gepubliceerd op 10 april 2020
Besluit houdende bijzondere machten nr. 2 van de Regering van de Franse Gemeenschap tot oprichting van een nood- en steunfonds, genomen ter uitvoering van het decreet van 17 maart 2020 tot toekenning van bijzondere machten aan de Regering in het kader van de gezondheidscrisis in verband met het Covid-19
7 APRIL 2020. - Besluit houdende bijzondere machten nr. 2 van de Regering van de Franse Gemeenschap tot oprichting van een nood- en steunfonds, genomen ter uitvoering van het decreet van 17 maart 2020 tot toekenning van bijzondere machten aan de Regering in het kader van de gezondheidscrisis in verband met het Covid-19
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 27 oktober 1997 houdende aanwijzing van de begrotingsfondsen vermeld in de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap;
Gelet op het decreet van 20 december 2011 houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de artikelen 4, § 1, tweede lid, en 27;
Gelet op het decreet van 18 december 2019 houdende de uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2020;
Gelet op het decreet van 18 december 2019 van de ontvangstenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2020;
Gelet op het decreet van 17 maart 2020 tot toekenning van bijzondere machten aan de Regering in het kader van de gezondheidscrisis in verband met het Covid-19, artikel 1, § 1, g) ;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 maart 2020;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 26 maart 2020;
Gelet op de « gendertest » van 26 maart 2020 uitgevoerd met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016 houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;
Gelet op het advies nr. 67.173/2 van de Raad van State, gegeven op 1 april 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende de kwalificatie van het coronavirus COVID-19 als een pandemie door de WHO op 12 maart 2020;
Overwegende de verklaring van de WHO omtrent de karakteristieken van het coronavirus COVID-19, in het bijzonder met betrekking tot de besmettelijkheid en het sterfterisico;
Overwegende dat het coronavirus COVID-19 zich via de lucht lijkt over te dragen van mens op mens; dat de overdracht van de ziekte lijkt plaats te vinden via alle mogelijke emissies via de mond en de neus;
Overwegende dat, gezien wat voorafgaat, de bijeenkomsten in besloten of overdekte plaatsen, maar ook in open lucht, een specifieke bedreiging vormen voor de volksgezondheid;
Overwegende het overleg tussen de regeringen van de deelstaten en de bevoegde federale overheden binnen de Nationale Veiligheidsraad, die is bijeengekomen op 10, 12, 17 en 27 maart 2020;
Overwegende, naar aanleiding van dit overleg, de verbodsbepalingen betreffende bijeenkomsten, privé of openbare activiteiten met een cultureel, sociaal, feestelijk, folkloristisch, sportief of recreatief karakter, schooluitstapjes en activiteiten in het kader van de jeugdbewegingen op en vanuit het nationale grondgebied;
Overwegende dat deze huidige en toekomstige isolementsmaatregelen die zijn genomen om de verspreiding van het virus in de bevolking te beperken, van dien aard zijn dat zij een hele reeks activiteiten verhinderen, dat zij de uitvoering van de verplichtingen die een voorwaarde zijn voor de toekenning van subsidies verhinderen en dat zij bijgevolg de levensvatbaarheid van de begunstigden van de subsidies in gevaar brengen;
Overwegende dat de levensvatbaarheid van de actoren die namens de Franse Gemeenschap een opdracht uitvoeren, ongeacht of het gaat om culturele, sportieve, associatieve of andere opdrachten, moet worden gewaarborgd;
Overwegende dat de uitgavenbegroting voor het jaar 2020 het niet mogelijk maakt om voldoende middelen te mobiliseren om de Franse Gemeenschap in staat te stellen financiële steun te verlenen aan actoren waarvan de levensvatbaarheid in het gedrang zou komen als gevolg van de isolementsmaatregelen, aan actoren die te maken krijgen met extra uitgaven die hun levensvatbaarheid in het gedrang brengen en om alle vormen van hulp en bijstand aan gezinnen, kinderen en het publiek van de Federatie Wallonië-Brussel te verlenen;
Overwegende dat de schatting van de benodigde kredieten 50 miljoen euro bedraagt;
Overwegende dat de Regering op 16 januari 2020 heeft beslist het proces van aanpassing van de begroting 2020 op te starten met het oog op de indiening ervan in het Parlement rond eind mei;
Overwegende dat het noodzakelijk is om zo spoedig mogelijk, en in ieder geval vóór eind mei, de nodige kredieten daarvoor te openen;
Overwegende dat de oprichting van een begrotingsfonds de identificatie van de ontvangsten- en uitgavenstromen centraliseert;
Overwegende de beslissing van het Parlement van 17 maart 2020 om zijn werkzaamheden te schorsen tot 19 april;
Op de voordracht van de Minister van Begroting;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In de bijlage bij het decreet van 27 oktober 1997 houdende aanwijzing van de begrotingsfondsen vermeld in de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap, wordt een punt 77 toegevoegd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.
In afwijking van artikel 27 van het decreet van 20 december 2011 houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, kan dit nieuwe begrotingsfonds worden gefinancierd door elk basisartikel en elk begrotingsfonds dat voorkomt in de begrotingstabel bedoeld in artikel 8, § 4, 6°, van hetzelfde decreet, alle OA's samengenomen, of opgericht bij beraadslaging. Dit fonds kan ook elk basisartikel, alle OA's samengenomen, van de begroting financieren.
Art. 2.Artikel 4 van het decreet van 18 december 2019 houdende de uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2020 wordt door het volgende lid aangevuld: « Tijdens de periode gedekt door artikel 5, eerste paragraaf van het decreet van 17 maart 2020 tot toekenning van bijzondere machten aan de Regering in het kader van de gezondheidscrisis in verband met het Covid-19, wordt het bedrag bedoeld in het eerste lid verhoogd tot 50.000.001 euro. ».
Art. 3.Artikel 15 van hetzelfde decreet wordt door een nieuwe streepje aangevuld, dat luidt als volgt : « - in afwijking van artikel 26 van het decreet van 20 december 2011 kunnen de kredieten van de BA's 01.04-02 van OA 11 worden verdeeld onder elk BA of begrotingsfonds, alle OA's samengenomen, van de uitgavenbegroting. ».
Art. 4.Artikel 16 van hetzelfde decreet wordt door een derde lid aangevuld, dat luidt als volgt: « in afwijking van artikel 27 van het decreet van 20 december 2011 kunnen de middelen van het BF 01.05-02 van OA 11 worden verdeeld onder elk BA of begrotingsfonds, alle OA's samengenomen, van de uitgavenbegroting. ».
Art. 5.Het artikel van toegewezen ontvangsten 46.04.11, genoemd « Ontvangsten toegewezen aan het nood- en steunfonds ter bestrijding van de Covid-19-epidemie », wordt in titel I lopende ontvangsten - onderverdeling II - bijzondere onderverdelingen van de ontvangstenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2020 ingevoegd.
Art. 6.In afwijking van artikel 8 § 1, derde lid, 1°, wordt het begrotingsfonds voor uitgaven 01.05-02, genoemd « nood- en steunfonds ter bestrijding van de Covid-19-epidemie » in de uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2020 opgericht. Het wordt in hoofdstuk I - organisatieafdeling 11 - programma 0 van de samenvattende tabel bedoeld in artikel 8, § 4, 5°, van het decreet van 20 december 2011 ingevoegd en eveneens in programma 02 in de tabel bedoeld in artikel 8, § 4, 6°, van hetzelfde decreet ingevoegd.
Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.
Art. 8.De Minister van Begroting wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 7 april 2020.
Voor de Regering: De Minister-President, P.-Y. JEHOLET De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke kansen en het toezicht op "Wallonie-Bruxelles Enseignement", Fr. DAERDEN
Bijlage bij het besluit houdende bijzondere machten nr. 2 van de Regering van de Franse Gemeenschap tot oprichting van een nood- en steunfonds, genomen ter uitvoering van het decreet van 17 maart 2020 tot toekenning van bijzondere machten aan de Regering in het kader van de gezondheidscrisis in verband met het Covid-19
77. Nood- en steunfonds ter bestrijding van de Covid-19-epidemie. Ontvangsten uit stortingen ten laste van de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap, schenkingen en legaten en overdrachten van organen die tot de ESR-consolidatiekring van de FWB behoren.
Uitgaven van alle aard gemaakt in het kader van de bestrijding van de Covid-19-epidemie, om het verlies aan ontvangsten of de extra uitgaven van bepaalde diensten of organen van de Franse Gemeenschap te compenseren, om de levensvatbaarheid te garanderen van de sectoren van de Gemeenschap en van de actoren die namens de Franse Gemeenschap een opdracht uitvoeren en om alle vormen van hulp en bijstand aan gezinnen, kinderen en het publiek van de Federatie Wallonië-Brussel te verlenen.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit houdende bijzondere machten nr. 2 van de Regering van de Franse Gemeenschap tot oprichting van een nood- en steunfonds, genomen ter uitvoering van het decreet van 17 maart 2020 tot toekenning van bijzondere machten aan de Regering in het kader van de gezondheidscrisis in verband met het Covid-19.
Brussel, 7 april 2020.
Voor de Regering : De Minister-President, P.-Y. JEHOLET De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke kansen en het toezicht op "Wallonie-Bruxelles Enseignement", Fr. DAERDEN