gepubliceerd op 28 mei 2020
Besluit houdende bijzondere machten nr. 13 van de Regering van de Franse Gemeenschap inzake steun aan de mediasector in het kader van de gezondheidscrisis van COVID-19
20 MEI 2020. - Besluit houdende bijzondere machten nr. 13 van de Regering van de Franse Gemeenschap inzake steun aan de mediasector in het kader van de gezondheidscrisis van COVID-19
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 17 maart 2020 tot toekenning van bijzondere machten aan de Regering in het kader van de gezondheidscrisis in verband met het COVID-19, artikel 1, § 1, g);
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 april 2020;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 30 april 2020;
Gelet op de « gendertest » van 3 april 2020 uitgevoerd met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016 houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;
Gelet op de dringende noodzaak om snel maatregelen te nemen ter ondersteuning van de audiovisuele mediasector en de sector van de geschreven pers, die ernstig getroffen zijn door de maatregelen die zijn genomen in het kader van de bestrijding van het COVID-19, teneinde het verlies aan inkomsten van deze diensten te compenseren, inzonderheid ten aanzien van de actoren waarvan de levensvatbaarheid wordt bedreigd;
Gelet op het advies nr. 67.344/4 van de Raad van State, gegeven op 11 mei 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende het besluit van de Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken van 23 maart 2020 inzake noodmaatregelen ter beperking van de verspreiding van het COVID-19, laatst gewijzigd bij het besluit van de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken van 8 mei 2020, dat voorziet in de handhaving van de noodzakelijke inperkingsmaatregelen tot en met 17 mei 2020;
Overwegende het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 7 april 2020 houdende bijzondere machten nr. 2 van de Regering van de Franse Gemeenschap tot oprichting van een nood- en steunfonds ter ondersteuning van de actoren in de sectoren die afhankelijk zijn van de Federatie Wallonië-Brussel naar aanleiding van de COVID-19-epidemie;
Overwegende dat de huidige en toekomstige maatregelen die worden genomen om de verspreiding van het virus onder de bevolking te beperken, niet alleen tijdens de verbodsperiode maar ook in de weken daarna, een aanzienlijke invloed (zullen) hebben op de reclame-inkomsten in de audiovisuele media en de geschreven pers;
Overwegende dat de sector van de audiovisuele media en van de geschreven pers te lijden heeft onder de paradox van een toenemend publiek en tegelijkertijd zware verliezen aan reclame-inkomsten, inzonderheid als gevolg van de economische vertraging, de sluiting van handels en de terughoudendheid van adverteerders om hun producten of diensten op enigerlei wijze in verband te brengen met de huidige pandemie;
Overwegende dat voorrang moet worden verleend aan steun voor operators van wie de financiële levensvatbaarheid en de werkgelegenheid worden bedreigd, inzonderheid, gezien de omvang van de inkomstenderving, maar ook gezien het belang voor de democratie van steun aan de media;
Op de voordracht van de Minister van Media;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Binnen de perken van de begrotingskredieten waarin in het kader van het COVID-19 nood- en steunfonds zijn voorzien, kan de Regering de audiovisuele mediadiensten en de geschreven pers van de Franse Gemeenschap waarvan de levensvatbaarheid wordt bedreigd, vergoeden om een deel van de inkomstenderving te compenseren, mits aan de in artikel 2 genoemde voorwaarden wordt voldaan.
De in het vorige lid bedoelde vergoeding wordt toegekend per bedoelde "perstitel" en per "klankomroep- of televisiemediadienst", d.w.z. per merk, benaming of opschrift van perstitel of klankomroep- of televisiemediadienst, ongeacht de mogelijke variaties op de verschillende uitzend- of verspreidingsmedia.
Art. 2.§ 1. De in dit besluit bedoelde vergoedingen worden alleen toegekend wanneer de verliezen die zij moeten dekken het gevolg zijn van de toepassing, vanaf 10 maart 2020, van de maatregelen die zijn genomen om de verspreiding van het COVID-19 te bestrijden.
Bij de berekening van de vergoeding wordt rekening gehouden met het verlies aan eigen inkomsten en bijkomende kosten, alsmede met de vermindering van de exploitatiekosten.
Een dergelijke vergoeding mag niet worden toegekend wanneer de kosten die zij moet dekken reeds elders worden gedragen. § 2. De aanvrager verstrekt alle bewijsstukken waaruit blijkt dat : 1° het bedrag van de gevraagde vergoeding overeenkomt met het verlies aan ontvangsten of inkomsten, verminderd met de reductie van de exploitatiekosten en het gevolg is van de maatregelen die zijn genomen om de verspreiding van het COVID-19 te bestrijden;2° het bedrag van de inkomstenderving de levensvatbaarheid bedreigt van zijn bedrijf door bewijsstukken voor te leggen waaruit blijkt dat hij op basis van zijn cashflow niet meer in staat is om bepaalde exploitatiekosten te dekken die essentieel zijn voor de uitoefening van zijn activiteiten;3° de informatieverstrekking de hoofdactiviteit is van de betrokken perstitel of klankomroep- of televisiemediadienst of tot de heroriëntering bijdraagt van de culturele sector, inzonderheid door in de programmering tot het einde van het jaar 2020 de aandacht te vestigen op het belang van de culturele sector, naast zijn wettelijke verplichtingen en zijn initiële verbintenissen bij de toewijzing van zijn radiofrequentie(s) voor muziekwerken van auteurs, componisten, vertolkers of muziekproducenten die hun woonplaats, uitbatings- of maatschappelijke zetel hebben in het Franse taalgebied of in het tweetalig gebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;4° er maatregelen zijn genomen om de redactie in staat te stellen optimaal te blijven functioneren, zodat de kwaliteit van de informatie behouden blijft;5° er een minimum aantal freelancers in het bedrijf wordt behouden, behalve wanneer de reden voor de onderbreking van de samenwerking geen verband houdt met de gezondheidscrisis;6° de perstitel of de lineaire klankomroep- of televisiemediadienst waarvoor de aanvraag wordt ingediend, onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap valt;7° hij zich ertoe verbindt dat tijdens het boekjaar 2020 geen dividend aan de aandeelhouders zal worden uitgekeerd voor 2019;8° hij alle bevoegde overheden, met inbegrip van die van de andere bestuursniveaus, verzocht heeft om toekenning van alle steun waarvoor hij in aanmerking komt. Voor elke perstitel of klankradio- of televisiemediadienst moet een aparte aanvraag worden ingediend.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4.De Minister van Media is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 mei 2020.
De Minister-President, P.-Y. JEHOLET De Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD .