Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 20 juli 2006
gepubliceerd op 15 september 2006

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende oprichting van de sociale dienst van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, van de "Conseil supérieur de l'Audiovisuel" en van de instellingen van openbaar nut ressorterend onder het Comité van Sector XVII, met uitzondering van het "Commissariat général aux Relations internationales" (Commissariaat-generaal voor internationale betrekkingen van de Franse Gemeenschap)

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2006202862
pub.
15/09/2006
prom.
20/07/2006
ELI
eli/besluit/2006/07/20/2006202862/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 JULI 2006. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende oprichting van de sociale dienst van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, van de "Conseil supérieur de l'Audiovisuel" (Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector) en van de instellingen van openbaar nut ressorterend onder het Comité van Sector XVII, met uitzondering van het "Commissariat général aux Relations internationales" (Commissariaat-generaal voor internationale betrekkingen van de Franse Gemeenschap)


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid op artikel 13, gewijzigd bij de wet van 19 juli 1983 en bij de wet van 5 juni 2004;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, gewijzigd bij de bijzondere wetten van 8 augustus 1988 en 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 27 maart 2002 houdende de oprichting van het Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap (ETNIC);

Gelet op het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het gespecialiseerd onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan;

Gelet op het decreet van 17 juli 2002 houdende hervorming van de "Office de la Naissance et de l'Enfance", afgekort : "ONE";

Gelet op het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 augustus 1985 tot aanwijzing van de grondregelingen in de zin van artikel 2, § 1, 1°, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid op artikel 7;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 december 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van 9 december 2005 van de Minister tot wiens bevoegdheid de begroting behoort;

Gelet op de akkoordbevinding van 18 november 2005 van de Minister tot wiens bevoegdheid de ambtenarenzaken behoren;

Gelet op het protocol nr. 337 van het comité van Sector XVII, gesloten op 10 februari 2006;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 40.463/2, gegeven op 7 juni 2006, bij toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van ambtenarenzaken;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van 20 juli 2006, Besluit :

Artikel 1.Er wordt een sociale dienst opgericht binnen de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, van de "Conseil supérieur de l'Audiovisuel" (Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector) en van de instellingen van openbaar nut ressorterend onder het Comité van Sector XVII, met uitzondering van het "Commissariat général aux Relations internationales" (Commissariaat-generaal voor internationale betrekkingen van de Franse Gemeenschap), hierna "betrokken diensten en instellingen" genoemd.

Die sociale dienst behoort tot de bevoegdheid van de Minister van ambtenarenzaken, hierna "de Minister" genoemd, die er de organisatie en de werking van vaststelt.

Art. 2.De activiteiten van de sociale dienst hebben inzonderheid betrekking op : A) op individueel vlak : 1° de individuele hulpverlening op sociaal, psychologisch, juridisch en materieel vlak;2° de financiële steun bij ziekte, chirurgische ingreep, kuur of plaatsing voorgeschreven om medische redenen, vooral wanneer de behandeling duur en langdurig is;3° de bijzondere financiële steun ten gunste van minder-validen;4° de toekenning van terugvorderbare financiële steunmiddelen om uitzonderlijke toestanden te regelen; 5° de tegemoetkoming, bij wijze van voorschotten, bij niet betaling van de verschuldigde bedragen, zoals een wedde, een loon, een pensioen, vergoedingen, een toelage ...; 6° de toekenning van gelegenheidsgeschenken;7° het sluiten van een collectieve verzekering voor gezondheidszorg. B) op collectief vlak : 1° de sociale raadpleging voor vraagstukken die geen rechtstreeks verband hebben met de administratie;2° het beheer in direct verband of in participatieverband van restaurants en cafetaria's;3° de bevordering van culturele, sport- en vrijetijdsbestedingsactiviteiten;4° de organisatie van kinderbewaring en vakantie;5° de voorbereiding op de inrustestelling van aanstaande gepensioneerden.

Art. 3.Op voorwaarde dat ze geen voordelen genieten die door een andere sociale dienst worden verleend, zijn de begunstigden van de sociale dienst : 1° de leden van het personeel en van de ministeriële kabinetten van de Ministers van de Regering van de Franse Gemeenschap die, in welke hoedanigheid dan ook, hun diensten presteren in de betrokken diensten en instellingen, voor zover ze ononderbroken sedert zes maanden in dienst zijn en ze hun ambt tot beloop van ten minste 50 % van de normale duur van de prestaties uitoefenen.Die twee voorwaarden zijn niet vereist voor de toepassing van artikel 2, A), 5° en 7°; 2° de in ruste gestelde ambtenaren;3° de in ruste gestelde niet statutaire personeelsleden die hun laatste drie jaar in de betrokken diensten en instellingen hebben gepresteerd;4° de personen die ten laste zijn van deze die in de punten 1° tot 3° vermeld zijn, met inbegrip van de persoon waarmee de begunstigde samenleeft en van het kind dat in dezelfde woning leeft of waarvoor een onderhoud wordt gegeven;5° de weduwnaars, weduwen en, voor de perioden gedurende welke ze normaal tot hun last zouden zijn gebleven, de wezen van de personen vermeld in de punten 1° tot 3°. De begunstigden wenden zich rechtstreeks tot de sociale dienst.

Op de voordracht van de raad van bestuur en na advies van de vertegenwoordigers van de Minister, kan de Regering andere categorieën van begunstigden bepalen.

Art. 4.De Minister kan een vereniging zonder winstoogmerk die door hem is erkend, opdracht geven het sociaal beleid te bepalen en het geheel of een deel van de activiteiten van de sociale dienst te bepalen. Die vereniging zal, met dat doel, kunnen worden gesubsidieerd binnen de perken van de kredieten die daartoe worden uitgetrokken op de begroting van de betrokken diensten en instellingen.

Het aandeel van de betrokken diensten en instellingen wordt vastgesteld in verhouding tot het aantal personeelsleden die in actieve dienst of in ruste gesteld zijn, waarbij rekening wordt gehouden met dat aantal op de datum van 30 juni voorafgaand aan het betrokken begrotingsjaar en met het bedrag van de uitgavenbegroting van de vereniging, zoals dit door haar raad van bestuur wordt vastgesteld, binnen de perken van de referentiekredieten die daartoe in de begroting van het ministerie van de Franse Gemeenschap ingeschreven zijn.

De vereniging zonder winstoogmerk die vóór de inwerkingtreding van dit besluit erkend is, krijgt een nieuwe erkenning van de Minister zodra ze, in haar nieuwe samenstelling, hem nieuwe statuten zal hebben meegedeeld die in overeenstemming met artikel 5 van dit besluit zijn.

Zolang de procedure bedoeld in het vorige lid niet zal zijn toegepast, zal dezelfde vereniging zonder winstoogmerk haar sociale activiteiten kunnen voortzetten onder de vroeger geldende reglementaire voorwaarden.

Art. 5.Om erkend te worden, moet de vereniging zonder winstoogmerk statuten hebben die voorzien in : 1° de toelating, als lid van de algemene vergadering, van hoogstens 75 personen die behoren tot de categorieën vermeld onder de punten 1°, 2° en 3° van artikel 3, met uitsluiting van elke andere, en die in dezelfde verhouding gemachtigd worden door de 3 representatieve vakorganisaties binnen het onderhandelingscomité van sector XVII.Elke representatieve vakorganisatie zorgt, binnen de algemene vergadering, voor een vertegenwoordiging van het geheel van de betrokken diensten en instellingen; 2° een maatschappelijk doel dat in overeenstemming is met de bepalingen van artikel 2;3° een raad van bestuur, samengesteld uit maximaal 18 leden die in gelijke verhouding aangesteld worden door elk van de 3 representatieve vakorganisaties binnen het onderhandelingscomité van Sector XVII onder de leden die daarvan deel uitmaken.Elke representatieve vakorganisatie zorgt, binnen de raad van bestuur, voor de vertegenwoordiging van het geheel van de betrokken diensten en instellingen; 4° de aanwezigheid van twee vertegenwoordigers die worden aangesteld door de minister en de afgevaardigde ambtenaar bedoeld in artikel 10, § 2, vierde lid, die, met adviserende stem de zittingen van de algemene vergadering, van de raad van bestuur, van de werkgroepen en commissies van rechtswege bijwonen, waarvan de bevoegdheden deze zijn die respectief in de artikelen 8 en 10, § 2, bijwonen.5° het jaarlijks voorleggen van een begroting en rekeningen in vormen die vooraf werden goedgekeurd door de vertegenwoordigers bedoeld in het vorige lid, met vermelding van de oorsprong en de bestemming, die strikt tot haar maatschappelijk doel beperkt is, van alle geldmiddelen die ter beschikking van de vereniging gesteld zijn;6° het toezicht op haar begroting en haar rekeningen door de vertegenwoordigers die werden aangesteld door de minister bedoeld in punt 4, die elk document ter plaatse kunnen raadplegen en elke informatie kunnen verkrijgen die door de vereniging of voor rekening van de vereniging wordt gehouden;7° het schriftelijk verslag van de maatschappelijk werker, voorafgaand aan elke beslissing betreffende individuele gevallen waarvan sprake in punt A van artikel 2, met uitzondering van de punten 6° en 7°.Dit verslag moet opgesteld worden in bewoordingen die, met het oog op de beraadslaging van de raad van bestuur, de anonimiteit van de aanvrager waarborgen; 8° de oprichting van een uitvoerende instantie;9° het vaststellen van een huishoudelijk reglement.

Art. 6.De erkende vereniging zonder winstoogmerk zal de Minister vóór 15 april van elk jaar een moreel en financieel verslag in verband met het afgelopen dienstjaar voorleggen.

Art. 7.De erkende vereniging zonder winstoogmerk is ertoe gehouden de toestemming van de Minister te verkrijgen vóór de organisatie van tombola's, de verkoop van onderscheidingstekens of van elke actie bestemd om uitzonderlijke geldmiddelen te vinden, en vóór de aanvaarding van giften en legaten.

Art. 8.Het toezicht op de activiteiten van de vereniging zonder winstoogmerk wordt uitgeoefend door de twee vertegenwoordigers aangesteld door de Minister onder de ambtenaren van de betrokken diensten en instellingen die titularis zijn van een graad van ten minste rang 15 of onder de leden van de Inspectie van Financiën die bij de Franse Gemeenschap gedetacheerd zijn.

Ze zijn bevoegd om toezicht uit te oefenen op het beheer alsook op de begroting en rekeningen van de vereniging.

Onverminderd hun recht een beroep in te dienen bij de minister, kunnen ze geen onderrichtingen geven, noch de uitvoering van regelmatig genomen beslissingen verhinderen.

Ze mogen geen lid van de vereniging zijn.

Ze kunnen hun recht op informatie of het toezicht ter plaatse afzonderlijk uitoefenen, maar ze moeten de eindrekeningen van het dienstjaar collegiaal goedkeuren.

Ze kunnen, elk afzonderlijk, de steun van een lid van het personeel dat ressorteert onder de betrokken diensten en instellingen aanvragen, met de voorafgaande toestemming van de administratieve overheid waaronder die personeelsleden ressorteren.

Ze zijn bevoegd : 1° om met raadgevende stem elke zitting van de algemene vergadering en van de raad van bestuur alsook elke zitting die door de sociale dienst wordt georganiseerd, bij te wonen;2° om de raad van bestuur of de algemene vergadering bijeen te roepen;3° om een advies te verstrekken over elke vraag van de minister betreffende de werking van de sociale dienst;4° om, bij een aan de voorzitter van de vereniging zonder winstoogmerk toegestuurd aangetekend schrijven met afschrift aan de ondervoorzitters, binnen een termijn van vijf volle dagen na de beslissing, elke maatregel te schorsen die ze in strijd met het algemeen belang achten, in voorkomend geval, rekening houdend met het voorafgaande advies, door de afgevaardigde ambtenaar bij toepassing van artikel 10 uitgebracht over de wetten, decreten of verordeningen, of over de statuten van de erkende vereniging zonder winstoogmerk. De redenen worden meegedeeld aan de Minister, de voorzitter en ondervoorzitters van de vereniging.

Indien de Minister de maatregel niet vernietigt, of indien hij geen beslissing heeft genomen binnen de veertien dagen na de kennisgeving van de schorsing, wordt de beslissing uitvoerbaar.

De vertegenwoordigers van de Ministers kunnen ter plaatse inzage krijgen van alle stukken in verband met het beheer van de vereniging.

Art. 9.De Minister kan, te allen tijde, bij een met redenen omklede beslissing, op grond van het verslag van zijn vertegenwoordigers, de erkenning intrekken, indien de vereniging zonder winstoogmerk haar verbintenissen niet nakomt of de bepalingen van dit besluit niet naleeft.

Art. 10.§ 1. Het personeel dat nodig is voor de uitvoering van de activiteiten van de sociale dienst wordt ter beschikking gesteld van een dienst die opgericht is binnen het Secretariaat-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap en die onder leiding van een afgevaardigde ambtenaar staat. Een organogram van deze dienst, houdende vermelding van het personeel dat nodig is voor de uitvoering van zijn opdrachten, de aanwezige personeelssterkte, zijn structuur en zijn organisatie, wordt door de Regering vastgesteld op voorstel van de vertegenwoordigers, aangesteld door de Minister bij toepassing van artikel 8, die handelen in overleg met de uitvoerende instantie van de vereniging en met de afgevaardigde ambtenaar.

Onverminderd het bijhouden van een functioneel dossier door de dienst die onder leiding van de afgevaardigde ambtenaar staat, wordt het administratief dossier van elk lid van dat personeel beheerd door de dienst of de instelling waartoe het behoort.

De dienst of de instelling waartoe het ter beschikking gesteld personeel behoort, waarborgt voor dat personeelslid, als het statutair is, een positie in zijn personeelsformatie, waardoor het zijn loopbaanperspectieven behoudt.

Gedurende hun terbeschikkingstelling, ressorteren die personeelsleden onder het hiërarchische en functionele gezag van de afgevaardigde ambtenaar, die de leiding van de dienst bedoeld in het eerste lid heeft. § 2. De in de vorige paragraaf bedoelde afgevaardigde ambtenaar zorgt ervoor dat de activiteiten van de sociale dienst die worden uitgevoerd door de dienst die onder zijn leiding staat in overeenstemming met de beslissingen van de vereniging zonder winstoogmerk zijn.

Wanneer de afgevaardigde ambtenaar van mening is dat een punt dat tijdens een vergadering van één van de organen van de vereniging besproken wordt, nieuwe gevolgen kan hebben op de functionele activiteit van de dienst die onder zijn leiding staat, kan hij de beslissing over dat punt naar de eerstvolgende vergadering van het beslissingsorgaan verschuiven met het oog op het uitbrengen, aan de leden van het bedoelde orgaan, van een schriftelijk advies over de gevolgen van dat punt op de functionele activiteit van de dienst.

De afgevaardigde ambtenaar beschikt, volgens regels die door hem nader te bepalen zijn bij een voorafgaande akte die met de instemming van de vertegenwoordigers van de Minister wordt vastgesteld, over de mogelijkheid om de personeelsleden die ter beschikking worden gesteld van de dienst die onder zijn leiding staat, zijn bevoegdheid te delegeren om functionele contacten te hebben met de organen en de uitvoerende instantie van de vereniging zonder winstoogmerk.

Van de in het vorige lid bedoelde voorafgaande akte wordt kennis gegeven aan de hem ter beschikking gestelde personeelsleden, aan de raad van bestuur van de vereniging zonder winstoogmerk, aan de vertegenwoordigers van de minister alsook aan de betrokken diensten en instellingen.

De afgevaardigde ambtenaar is een statutaire ambtenaar van rang 12, en zijn bezoldiging is ten laste van de dienst of de instelling waartoe hij behoort. Hij staat onder het hiërarchische en functionele gezag van de secretaris-generaal van het ministerie van de Franse Gemeenschap. § 3. De in de vorige paragraaf bedoelde afgevaardigde ambtenaar, de vertegenwoordigers van de minister die met toepassing van artikel 8 worden aangesteld en de uitvoerende instantie nemen alle contacten die nuttig zijn voor de uitoefening van hun respectieve opdrachten. § 4. De voorzitter en ondervoorzitters van de raad van bestuur van de vereniging zonder winstoogmerk genieten van rechtswege, binnen de dienst waarvoor ze administratief aangewezen zijn, de dienstvrijstellingen die noodzakelijk zijn voor de volle uitoefening van hun mandaat.

Art. 11.Onverminderd artikel 4, wordt het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 13 maart 1997 houdende oprichting van de sociale dienst van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap opgeheven op de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 13.De Minister van Ambtenarenzaken wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 juli 2006.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Presidente, Mevr. M. ARENA De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Minister van Begroting en Financiën, M. DAERDEN De Minister van Ambtenarenzaken en Sport, Cl. EERDEKENS De Minister van Cultuur, de Audiovisuele Sector en Jeugd, Mevr. F. LAANAN De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. C. FONCK

^