gepubliceerd op 16 februari 2024
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs met betrekking tot de digitalisering en operationalisering van de specifieke procedure voor uitzonderlijk zittenblijven in het derde leerjaar van het kleuteronderwijs
14 DECEMBER 2023. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs met betrekking tot de digitalisering en operationalisering van de specifieke procedure voor uitzonderlijk zittenblijven in het derde leerjaar van het kleuteronderwijs
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, de artikelen 1.10.2-2, § 6, vierde en derde lid, 1.10.4-12, § 1, 7°, 2.3.1-11, § 1, tweede lid, § 2, § 4, tweede en derde lid, § 6, tweede lid, 2.3.1-14, vierde lid, 2.3.1-18, § 4, tweede lid, en 2.3.1-20, §§ 2 tot en met 9, respectievelijk gewijzigd en ingevoegd bij het
decreet van 20 juli 2023Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
20/07/2023
pub.
10/01/2024
numac
2023045327
bron
ministerie van de franse gemeenschap
Decreet betreffende de digitalisering en operationalisering van de procedures voor uitzonderlijk zittenblijven die van toepassing zijn tijdens het traject van de leerling in de gemeenschappelijke kern
sluiten betreffende de digitalisering en operationalisering van de procedures voor uitzonderlijk zittenblijven die van toepassing zijn tijdens het traject van de leerling in de gemeenschappelijke kern;
Gelet op de « gendertest » van 26 mei 2023 uitgevoerd met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 juli 2023;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 20 juli 2023;
Gelet op de raadpleging 14 september 2023 van de representatieve ouderverenigingen en ouderverenigingen van leerlingen van artikel 1.6.6-3 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, en tot instelling van de gemeenschappelijke kern;
Gelet op het protocol voor vakbondsonderhandeling van 11 en 20 september 20023 in het onderhandelingscomité van Sector IX, het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten - afdeling II en het onderhandelingscomité voor het statuut van het personeel van het gesubsidieerd vrij onderwijs overeenkomstig de procedures van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel die onder deze overheid ressorteren, gesloten op 28 september 2023;
Gelet op het onderhandelingsprotocol gevoerd op 12 september 2023 met het onderhandelingscomité tussen de Regering en Wallonie Bruxelles Enseignement en de federaties van inrichtende machten bedoeld in artikel 1.6.5-6 en volgende van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, gesloten op 29 september 2023;
Gelet op het standaardadvies nr. 65/2023 van 24 maart 2023 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, uitgebracht op 3 oktober 2023, overeenkomstig artikel 23 van de wet van 3 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/12/2017 pub. 10/01/2018 numac 2017031916 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit sluiten tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit;
Gelet op de aanvraag om advies van de Raad van State binnen een termijn van 30 dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de aanvraag om advies op 12 oktober 2023 ingeschreven werd in de rol van de afdeling wetgeving van de Raad van State onder het nummer 74.656/2;
Gelet op de beslissing van de afdeling wetgeving van 17 oktober 2023 om geen advies te geven binnen de gevraagde termijn, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Onderwijs;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Wetboek : het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs;2° werkdagen: maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag, met uitzondering van de dagen die op een feestdag vallen; 3° ouder : de ouder, zoals bepaald in artikel 1.3.1-1, 45°, van het Wetboek; 4° tabblad betreffende de indiening van een verzoek tot zittenblijven : het tabblad bedoeld in artikel 2.3.1-20, § 2, van het Wetboek; 5° tabblad met betrekking tot het beroep van de ouders : de rubriek bedoeld in artikel 2.3.1-20, § 6, van het Wetboek. HOOFDSTUK 2. - Documenten met betrekking tot de specifieke procedure voor uitzonderlijk zittenblijven in het derde leerjaar van het kleuteronderwijs
Art. 2.Het schema van de onderafdeling "specifieke procedure voor uitzonderlijk zittenblijven in het derde leerjaar van het kleuteronderwijs" van het DAccE waarnaar verwezen wordt in artikel 2.3.1-20, § 9, van het Wetboek wordt opgenomen in bijlage 1.
Het model van document voor het formaliseren van de indiening van de verzoek tot uitzonderlijk zittenblijven in het derde leerjaar van het kleuteronderwijs door de directeur van de school of van het PMS-centrum bedoeld in artikel 2.3.1-11, § 1, tweede lid van het Wetboek, wordt opgenomen in bijlage 2.
Het model van formulier voor een aanvraag tot afstand van het verzoek tot uitzonderlijk zittenblijven in het derde leerjaar van het kleuteronderwijs bedoeld in artikel 2.3.1-11, § 6, van het Wetboek wordt opgenomen in bijlage 3.
Het model van formulier voor een aanvraag tot indiening van een beroep tegen de beslissing van de Algemene Inspectiedienst tot weigering van de opvolging van een extra jaar in het derde leerjaar van het kleuteronderwijs, zoals bedoeld in artikel 2.3.1-14, vierde lid, van het Wetboek, wordt opgenomen in bijlage 4.
Het model van formulier voor de aanvraag van een gedrukte kopie van de gegevens die opgenomen worden in de onderafdeling "specifieke procedure voor uitzonderlijk zittenblijven in het derde leerjaar van het kleuteronderwijs" bedoeld in artikel 2.3.1-11, § 4, derde lid, wordt opgenomen in bijlage 5.
Het model voor het kopiëren van de gegevens uit de afdrukbare versie van de onderafdeling "specifieke procedure voor uitzonderlijk zittenblijven in het derde leerjaar van het kleuteronderwijs" bedoeld in artikel 2.3.1-11, § 4, derde lid, is opgenomen in bijlage 6.
Art. 3.§ 1. Overeenkomstig artikel 2.3.1-11, § 2, van het Wetboek volgen hierna de specialisten bevoegd om het medisch, paramedisch of psychomedisch attest op te stellen : 1° de logopedist;2° de neuroloog;3° de kinderneuroloog;4° de zenuwarts;5° de neuropsycholoog;6° keel-, neus- en oorarts;7° de kinderarts;8° de psychiater. Wanneer het attest door een multidisciplinair medisch team wordt opgesteld, moet het attest worden ondertekend door een lid van een van de beroepen bedoeld in het eerste lid.
Om conform te zijn bevat het attest bedoeld in het eerste lid de volgende informatie : 1° titel (rubriek) ;2° identificatie van de auteur van het document ;3° beroep van de auteur ;4° datum van ondertekening ;5° handtekening van de auteur. § 2. In het geval dat ouders het verzoek tot uitzonderlijk zittenblijven in het derde jaar van het kleuteronderwijs indienen via het tabblad met betrekking tot het indienen van een verzoek tot zittenblijven, overeenkomstig artikel 2.3.1-11, § 1r, eerste lid, van het Wetboek, bevat de DAccE computerapplicatie informatie waarmee de ouders geïnformeerd worden dat het attest bedoeld in artikel 2.3.1-11, § 2, van het Wetboek evenals, in voorkomend geval, de informatie dat de leerling van een protocol voor redelijke aanpassingen bedoeld in artikel geniet, zoals bedoeld in artikel 1.10.2-2, § 4, tweede lid, 2°, f), van het Wetboek, in voorkomend geval kunnen worden geraadpleegd : 1° binnen de onderafdeling "specifieke procedure voor uitzonderlijk zittenblijven in het derde leerjaar van het kleuteronderwijs": door elke DAccE-gebruiker met toegang tot de onderafdeling, in het kader van de behandeling van de aanvraag tot uitzonderlijk zittenblijven in het derde leerjaar van het kleuteronderwijs, volgens de nadere regels bepaald in artikel 2.3.1-21, § 3, van het Wetboek; 2° in de rubriek met betrekking tot de historiek van de procedure voor uitzonderlijk zittenblijven in het derde leerjaar van het kleuteronderwijs in de onderafdeling "historiek van de procedures": door elke gebruiker van DAccE die toegang heeft tot de rubriek, volgens de nadere regels bepaald in artikel 2.3.1-24, § 2, van het Wetboek. § 3. Als de ouders de aanvraag voor uitzonderlijk zittenblijven in het derde jaar kleuteronderwijs indienen via de schooldirectie of het PMS-centrum, overeenkomstig artikel 2.3.1-11, § 1, tweede lid van het Wetboek, gebruiken ze het formulier voor het indienen van een aanvraag tot zittenblijven bedoeld in artikel 2, tweede lid.
Het formulier bedoeld in het vorige lid bevat informatie waarmee de ouders ervan op de hoogte worden gebracht dat het attest bedoeld in artikel 2.3.1-11, § 2, van het Wetboek en de informatie dat de leerling een protocol voor redelijke aanpassingen geniet, zoals bedoeld in artikel 1.10.2-2, § 4, tweede lid, 2°, f), van het Wetboek, in voorkomend geval kunnen worden geraadpleegd : 1° binnen het subonderdeel "specifieke procedure voor uitzonderlijk zittenblijven in het derde leerjaar van het kleuteronderwijs": door elke DAccE-gebruiker met toegang tot het subonderdeel, in het kader van de verwerking van de aanvraag tot uitzonderlijk zittenblijven in het derde leerjaar van het kleuteronderwijs, volgens de nadere regels bepaald in artikel 2.3.1-21, § 3, van het Wetboek ; 2° in de rubriek met betrekking tot de historiek van de procedure voor uitzonderlijk zittenblijven in het derde leerjaar van het kleuteronderwijs in het subonderdeel "historiek van de procedures": door elke gebruiker van DAccE die toegang heeft tot de rubriek, volgens de nadere regels bepaald in artikel 2.3.1-24, § 2, van het Wetboek.
De directeur van de school of van het PMS-centrum voert de informatie in op het tabblad voor het indienen van een verzoek tot zittenblijven : 1° het formulier voor de indiening van een verzoek tot uitzonderlijk zittenblijven in het derde leerjaar van het kleuteronderwijs bedoeld in het eerste lid, naar behoren ingevuld en ondertekend binnen de termijnen bepaald in artikel 2.3.1-11, § 1, eerste lider, van het Wetboek; 2° het attest bedoeld in artikel 2.3.1-11, § 2 van het Wetboek. § 4. Alleen documenten in PDF-formaat kunnen worden gedownload in DAccE.
Art. 4.Indien de ouders via de directie van de school of van het PMS centrum een verzoek indienen om af te zien van het verzoek tot uitzonderlijk zittenblijven in het derde leerjaar van het kleuteronderwijs, maken zij gebruik van het formulier van het verzoek tot afstand bedoeld in artikel 2, derde lid.
De directeur van de school of van het PMS-centrum gaat binnen de termijn bedoeld in artikel 2.3.1-11, § 6, tweede lid, van het Wetboek over tot de afstand via de rubriek die betrekking heeft op de indiening van een verzoek tot zittenblijven. Hij voert het naar behoren ingevulde en ondertekende formulier bedoeld in het eerste lid in bij DAccE.
Art. 5.§ 1. Indien de ouders een beroep indienen tegen de beslissing van de Algemene Inspectiedienst via het tabblad betreffende het beroep van de ouders, overeenkomstig artikel 2.3.1-14, eerste lid, van het Wetboek, bevat het computerprogramma van de DAccE informatie waarmee de ouders ervan op de hoogte worden gebracht dat alle informatie die is gecodeerd en gedownload ter staving van hun beroep, zoals bedoeld in artikel 2.3.1-20, § 6, van het Wetboek en, indien van toepassing, de informatie dat de leerling in aanmerking komt voor een protocol voor redelijke aanpassingen zoals bedoeld in artikel 1.10.2-2, § 4, lid 2, 2°, f), van de Code, geraadpleegd kunnen worden : 1° binnen de onderafdeling "specifieke procedure voor uitzonderlijk zittenblijven in het derde leerjaar van het kleuteronderwijs": door elke DAccE-gebruiker met toegang tot de onderafdeling in het kader van de behandeling van het beroep, volgens de nadere regels bepaald in artikel 2.3.1-21, § 3, van het Wetboek; 2° in de rubriek met betrekking tot de historiek van de procedure voor uitzonderlijk zittenblijven in het derde leerjaar van het kleuteronderwijs van de onderafdeling "historiek van de procedures": door elke gebruiker van DAccE die toegang heeft tot de rubriek, volgens de nadere regels bepaald in artikel 2.3.1-24, § 2, van het Wetboek. § 2. Indien de ouders een beroep indienen tegen de beslissing van de Algemene Inspectiedienst via de directie van de school of van het PMS-centrum, overeenkomstig artikel 2.3.1-14, vierde lid, van het Wetboek, moeten zij dit doen via het formulier voor de aanvraag tot indiening van het beroep bedoeld in artikel 2, vierde lid.
Het formulier bedoeld in het eerste lid bevat informatie waarmee de ouders op de hoogte worden gebracht van de documenten die zij ter ondersteuning van hun beroep willen meedelen aan de Kamer van Beroep en, in voorkomend geval, de informatie dat de leerling in aanmerking komt voor een protocol voor redelijke aanpassingen, zoals bedoeld in artikel 1.10.2-2, § 4, tweede lid, 2°, f) van het Wetboek : 1° binnen de onderafdeling "specifieke procedure voor uitzonderlijk zittenblijven in het derde leerjaar van het kleuteronderwijs": door elke DAccE-gebruiker met toegang tot de onderafdeling in het kader van de behandeling van het beroep, volgens de nadere regels bepaald in artikel 2.3.1-21, § 3, van het Wetboek; 2° in de rubriek met betrekking tot de historiek van de procedure voor uitzonderlijk zittenblijven in het derde leerjaar van het kleuteronderwijs in de onderafdeling "historiek van de procedures": door elke gebruiker van DAccE die toegang heeft tot de rubriek, volgens de nadere regels bepaald in artikel 2.3.1-24, § 2, van het Wetboek.
De directeur van de school of van het PMS-centrum dient gezamenlijk de documenten bedoeld in het tweede lid en het formulier bedoeld in het eerste lid, naar behoren ingevuld en ondertekend, in binnen de termijnen bepaal in artikel 2.3.1-14, tweede lid, van het Wetboek. § 3. Alleen documenten in PDF-formaat kunnen worden gedownload in DAccE.
Art. 6.In overeenstemming met artikel 2.3.1-11, § 4, tweede lid van het Wetboek, kunnen de ouders op gewoon verzoek bij de school of het PMS-centrum de gegevens uit de onderafdeling "specifieke procedure voor uitzonderlijk zittenblijven in het derde kleuteronderwijs" raadplegen.
In overeenstemming met artikel 2.3.1-11, § 4, derde lid van het Wetboek kunnen de ouders een gedrukte kopie aanvragen van de gegevens in de onderafdeling "specifieke procedure voor uitzonderlijk zittenblijven het derde kleuteronderwijsjaar" door middel van het formulier bedoeld in artikel 2, vijfde lid.
De directeur van de school of van het PMS-centrum willigt de verzoeken van de ouders bedoeld in het eerste en tweede lid binnen twee werkdagen in. Wanneer de aanvraag van de ouders ingediend wordt tijdens een periode waarin de school of het PMS-centrum gesloten is, willigt de directeur van de school of van het PMS-centrum de verzoeken van de ouders in binnen twee werkdagen na de heropening van de school of van het PMS-centrum. HOOFDSTUK 3 - De netoverschrijdende Kamer van beroep voor het onderzoeken van beroepen tegen beslissingen tot weigering van een extra jaar in het derde leerjaar van het kleuteronderwijs
Art. 7.§ 1. De Kamer van Beroep waarnaar wordt verwezen in artikel 2.3.1-18 van het Wetboek is gevestigd bij de Algemene Administratie Onderwijs, binnen de Algemene Directie voor de sturing van het onderwijsstelsel.
Het secretariaat wordt waargenomen door de personeelsleden van de Algemene Directie voor de sturing van het onderwijsstelsel. § 2. Bij aftreden of overlijden van een lid wordt een plaatsvervanger aangesteld. Het aldus aangestelde lid zet de opdracht van zijn voorganger voort.
Een lid treedt van rechtswege af als hij de hoedanigheid verliest waarvoor hij is aangesteld. § 3. Voor zover dit concept op hen van toepassing is, worden de leden geacht in dienstactiviteit te zijn wanneer ze zitting hebben in de Kamer van beroep.
De leden van de Kamer van Beroep bedoeld in artikel 2.3.1-18, § 2, eerste lid, 2° tot 7°, van het Wetboek hebben recht op de terugbetaling van hun reiskosten onder de voorwaarden die van toepassing zijn op de personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.
De leden van de Kamer van Beroep bedoeld in artikel 2.3.1-18, § 2, eerste lid, 2° tot 7°, van het Wetboek ontvangen een vergoeding van 104,89 euro bruto per aanwezigheidsdag. Dit bedrag is gekoppeld aan de spilindex 138,01.
Een volledige dag omvat minimaal zes uur prestaties. Een halve dag omvat minimaal drie uur prestaties.
Wanneer het werkend lid wordt vervangen door zijn plaatsvervanger, wordt de vergoeding toegekend aan de plaatsvervanger. § 4. De vergaderingen van de Kamer van Beroep worden gehouden ten zetel van de Algemene Directie voor de sturing van het onderwijssysteem of op een andere plaats die in de oproepingsbrief is vermeld. § 5. Het secretariaat stuurt de oproepingsbrieven ten minste zeven werkdagen voor de vergadering elektronisch naar de leden. De oproepingsbrieven vermelden de agenda en bevat alle nuttige informatie voor de vergadering.
In afwijking van het eerste lid kan de voorzitter in dringende gevallen de termijn van de oproeping verkorten tot twee werkdagen. § 6. De Kamer van Beroep stelt een huishoudelijk reglement op dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de minister die belast is met het leerplichtonderwijs.
Het huishoudelijk reglement vermeldt minstens de noodzaak om de vertrouwelijkheid van de debatten na te leven, de mogelijkheid om personen uit te nodigen en de noodzaak voor de leden van de Kamer van Beroep om zichzelf spontaan op te zeggen wanneer ze zich in een van de situaties bevinden voorzien in artikel 2.3.1-18, § 3, vierde lid van het Wetboek. § 7. Elk jaar stelt de Kamer van Beroep een activiteitenverslag op, dat ze opstuurt naar de Algemene Directie Leerplichtonderwijs en naar de minister die belast is met leerplichtonderwijs. HOOFDSTUK 4. - Wijzigingsbepalingen
Art. 8.Artikel 10 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 10 november 2022 tot uitvoering van het Wetboek van het basis- en secundair onderwijs met betrekking tot het leerlingenbegeleidingsdossier (DAccE) wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidend als volgt : « § 3. De creatie van toegangen door de diensten van de Regering overeenkomstig artikel 1.10.3-1, § 2, tweede lid, van het Wetboek is onderworpen aan de volgende voorwaarden: 1° de bevestiging van de schoolinschrijving van de leerling in de databanken van de diensten van de Regering; 2° de identificatie van de persoon en de authentificatie met zekerheid van de betrokken persoon dankzij de gegevens uit het nationaal register overeenkomstig artikel 1.10.4-1, tweede lid, van het Wetboek ; 3° in het geval van ouders, met zekerheid vast te stellen dat de betrokken persoon wel degelijk de rol van ouder uitoefent ten aanzien van de leerling in de zin van artikel 1.3.1-1, 45°, van het Wetboek, dankzij de gegevens uit het nationaal register overeenkomstig artikel 1.10.4-1, tweede lid, van het Wetboek.
Personen die een toegang wensen tot DAccE van een leerling en die niet zijn opgenomen in de gegevens van het nationaal register, dienen een verzoek in bij de ambtenaar-generaal bedoeld in artikel 2. Alvorens een toegang te creëren, controleren de diensten van de regering of de aanvrager voldoet aan de voorwaarden bedoeld in het eerste lid. Op verzoek van de diensten van de regering verstrekt de aanvrager de documenten die vereist zijn voor deze controle.
Alvorens een toegang te creëren of te heropenen, voeren de diensten van de regering de nodige controles uit wanneer zij een kennisgeving ontvangen van een gerechtelijke beslissing met betrekking tot de uitoefening van het ouderlijk gezag of de meerderjarigheid en die een impact heeft op de toegang tot Dacc zoals bedoeld in artikel 1.10.3-1, § 2, derde lid, van het Wetboek. ».
Art. 9.In hetzelfde besluit wordt een artikel 13/1 ingevoegd, luidend als volgt : «
Artikel 13/1.Ter uitvoering van artikel 13 van het decreet van 31 maart 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2022 pub. 27/05/2022 numac 2022040819 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot aanlegging van het begeleidingsdossier voor de leerling sluiten tot aanlegging van het begeleidingsdossier voor de leerling (DAccE) treden artikel 1.10.3-1, § 2, tweede lid, artikel 1.10.3-2, § 9, 1° tot 3°, en artikel 1.10.4 - 10, § 1, van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs in werking op 1 november 2023".
Art. 10.In hetzelfde besluit wordt bijlage 1 vervangen door bijlage 7 bij dit besluit.
Art. 11.In hetzelfde besluit wordt bijlage 2 vervangen door bijlage 8 bij dit besluit.
Art. 12.In hetzelfde besluit wordt bijlage 3 vervangen door bijlage 9 bij dit besluit.
Art. 13.In hetzelfde besluit wordt een bijlage 4 ingevoegd die als bijlage 10 bij dit besluit is gevoegd. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 14 december 2023.
Art. 15.De Minister van Leerplichtonderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 14 december 2023.
De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, Sport en Onderwijs voor sociale promotie, P.-Y. JEHOLET De Minister van Onderwijs, C. DESIR
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld