27 MEI 2009. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de regels voor de aanwending van de subsidies voor de Studentenraden van de hogescholen en de hogere kunstscholen

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen;

Gelet op de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, inzonderheid op de artikelen 11, 12, 13 en 14;

Gelet op het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen, inzonderheid op artikel 75bis ;

Gelet op het decreet van 20 december 2001 tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van studenten), inzonderheid op artikel 30;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 juli 1991 houdende coördinatie van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, inzonderheid op de artikelen 55, 56, 57 en 58;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 2 april 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 23 april 2009;

Gelet op het dringende overleg van 5 mei 2009 met de verenigingen die de studenten vertegenwoordigen en die erkend zijn op gemeenschapsniveau;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid voortvloeiend uit de behoefte om specifieke regels te bepalen vóór de ambtsbekleding van de komende studentenraden;

Gelet op het advies nr. 46.629/2 van de Raad van State, verleend op 12 mei 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De Studentenraad voert een gedetailleerde comptabiliteit (ontvangsten/uitgaven), houdt een staat bij van de gewone uitgaven en maakt een inventaris op volgens de modellen gegeven in het tijdsschema, dat ieder jaar bekendgemaakt wordt, door de Commissarissen-Afgevaardigden van de Regering.

Daartoe, kan de Studentenraad, op eigen verzoek, zich door een personeelslid aangesteld door de overheid van de hogeschool of van de hogere kunstschool laten bijstaan.

Art. 2.De Studentenraad maakt zijn begrotingsvooruitzichten voor het volgende kalenderjaar aan de Commissaris-Afgevaardigde van de Regering over tegen 1 december van het lopende academiejaar ten laatste.

De comptabiliteit in burgerlijk jaar, goedgekeurd door de Studentenraad, moet overgezonden worden aan de Commissaris-Afgevaardigde van de Regering tegen 31 maart van het volgende jaar ten laatste overeenkomstig het tijdsschema dat ieder jaar bekendgemaakt wordt.

Deze comptabiliteit bevat een afschrift van de originele verantwoordingsstukken van alle uitgaven en ontvangsten.

Art. 3.De Studentenraad behoudt de boekhoudingsstukken van de vorige begrotingsjaren gedurende een periode van minimum vijf jaar vanaf de goedkeuring van de rekeningen, op de maatschappelijke zetel van de hogeschool of de hogere kunstschool.

Art. 4.De leden van de Studentenraad zijn verantwoordelijk voor de aanwending van de toegekende subsidies. Ingeval van onregelmatigheid, zal de Commissaris-Afgevaardigde het Ministerie van de Franse Gemeenschap verwittigen en zal dit laatste belast worden met het teruginnen van de onbehoorlijk gebruikte bedragen.

Art. 5.De Studentenraad is ertoe gehouden, tegen 1 oktober laatstens, een algemeen activiteitenverslag ten behoeve van de Regering in te dienen over het academiejaar waar hij zijn ambt uitvoert.

Dit verslag bevat minimum de volgende elementen : 1° een verslag over de exacte bestemming van de tegemoetkoming van de Franse Gemeenschap;2° een overzicht van de personeelssterkte, desnoods;3° een inventaris van het vermogen.

Art. 6.Het gebruik van de kredietkaart door de Studentenraad is verboden.

Art. 7.De Minister tot wiens bevoegdheid het Hoger Onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 15 september 2009.

Brussel, 27 mei 2009.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET