gepubliceerd op 30 oktober 2002
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende organisatie van het examen voor de toelating in de hogere kunstscholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap
17 JULI 2002. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende organisatie van het examen voor de toelating in de hogere kunstscholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 17 mei 1999 betreffende het hoger kunstonderwijs, inzonderheid op artikel 25;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 april 2002;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 18 april 2002;
Gelet op het overleg dat met de inrichtende machten op 29 april 2002 werd gepleegd;
Gelet op het overleg dat op 2 mei 2002 werd gepleegd met de verenigingen die de studenten vertegenwoordigen;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap over de aanvraag om advies te geven door de Raad van State binnen een termijn van hoogstens één maand;
Gelet op het advies nr. 33.672/2 van de Raad van State, gegeven op 12 juli 2002 met toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister belast met het Hoger Onderwijs;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Het toelatingsexamen
Artikel 1.De zittijd voor de toelating tot de studies in het hoger kunstonderwijs wordt elk jaar, tussen 1 mei en 1 juni en tussen 25 juni en 30 september, georganiseerd in elke hogere kunstschool.
Het toelatingsexamen duurt maximaal twee weken.
Art. 2.De examencommissie voor de toelating, ingesteld door de directeur voor elke studierichting, is samengesteld uit : 1° de directeur van de hogere kunstschool, voorzitter, of, bij diens afwezigheid, de adjunct-directeur, wanneer dat ambt wordt toegekend of een personeelslid wordt aangesteld door de inrichtende macht;2° ten minste drie leden van het onderwijzend personeel die liefst behoren tot de afdeling, de studierichting of het interdisciplinaire vak waarvoor de kandidaat zich wenst te laten inschrijven.
Art. 3.Het secretariaat van de examencommissie voor de toelating wordt waargenomen door een personeelslid van de school, gekozen door de directeur. De secretaris is niet stemgerechtigd.
Art. 4.De inrichtende macht, op de voordracht van de pedagogische beheersraad, stelt een reglement voor het toelatingsexamen vast.
Dat reglement bepaalt onder meer, met inachtneming van de bepalingen van dit besluit : 1° de doestellingen die, voor elke afdeling, studierichting of finaliteit, naargelang van het geval, worden bepaald;2° de beschrijving van de inhoud van het examen voor elke afdeling, studierichting of finaliteit, naargelang van het geval;3° de nadere regels voor de organisatie van het examen voor elke afdeling, studierichting of finaliteit, naargelang van het geval;4° de nadere regels voor de evaluatie van het examen;5° de procedure voor de kennisgeving, wanneer de kandidaat gezakt is;6° de procedures voor de indiening van klachten;7° de oprichting en de organisatie van een commissie belast met het ontvangen van de klachten van de kandidaten. Het reglement van het toelatingsexamen is een openbaar document, dat door de directeur of diens vertegenwoordiger wordt afgeleverd aan iedere persoon op gewone aanvraag en aan de kandidaat voor het toelatingsexamen uiterlijk bij zijn inschrijving.
Art. 5.De voorzitter organiseert het toelatingsexamen. Hij ontvangt de inschrijvingen, roept de leden van de examencommissie en de kandidaten samen en treft alle schikkingen die nuttig zijn voor het goede verloop van het examen.
Art. 6.Om geldig te kunnen delibereren, moet twee derden van de leden van de examencommissie aanwezig zijn. De examencommissie voor de toelating beslist bij meerderheid van stemmen of een kandidaat al dan niet wordt toegelaten. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.
Art. 7.Een proces-verbaal vermeldt de beslissingen die tijdens de deliberatie worden genomen.
Dit proces-verbaal wordt ondertekend door de voorzitter, de secretaris en de leden van de examencommissie.
Er wordt een afschrift van het proces-verbaal, dat door de directeur voor eensluidend wordt verklaard, aan het bestuur voor het hoger kunstonderwijs toegezonden voor 31 oktober van het lopende academiejaar.
Het origineel wordt in de hogere kunstschool gedurende 1 jaar bewaard.
Art. 8.De kandidaat die geslaagd is voor het examen voor toelating tot het kunstonderwijs wordt ertoe gelaten zich in te schrijven in de hogere kunstschool waarin hij dat examen heeft afgelegd.
Art. 9.De kandidaat die gezakt is voor het toelatingsexamen, wordt ervan op de hoogte gebracht door middel van het aanplakbord van de school, uiterlijk de tweede werkdag die volgt op het afsluiten van dat examen, en door middel van een met redenen omklede kennisgeving tegen ontvangstbewijs waarbij hij tevens ingelicht wordt over de nadere regels voor de indiening van de klacht.
Art. 10.Binnen de 4 werkdagen na het aanplakken van de resultaten op het aanplakbord, kan de kandidaat een klacht indienen betreffende elke onregelmatigheid in het verloop van het examen door middel van een aangetekend schrijven gericht aan de directeur van de hogere kunstschool of door het indienen ervan bij het secretariaat van de school, tegen ontvangstbewijs.
Art. 11.De commissie bedoeld in artikel 4, 7° van dit besluit, omvat : 1° de directeur van de school, voorzitter, en, in voorkomend geval, het personeelslid dat voor het toelatingsexamen als voorzitter aangesteld wordt;2° drie leden van de pedagogische beheersraad, door de directeur aangesteld. Iedereen is stemgerechtigd.
Het secretariaat van de commissie wordt waargenomen door een personeelslid van de school, gekozen door de directeur. De secretaris is niet stemgerechtigd.
Binnen de vier werkdagen die volgen op het verstrijken van de termijn voor de indiening van de klachten, onderzoekt de Commissie de ingediende klachten. Indien zij dit nodig acht, ontvangt zij de kandidaat(aten).
Die commissie kan het resultaat van het examen ongeldig verklaren.
De directeur van de hogere kunstschool is dan ertoe gehouden binnen de vier werkdagen een nieuw examen of examengedeelte te organiseren volgens de regels die in het reglement van het toelatingsexamen nader bepaald zijn.
Een proces-verbaal vermeldt de beslissingen die werden genomen gedurende de deliberatie van de commissie. Dit proces-verbaal wordt ondertekend door de voorzitter, de andere leden van de commissie en de secretaris.
De kandidaat die een klacht heeft ingediend wordt van de beslissingen van de commissie op de hoogte gebracht via het aanplakbord van de school, uiterlijk de tweede werkdag na de deliberatie van de commissie, en het verkrijgen van een met redenen omklede kennisgeving tegen ontvangstbewijs. HOOFDSTUK II. - Slotbepalingen
Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2002.
Art. 13.Overeenkomstig artikel 30 van het decreet van 17 mei 1999 betreffende het hoger kunstonderwijs, wordt de inwerkingtreding van het voormelde decreet van 17 mei 1999 op 1 september 2002 vastgesteld.
Art. 14.De Minister tot wier bevoegdheid het Hoger Onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 juli 2002.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. Fr. DUPUIS