decreten die betrekking hebben op het grond- en pandenbeleid sluiten, en artikel 4.1.4, § 3;
Gelet op het decreet van 23 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2011 pub. 30/12/2011 numac 2011036079 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012 type decreet prom. 23/12/2011 pub. 27/01/2012 numac 2012035076 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en van diverse bepalingen van andere decreten die betrekking hebben op het grond- en pandenbeleid sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012, artikel 59 en 61, 1° ;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/10/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007036959 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode sluiten tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/11/2011 pub. 28/11/2011 numac 2011035967 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de nadere regelen voor de opvolging van de realisatie van het bindend sociaal objectief en tot bepaling van de methodologie en de criteria voor de uitvoering van een tweejaarlijkse voortgangstoets sluiten tot bepaling van de nadere regelen voor de opvolging van de realisatie van het bindend sociaal objectief en tot bepaling van de methodologie en de criteria voor de uitvoering van een tweejaarlijkse voortgangstoets;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 4 oktober 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/10/2013 pub. 25/11/2013 numac 2013206219 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen sluiten houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 juni 2013;
Gelet op advies 54.122/3 van de Raad van State, gegeven op 15 oktober 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op advies 55.112/3 van de Raad van State, gegeven op 21 februari 2014, met toepassing van artikel 84, 61, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 maart 2014;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie;
Na beraadslaging, Besluit : Hoofdstuk 1. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/10/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007036959 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode sluiten tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode
Artikel 1.In artikel 19, derde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/10/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007036959 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode sluiten tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 oktober 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/10/2013 pub. 25/11/2013 numac 2013206219 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen sluiten, wordt de zin "Bovendien wordt de voorrang, vermeld in het eerste lid, 5° en 6°, alleen verleend als de kandidaat-huurder zich ten laatste twee maanden na de vaststelling in een proces-verbaal of de datum van onbewoonbaar- of ongeschiktverklaring heeft ingeschreven in het register, vermeld in artikel 7." vervangen door de zinnen "Bovendien wordt de voorrang, vermeld in het eerste lid, 5°, alleen verleend als de kandidaat-huurder zich ten laatste twee maanden na de vaststelling in een proces-verbaal heeft ingeschreven in het register, vermeld in artikel 7. De voorrang, vermeld in het eerste lid, 6°, wordt alleen verleend als de kandidaat-huurder zich ten laatste twee maanden na de datum van onbewoonbaar- of ongeschiktverklaring of na de datum van ontvangst van het resultaat van het conformiteitsonderzoek heeft ingeschreven in het register, vermeld in artikel 7.".
Hoofdstuk 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/11/2011 pub. 28/11/2011 numac 2011035967 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de nadere regelen voor de opvolging van de realisatie van het bindend sociaal objectief en tot bepaling van de methodologie en de criteria voor de uitvoering van een tweejaarlijkse voortgangstoets sluiten tot bepaling van de nadere regelen voor de opvolging van de realisatie van het bindend sociaal objectief en tot bepaling van de methodologie en de criteria voor de uitvoering van een tweejaarlijkse voortgangstoets
Art. 2.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/11/2011 pub. 28/11/2011 numac 2011035967 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de nadere regelen voor de opvolging van de realisatie van het bindend sociaal objectief en tot bepaling van de methodologie en de criteria voor de uitvoering van een tweejaarlijkse voortgangstoets sluiten tot bepaling van de nadere regelen voor de opvolging van de realisatie van het bindend sociaal objectief en tot bepaling van de methodologie en de criteria voor de uitvoering van een tweejaarlijkse voortgangstoets, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt : "1° aanmelden : de VMSW op de hoogte brengen van een gepland project en de verrichtingen die eraan verbonden zijn als vermeld in artikel 6, eerste lid, van het Procedurebesluit Wonen;"; 2° punt 3° wordt vervangen door wat volgt : "3° beveiligde zending : een van de volgende betekeningswijzen : a) een aangetekende brief;b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;c) een elektronische aangetekende zending; d) elke andere door de minister toegestane betekeniswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld;"; 3° aan punt 6° wordt de volgende zinsnede toegevoegd : ", opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd";4° er worden een punt 8° /1 tot en met een punt 8° /3 ingevoegd, die luiden als volgt : "8° /1 met een sociale huurwoning gelijkgestelde woning : a) een huurwoning die deel uitmaakt van een woonproject met sociaal karakter;b) een huurwoning die vrijwillig verhuurd wordt conform de bepalingen, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/10/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007036959 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode sluiten tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode;8° /2 met een sociale kavel gelijkgestelde kavel : a) een kavel die deel uitmaakt van een woonproject met sociaal karakter;b) een middelgrote kavel als vermeld in artikel 1, eerste lid, 6°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 september 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 29/09/2006 pub. 13/11/2006 numac 2006036842 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de voorwaarden voor de overdracht van onroerende goederen door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en de sociale huisvestingsmaatschappijen ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode sluiten betreffende de voorwaarden voor de overdracht van onroerende goederen door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en de sociale huisvestingsmaatschappijen ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode;c) een kavel die vrijwillig overgedragen wordt conform de bepalingen, vermeld in het voormelde besluit van de Vlaamse Regering van 29 september 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 29/09/2006 pub. 13/11/2006 numac 2006036842 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de voorwaarden voor de overdracht van onroerende goederen door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en de sociale huisvestingsmaatschappijen ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode sluiten;8° /3 met een sociale koopwoning gelijkgestelde woning : a) een koopwoning die deel uitmaakt van een woonproject met sociaal karakter;b) een middelgrote koopwoning als vermeld in artikel 1, eerste lid, 7°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 september 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 29/09/2006 pub. 13/11/2006 numac 2006036842 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de voorwaarden voor de overdracht van onroerende goederen door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en de sociale huisvestingsmaatschappijen ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode sluiten betreffende de voorwaarden voor de overdracht van onroerende goederen door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en de sociale huisvestingsmaatschappijen ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode; c) een koopwoning die vrijwillig overgedragen wordt conform de bepalingen, vermeld in het voormelde besluit van de Vlaamse Regering van 29 september 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 29/09/2006 pub. 13/11/2006 numac 2006036842 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de voorwaarden voor de overdracht van onroerende goederen door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en de sociale huisvestingsmaatschappijen ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode sluiten;"; 5° in punt 11° wordt de zinsnede "een vereniging als vermeld in artikel 118 van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn" vervangen door de woorden "een OCMW-vereniging";6° punt 14° wordt ingetrokken; 7° er wordt een punt 17° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt : "17° /1 VWF : het Vlaams Woningfonds, vermeld in artikel 50 van de Vlaamse Wooncode;".
Art. 3.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1° wordt ingetrokken;2° in punt 3° wordt de zinsnede "1° en" ingetrokken;3° in punt 4° wordt de zinsnede "andere koopwoningen en kavels dan die, vermeld in punt 1°, " vervangen door de woorden "koopwoningen en kavels" en worden de woorden "de aanbieding" vervangen door de woorden "de voorlopige oplevering".
Art. 4.In hoofdstuk 2 van hetzelfde besluit wordt het opschrift van afdeling 2 vervangen door wat volgt : "Afdeling 2. Gegevensverstrekking over het geplande sociaal woonaanbod".
Art. 5.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 6.De VMSW bezorgt het agentschap jaarlijks uiterlijk op 30 april een overzicht van het geplande sociaal woonaanbod per gemeente, waarbij ze een onderscheid maakt tussen de volgende categorieën van verrichtingen. 1° de bouw van een of meer sociale of daarmee gelijkgestelde woningen die een toename van het sociaal woonaanbod oplevert en aan een van de volgende voorwaarden voldoet : a) de verrichting is opgenomen in de meerjarenplanning, vermeld in artikel 1, 13°, van het Procedurebesluit Wonen;b) de verrichting is opgenomen in de kortetermijnplanning, vermeld in artikel 1, 11°, van het Procedurebesluit Wonen;c) voor de verrichting zijn middelen toegewezen op een jaarbudget, en de werkzaamheden zijn nog niet voltooid;d) de financiering gebeurt met eigen middelen van de initiatiefnemer of met een marktconforme lening en de VMSW heeft vastgesteld dat naargelang het geval het voorontwerp, het uitvoeringsdossier of het gunningsdossier in overeenstemming zijn met de technische normen en de prijsnormen;2° de investering in de renovatie, verbetering of aanpassing van een of meer sociale of daarmee gelijkgestelde woningen die een toename van het sociaal woonaanbod oplevert en aan een van de volgende voorwaarden voldoet : a) de verrichting is opgenomen in de meerjarenplanning, vermeld in artikel 1,13°, van het Procedurebesluit Wonen;b) de verrichting is opgenomen in de kortetermijnplanning, vermeld in artikel 1, 11°, van het Procedurebesluit Wonen;c) voor de verrichting zijn middelen toegewezen op een jaarbudget, en de werkzaamheden zijn nog niet voltooid;d) de financiering gebeurt met eigen middelen van de initiatiefnemer of met een marktconforme lening en de VMSW heeft vastgesteld dat naargelang het geval het voorontwerp, het uitvoeringsdossier of het gunningsdossier in overeenstemming zijn met de technische normen en de prijsnormen;3° de verkaveling van gronden met infrastructuuraanleg : a) de verrichting is opgenomen in de meerjarenplanning, vermeld in artikel 1, 13°, van het Procedurebesluit Wonen;b) de verrichting is opgenomen in de kortetermijnplanning, vermeld in artikel 1, 11°, van het Procedurebesluit Wonen;c) voor de verrichting zijn middelen toegewezen op een jaarbudget, en de werkzaamheden zijn nog niet voltooid;d) de financiering gebeurt met eigen middelen van de initiatiefnemer of met een marktconforme lening en de VMSW heeft vastgesteld dat naargelang het geval het voorontwerp, het uitvoeringsdossier of het gunningsdossier in overeenstemming zijn met de technische normen en de prijsnormen. Voor elk van de verrichtingen, vermeld in het eerste lid, geeft de VMSW de omvang aan van het geplande sociaal woonaanbod, uitgedrukt in aantallen bijkomende huurwoningen, koopwoningen en kavels.".
Art. 6.Artikel 7 en 8 van hetzelfde besluit worden opgeheven.
Art. 7.In hoofdstuk 2 van hetzelfde besluit wordt afdeling 3, die bestaat uit artikel 9 en artikel 10, opgeheven.
Art. 8.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de inleidende zin wordt tussen het woord "jaarlijks" en de woorden "een overzicht" de zinsnede "uiterlijk op 30 april" ingevoegd;2° punt 1° wordt ingetrokken;2° in punt 2° worden de woorden "of de sociale huisvestingsmaatschappijen" vervangen door de zinsnede ", de sociale huisvestingsmaatschappijen of de sociale verhuurkantoren".3° in punt 2° en 3° wordt de zinsnede ", niet vermeld in punt 1°, " telkens ingetrokken.
Art. 9.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 22 juni 2012 en 21 december 2012, wordt een artikel 11/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : "
Art. 11/1.Het VWF bezorgt het agentschap jaarlijks uiterlijk op 30 april een overzicht van de volgende typen sociaal woonaanbod in elke gemeente : 1° een lijst van huurwoningen die op 31 december van het voorgaande jaar door het VWF worden verhuurd of onderverhuurd overeenkomstig een van de reglementeringen, vermeld in artikel 11, 2° ;2° een lijst van koopwoningen die in de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december van het voorgaande jaar door het VWF zijn overgedragen overeenkomstig een van de reglementeringen, vermeld in artikel 11, 3°.".
Art. 10.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 22 juni 2012 en 21 december 2012, wordt een artikel 11/2 ingevoegd, dat luidt als volgt : "
Art. 11/2.Elke gemeente bezorgt het agentschap jaarlijks uiterlijk op 30 april een overzicht van de volgende typen sociaal woonaanbod : 1° een lijst van de huurwoningen op haar grondgebied waarvan de eerste verhuring of onderverhuring overeenkomstig een van de volgende reglementeringen dateert van na de nulmeting en die op 31 december van het voorgaande jaar door een openbaar bestuur worden verhuurd of onderverhuurd overeenkomstig een van de volgende reglementeringen : a) het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/10/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007036959 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode sluiten tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode;b) het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/10/2011 pub. 06/12/2011 numac 2011205978 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de werking en het beheer van het Investeringsfonds voor grond- en woonbeleid voor Vlaams-Brabant en tot wijziging van diverse besluiten tot uitvoering van de Vlaamse Wooncode sluiten betreffende de werking en het beheer van het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant en tot wijziging van diverse besluiten tot uitvoering van de Vlaamse Wooncode;2° een lijst van de koopwoningen en kavels op haar grondgebied die in de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december van het voorgaande jaar door een openbaar bestuur zijn overgedragen overeenkomstig een van de volgende reglementeringen : a) het besluit van de Vlaamse Regering van 29 september 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 29/09/2006 pub. 13/11/2006 numac 2006036842 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de voorwaarden voor de overdracht van onroerende goederen door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en de sociale huisvestingsmaatschappijen ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode sluiten betreffende de voorwaarden voor de overdracht van onroerende goederen door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en de sociale huisvestingsmaatschappijen ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode; b) het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/10/2011 pub. 06/12/2011 numac 2011205978 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de werking en het beheer van het Investeringsfonds voor grond- en woonbeleid voor Vlaams-Brabant en tot wijziging van diverse besluiten tot uitvoering van de Vlaamse Wooncode sluiten betreffende de werking en het beheer van het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant en tot wijziging van diverse besluiten tot uitvoering van de Vlaamse Wooncode.".
Art. 11.In artikel 12 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 ingetrokken.
Art. 12.In artikel 19, § 1, van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.
Art. 13.In artikel 20 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, 2°, wordt het woord "kennelijk" opgeheven;2° paragraaf 2 wordt opgeheven.
Art. 14.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 22 juni 2012 en 21 december 2012, worden een artikel 20/1 en 20/2 ingevoegd, die luiden als volgt : "
Art. 20/1.§ 1. Elke gemeente die met toepassing van artikel 20 wordt ondergebracht in categorie 2b, kan alsnog aantonen dat ze voldoende inspanningen levert om het bindend sociaal objectief te bereiken door een of meer van de volgende opties uit te werken en aan het agentschap te bezorgen : 1° actualisering van de gegevens over de vergunningen die uiterlijk op 31 december 2011 afgeleverd zijn voor projecten waarbij een sociale last wordt opgelegd, voor sociale woonprojecten en voor woonprojecten met sociaal karakter, en actualisering van de gegevens, vermeld in artikel 14;2° actualisering van de motiveringsnota, vermeld in artikel 18, § 2;3° opmaak van een plan van aanpak dat een overzicht bevat van de geplande sociale woonprojecten in de gemeente en van de andere geplande maatregelen die een bijkomend sociaal woonaanbod in de gemeente opleveren. Het plan van aanpak, vermeld in het eerste lid, 3°, wordt voorafgaandelijk goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen. Om het plan van aanpak te concretiseren, kan de gemeente in kwestie een overeenkomst sluiten met een of meer sociale woonorganisaties of openbare besturen. In die overeenkomst gaan de partijen het engagement aan om in de periode 2014-2016 de maatregelen voor een bijkomend sociaal woonaanbod in de gemeente op te starten. De minister kan zich als derde partij aansluiten bij die overeenkomst. § 2. Op basis van de geactualiseerde gegevens, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 1° en 2°, en de plannen van aanpak, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3°, brengt het agentschap de gemeenten definitief onder in de categorieën 1, 2a en 2b.
Het agentschap bezorgt de minister een lijst met de definitieve indeling in categorieën, vermeld in het eerste lid. Na mededeling aan de Vlaamse Regering keurt de minister de lijst goed. De goedgekeurde lijst wordt bekendgemaakt.
Art. 20/2.§ 1. Een gemeente die definitief wordt ondergebracht in categorie 2b en die geen plan van aanpak als vermeld in artikel 20/1, § 1, eerste lid, 3°, heeft opgemaakt dat positief is beoordeeld door het agentschap, kan een overeenkomst sluiten met een of meer sociale woonorganisaties of openbare besturen. In die overeenkomst gaan de partijen het engagement aan om in de periode 2014-2016 de maatregelen voor een bijkomend sociaal woonaanbod in de gemeente op te starten. De minister kan zich als derde partij aansluiten bij die overeenkomst. § 2. Een gemeente die definitief wordt ondergebracht in categorie 2b, wordt geacht kennelijk onvoldoende inspanningen te leveren om het bindend sociaal objectief te bereiken als vermeld in artikel 22bis, § 2, eerste lid, van de Vlaamse Wooncode als aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan : 1° de gemeente heeft geen plan van aanpak als vermeld in artikel 20/1, § 1, eerste lid, 3°, opgemaakt dat positief is beoordeeld door het agentschap;2° de gemeente heeft geen overeenkomst als vermeld in paragraaf 1 gesloten met een of meer sociale woonorganisaties of openbare besturen. Na mededeling aan de Vlaamse Regering sluit de minister een overeenkomst met een sociale woonorganisatie die bereid is om het vereiste sociaal woonaanbod op het grondgebied van een gemeente als vermeld in het eerste lid, te realiseren. § 3. In de overeenkomst, vermeld in paragraaf 2, tweede lid, wordt bepaald dat de sociale woonorganisatie de minister periodiek een voortgangsrapport bezorgt waarin zij, naast een stand van zaken van de realisatie van het vereiste sociaal woonaanbod, aangeeft in welke mate de gemeente meewerkt aan de implementatie van de overeenkomst. Als een sociaal woonorganisatie van oordeel is dat een gemeente niet of onvoldoende meewerkt, motiveert de sociale woonorganisatie dat in het voortgangsrapport. De sociale woonorganisatie bezorgt de gemeente met een beveiligde zending een afschrift van het voortgangsrapport.
Als een sociale woonorganisatie in een voortgangsrapport als vermeld in het eerste lid, aangeeft dat een gemeente niet of onvoldoende meewerkt, kan de gemeente in kwestie binnen een termijn van een maand, die ingaat op de dag na de kennisgeving, vermeld in het eerste lid, de sociale woonorganisatie met een beveiligde zending een reactie op het voortgangsrapport bezorgen. De gemeente bezorgt de minister een afschrift van de reactie.
Op basis van het voortgangsrapport van de sociale woonorganisatie, vermeld in het eerste lid, en de reactie van de gemeente, vermeld in het tweede lid, beslist de minister of een gemeente haar verplichting tot medewerking aan de implementatie van de overeenkomst, vermeld in paragraaf 2, tweede lid, al dan niet nakomt. Als de minister oordeelt dat de gemeente haar verplichting niet nakomt, kan hij het sanctiemechanisme, vermeld in artikel 22bis, § 2, derde lid, van de Vlaamse Wooncode, in werking stellen.".
Art. 15.In hoofdstuk 3 van hetzelfde besluit wordt het opschrift van afdeling 2 vervangen door wat volgt : "Afdeling 2. Uitvoering van de voortgangstoets in 2014".
Art. 16.Artikel 21 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 21.De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op de voortgangstoets die het agentschap in 2014 uitvoert.".
Art. 17.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 18.In artikel 23 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 1°, wordt de zinsnede "het percentage vergunde sociale huurwoningen op basis van de formule Verg Huur/Obj Huur," vervangen door de zinsnede "het percentage geplande sociale huurwoningen op basis van de formule Plan Huur/Obj Huur,"; 2° in het eerste lid, 1°, wordt punt a) vervangen door wat volgt : "a) Plan Huur : het aantal geplande sociale en daarmee gelijkgestelde huurwoningen, vermeld in artikel 6;"; 3° in het eerste lid, 2°, a), worden de woorden "sociale huurwoningen" vervangen door de woorden "sociale en daarmee gelijkgestelde huurwoningen";4° in het tweede en het derde lid worden de woorden "percentage vergunde sociale huurwoningen" vervangen door de woorden "percentage geplande sociale huurwoningen" en wordt het woord "groeipad" telkens vervangen door het woord "groeiritme".
Art. 19.In artikel 24 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 1°, wordt de zinsnede "het percentage vergunde sociale koopwoningen op basis van de formule Verg Koop/Obj Koop," vervangen door de zinsnede "het percentage geplande sociale koopwoningen op basis van de formule Plan Koop/Obj Koop,"; 2° in het eerste lid, 1°, wordt punt a) vervangen door wat volgt : "a) Plan Koop : het aantal geplande sociale en daarmee gelijkgestelde koopwoningen, vermeld in artikel 6;"; 3° in het eerste lid, 2°, a), worden de woorden "sociale koopwoningen" vervangen door de woorden "sociale en daarmee gelijkgestelde koopwoningen";4° in het tweede lid worden de woorden "percentage vergunde sociale koopwoningen" vervangen door de woorden "percentage geplande sociale koopwoningen" en wordt het woord "groeipad" vervangen door het woord "groeiritme"; 5° het derde lid wordt vervangen door wat volgt : "Een gemeente volgt het groeiritme voor sociale koopwoningen als de som van het percentage geplande sociale koopwoningen en het percentage gerealiseerde sociale koopwoningen groter is dan het groeiritme.".
Art. 20.In artikel 25 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 1°, wordt de zinsnede "het percentage vergunde sociale kavels op basis van de formule Verg Kavel/Obj Kavel," vervangen door de zinsnede "het percentage geplande sociale kavels op basis van de formule Plan Kavel/Obj Kavel,"; 2° in het eerste lid, 1°, wordt punt a) vervangen door wat volgt : "a) Plan Kavel : het aantal geplande sociale en daarmee gelijkgestelde kavels, vermeld in artikel 6;"; 3° in het eerste lid, 2°, a), worden de woorden "sociale kavels" vervangen door de woorden "sociale en daarmee gelijkgestelde kavels";4° het tweede en het derde lid worden opgeheven.
Art. 21.Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 26.Op basis van de resultaten van de berekeningen en vergelijkingen, vermeld in artikel 23 en 24, brengt het agentschap de gemeenten voorlopig onder in een van de volgende categorieën : 1° categorie 1 : gemeenten die het groeiritme voor sociale huurwoningen en het groeiritme voor sociale koopwonigen volgen;2° categorie 2 : gemeenten die het groeiritme voor sociale huurwoningen of het groeiritme voor sociale koopwoningen niet volgen. Het agentschap brengt de gemeenten met een beveiligde zending op de hoogte van de voorlopige indeling in categorieën, vermeld in het eerste lid.".
Art. 22.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 22 juni 2012 en 21 december 2012, wordt een artikel 26/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : "
Art. 26/1.§ 1. Elke gemeente die voorlopig wordt ingedeeld in categorie 2, bezorgt het agentschap met een beveiligde zending een plan van aanpak binnen een termijn van drie maanden die ingaat op de dag na de dag van de kennisgeving, vermeld in artikel 26, tweede lid.
In dat plan van aanpak toont de gemeente aan dat ze voldoende inspanningen levert om het bindend sociaal objectief te bereiken door elk van de volgende opties uit werken : 1° het vooropgestelde sociaal woonaanbod kan volledig gerealiseerd worden door de sociale woonorganisaties of de openbare besturen, vermeld in paragraaf 2;2° de gemeente wendt het instrumentarium voor de verwezenlijking van een sociaal woonaanbod regelmatig aan als vermeld in paragraaf 3, en bereikt voor elk van de prestatievelden, vermeld in paragraaf 4, het minimaal vereiste uitvoeringsniveau. Het plan van aanpak wordt voorafgaandelijk goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen.
In afwijking van het eerste lid is een gemeente er niet toe gehouden een plan van aanpak op te maken als ze in het kader van de voortgangstoets in 2012 een plan van aanpak als vermeld in artikel 20/1, § 1, eerste lid, 3°, heeft opgemaakt dat het agentschap positief heeft beoordeeld of als ze een overeenkomst als vermeld in artikel 20/2, § 1, heeft gesloten met een of meer sociale woonorganisaties of openbare besturen. § 2. Een gemeente toont aan dat het vooropgestelde sociaal woonaanbod volledig en binnen de termijn voor realisatie van de verschillende deelobjectieven gerealiseerd kan worden op gronden van de sociale woonorganisaties of de openbare besturen door het agentschap elk van de volgende documenten te bezorgen : 1° een lijst met gronden in eigendom van de sociale woonorganisaties of de openbare besturen;2° een op het lokaal woonoverleg afgesproken planning voor de realisatie van een bijkomend sociaal woonaanbod op de gronden, vermeld in punt 1°. § 3. Een gemeente wendt het instrumentarium voor de verwezenlijking van een sociaal woonaanbod regelmatig aan als ze elk van de volgende verplichtingen nakomt : 1° de rechtsplicht, vermeld in artikel 4.1.2, § 2, eerste lid, van het decreet Grond- en Pandenbeleid, nakomen; 2° de gezamenlijke oppervlakte berekenen van de onbebouwde bouwgronden en kavels in eigendom van Vlaamse besturen en, in voorkomend geval, van de Vlaamse semipublieke rechtspersonen, vermeld in artikel 7.3.9, eerste en tweede lid, van het decreet Grond- en Pandenbeleid, aan de hand van een geactualiseerd register van onbebouwde percelen als vermeld in artikel 2.2.5 van het voormelde decreet, en een actieprogramma als vermeld in artikel 7.3.9, derde lid, van het voormelde decreet, opmaken en uitvoeren. § 4. Met behoud van de toepassing van paragraaf 3 wordt een gemeente beoordeeld op de onderstaande prestatievelden : 1° voeren van een beleid inzake bestrijding van leegstand van gebouwen en woningen;2° aanwenden van het lokaal woonoverleg, vermeld in artikel 28 van de Vlaamse Wooncode, om het bindend sociaal objectief te bereiken. Voor het prestatieveld, vermeld in het eerste lid, 1°, beschikt de gemeente minimaal over een geactualiseerd leegstandsregister als vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid.
Voor het prestatieveld, vermeld in het eerste lid, 2°, beschikt de gemeente minimaal over een lokaal woonoverleg dat ten minste tweemaal per jaar samenkomt, en een verslag waaruit blijkt dat de gemeente : 1° actief gezocht heeft naar locaties voor sociale woonprojecten; 2° doelgroepen voor sociaal wonen afbakent op basis van wachtlijsten of gegevens van het lokaal sociaal beleid.".
Art. 23.Artikel 27 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 27.Het agentschap brengt de gemeenten die voorlopig ondergebracht zijn in categorie 2, definitief onder in een van de volgende categorieën : 1° categorie 2a : gemeenten die het groeiritme niet volgen, maar voldoende inspanningen leveren om het bindend sociaal objectief te bereiken : a) op basis van de tijdig bezorgde plannen van aanpak, vermeld in artikel 20/1, § 1, eerste lid, 3° ;b) op basis van de tijdig bezorgde plannen van aanpak, vermeld in artikel 26/1;2° categorie 2b : gemeenten die het groeiritme niet volgen en onvoldoende inspanningen leveren om het bindend sociaal objectief te bereiken. Een gemeente die nalaat tijdig een plan van aanpak als vermeld in artikel 26/1, aan het agentschap te bezorgen en daarvoor geen geldige reden opgeeft, wordt ondergebracht in categorie 2b als vermeld in het eerste lid, 2°.
Het agentschap bezorgt de minister een lijst met de gemeenten die ondergebracht worden in categorie 2a en categorie 2b. Na mededeling aan de Vlaamse Regering keurt de minister de lijst goed. De goedgekeurde lijst wordt bekendgemaakt.".
Art. 24.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 22 juni 2012 en 21 december 2012, wordt een artikel 27/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : "
Art. 27/1.§ 1. Een gemeente die definitief wordt ondergebracht in categorie 2b, kan een overeenkomst sluiten met een of meer sociale woonorganisaties of openbare besturen. In die overeenkomst gaan de partijen het engagement aan om in de periode van drie jaar volgend op de datum van sluiting de maatregelen voor een bijkomend sociaal woonaanbod in de gemeente op te starten. De minister kan zich als derde partij aansluiten bij die overeenkomst. § 2. Een gemeente die definitief wordt ingedeeld in categorie 2b en geen overeenkomst als vermeld in paragraaf 1 heeft gesloten, wordt geacht kennelijk onvoldoende inspanningen te leveren om het bindend sociaal objectief te bereiken als vermeld in artikel 22bis, § 2, eerste lid, van de Vlaamse Wooncode.
Na mededeling aan de Vlaamse Regering sluit de minister een overeenkomst met een sociale woonorganisatie die bereid is om het vereiste sociaal woonaanbod op het grondgebied van een gemeente als vermeld in het eerste lid, te realiseren.
Artikel 20/2, § 3, is van overeenkomstige toepassing op de overeenkomst, vermeld in het tweede lid.".
Art. 25.Aan hoofdstuk 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juni 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 22/06/2012 pub. 17/07/2012 numac 2012035795 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 18 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2011 tot bepaling van de nadere regelen voor de opvolging van de realisatie van het bindend sociaal objectief en tot bepaling van de methodologie en de criteria voor de uitvoering van een tweejaarlijkse voortgangstoets en tot inwerkingtreding van artikelen 21 tot en met 27 en artikel 30 van voormeld besluit type besluit van de vlaamse regering prom. 22/06/2012 pub. 27/07/2012 numac 2012204207 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van diverse besluiten wat betreft de integratie van de beleidsondersteunende opdrachten inzake onroerend erfgoed in het agentschap Onroerend Erfgoed sluiten, wordt een afdeling 3, die bestaat uit artikel 27/2 tot en met 27/8, toegevoegd, die luidt als volgt : "Afdeling 3. Uitvoering van voortgangstoetsen na 2014
Art. 27/2.De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op de tweejaarlijkse voortgangstoetsen die het agentschap na 2014 uitvoert.
Art. 27/3.Voor elke gemeente waar het bindend sociaal objectief nog niet is bereikt, berekent het agentschap : 1° het percentage geplande sociale huurwoningen op basis van de formule Plan Huur/Obj Huur, waarbij : a) Plan Huur : het aantal geplande sociale en daarmee gelijkgestelde huurwoningen, vermeld in artikel 6; b) Obj Huur : het gemeentelijk objectief voor sociale huurwoningen, vastgesteld overeenkomstig artikel 4.1.4 van het decreet Grond- en Pandenbeleid; 2° het percentage gerealiseerde sociale huurwoningen op basis van de formule Real Huur/Obj Huur, waarbij : a) Real Huur : het aantal gerealiseerde sociale en daarmee gelijkgestelde huurwoningen in de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december van het jaar voor het jaar waarin de voortgangstoets wordt uitgevoerd; b) Obj Huur : het gemeentelijk objectief voor sociale huurwoningen, vastgesteld overeenkomstig artikel 4.1.4 van het decreet Grond- en Pandenbeleid.
Het percentage geplande sociale huurwoningen, vastgesteld overeenkomstig het eerste lid, 1°, en het percentage gerealiseerde sociale huurwoningen, vastgesteld overeenkomstig het eerste lid, 2°, worden vergeleken met het groeipad voor sociale huurwoningen.
Een gemeente volgt het groeipad voor sociale huurwoningen als aan een of elk van de volgende criteria is voldaan : 1° het percentage gerealiseerde sociale huurwoningen is gelijk aan of groter dan het groeipad;2° de som van het percentage geplande sociale huurwoningen en het percentage gerealiseerde sociale huurwoningen is groter dan het groeipad, verhoogd met 20 procent.
Art. 27/4.Voor elke gemeente waar het bindend sociaal objectief nog niet is bereikt, berekent het agentschap : 1° het percentage geplande sociale koopwoningen op basis van de formule Plan Koop/Obj Koop, waarbij : a) Plan Koop : het aantal geplande sociale en daarmee gelijkgestelde koopwoningen, vermeld in artikel 6; b) Obj Koop : het gemeentelijk objectief voor sociale koopwoningen, vastgesteld overeenkomstig artikel 4.1.5 van het decreet Grond- en Pandenbeleid; 2° het percentage gerealiseerde sociale koopwoningen op basis van de formule Real Koop/Obj Koop, waarbij : a) Real Koop : het aantal gerealiseerde sociale en daarmee gelijkgestelde koopwoningen in de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december van het jaar voor het jaar waarin de voortgangstoets wordt uitgevoerd; b) Obj Koop : het gemeentelijk objectief voor sociale koopwoningen, vastgesteld overeenkomstig artikel 4.1.5 van het decreet Grond- en Pandenbeleid.
Het percentage geplande sociale koopwoningen, vastgesteld overeenkomstig het eerste lid, 1°, en het percentage gerealiseerde sociale koopwoningen, vastgesteld overeenkomstig het eerste lid, 2°, worden vergeleken met het groeipad voor sociale koopwoningen.
Een gemeente volgt het groeipad voor sociale koopwoningen als de som van het percentage geplande sociale koopwoningen en het percentage gerealiseerde sociale koopwoningen groter is dan het groeipad.
Art. 27/5.Voor elke gemeente waar het bindend sociaal objectief nog niet is bereikt, berekent het agentschap : 1° het percentage geplande sociale kavels op basis van de formule Plan Kavel/Obj Kavel, waarbij : a) Plan Kavel : het aantal geplande sociale en daarmee gelijkgestelde kavels, vermeld in artikel 6; b) Obj Kavel : het gemeentelijk objectief voor sociale kavels, vastgesteld overeenkomstig artikel 4.1.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid; 2° het percentage gerealiseerde sociale kavels op basis van de formule Real Kavel/Obj Kavel, waarbij : a) Real Kavel : het aantal gerealiseerde sociale en daarmee gelijkgestelde kavels in de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december van het jaar voor het jaar waarin de voortgangstoets wordt uitgevoerd; b) Obj Kavel : het gemeentelijk objectief voor sociale kavels, vastgesteld overeenkomstig artikel 4.1.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid.
Art. 27/6.§ 1. Op basis van de resultaten van de berekeningen en vergelijkingen, vermeld in artikel 27/3 en 27/4, brengt het agentschap de gemeenten voorlopig onder in een van de volgende categorieën : 1° categorie 1 : gemeenten die het groeipad voor sociale huurwoningen en het groeipad voor sociale koopwoningen volgen;2° categorie 2 : gemeenten die het groeipad voor sociale huurwoningen of het groeipad voor sociale koopwoningen niet volgen. Het agentschap brengt de gemeenten met een beveiligde zending op de hoogte van de voorlopige indeling in categorieën, vermeld in het eerste lid. § 2. In afwijking van paragraaf 1 brengt het agentschap in het kader van de voortgangstoetsen 2018 en 2020 de gemeenten op basis van de resultaten van de berekeningen en vergelijkingen, vermeld in de artikel 27/3, 27/4 en 27/5, en de vergelijkingen, vermeld in het tweede lid, voorlopig onder in een van de volgende categorieën : 1° categorie 1 : gemeenten die het groeipad voor elk van de drie typen sociaal woonaanbod volgen;2° categorie 2 : gemeenten die het groeipad voor een of meer van de drie typen sociaal woonaanbod niet volgen. Het percentage geplande sociale kavels, vastgesteld overeenkomstig artikel 27/5, 1°, en het percentage gerealiseerde sociale kavels, vastgesteld overeenkomstig artikel 27/5, 2°, worden vergeleken met het groeipad voor sociale kavels. Een gemeente volgt het groeipad voor sociale kavels als de som van het percentage geplande sociale kavels en het percentage gerealiseerde sociale kavels groter is dan het groeipad.
Het agentschap brengt de gemeenten met een beveiligde zending op de hoogte van de voorlopige indeling in categorieën, vermeld in het eerste lid. § 3. In afwijking van paragraaf 1 brengt het agentschap in het kader van de voortgangstoets 2022 de gemeenten op basis van de resultaten van de berekeningen en vergelijkingen, vermeld in artikel 27/3, voorlopig onder in een van de volgende categorieën : 1° categorie 1 : gemeenten die het groeipad voor sociale huurwoningen volgen;2° categorie 2 : gemeenten die het groeipad voor sociale huurwoningen niet volgen. Het agentschap brengt de gemeenten met een beveiligde zending op de hoogte van de voorlopige indeling in categorieën, vermeld in het eerste lid.
Art. 27/7.Artikel 26/1 is van overeenkomstige toepassing op de voortgangstoetsen na 2014.
Na mededeling aan de Vlaamse Regering kan de minister het minimaal vereiste uitvoeringsniveau van de prestatievelden, vermeld in artikel 26/1, § 4, verhogen of bijkomende prestatievelden opleggen.
Art. 27/8.Het agentschap brengt de gemeenten die voorlopig ondergebracht zijn in categorie 2, onder in een van de volgende categorieën : 1° categorie 2a : gemeenten die het groeipad niet volgen, maar voldoende inspanningen leveren om het bindend sociaal objectief te bereiken;2° categorie 2b : gemeenten die het groeipad niet volgen en onvoldoende inspanningen leveren om het bindend sociaal objectief te bereiken. Een gemeente die nalaat tijdig een plan van aanpak als vermeld in artikel 26/1, aan het agentschap te bezorgen en daarvoor geen geldige reden opgeeft, wordt ondergebracht in categorie 2b als vermeld in het eerste lid, 2°.
Het agentschap bezorgt de minister een lijst met de gemeenten die ondergebracht worden in categorie 2b. Na mededeling aan de Vlaamse Regering keurt de minister de lijst goed. De goedgekeurde lijst wordt bekendgemaakt.
Artikel 27/1 is van overeenkomstige toepassing.".
Art. 26.Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 28.Op basis van de gegevens over de toe- en afname van het sociaal woonaanbod waarover het agentschap beschikt op 30 april van het jaar waarin een voortgangstoets wordt uitgevoerd, berekent het per gemeente : 1° voor de sociale en daarmee gelijkgestelde huurwoningen de nettotoename ten opzichte van de nulmeting, zijnde het verschil tussen de toename en de afname van sociale huurwoningen;2° voor de sociale en daarmee gelijkgestelde koopwoningen en de sociale en daarmee gelijkgestelde kavels de toename ten opzichte van de nulmeting. Het bindend sociaal objectief van een gemeente is pas bereikt als : 1° voor de sociale en daarmee gelijkgestelde huurwoningen de nettotoename overeenstemt met het objectief voor sociale huurwoningen; 2° voor de sociale en daarmee gelijkgestelde koopwoningen en de sociale en daarmee gelijkgestelde kavels de toename overeenstemt met respectievelijk het objectief voor sociale koopwoningen en het objectief voor sociale kavels.".
Art. 27.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 22 juni 2012 en 21 december 2012, wordt een artikel 29/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : "
Art. 29/1.§ 1. Als het agentschap op basis van de berekening, vermeld in artikel 28, eerste lid, vaststelt dat het sociaal huuraanbod in een gemeente ten minste negen procent bedraagt van het aantal huishoudens op het niveau van de gemeente, zoals opgenomen in de nulmeting, wordt de gemeente daarvan met een beveiligde zending op de hoogte gebracht.
De kennisgeving, vermeld in het eerste lid, geeft de gemeente de mogelijkheid om een sociaal woonbeleidsconvenant als vermeld in artikel 4.1.4, § 3, van het decreet Grond- en Pandenbeleid, te sluiten.
Na mededeling aan de Vlaamse Regering kan de minister een sociaal woonbeleidsconvenant sluiten met een of meer gemeenten als vermeld in het eerste lid. § 2. Als het agentschap op basis van de berekening, vermeld in artikel 28, eerste lid, vaststelt dat het sociaal huuraanbod in een gemeente minder dan negen procent bedraagt van het aantal huishoudens op het niveau van de gemeente, zoals opgenomen in de nulmeting, wordt de gemeente daarvan met een beveiligde zending op de hoogte gebracht.
De kennisgeving, vermeld in het eerste lid, heeft tot gevolg dat de mogelijkheid voor de gemeente om een sociaal woonbeleidsconvenant als vermeld in artikel 4.1.4, § 3, van het decreet Grond- en Pandenbeleid, te sluiten, vervalt. De verplichte toenameregeling, vermeld in artikel 4.1.4, § 1, van het decreet Grond- en Pandenbeleid, wordt van toepassing.".
Art. 28.Artikel 30 van hetzelfde besluit wordt ingetrokken.
Art. 29.In artikel 31 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : "Op basis van de gegevens waarover het agentschap beschikt op 30 april 2021, gaat het agentschap voor elke gemeente na of de deelobjectieven voor sociale koopwoningen en sociale kavels uiterlijk op 31 december 2020 zijn bereikt."; 2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt : "Op basis van de gegevens waarover het agentschap beschikt op 30 april 2024, gaat het voor elke gemeente na of het deelobjectief voor sociale huurwoningen uiterlijk op 31 december 2023 is bereikt."; 3° in het bestaande tweede lid, dat het derde lid wordt, worden de woorden "het eerste lid" vervangen door de woorden "het tweede lid" en worden de woorden "bindend sociaal objectief" telkens vervangen door de woorden "deelobjectief voor sociale huurwoningen".
Art. 30.In artikel 33 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 1°, worden de woorden "sociale huurwoningen" telkens vervangen door de woorden "sociale en daarmee gelijkgestelde huurwoningen";2° in het eerste lid, 2°, worden de woorden "sociale koopwoningen" vervangen door de woorden "sociale en daarmee gelijkgestelde koopwoningen" en worden de woorden "sociale kavels" vervangen door de woorden "sociale en daarmee gelijkgestelde kavels";3° in het tweede lid worden tussen de woorden "de VMSW" en de woorden "een actueel overzicht" de woorden "en bij het VWF" ingevoegd;4° in het tweede lid wordt de zinsnede "vermeld in artikel 11" vervangen door de zinsnede "respectievelijk vermeld in artikel 11 en 11/1". Hoofdstuk 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 oktober 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/10/2013 pub. 25/11/2013 numac 2013206219 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen sluiten houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen
Art. 31.In artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 oktober 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/10/2013 pub. 25/11/2013 numac 2013206219 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen sluiten houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan paragraaf 1, tweede lid, wordt de zinsnede ", uitgezonderd de discrepantie tussen de naam van de verhuurder op het huurcontract en de naam van de verhuurder op het aanvraagformulier" toegevoegd;2° in paragraaf 1, derde lid, worden tussen het woord "brief" en het woord "binnen" de woorden "of per beveiligd elektronisch bericht" ingevoegd;3° in paragraaf 3 worden de woorden "paragraaf 1, derde lid," vervangen door de woorden "paragraaf 2,".
Art. 32.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden tussen het woord "verhuurder" en het woord "brengt" de woorden ", zijn advocaat of de door hem aangestelde gerechtsdeurwaarder" ingevoegd;2° in het tweede lid wordt het woord "tjdige" vervangen door het woord "tijdige";3° in het tweede lid wordt het woord "deurwaarders" vervangen door het woord "gerechtsdeurwaarders";4° in het derde lid worden tussen het woord "brief" en het woord "van" de woorden "of per beveiligd elektronisch bericht" ingevoegd.
Art. 33.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden tussen het woord "verhuurder" en het woord "brengt" de woorden "of zijn advocaat" ingevoegd;2° in het eerste lid wordt het woord "vermeld" vervangen door het woord "bedoeld".
Art. 34.In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid worden de woorden "bij de ontbinding van de huurovereenkomst" vervangen door de woorden "op het moment van de eerste uitbetaling van de tegemoetkoming door het Fonds";2° in het tweede lid, 2°, worden de woorden "de huurder" opgeheven.
Art. 35.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden tussen het getal "15" en het woord "waarvan" de woorden ", tweede, derde en vierde lid," ingevoegd.
Hoofdstuk 4. - Slotbepalingen
Art. 36.Artikel 14 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013.
Artikel 17 en 35 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2014.
Art. 37.De Vlaamse minister, bevoegd voor wonen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 4 april 2014.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, F. VAN DEN BOSSCHE
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld