gepubliceerd op 12 december 2017
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de schorsing, de wijziging of de opzegging van steun voor projecten of programmaovereenkomsten genomen ter uitvoering van het decreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten
4 OKTOBER 2017. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de schorsing, de wijziging of de opzegging van steun voor projecten of programmaovereenkomsten genomen ter uitvoering van het decreet van 10 april 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/04/2003 pub. 19/05/2003 numac 2003029260 bron ministerie van de franse gemeenschap Kaderdecreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten type decreet prom. 10/04/2003 pub. 09/05/2003 numac 2003029258 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de werking van de adviesinstanties die werkzaam zijn binnen de culturele sector sluiten betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten
DE REGERING VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP, Gelet op het kaderdecreet van de Franse Gemeenschap van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten, de artikelen 51/2 ingevoegd bij het decreet van 13 oktober 2016 en 71;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 16 maart 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 16/03/2007 pub. 29/06/2007 numac 2007201826 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de schorsing, de wijziging of de opzegging van een overeenkomst of een programmaovereenkomst genomen ter uitvoering van het decreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten sluiten tot vaststelling van de nadere regels voor de schorsing, de wijziging of de opzegging van een overeenkomst of een programmaovereenkomst genomen ter uitvoering van het decreet van 10 april 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/04/2003 pub. 19/05/2003 numac 2003029260 bron ministerie van de franse gemeenschap Kaderdecreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten type decreet prom. 10/04/2003 pub. 09/05/2003 numac 2003029258 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de werking van de adviesinstanties die werkzaam zijn binnen de culturele sector sluiten betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten;
Gelet op de « gendertest » van 16 mei 2017 uitgevoerd met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;
Gelet op het gebrek aan advies van het Overlegcomité voor de podiumkunsten binnen een termijn van dertig dagen bepaald bij artikel 9 van het decreet van 10 april 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/04/2003 pub. 19/05/2003 numac 2003029260 bron ministerie van de franse gemeenschap Kaderdecreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten type decreet prom. 10/04/2003 pub. 09/05/2003 numac 2003029258 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de werking van de adviesinstanties die werkzaam zijn binnen de culturele sector sluiten betreffende de werking van de adviesinstanties die werkzaam zijn binnen de culturele sector;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 juli 2017;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 19 juli 2017;
Gelet op het advies 61.961/2 van de Raad van State, gegeven op 6 september 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Cultuur;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1 : - Algemene bepalingen
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet : het kaderdecreet 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten;2° adviesinstanties : de instanties bedoeld in de artikelen 45 tot 64 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 juni 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 23/06/2006 pub. 27/09/2006 numac 2006202955 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot bepaling van de opdrachten, de samenstelling en de belangrijkste aspecten van de werking van adviesinstanties die vallen onder het toepassingsgebied van het decreet van 10 april 2003 betreffende de werking van de adviesinstanties die werkzaam zijn binnen de culturele sector sluiten tot bepaling van de opdrachten, de samenstelling en de belangrijkste aspecten van de werking van adviesinstanties die vallen onder het toepassingsgebied van het decreet van 10 april 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/04/2003 pub. 19/05/2003 numac 2003029260 bron ministerie van de franse gemeenschap Kaderdecreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten type decreet prom. 10/04/2003 pub. 09/05/2003 numac 2003029258 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de werking van de adviesinstanties die werkzaam zijn binnen de culturele sector sluiten betreffende de werking van de adviesinstanties die werkzaam zijn binnen de culturele sector;3° operator : de erkende natuurlijke persoon of rechtspersoon, met toepassing van titel V van het decreet, die in aanmerking komt voor een steun voor een project of een programmaovereenkomst;4° bestuur : de Algemene Dienst voor creativiteit van het Algemeen bestuur voor cultuur;5° ernstige fout : fout van de operator waardoor het voortzetten van de contractuele betrekkingen definitief onmogelijk wordt.
Art. 2.Tijdens de periode van de uitvoering van de steun voor project of van de programmaovereenkomst kan de Minister, als bewarende maatregel, na het advies aan de bevoegde instantie in eerste instantie te hebben gevraagd, voorlopig alles of een gedeelte van de uitbetaling van de subsidies met onmiddellijk gevolg onderbreken, bij vermoeden van geldverduistering of van frauduleus beheer van de operator voortvloeiend uit het openen van een opsporingsonderzoek of van een strafrechtelijk onderzoek.
De Minister licht de operator in, bij aangetekende brief, over de beslissing tot onderbreking van de uitbetaling van de subsidies.
Vanaf de beslissing tot onderbreking wordt de schorsingsprocedure van de steun voor een project of van de programmaovereenkomst bedoeld in de artikelen 4 en 10 ingesteld.
De onderbreking van de uitbetaling van de subsidie die als bewarende maatregel wordt beslist, loopt van rechtswege ten einde op de ingangsdatum van de beslissing tot schorsing of op de datum van de beslissing om de steun voor een project of de programmaovereenkomst niet te schorsen. De Minister kan beslissen dat de onderbreking van de uitbetaling vóór deze datums ten einde loopt. HOOFDSTUK 2. - Schorsing, wijziging en intrekking van de steun voor een project
Art. 3.Indien een operator zijn verbintenissen niet naleeft of klaarblijkelijk niet in staat is om deze na te leven voor de overblijvende periode van de steun voor een project, informeert hij het bestuur hierover bij aangetekende en uitvoerige brief. Deze verplichte informatie per brief kan vergezeld gaan van een gemotiveerde aanvraag om de steun voor een project te wijzigen en van een verduidelijking dat hij door de adviesinstantie gehoord wenst te worden.
Het bestuur heeft als opdracht, binnen een termijn van dertig dagen na de ontvangst van deze informatie, het volgende aan de adviesinstantie te bezorgen : 1° de informatie gegeven door de operator met toepassing van het eerste lid en het laatste jaarlijks activiteitenverslag bedoeld in artikel 51/1, § 1, van het decreet;2° het verslag dat het bestuur opgesteld heeft.
Art. 4.§ 1. Indien het bestuur, bij de analyse van het jaarlijks activiteitenverslag bedoeld in artikel 51/1, § 1, van het decreet, vaststelt dat een operator zijn verbintenissen niet naleeft of indien het van mening is dat hij klaarblijkelijk niet in staat is om deze na te leven voor de overblijvende periode van de steun voor project, bezorgt het bestuur het jaarlijks activiteitenverslag aan de operator, samen met het verslag en het voorstel tot schorsing die het opgesteld heeft aan de bevoegde adviesinstantie en aan de minister. § 2. Binnen een termijn van veertien dagen na de ontvangst van het voorstel tot schorsing kan de Minister beslissen om de steun voor een project met onmiddellijk gevolg te schorsen.
Het bestuur is belast met : 1° de mededeling van de beslissing aan de operator, per aangetekende brief, het verzoek om hem, binnen een termijn van vijftien dagen, uitleg te geven en, in voorkomend geval, elk aanvullend document en/of zijn wil om gehoord te worden 2° het doorgeven aan de bevoegde adviesinstantie, naast het jaarlijks activiteitenverslag bedoeld in artikel 51/1, § 1, van het decreet en het verslag en het voorstel van het bestuur bezorgd met toepassing van § 1 : a) de beslissing tot schorsing van de Minister;b) de schriftelijke uitleg en de documenten meegedeeld door de operator bij de ontvangst ervan.
Art. 5.Wanneer de zaak aan de adviesinstantie op basis van de artikelen 3 of 4 voorgelegd wordt, brengt ze haar advies uit binnen een termijn van vijfenveertig dagen.
De procedure wordt voortgezet zonder rekening te houden met de adviezen die buiten de gestelde termijnen gegeven werden.
De adviesinstantie verhoort de operator indien hij erom gevraagd heeft overeenkomstig artikel 4, § 2, tweede lid, 1°.
Art. 6.Het bestuur bezorgt de Minister het advies van de adviesinstantie, na ontvangst ervan, met het dossier daaromtrent. Het dossier omvat ten minste de documenten bedoeld in artikel 3, tweede lid of in artikel 4, § 2, tweede lid en het uittreksel van het proces-verbaal van de adviesinstantie dat tijdens de vergadering werd goedgekeurd en dat betrekking heeft op het ontwerp van wijziging of opzegging van de steun voor het project.
Art. 7.§ 1. De Minister beslist binnen een termijn van dertig dagen na ontvangst van het advies van de adviesinstantie om : 1° de steun voor een project al dan niet te wijzigen 2° de steun voor een project al dan niet op te zeggen. De beslissing van de Minister wordt bij aangetekende brief door het bestuur aan de operator meegedeeld. § 2. De beslissing bepaalt de ingangsdatum van de wijziging of van de opzegging van de steun voor een project. HOOFDSTUK 3. - Schorsing, wijziging of opzegging van de programmaovereenkomst
Art. 8.De Minister kan beslissen om de programmaovereenkomst in één van de volgende gevallen op te zeggen : a) het onvermogen voor de operator om zijn contractuele verbintenissen na te leven voor de overblijvende contractuele periode;b) herhaalde contractuele fout;c) ernstige contractuele fout.
Art. 9.Indien een operator zijn verbintenissen niet naleeft of indien hij klaarblijkelijk niet in staat is om deze na te leven voor de overblijvende contractuele periode, informeert hij het bestuur hierover bij aangetekende en uitvoerige brief. Deze verplichte informatie per brief kan vergezeld gaan van een gemotiveerde aanvraag om de programmaovereenkomst te wijzigen en van een verduidelijking dat hij door de adviesinstantie gehoord wenst te worden.
Het bestuur wordt belast, binnen een termijn van dertig dagen na de ontvangst van deze informatie, met het doorgeven van het volgende aan de bevoegde adviesinstantie : 1° de informatie gegeven door de operator met toepassing van het eerste lid en het laatste jaarlijks activiteitenverslag bedoeld in artikel 68, § 1, van het decreet;2° het verslag en het ontwerp van aanhangsel dat het bestuur opgesteld heeft na uitwisseling met de operator.
Art. 10.§ 1. Indien het bestuur, bij de analyse van het jaarlijks activiteitenverslag bedoeld in artikel 68, § 1, van het decreet, vaststelt dat een operator zijn verbintenissen niet naleeft of klaarblijkelijk niet in staat is om deze na te leven voor de overblijvende contractuele periode of herhaalde of ernstige contractuele fouten maakt, verzoekt het bestuur, bij aangetekende brief, hem om uitleg en deze, in voorkomend geval, te staven met elk nodig geacht aanvullend document.
De operator bezorgt deze elementen binnen een termijn van dertig dagen na de verzending van het verzoek door het bestuur. § 2. Bij het verstrijken van een termijn van dertig dagen bedoeld in § 1, tweede lid, of bij de ontvangst van de elementen doorgegeven door de operator, bezorgt het bestuur het jaarlijks activiteitenverslag van de operator, de elementen verstuurd door hem met toepassing van § 1, het verslag en, in voorkomend geval, het voorstel tot schorsing dat het bestuur opgesteld heeft, aan de bevoegde adviesinstantie en aan de Minister. § 3. Binnen een termijn van veertien dagen na de ontvangst van het voorstel tot schorsing kan de Minister beslissen om de programmaovereenkomst met onmiddellijk gevolg te schorsen.
Het bestuur is belast met : 1° de mededeling van de beslissing aan de operator, per aangetekende brief, het verzoek om hem, binnen een termijn van dertig dagen, uitleg te geven en, in voorkomend geval, elk aanvullend document en/of zijn wil om gehoord te worden;2° het doorgeven aan de bevoegde adviesinstantie, naast het jaarlijks activiteitenverslag bedoeld in artikel 68, § 1, van het decreet en het verslag en het voorstel van het bestuur bezorgd met toepassing van § 1 : a) de beslissing tot schorsing van de Minister;b) de schriftelijke uitleg en de documenten meegedeeld door de operator bij de ontvangst ervan;c) in voorkomend geval, een ontwerp van aanhangsel opgesteld met de operator.
Art. 11.Wanneer de zaak aan de adviesinstantie op basis van de artikelen 9 of 10 voorgelegd wordt, brengt ze haar advies uit binnen een termijn van zestig dagen.
De procedure wordt voortgezet zonder rekening te houden met de adviezen die buiten de gestelde termijnen gegeven werden.
De adviesinstantie verhoort de operator indien hij erom gevraagd heeft overeenkomstig artikel 9, eerste lid of artikel 10, § 3, tweede lid, 1°.
Art. 12.Het bestuur bezorgt de Minister het advies van de adviesinstantie, na ontvangst ervan, met het dossier daaromtrent. Het dossier omvat ten minste de documenten bedoeld in artikel 9 of in artikel 10, § 3, tweede lid en het uittreksel van het proces-verbaal van de adviesinstantie dat tijdens de vergadering werd goedgekeurd en dat betrekking heeft op het ontwerp van wijziging via het aanhangsel bij de programmaovereenkomst of van opzegging.
Art. 13.§ 1. De Minister neemt een beslissing, binnen een termijn van dertig dagen na de ontvangst van het advies van de adviesinstantie : 1° ofwel om de schorsing op te heffen of te verlengen voor een bepaalde duur van hoogstens zes maanden met te vervullen voorwaarden, zoals deze die voorgesteld worden door het bestuur en/of de adviesinstantie;2° ofwel om de programmaovereenkomst al dan niet te wijzigen volgens het ontwerp van aanhangsel opgesteld door het bestuur;3° ofwel om de programmaovereenkomst al dan niet op te zeggen. De beslissing van de Minister wordt per aangetekende brief door het bestuur aan de operator meegedeeld. § 2. Indien de Minister de beslissing neemt om de schorsing op te heffen, gaat deze beslissing in op de datum van haar kennisgeving.
Indien de Minister het ontwerp van aanhangsel dat hem voorgesteld wordt, aanvaardt, bepaalt het aanhangsel ondertekend door de partijen de ingangsdatum ervan en heft de mogelijke schorsing op .
Indien de Minister beslist om de programmaovereenkomst op te zeggen, gaat deze beslissing in slechts na een termijn van drie maanden na de bekendmaking ervan.
Art. 14.§ 1. Zestig dagen vóór het einde van de schorsing verlengd door de Minister met toepassing van artikel 13, § 1, eerste lid, 1°, is het bestuur belast : 1° met het opmaken, op basis inzonderheid van de uitleg en documenten daartoe doorgegeven door de operator, van een verslag over de uitvoering door de operator van de voorwaarden voor de opheffing van de schorsing en het voorstel tot opheffing van de schorsing, tot wijziging van de programmaovereenkomst bij aanhangsel of tot opzegging ervan;2° met doorgeven aan de bevoegde adviesinstantie van het verslag dat het bestuur opgesteld heeft, de schriftelijke uitleg en de documenten meegedeeld door de operator en, in voorkomend geval, het ontwerp van aanhangsel opgesteld met de operator. § 2. De adviesinstantie brengt haar advies uit binnen een termijn van dertig dagen.
De procedure wordt voortgezet zonder rekening te houden met de adviezen die buiten de gestelde termijnen gegeven werden.
Het bestuur bezorgt de Minister het advies van de adviesinstantie, na ontvangst ervan, met het dossier daaromtrent. § 3. Na de ontvangst van het advies van de instantie beschikt de Minister over een termijn van veertiendagen om een beslissing te nemen : 1° ofwel om de schorsing op te heffen;2° ofwel om de programmaovereenkomst al dan niet te wijzigen volgens het ontwerp van aanhangsel opgesteld door het bestuur;3° ofwel om de programmaovereenkomst op te zeggen. De beslissing van de Minister wordt per aangetekende brief door het bestuur aan de operator meegedeeld en gaat in op de datum bepaald met toepassing van artikel 13, § 2.
Art. 15.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 16 maart 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 16/03/2007 pub. 29/06/2007 numac 2007201826 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de schorsing, de wijziging of de opzegging van een overeenkomst of een programmaovereenkomst genomen ter uitvoering van het decreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten sluiten tot vaststelling van de nadere regels voor de schorsing, de wijziging of de opzegging van een overeenkomst of een programmaovereenkomst genomen ter uitvoering van het decreet van 10 april 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/04/2003 pub. 19/05/2003 numac 2003029260 bron ministerie van de franse gemeenschap Kaderdecreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten type decreet prom. 10/04/2003 pub. 09/05/2003 numac 2003029258 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de werking van de adviesinstanties die werkzaam zijn binnen de culturele sector sluiten betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten, wordt opgeheven.
Art. 16.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2018.
Art. 17.De Minister bevoegd voor de Podiumkunsten is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 4 oktober 2017.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Cultuur en Kind, A. GREOLI