gepubliceerd op 22 december 2016
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de erkenningsprocedure waarbij de verpleegkundigen een bijzondere beroepstitel te dragen of zich op een bijzondere beroepskwalificatie te beroepen en tot vaststelling van de procedure voor de registratie als zorgkundige
19 OKTOBER 2016. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de erkenningsprocedure waarbij de verpleegkundigen een bijzondere beroepstitel te dragen of zich op een bijzondere beroepskwalificatie te beroepen en tot vaststelling van de procedure voor de registratie als zorgkundige
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de gecoördineerde
wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
10/05/2015
pub.
01/07/2015
numac
2015009276
bron
federale overheidsdienst justitie
Wet die naturalisaties verleent
type
wet
prom.
10/05/2015
pub.
01/07/2015
numac
2015009275
bron
federale overheidsdienst justitie
Wet die naturalisaties verleent
type
wet
prom.
10/05/2015
pub.
01/07/2015
numac
2015009277
bron
federale overheidsdienst justitie
Wet die naturalisaties verleent
sluiten betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, artikel 88;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/04/2013 pub. 16/05/2014 numac 2014024177 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de samenstelling, de organisatie en de werking van de Erkenningscommissie voor de beoefenaars van de verpleegkunde, en tot vaststelling van de erkenningsprocedure waarbij de verpleegkundigen ertoe gemachtigd worden een bijzondere beroepstitel te dragen of zich op een bijzondere beroepsbekwaamheid te beroepen, en de registratieprocedure als zorgkundige. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 18/04/2013 pub. 29/05/2013 numac 2013024176 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de samenstelling, de organisatie en de werking van de Erkenningscommissie voor de beoefenaars van de verpleegkunde, en tot vaststelling van de erkenningsprocedure waarbij de verpleegkundigen ertoe gemachtigd worden een bijzondere beroepstitel te dragen of zich op een bijzondere beroepsbekwaamheid te beroepen, en de registratieprocedure als zorgkundige sluiten betreffende de samenstelling, de organisatie en de werking van de Erkenningscommissie voor de beoefenaars van de verpleegkunde, en tot vaststelling van de erkenningsprocedure waarbij de verpleegkundigen ertoe gemachtigd worden een bijzondere beroepstitel te dragen of zich op een bijzondere beroepsbekwaamheid te beroepen, en de registratieprocedure als zorgkundige;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6 juli 2016;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 11 juli 2016;
Gelet op het advies van de Raad van State nr. 59.815/2/V, gegeven op 25 augustus 2016 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende het koninklijk besluit van 27 september 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/09/2006 pub. 24/10/2006 numac 2006023028 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde type koninklijk besluit prom. 27/09/2006 pub. 27/09/2007 numac 2007000826 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde. - Duitse vertaling sluiten houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde;
Op de voordracht van de Minister-President;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, dient verstaan te worden onder : 1° "Minister" : de Minister bevoegd voor de erkenning van gezondheidszorgverleners;2° "Bestuur" : de Algemene Directie Niet-Verplicht Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;3° "wet" : de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen;4° "erkenning" : de erkenning bedoeld bij artikel 86 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen;5° "bijzondere beroepstitel" : de bijzondere beroepstitel bedoeld bij artikel 86 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen en bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 27 september 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/09/2006 pub. 24/10/2006 numac 2006023028 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde type koninklijk besluit prom. 27/09/2006 pub. 27/09/2007 numac 2007000826 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde. - Duitse vertaling sluiten houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde;6° "bijzondere beroepskwalificatie" : de bijzondere beroepskwalificatie bedoeld bij artikel 86 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen en bij artikel 2 van het koninklijk besluit van 27 september 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/09/2006 pub. 24/10/2006 numac 2006023028 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde type koninklijk besluit prom. 27/09/2006 pub. 27/09/2007 numac 2007000826 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde. - Duitse vertaling sluiten houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde;7° "registratie" : de registratie bedoeld bij artikel 56 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen;8° "verpleegkundige" : de personen bedoeld bij artikel 45, § 1, en § 1/1 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen;9° "zorgkundige" : de personen bedoeld bij artikel 59 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen;10° "Commissie" : de Erkenningscommissie voor de beoefenaars van de verpleegkunde bedoeld bij artikel 2 van dit besluit;11° "College" : het College van coördinators bedoeld bij artikel 6 van dit besluit. HOOFDSTUK 2. - Erkenningscommissie en College van coördinators : opdrachten, samenstelling en werking Afdeling 1. - Samenstelling
Art. 2.§ 1. Er wordt bij het Ministerie van de Franse Gemeenschap een Erkenningscommissie voor de beoefenaars van de verpleegkunde opgericht. § 2. De Commissie wordt samengesteld uit meerdere afdelingen samengesteld als volgt : 1° een afdeling per bijzondere beroepstitel of per bijzondere beroepskwalificatie voor de beoefenaars van de verpleegkunde;2° een afdeling die gemeenschappelijk is voor een bijzondere titel en een bijzondere beroepskwalificatie betreffende dezelfde specialiteit, rekening houdend met het koninklijk besluit van 27 september 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/09/2006 pub. 24/10/2006 numac 2006023028 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde type koninklijk besluit prom. 27/09/2006 pub. 27/09/2007 numac 2007000826 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde. - Duitse vertaling sluiten houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde;3° een afdeling met betrekking tot de registratie van zorgkundigen. § 3. Iedere afdeling bedoeld bij paragraaf 2, 1°, bestaat uit zes leden waaronder : 1° minstens drie leden houder zijn van de betrokken beroepstitel of worden ertoe gemachtigd de betrokken bijzondere beroepskwalificatie te laten gelden;2° de andere leden houder zijn van één van de diploma's, titels of brevetten bedoeld bij artikel 45, § 1, van de wet. § 4. Wanneer een gemeenschappelijke afdeling zoals bedoeld bij paragraaf 2, 2°, wordt opgericht, wordt deze samengesteld uit acht leden : 1° minstens twee leden zijn houder van de betrokken bijzondere beroepstitel;2° minstens twee leden worden ertoe gemachtigd de betrokken bijzondere beroepskwalificatie te laten gelden;3° de overige leden moeten titularis zijn van één van de diploma's, titels of brevetten bedoeld bij artikel 45, § 1, van de wet. § 5. De afdeling betreffende de registratie bedoeld bij paragraaf 2, 3°, bestaat uit zes leden waaronder : 1° twee leden die houder zijn van een definitieve registratie als zorgkundige;2° vier leden die houder zijn van één van de diploma's, titels of brevetten bedoeld bij artikel 45, § 1, van de wet. § 6. Voor ieder werkend lid kan een plaatsvervanger aangesteld worden onder dezelfde voorwaarden als de werkende leden. § 7. De Commissie kan ook, indien ze dit nuttig acht, een beroep doen op deskundigen. Deze hebben raadgevende stem. Afdeling 2. - Opdrachten
Art. 3.De Commissie heeft als opdracht : 1° voor elke afdeling bedoeld bij artikel 2, § 2, 1° en 2°, een met redenen omkleed advies aan de Minister te verlenen over elk dossier van aanvraag in verband met de toekenning, het behoud, de intrekking en de vernieuwde toekenning van de erkenning met betrekking tot de betrokken bijzondere beroepstitel of de bijzondere beroepskwalificatie;2° een met redenen omkleed advies aan de Minister te geven, wat betreft de afdeling bedoeld bij artikel 2, § 2, 3°, over elk dossier van aanvraag of intrekking van de erkenning betreffende de registratie als zorgkundige;3° een advies op eigen initiatief of op aanvraag van de Minister te geven, over elk onderwerp betreffende de erkenning van een bijzondere beroepstitel of een bijzondere beroepskwalificatie voor de beoefenaars van de verpleegkunde of betreffende de registratie als zorgkundige;4° een controle uit te oefenen, bedoeld bij hoofdstuk 7, ten opzichte van elke verpleegkundige die houder is van een bijzondere beroepstitel of die een bijzondere beroepskwalificatie laat gelden. Elke afdeling van de Commissie wordt geacht te handelen in naam van de Commissie voor de dossiers die onder haar bevoegdheid ressorteren. Afdeling 3. - Werking
Art. 4.§ 1. De leden van de Commissie worden, per afdeling, op de voordracht van de beroepsverenigingen en -organisaties van verpleegkundigen en zorgkundigen voorgedragen, na een openbare oproep tot kandidaten.
Onder voorbehoud van de voorwaarden bepaald bij artikel 2, kan eenzelfde lid deel uitmaken van verscheidene afdelingen.
De leden worden door de Minister benoemd voor een vernieuwbare periode van vier jaar.
Bij het verstrijken van hun mandaat behouden de leden hun ambt tot de vernieuwing van hun mandaat of, in voorkomend geval, tot in hun vervanging is voorzien overeenkomstig het eerste lid. § 2. De Minister kan, na advies van het college bedoeld bij artikel 6, een einde maken aan het mandaat van het lid van de Commissie dat duidelijk blijk zal gegeven hebben van gebrek aan regelmatigheid in het bijwonen van de vergaderingen of van gebrek aan belangstelling voor de opdrachten die hem worden toevertrouwd.
Wordt ambtshalve ontslagnemend het lid dat de hoedanigheden verliest waarvoor hij benoemd werd.
In geval van overlijden, van ontslag of van intrekking van het mandaat van een lid, benoemt de Minister, om het lopend mandaat te voleindigen, een nieuw lid, op de voordracht van de beroepsverenigingen en -organisaties van verpleegkundigen en zorgverleners. § 3. Bij de eerste vergadering volgend op de benoeming van de leden van de Commissie, stelt elke afdeling, uit haar leden, een coördinator, alsook een adjunct-coördinator aan. § 4. Het Bestuur neemt het secretariaat van de Commissie waar. § 5. De leden van de Commissie, alsook de deskundigen uitgenodigd krachtens artikel 2, paragraaf § 6, hebben recht op : 1° een presentiegeld van tien euro per halve dag;de leden ambtenaren kunnen alleen erop aanspraak maken voor zover hun aanwezigheid op de vergaderingen prestaties vergt buiten hun gewone diensturen; 2° de terugbetaling van de reiskosten toegekend overeenkomstig de geldende regelgeving voor de personeelsleden van rang 12 van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.Het maximumbedrag van de vergoeding stemt overeen met het bedrag voor een treinbiljet in de eerste klasse.
De leden van de Commissie worden toegelaten om hun persoonlijke voertuig te gebruiken voor verplaatsingen die vereist zijn voor hun deelname aan de vergaderingen van de Commissie. Ze genieten een vergoeding die gelijk is aan het bedrag dat de Franse Gemeenschap zou betaald hebben bij het gebruik van de gemeenschappelijke vervoermiddelen.
De Franse Gemeenschap dekt niet de risico's voortvloeiend uit het gebruik, door de leden, van hun persoonlijke voertuig.
Art. 5.§ 1. De vergaderingen van elke afdeling worden gevoerd door de coördinator of, in zijn afwezigheid, door de adjunct-coördinator. In afwezigheid van beide bovenvermelde personen vervangt het oudste lid de coördinator. § 2. De Commissie beraadslaagt en beslist slechts geldig op voorwaarde dat ten minste de helft van de leden aanwezig is.
Indien het quorum niet bereikt wordt, roept de coördinator of, in zijn aanwezigheid, de adjunct-coördinator een nieuwe vergadering met dezelfde agenda bijeen. De Commissie kan dan geldig beraadslagen en beslissen ongeacht het aantal aanwezige leden. § 3. De afdeling spreekt zich uit bij meerderheid der aanwezige leden.
Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter of, in zijn afwezigheid, van de ondervoorzitter, doorslaggevend. § 4. De adviezen van de Commissie moeten in feite en in rechte gemotiveerd worden. § 5. De beraadslagingen van de Commissie blijven geheim. Afdeling 4. - College van coördinators
Art. 6.§ 1. Alle coördinators van de Commissie vormen samen het College van coördinators, hierna "College" genoemd.
Het College stelt, uit zijn leden, een voorzitter en een ondervoorzitter aan. § 2. Het College heeft als opdracht : 1° de activiteiten van de Commissie en haar afdelingen te regelen;2° de problemen ondervonden door de verscheidene afdelingen bij de behandeling van aanvragen om erkenning of registratie, te onderzoeken;3° een advies aan de Minister te verlenen over de erkenningsprocedure voor de bijzondere beroepstitels en -kwalificatie van de beoefenaars van de verpleegkunde;4° een advies aan de Minister te geven over de registratieprocedure voor de zorgkundigen;5° een advies aan de Minister te geven over de werking van de Erkenningscommissie. § 3. Het College deelt zijn advies mede binnen een termijn van twee maanden vanaf de ontvangst van de aanvraag van de Minister. Op met redenen omklede aanvraag, kan de Minister de termijn verlengen met twee bijkomende maanden.
Het advies van het College omvat het resultaat van de stemming alsook de minderheidsnota's.
Art. 7.Het College stelt een huishoudelijk reglement voor de Commissie op, dat tevens van toepassing is op de afdelingen, en dat, samen met de wijzigingen ervan, ter goedkeuring aan de Minister wordt voorgelegd.
De leden van het College genieten de voordelen bedoeld bij artikel 4, § 5.
Het Bestuur neemt voor het secretariaat van het College waar.
Art. 8.§ 1. Het College beraadslaagt en beslist enkel geldig op voorwaarde dat minstens de helft van de coördinators aanwezig is.
Indien het quorum niet bereikt wordt, roept de voorzitter of, in zijn aanwezigheid, de ondervoorzitter, een nieuwe vergadering met dezelfde agenda bijeen. Het College kan dan geldig beraadslagen en beslissen ongeacht het aantal aanwezige leden. § 2. Het College spreekt zich uit bij meerderheid der aanwezige leden.
Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter of, in zijn afwezigheid, van de ondervoorzitter, beslissend. HOOFDSTUK 3. - Erkenning van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepskwalificaties
Art. 9.De aanvraag om erkenning van het recht om een bijzondere beroepstitel te kunnen voeren of een bijzondere beroepskwalificatie te laten gelden wordt door de aanvrager aan het Bestuur gestuurd, ofwel door het zenden van het formulier waarvan het model als bijlage I bij dit besluit gevoegd is, ofwel elektronisch volgens het procedé bezorgd door het Bestuur.
De aanvraag gaat samen met de verantwoordingsstukken waaruit blijkt dat de aanvrager aan de erkenningscriteria voldoet voor de bijzondere beroepstitel of de bijzondere beroepskwalificatie die de aanvrager wenst te bekomen.
Het Bestuur zendt aan de aanvrager een bericht van ontvangst van zijn aanvraag om erkenning binnen een termijn van dertig dagen toe.
Art. 10.Wanneer het dossier volledig is, zendt het Bestuur het om advies aan de bevoegde afdeling van de Commissie toe.
Wanneer het dossier onvolledig is, vraagt het Bestuur aan de aanvrager de ontbrekende documenten te bezorgen. Indien de aanvrager binnen de drie maanden na de aanvraag de ontbrekende documenten niet voorlegt om zijn dossier te vervolledigen, kan het Bestuur de aanvraag afsluiten en geeft het aan de aanvrager er bericht van per aangetekend schrijven.
De bevoegde afdeling onderzoekt de voorwaarden van de aanvraag op basis van de voorwaarden bepaald in uitvoering van de wet.
Art. 11.§ 1. De bevoegde afdeling spreekt zich uit over de aanvraag om erkenning binnen de zestig dagen vanaf de ontvangst door het Bestuur van het volledige dossier van de erkenningsaanvraag. § 2. De bevoegde afdeling beraadslaagt op basis van de stukken overgezonden door de aanvrager. Als ze acht dat ze niet voldoende aantonen dat de vereiste voorwaarden vervuld zijn, kan ze beslissen het advies later uit te brengen. In dat geval vraagt ze de aanvrager aanvullende elementen en kan ze de aanvrager uitnodigen op één van haar latere vergaderingen om gehoord te worden.
Het Bestuur deelt deze beslissing aan de aanvrager mede binnen een termijn van dertig dagen. Behoudens bij noodgeval, wordt de aanvrager ervan op de hoogte gebracht minstens vijftien dagen vóór de vergadering gedurende welke zijn dossier opnieuw onderzocht zal worden.
De aanvrager kan zich door een raadsman laten bijstaan. Als hij niet verschijnt, beslist de Commissie op basis van de stukken. In geval van een behoorlijk met redenen omklede reden, wordt een nieuwe datum voor de hoorzitting bepaald.
Art. 12.§ 1. Als de Commissie een gunstig advies geeft, beslist de Minister of zijn afgevaardigde op basis van dit advies.
Als de Commissie een ongunstig advies geeft, wordt de aanvrager door het Bestuur ervan op de hoogte gesteld, bij aangetekend schrijven, binnen een termijn van dertig dagen na de ontvangst van het advies. § 2. Wanneer de aanvrager het ongunstig advies van de Commissie niet betwist, beslist de Minister of zijn afgevaardigde over de aanvraag van de aanvrager. § 3. In geval van betwisting van het ongunstig advies van de Commissie, kan de aanvrager een nota aan het Bestuur laten geworden met zijn met redenen omklede op- en aanmerkingen binnen een termijn van dertig dagen na de ontvangst van het advies. In dergelijk geval, onderzoekt de Commissie het dossier opnieuw. Op aanvraag van de aanvrager of van de Commissie, wordt de aanvrager gehoord door de Commissie om mogelijks nuttige inlichtingen mee te delen. Behoudens noodgeval, wordt hij ingelicht minstens vijftien dagen voor de vergadering tijdens welke zijn dossier opnieuw onderzocht zal worden.
De aanvrager kan zich door een raadsman laten bijstaan. Als hij niet verschijnt, beslist de Commissie op basis van de stukken. In geval van een behoorlijk met redenen omklede reden, wordt een nieuwe datum voor de hoorzitting bepaald.
De Commissie kan haar oorspronkelijke advies behouden of een nieuw advies uitbrengen op basis van nieuwe elementen.
De Minister of zijn afgevaardigde beslist over de aanvraag van de aanvrager op basis van het laatste advies van de Commissie.
Art. 13.Het Bestuur deelt aan de aanvrager de beslissing mede van de Minister of van zijn afgevaardigde binnen een termijn van dertig dagen. Wanneer de beslissing negatief is, wordt deze via aangetekend schrijven aan de aanvrager meegedeeld. HOOFDSTUK 4. - Afstand en intrekking van de erkenning van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepskwalificaties Afdeling 1. - Afstand
Art. 14.De verpleegkundige die niet meer wenst de erkenning te genieten, wordt ertoe gehouden de Minister ervan schriftelijk te verwittigen. In dat geval trekt de Minister of zijn afgevaardigde de erkenning in. Het Bestuur bericht er de aanvrager per aangetekend schrijven van binnen een termijn van dertig dagen.
De beoefenaar die van het genot van de erkenning afstand heeft gedaan kan elk ogenblik een nieuwe aanvraag om erkenning indienen. Deze zal behandeld worden overeenkomstig de procedures beschreven in hoofdstuk 3. Afdeling 2. - Intrekking van de erkenning
Art. 15.§ 1. Wanneer de verpleegkundige niet meer aan de erkenningscriteria voldoet, trekt de Minister of zijn afgevaardigde de toegekende erkenning in ofwel op eigen initiatief ofwel op de voordracht van de Commissie.
Alvorens enige maatregel te treffen tot intrekking van de erkenning, geeft het Bestuur er bericht van aan de betrokkene per aangetekend schrijven en vraagt het advies van de Commissie aan.
De betrokkene kan het Bestuur een nota laten geworden met zijn met redenen omklede op- en aanmerkingen binnen een termijn van dertig dagen na de ontvangst van het aangetekend schrijven.
Wanneer de betrokkene de inhoud van het aangetekend schrijven niet betwist, beraadslaagt de Commissie op basis van de stukken.
In geval van betwisting, deelt de betrokkene zijn op- en aanmerkingen mee. De Commissie onderzoekt dan het dossier.
Op de aanvraag van de betrokkene of die van de Commissie, wordt de betrokkene gehoord door de Commissie om elk nuttig geachte informatie mee te delen. Behoudens bij noodgeval, wordt de betrokkene minstens vijftien dagen vóór de vergadering gedurende welke zijn dossier opnieuw onderzocht zal worden, ervan verwittigd.
De betrokkene kan zich door een raadsman laten bijstaan. Als hij niet verschijnt, beslist de Commissie op basis van de stukken. In geval van behoorlijk met redenen omklede afwezigheid, wordt een nieuwe datum voor de hoorzitting bepaald.
Op zijn aanvraag of op die van zijn raadsman, kan de betrokkene toegang krijgen tot zijn administratieve dossier binnen de termijn waarover hij beschikt krachtens het derde lid en het zesde lid.
De Minister of zijn afgevaardigde beslist over de aanvraag van de aanvrager op basis van het advies van de Commissie. § 2. Het Bestuur deelt aan de aanvrager de beslissing mede van de Minister of van zijn afgevaardigde binnen een termijn van dertig dagen. Wanneer de beslissing negatief is, wordt deze via aangetekend schrijven aan de aanvrager meegedeeld. § 3. De verpleegkundige van wie de erkenning werd ingetrokken, kan elk ogenblik een nieuwe aanvraag om erkenning indienen. Deze zal behandeld worden overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 3. HOOFDSTUK 5.- Registratie als zorgkundige
Art. 16.De aanvraag om registratie als zorgkundige wordt door de aanvrager aan het Bestuur gestuurd, ofwel door het zenden van het formulier waarvan het model als bijlage II bij dit besluit gevoegd is, ofwel elektronisch volgens het procedé ter beschikking gesteld door het Bestuur.
De aanvraag gaat samen met de verantwoordingsstukken waaruit blijkt dat de aanvrager aan de nadere regels voor de registratie als zorgkundige bedoeld bij artikel 2, 2°, van het koninklijk besluit van 12 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/01/2006 pub. 03/02/2006 numac 2006022081 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels om geregistreerd te worden als zorgkundige sluiten tot vaststelling van de nadere regels om geregistreerd te worden als zorgkundige, voldoet.
Het Bestuur zendt aan de aanvrager een bericht van ontvangst van zijn aanvraag om erkenning binnen een termijn van dertig dagen toe.
Art. 17.Wanneer het dossier volledig is, zendt het Bestuur het om advies aan de bevoegde afdeling van de Commissie bedoeld bij artikel 2, § 2, 3°, over.
Wanneer het dossier onvolledig is, vraagt het Bestuur aan de aanvrager de ontbrekende documenten te bezorgen. Indien de aanvrager binnen de drie maanden van de aanvraag de ontbrekende documenten niet voorlegt om zijn dossier te vervolledigen, sluit het Bestuur de aanvraag af en geeft het aan de aanvrager er bericht van per aangetekend schrijven.
Art. 18.De afdeling bevoegd voor de registratie onderzoekt het dossier van de aanvraag op basis van de voorwaarden bedoeld bij artikel 2, 2°, van het koninklijk besluit van 12 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/01/2006 pub. 03/02/2006 numac 2006022081 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels om geregistreerd te worden als zorgkundige sluiten tot vaststelling van de nadere regels om geregistreerd te worden als zorgkundige.
Art. 19.§ 1. De afdeling bevoegd voor de registratie van de Commissie spreekt zich uit over de aanvraag om erkenning binnen de zestig dagen vanaf de ontvangst door het Bestuur van het volledige dossier van de erkenningsaanvraag. § 2. De afdeling bevoegd voor de registratie van de Commissie beraadslaagt op basis van het dossier overgezonden door de aanvrager.
Als ze acht dat het niet voldoende aantoont dat de vereiste voorwaarden vervuld zijn, kan ze beslissen het advies later uit te brengen. In dat geval vraagt ze aan de aanvrager aanvullende elementen en ze kan de aanvrager horen gedurende één van haar latere vergaderingen.
Het Bestuur deelt deze beslissing aan de aanvrager mede binnen een termijn van dertig dagen.
Behoudens bij noodgeval, wordt de aanvrager uitgenodigd bij aangetekend schrijven met ontvangstbericht minstens vijftien dagen vóór de vergadering gedurende welke zijn dossier opnieuw onderzocht zal worden. De aanvrager kan zich door een raadsman laten bijstaan.
Als hij, hoewel degelijk uitgenodigd, niet verschijnt, beslist de afdeling bevoegd voor de registratie op basis van de stukken. In geval van een behoorlijk met redenen omklede reden, wordt een nieuwe datum voor de hoorzitting bepaald.
Art. 20.§ 1. Als de afdeling bevoegd voor de registratie een gunstig advies geeft, beslist de Minister of zijn afgevaardigde op basis van dit advies.
Als de afdeling bevoegd voor de registratie een ongunstig advies geeft, wordt de aanvrager door het Bestuur ervan op de hoogte gesteld, bij aangetekend schrijven met ontvangstbericht, binnen een termijn van dertig dagen na de ontvangst van het advies. § 2. Wanneer de aanvrager het ongunstig advies van de Commissie niet betwist, beslist de Minister of zijn afgevaardigde over de aanvraag van de aanvrager. § 3. In geval van betwisting van het ongunstig advies van de afdeling bevoegd voor de registratie, kan de aanvrager een nota aan het Bestuur laten geworden met zijn met redenen omklede op- en aanmerkingen binnen een termijn van dertig dagen na de ontvangst van het advies. In dat geval, onderzoekt de afdeling bevoegd voor de registratie van de Commissie het dossier opnieuw. Op aanvraag van de aanvrager of van de Commissie, wordt de aanvrager gehoord door de afdeling bevoegd voor de registratie van de Commissie om mogelijks nuttige inlichtingen mee te delen. Behoudens noodgeval, wordt hij ingelicht minstens vijftien dagen voor de vergadering tijdens welke zijn dossier opnieuw onderzocht zal worden.
De aanvrager kan zich door een raadsman laten bijstaan. Als hij niet verschijnt, beslist de afdeling bevoegd voor de registratie van de Commissie op basis van de stukken. In geval van een behoorlijk met redenen omklede reden, wordt een nieuwe datum voor de hoorzitting bepaald.
De afdeling bevoegd voor de registratie van de Commissie kan haar oorspronkelijke advies behouden of een nieuw advies uitbrengen op basis van nieuwe elementen.
De Minister of zijn afgevaardigde beslist over de aanvraag op basis van het laatste advies van de afdeling bevoegd voor de registratie van de Commissie.
Art. 21.Het Bestuur deelt aan de aanvrager de beslissing mede van de Minister of van zijn afgevaardigde binnen een termijn van dertig dagen. Wanneer de beslissing negatief is, wordt deze via aangetekend schrijven aan de aanvrager meegedeeld.
Wanneer de beslissing van de Minister of zijn afgevaardigde positief is, vermeldt het attest van registratie de datum waarop de registratie begint te lopen HOOFDSTUK 6. - Afstand en intrekking van de registratie als zorgkundige Afdeling 1. - Afstand
Art. 22.De zorgkundige die niet meer wenst de toegekende erkenning te genieten, wordt ertoe gehouden de Minister ervan schriftelijk te verwittigen. In dat geval trekt de Minister of zijn afgevaardigde de erkenning in. Het Bestuur bericht er de aanvrager per aangetekend schrijven van binnen een termijn van dertig dagen.
De persoon die van het genot van de erkenning afstand heeft gedaan, kan elk ogenblik een nieuwe aanvraag om erkenning indienen. Deze zal behandeld worden overeenkomstig de procedures beschreven in hoofdstuk 5. Afdeling 2. - Intrekking van de erkenning
Art. 23.§ 1. Wanneer de zorgkundige niet meer aan de registratiecriteria voldoet, trekt de Minister of zijn afgevaardigde de toegekende erkenning in ofwel op eigen initiatief ofwel op de voordracht van de Commissie.
Alvorens enige maatregelen te treffen tot intrekking van de erkenning, geeft het Bestuur er bericht van aan betrokkene per aangetekend schrijven en vraagt het advies van de Commissie aan. De betrokkene kan het Bestuur een nota laten geworden met zijn met redenen omklede op- en aanmerkingen binnen een termijn van dertig dagen na de ontvangst van het aangetekend schrijven.
Wanneer de betrokkene de inhoud van het aangetekend schrijven niet betwist, beraadslaagt de Commissie op basis van de stukken.
In geval van betwisting, deelt de betrokkene zijn op- en aanmerkingen mee. De Commissie onderzoekt dan het dossier.
Op de aanvraag van de betrokkene of die van de Commissie, wordt de betrokkene gehoord door de Commissie om elk nuttig geachte informatie mee te delen. Behoudens bij noodgeval, wordt de betrokkene minstens vijftien dagen vóór de vergadering gedurende welke zijn dossier opnieuw onderzocht zal worden, ervan verwittigd.
De betrokkene kan zich door een raadsman laten bijstaan. Als hij niet verschijnt, beslist de afdeling bevoegd voor de registratie op basis van de stukken. In geval van behoorlijk met redenen omklede afwezigheid, wordt een nieuwe datum voor de hoorzitting bepaald.
Op zijn aanvraag of op die van zijn raadsman, kan de betrokkene toegang krijgen tot zijn administratieve dossier binnen de termijn waarover hij beschikt krachtens het derde lid en het vijfde lid.
De Minister of zijn afgevaardigde beslist over de aanvraag van de aanvrager op basis van het advies van de afdeling bevoegd voor de registratie. § 2. Het Bestuur deelt aan de aanvrager de beslissing mede van de Minister of van zijn afgevaardigde bij aangetekend schrijven met ontvangstbericht binnen een termijn van dertig dagen. § 3. De zorgkundige van wie de erkenning werd ingetrokken, kan te allen tijde een nieuwe aanvraag om erkenning indienen overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 5. HOOFDSTUK 7. - Controle, sanctie en terugkrijgen van de erkenning voor een bijzondere beroepstitel of een bijzondere kwalificatie Afdeling 1. - Controle en sanctie
Art. 24.De verpleegkundige die een bijzondere beroepstitel voert of die een bijzondere beroepskwalificatie laat gelden kan worden gecontroleerd. De betrokkene wordt ervan bij aangetekend schrijven verwittigd.
De verpleegkundige deelt aan de Commissie, de documenten mee waaruit blijkt dat de voorwaarden bepaald voor het behoud van de betrokken bijzondere beroepstitel of van de bijzondere beroepskwalificatie in acht worden genomen, binnen de dertig dagen vanaf de datum van ontvangst van het schrijven bedoeld bij het eerste lid. De Commissie kan deze termijn verlengen wanneer de verpleegkundige laat gelden dat er uitzonderlijke en met redenen omklede omstandigheden zijn.
De controle kan enkel betrekking hebben op één periode van vier jaar berekend vanaf de datum van de erkenning.
De Commissie kan een controle ten vroegste uitoefenen na vier jaar vanaf de datum van de erkenning waarbij de verpleegkundige ertoe gemachtigd wordt de bijzondere beroepstitel te voeren of de bijzondere beroepskwalificatie te laten gelden.
De Commissie bezorgt jaarlijks een verslag over de uitgevoerde controles aan de Minister.
Art. 25.Na machtiging door de Minister of zijn afgevaardigde, kan een afdeling van de Commissie één of meerdere leden of deskundigen belasten met het uitbrengen van verslagen of het uitvoeren van enquêtes.
Er wordt een vergoeding per enquête toegekend aan de persoon die ermee belast is door de afdeling van de Erkenningscommissie controles uit te voeren. De Minister bepaalt het bedrag van deze vergoedingen.
Art. 26.Wanneer blijkt dat ten gevolge van een controle de voorwaarden bepaald voor het behoud van de bijzondere beroepstitel of de bijzondere beroepskwalificatie niet vervuld worden, kan de Minister of zijn afgevaardigde de erkenning schorsen totdat opnieuw aan de voorwaarden wordt voldaan.
Art. 27.§ 1. Alvorens enige maatregel tot intrekking van de erkenning te treffen, licht het Bestuur de betrokkene hierover in bij aangetekende brief en wint het advies van de Commissie in.
De betrokkene kan het Bestuur een nota laten toesturen met zijn gemotiveerde op- en aanmerkingen binnen een termijn van dertig dagen na de ontvangst van de aangetekende brief.
Als de betrokkene de maatregel niet betwist, beslist de Commissie op basis van de stukken.
Bij betwisting deelt de betrokkene zijn op- en aanmerkingen mee. De Commissie onderzoekt het dossier.
Op zijn aanvraag of op aanvraag van de Commissie wordt de betrokkene door de Commissie gehoord om alle nuttige informatie te geven.
Behoudens noodgeval, wordt de aanvrager minstens veertien dagen vóór de vergadering waarop zijn dossier opnieuw wordt onderzocht, hierover ingelicht.
De betrokkene kan zich laten bijstaan door een raadsman. Indien hij niet verschijnt, kan de Commissie beslissen op basis van de stukken.
In geval van een met redenen omklede afwezigheid wordt een nieuwe datum voor de hoorzitting bepaald.
De betrokkene kan, op zijn aanvraag of op aanvraag van zijn raadsman, toegang krijgen tot zijn administratieve dossier tijdens de periode waarover hij beschikt overeenkomstig het derde en het zesde lid.
De Minister of zijn afgevaardigde beslist over de aanvraag van betrokkene op basis van het advies uitgebracht door de Commissie. § 2. Het Bestuur deelt de betrokkene de beslissing van de Minister of van zijn afgevaardigde mee binnen een termijn van dertig dagen.
Wanneer de beslissing negatief is, wordt deze bij aangetekende brief aan de aanvrager meegedeeld. Afdeling 2. - Terugkrijgen van de erkenning
Art. 28.In geval van schorsing van de erkenning van de bijzondere beroepstitel of van de bijzondere beroepskwalificatie, kan een aanvraag om de erkenning terug te krijgen aan het Bestuur toegestuurd worden, en overgezonden aan de bevoegde afdeling van de Commissie.
De aanvraag om de erkenning terug te krijgen, wordt door de verpleegkundige aan het Bestuur gestuurd, ofwel door het zenden van het formulier waarvan het model als bijlage III bij dit besluit gevoegd is, ofwel elektronisch volgens het procedé bezorgd door het Bestuur. Dit formulier gaat samen met de verantwoordingsstukken waaruit blijkt dat de aanvrager aan de voorwaarden voldoet voor het terugkrijgen van de erkenning bepaald voor de bijzondere beroepstitel of de bijzondere beroepskwalificatie die de aanvrager wenst te bekomen.
Het Bestuur zendt aan de aanvrager een bericht van ontvangst toe van zijn aanvraag om de erkenning terug te krijgen, binnen een termijn van dertig dagen.
De bevoegde afdeling van de Commissie spreekt zich uit over de aanvraag bij een met redenen omkleed advies binnen de zestig dagen vanaf de ontvangst van de aanvraag om de erkenning terug te krijgen door het Bestuur.
Art. 29.§ 1. Als de Commissie een gunstig advies geeft, beslist de Minister of zijn afgevaardigde op basis van dit advies. Het Bestuur zendt aan de aanvrager de beslissing binnen een termijn van dertig dagen toe. § 2. Als de Commissie een ongunstig advies geeft, wordt de aanvrager door het Bestuur ervan op de hoogte gesteld, bij aangetekend schrijven, binnen een termijn van dertig dagen.
Wanneer de aanvrager het ongunstig advies van de Commissie niet betwist, beslist de Minister of zijn afgevaardigde over de aanvraag om de erkenning terug te krijgen ingediend door de aanvrager.
In geval van betwisting van het ongunstig advies van de Commissie, kan de aanvrager een nota aan het Bestuur laten geworden met zijn met redenen omklede op- en aanmerkingen binnen een termijn van dertig dagen na de ontvangst van het advies. In dat geval, onderzoekt de Commissie het dossier opnieuw. Op aanvraag van de aanvrager of van de Commissie, wordt de aanvrager gehoord door de Commissie om mogelijks nuttige inlichtingen mee te delen. Behoudens noodgeval, wordt hij ingelicht minstens vijftien dagen voor de vergadering tijdens welke zijn dossier opnieuw onderzocht zal worden.
De aanvrager kan zich door een raadsman laten bijstaan. Als hij niet verschijnt, beslist de Commissie op basis van de stukken. In geval van een behoorlijk met redenen omklede afwezigheid, wordt een nieuwe datum voor de hoorzitting bepaald.
De Commissie kan haar oorspronkelijke advies behouden of een nieuw advies uitbrengen op basis van nieuwe elementen. § 2. De Minister of zijn afgevaardigde beslist over de aanvraag van de aanvrager op basis van het laatste advies van de Commissie.
Art. 30.Het Bestuur deelt aan de aanvrager de beslissing mede van de Minister of zijn afgevaardigde binnen een termijn van dertig dagen.
Wanneer de beslissing negatief is, wordt deze bij aangetekend schrijven aan de aanvrager meegedeeld. HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen
Art. 31.Wanneer de erkenningscriteria bepaald worden voor de eerste keer voor een bijzondere nieuwe titel of voor een bijzondere nieuwe kwalificatie, kan de Minister, in afwijking van de bepalingen van artikel 2, § 2, en op de voordracht van de representatieve beroepsverenigingen en -organisaties van de verpleegkundigen en zorgkundigen, voor de betrokken afdeling van de Commissie, leden benoemen die niet erkend worden voor de bijzondere nieuwe titel of voor de bijzondere nieuwe kwalificatie, maar waarvan de bevoegdheid terzake algemeen bekend is.
De leden bedoeld bij het eerste lid worden benoemd voor een mandaat van één jaar, behoudens als ze ondertussen erkend werden voor deze bijzondere nieuwe titel of voor deze bijzondere nieuwe kwalificatie.
In dat geval, neemt hun mandaat een einde tegelijk met dat van de andere leden van de Commissie.
Art. 32.De adviezen uitgebracht door de Franstalige leden van de instanties bevoegd tussen 1 januari 2016 en de datum van de benoeming van de leden bedoeld bij artikel 2 van dit besluit, worden geacht door de Commissie ingesteld bij hoofdstuk 2 van dit besluit uitgebracht te zijn.
Art. 33.De dossiers die reeds in onderzoek waren op de datum van inwerkingtreding van dit besluit worden behandeld overeenkomstig dit besluit.
Art. 34.Het koninklijk besluit van 18 april 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/04/2013 pub. 16/05/2014 numac 2014024177 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de samenstelling, de organisatie en de werking van de Erkenningscommissie voor de beoefenaars van de verpleegkunde, en tot vaststelling van de erkenningsprocedure waarbij de verpleegkundigen ertoe gemachtigd worden een bijzondere beroepstitel te dragen of zich op een bijzondere beroepsbekwaamheid te beroepen, en de registratieprocedure als zorgkundige. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 18/04/2013 pub. 29/05/2013 numac 2013024176 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de samenstelling, de organisatie en de werking van de Erkenningscommissie voor de beoefenaars van de verpleegkunde, en tot vaststelling van de erkenningsprocedure waarbij de verpleegkundigen ertoe gemachtigd worden een bijzondere beroepstitel te dragen of zich op een bijzondere beroepsbekwaamheid te beroepen, en de registratieprocedure als zorgkundige sluiten betreffende de samenstelling, de organisatie en de werking van de Erkenningscommissie voor de beoefenaars van de verpleegkunde, en tot vaststelling van de erkenningsprocedure waarbij de verpleegkundigen ertoe gemachtigd worden een bijzondere beroepstitel te dragen of zich op een bijzondere beroepsbekwaamheid te beroepen, en de registratieprocedure als zorgkundige, wordt opgeheven.
Art. 35.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 36.De Minister bevoegd voor de erkenning van de gezondheidszorgberoepen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 19 oktober 2016.
De Minister-President, R. DEMOTTE