gepubliceerd op 12 december 2022
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de criteria en de nadere regels voor de toekenning van werkingssubsidies aan nabijheidsmedia
13 OKTOBER 2022. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de criteria en de nadere regels voor de toekenning van werkingssubsidies aan nabijheidsmedia
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het
decreet van 4 februari 2021Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
04/02/2021
pub.
26/03/2021
numac
2021020568
bron
ministerie van de franse gemeenschap
Decreet betreffende audiovisuele mediadiensten en videoplatformdiensten
sluiten betreffende audiovisuele mediadiensten en videoplatformdiensten, artikel 3.2.4-1 ;
Gelet op het besluit van 15 september 2006 tot vaststelling van de criteria en de nadere regels voor de toekenning van werkingssubsidies aan lokale televisiezenders;
Gelet op het advies nr. 01-2022 van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector, gevraagd op 4 april 2022 en gegeven op 2 juni 2022, met toepassing van artikel 9.1.2-1., § 1er, 4°, van het bovenvermeld decreet;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 juli 2022 ;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 14 juli 2022 ;
Gelet op de « gendertest » van 8 juli 2022 uitgevoerd met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap ;
Gelet op het advies 72.008/4 van de Raad van State, gegeven op 28 september 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 ;
Op de voordracht van de Minister van Media ;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet : het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 februari 2021 betreffende audiovisuele mediadiensten en videoplatformdiensten;2° Regering : de Regering van de Franse Gemeenschap;3° Minister : de Minister van Media ;4° Secretariaat-generaal : het Secretariaat-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap ; 5° eigen productie in eerste uitzending : productie gedeeltelijk samengesteld en gemaakt door en onder controle van het personeel van nabijheidsmedia in partnerschap met andere rechtspersonen of natuurlijke personen en die beantwoordt aan de opdrachten van openbare dienst bedoeld in artikel 3.2.1-2 van het decreet; 6° coproductie in eerste uitzending : productie gedeeltelijk samengesteld en gemaakt door en onder controle van het personeel van nabijheidsmedia in partnerschap met andere rechtspersonen of natuurlijke personen en die beantwoordt aan de opdrachten van openbare dienst bedoeld in artikel 3.2.1-2 van het decreet.
Art. 2.De toekenning van de werkingssubsidie bedoeld in artikel 3.2.4-1, § 1 van het decreet hangt af van de voorlegging door de nabijheidsmedia van de volgende documenten : 1° de resultatenrekeningen en de balans vastgesteld op 31 december van het afgelopen boekjaar en goedgekeurd door de algemene vergadering. Onverminderd de wets- en regelgevingsbepalingen betreffende de boekhouding van vennootschappen en verenigingen, organiseert de nabijheidsmedia, wanneer ze is opgericht als een vereniging zonder winstoogmerk, haar dubbele boekhouding in overeenstemming met het minimum genormaliseerd rekeningenstelsel opgenomen in bijlage 1 van dit besluit en presenteert haar balans volgens de tabel in bijlage 2 evenals haar resultatenrekening overeenkomstig de tabel opgenomen in bijlage 3. Indien de nabijheidsmedia niet onder het toepassingsgebied valt van artikel 3:47, § 6, van de wet van 23 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2019 pub. 04/04/2019 numac 2019040586 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen sluiten tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, kan zij haar balans voorstellen volgens de tabel in bijlage 4 en haar resultatenrekening volgens de tabel in bijlage 5 ; 2° het activiteitenverslag bedoeld in artikel 3.2.1-4, § 1, 15°, van het decreet betreffende het afgelopen jaar, voorgesteld overeenkomstig het model vastgesteld door de Minister, na overleg met de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector ; 3° een ontwerpbegroting voor het jaar waarop de werkingssubsidie betrekking heeft. Deze documenten worden bezorgd aan de Minister en aan het Secretariaat-generaal binnen de termijn voorgeschreven in artikel 3.2.4-1, § 3, van het decreet.
Art. 3.Met het oog op de berekening van het bedrag van haar subsidie is de nabijheidsmedia ertoe gehouden in haar activiteitenverslag de volgende informatie op te nemen : 1° het totale volume, in minuten berekend, van de eigen productie in eerste uitzending gedurende het jaar van het activiteitenverslag met bepaling, voor elk geproduceerd programma, van de datum van de eerste uitzending, de duur en de frequentie van de productie;2° het totale volume, in minuten berekend, van de coproducties in eerste uitzending gedurende het jaar van het activiteitenverslag met bepaling voor elke coproductie van de datum van de eerste uitzending, de duur, de frequentie en het globale deel van de nabijheidsmedia.
Art. 4.§ 1. De Regering kent jaarlijks de nabijheidsmedia werkingssubsidies op de kredieten van de BA 33.10.33 van de organisatie-afdeling 25 van de uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap volgens de nadere regels bedoeld in de paragrafen 2 en 3. § 2. Een eerste basisrekening wordt verricht volgens de volgende nadere regels : 1° elke nabijheidsmedia die de vergunning heeft gekregen, ontvangt een vaste subsidie van 194.090,38 EUR. Dat vaste bedrag wordt jaarlijks aangepast, de eerste keer in 2023 op grond van het indexcijfer januari 2022 = 100, volgens de schommeling van het gewone indexcijfer van de consumptieprijzen, bepaald bij de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten; 2° het saldo van de beschikbare kredieten na aftrek van het totaal van de vaste subsidies die met toepassing van punt 1° werden toegekend, wordt over de nabijheidsmedia die de vergunning heeft gekregen, verdeeld op grond van de volgende kwantitatieve criteria : a) een deel dat gelijk is aan 45% van het saldo wordt verdeeld in functie van het gemiddelde wekelijkse volume eigen productie (VEP) in minuten berekend over een referentieperiode van twee jaar vanaf 1 januari van het derde jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarin de subsidie wordt toegekend;b) een deel dat gelijk is aan 25 % van het saldo wordt verdeeld op grond van het aantal inwoners die in de dekkingszone van de nabijheidsmedia wonen;c) een deel dat gelijk is aan 20 % van het saldo wordt verdeeld op grond van de nettoloonmassa (NLM) van het tweede jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarin de subsidie wordt toegekend. De nettoloonmassa (NLM) wordt berekend door het totaal van de rechtstreeks voor arbeidsbemiddeling bestemde subsidies (TAS) af te trekken van de globale loonmassa (GLM).
Die berekening gaat uit van de resultatenrekening van de nabijheidsmedia volgens de volgende formule : o GLM = rekening 62 "Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen" + rekening 617 "Uitzendpersoneel en ter beschikking gesteld personeel" + rekening 619 "Andere bezoldigingen & vergoedingen"; o TAS = rekening 7373 (a) "Brussel - Andere subsidies - Arbeidsbemiddelingsbeleid" + rekening 7374 (a) "RW - Andere subsidies - Arbeidsbemiddelingsbeleid" + rekening 7375 (i) "CFWB - Andere subsidies - Decreet betreffende de non profitsector" + rekening 7376 (a) "Andere subsidies van de Federale Staat - Arbeidsbemiddelingsbeleid" + rekening 7377 "Andere subsidies - tegemoetkomingen van het Fonds Maribel » ; o NLM = GLM - TAS; d) een deel dat gelijk is aan 10 % van het saldo wordt verdeeld op grond van de productiviteit.De productiviteit wordt berekend door het in 2°, a) bedoelde VEP door de in c) bedoelde GLM te delen. § 3. De werkingssubsidies die met toepassing van § 2 worden berekend, worden vervolgens aangepast als volgt : 1° indien de evolutie van de globale kredieten die voor de werkingssubsidies bestemd zijn, vergeleken met het vorige jaar : a) hoger is dan of gelijk is aan 1%, wordt de werkingssubsidie van elke nabijheidsmedia herleid tot het niveau van de subsidie van het vorige jaar, vermeerderd met 1 %;b) tussen 0 % en 1 % ligt, wordt de werkingssubsidie van elke nabijheidsmedia herleid tot de subsidie van het vorige jaar, vermeerderd met het evolutiepercentage van de globale kredieten;c) gelijk is aan nul, wordt de werkingssubsidie van elke nabijheidsmedia herleid tot de subsidie van het vorige jaar;d) negatief is, wordt de werkingssubsidie van elke nabijheidsmedia herleid tot de subsidie van het vorige jaar, verminderd met het evolutiepercentage van de globale kredieten;2° indien een met toepassing van § 2 berekende werkingssubsidie hoger is dan de met toepassing van § 3, 1°, a) berekende werkingssubsidie, stemt de aan de nabijheidsmedia toegekende subsidie overeen met de met toepassing van § 2 berekende subsidie, waarvan het evolutiepercentage, vergeleken met het vorige jaar, het volgende maximum bedraagt : a) 1 %, als de evolutie van de globale kredieten, vergeleken met het vorige jaar, tussen 1 % en 1,49 % ligt;b) 1,5 %, als de evolutie van de globale kredieten, vergeleken met het vorige jaar, tussen 1,5 % en 1,99 % ligt;c) 2 %, als de evolutie van de globale kredieten, vergeleken met het vorige jaar, tussen 2 % en 2,99 % ligt;d) 2,5 %, als de evolutie van de globale kredieten, vergeleken met het vorige jaar, hoger is dan of gelijk is aan 3 %;3° het saldo van de beschikbare kredieten na aftrek van het totaal van de subsidies die met toepassing van de punten 1° en 2° van deze paragraaf werden berekend, wordt verdeeld over de nabijheidsmedia waarvan de subsidie die met toepassing van de punten 1° en 2° van deze paragraaf werd gekregen, lager is dan een bedrag, hierna referentiebedrag genoemd, dat het resultaat is van de vermenigvuldiging van het bedrag van de globale kredieten met het deel, hierna referentiedeel genoemd, dat de subsidie van de nabijheidsmedia voor het jaar 2011 vertegenwoordigde in de globale kredieten van datzelfde jaar, met andere woorden de volgende formule : Referentiebedrag = globale kredieten van het jaar n x referentiedeel. Het referentiedeel voor elke nabijheidsmedia is de volgende :
ANTENNE CENTRE ASBL
7,95%
CANAL C ASBL
8,33%
CANAL ZOOM, TELEVISION LOCALE DE GEMBLOUX, CHASTRES, PERWEZ ET WALHAIN ASBL
4,67%
NO TELE ASBL
11,69%
R.T.C.-RADIO-TELEVISION-CULTURE ASBL
11,14%
BX1 ASBL
11,41%
TELEVISION LOCALE MONS - BORINAGE ASBL (TELE MB)
7,40%
TELEVISION, EDUCATION, ANIMATION, CULTURE ASBL (TELESAMBRE T.E.A.C.)
9,33%
VEDIA ASBL
6,89%
T.V. COM. ASBL
7,21%
TV LUX ASBL
6,99%
MATELE ASBL
6,99%
De verdeling van het saldo van de beschikbare kredieten geschiedt in verhouding tot het deel dat het verschil uitmaakt tussen de subsidie die met toepassing van de punten 1° en 2° van deze paragraaf werd gekregen en het referentiebedrag, vergeleken met de som van de aldus door de betrokken nabijheidsmedia gekregen verschillen.
De aldus berekende bedragen kunnen niet hoger zijn dan het bedrag van het verschil tussen de met toepassing van de punten 1° en 2° van deze paragraaf gekregen subsidie en het referentiebedrag; 4° het saldo van de kredieten die beschikbaar is na toepassing van punt 3° van deze paragraaf wordt verdeeld over alle nabijheidsmedia in verhouding tot het deel vertegenwoordigd door de subsidie van elke nabijheidsmedia die wordt gekregen met toepassing van de punten 1° tot 3° van deze paragraaf, vergeleken met de som van de subsidies die door het geheel van de nabijheidsmedia aldus wordt gekregen.
Art. 5.§ 1. Naast de werkingssubsidies die worden toegekend volgens de nadere regels bedoeld in artikel 4, kan de regering jaarlijks bijkomende werkingssubsidies toekennen die specifiek bestemd zijn voor de digitale ontwikkeling van de nabijheidsmedia.
Hiervoor wordt jaarlijks in totaal 1.080.000 euro voorbehouden op het BA 33.10.33 van organisatie-afdeling 25 van de uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap. Dit bedrag wordt jaarlijks en voor het eerst in 2023 aangepast volgens de evolutie van het gewone indexcijfer van de consumptieprijzen bepaald door de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten (basis januari 2022 = 100).
Het bedrag bedoeld in het tweede lid wordt jaarlijks verdeeld onder alle nabijheidsmedia naar rato van het aandeel van de subsidie per nabijheidsmedia verkregen op grond van artikel 4 in verhouding tot de som van de aldus door alle nabijheidsmedia verkregen subsidies. § 2. Subsidies toegekend met toepassing van § 1 zijn bestemd voor: 1° voor minstens 20% van het geïnde bedrag, aan coproductieprojecten tussen meerdere nabijheidsmedia of met actoren uit de dekkingszone van de nabijheidsmedia, gericht op de ontwikkeling van programmaformaten die meer specifiek bedoeld zijn voor een niet-lineaire uitzending;2° voor het resterende deel van het ontvangen bedrag, de ontwikkeling van elk digitaal project, in het bijzonder de opleiding van het personeel van de nabijheidsmedia in nieuwe digitale toepassingen, de aankoop van digitale apparatuur en initiatieven om de reputatie van de nabijheidsmedia in niet-lineaire aanbiedingen te versterken.Minstens een derde van dit aandeel gaat naar projecten die worden uitgevoerd in samenwerking met andere nabijheidsmedia, met de RTBF of met actoren uit de dekkingszone van de nabijheidsmedia. § 3. De subsidies toegekend met toepassing van § 1 worden in twee schijven vereffend. De eerste schijf komt overeen met 85% van het bedrag van de subsidie en wordt in de loop van het jaar waarop de subsidie betrekking heeft vereffend. De tweede schijf van 15% wordt het jaar daarop vereffend na overlegging door de nabijheidsmedia van de volgende elementen: 1° een verslag over de uitvoering, tijdens het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, van de digitale ontwikkelingsprojecten bedoeld in § 2;2° een gedetailleerd overzicht van de uitgaven die tijdens het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, toegekend zijn voor de realisatie van deze projecten, met in bijlage een afschrift van alle bewijsstukken, gerangschikt in volgorde en genummerd.De uitgaven worden voorgesteld volgens de twee categorieën bedoeld in 1° en 2° van § 2.
Deze documenten worden bezorgd aan de Minister alsook aan het Secretariaat-generaal binnen de termijn voorgeschreven in artikel 3.2.4-1, § 3 van het decreet.
Art. 6.Het besluit van Regering van de Franse Gemeenschap van 15 september 2006 tot vaststelling van de criteria en de nadere regels voor de toekenning van werkingssubsidies aan lokale televisiezender, gewijzigd bij de besluiten van 11 juli 2008, 14 mei 2009, 8 december 2011, 19 december 2013, 18 maart 2014, 23 november 2016 en 17 januari 2017, wordt opgeheven.
Art. 7.De Minister van Media is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 13 oktober 2022.
Voor de Regering : De Minister-President, P.-Y. JEHOLET De Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD