gepubliceerd op 24 september 2002
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot oprichting van de Commissie voor erkenning van algemene bekendheid voor de leden van het onderwijzend personeel van de hogere kunstscholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap.
17 JULI 2002. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot oprichting van de Commissie voor erkenning van algemene bekendheid voor de leden van het onderwijzend personeel van de hogere kunstscholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap.
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 20 december 2001 houdende vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van studenten) inzonderheid op artikel 82, § 2;
Gelet op het decreet van 17 mei 1999 betreffende het hoger kunstonderwijs, inzonderheid op artikel 26;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 februari 2002;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 7 maart 2002;
Gelet op het onderhandelingsprotocol van 26 april 2002 van het Sectorcomité IX en het Comité van de Provinciale en Lokale Overheidsdiensten, afdeling II, in gezamenlijke vergadering;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de vraag aan de Raad van State om een advies te verlenen binnen een maximale termijn van één maand;
Gelet op het advies nr. 33.545/2 van de Raad van State, gegeven op 3 juli 2002, in toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister belast met de Ambtenarenzaken en van de Minister belast met het Hoger Onderwijs;
Gelet op de beraadslaging van 17 juli 2002 van de Regering van de Franse Gemeenschap, Besluit :
Artikel 1.Er wordt een commissie voor erkenning van algemene bekendheid opgericht, hierna de Bekendheidscommissie genoemd.
Art. 2.De Bekendheidscommissie is per domein als volgt samengesteld : 1° een voorzitter : de directeur-generaal van het personeel van het Onderwijs in de Franse Gemeenschap of zijn afgevaardigde van ten minste rang 15;2° een ondervoorzitter : de directeur-generaal van het personeel van het gesubsidieerd onderwijs of zijn afgevaardigde van ten minste rang 15;3° de volgende leden : a) de inspecteur van de kunstleergangen bevoegd voor het betrokken domein;b) vier leden en hun plaatsvervangers door de Regering gekozen onder 16 leden van het leidend en onderwijzend personeel van de Hoge Kunstscholen en voorgedragen door de Hogere Kunstraad bedoeld bij artikel 2, § 1, 10°, van het decreet van 20 december 2001 houdende vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van studenten);c) vier deskundigen aangesteld overeenkomstig artikel 82, § 2, van voormeld decreet van 20 december 2001;d) drie leden en hun plaatsvervangers die de vakverenigingen vertegenwoordigen die in het Sectorcomité IX of in het Comité voor provinciale of lokale overheidsdiensten, afdeling II, zetelen;zij worden door de Regering gekozen op de voordracht van hun respectievelijke vakvereniging onder de vastbenoemde of vast aangeworven personeelsleden. Elke vakvereniging beschikt over ten minste één mandaat.
Art. 3.De voorzitter, de ondervoorzitter, de effectieve en de plaatsvervangende leden worden door de Regering aangesteld voor vier jaar, hernieuwbaar.
Art. 4.De Bekendheidscommissie stelt haar huishoudelijk reglement op Dit wordt door de Regering goedgekeurd.
De Bekendheidscommissie wordt bijgestaan door een secretaris en een plaatsvervangend secretaris aangesteld door de Regering onder de ambtenaren van het Ministerie van de Franse Gemeenschap die houder zijn van de graad van ten minste attaché.
De secretaris en de plaatsvervangend secretaris hebben raadgevende stem.
Art. 5.Elke aanvraag tot erkenning van algemene bekendheid wordt bij een ter post aangetekende brief naar de voorzitter van de Commissie gezonden, met bewijs van ontvangst.
De aanvraag moet de gegevens bevatten die de Bekendheidscommissie toelaten een advies met volle kennis van zaken uit te brengen alsook de bewijsstukken om deze gegevens te kunnen nazien.
De secretaris van de Bekendheidscommissie bezorgt aan de Regering al de aanvragen tot erkenning van algemene bekendheid die regelmatig werden ingediend bij de voorzitter van de Bekendheidscommissie.
Art. 6.Iedere persoon die een aanvraag tot erkenning van algemene bekendheid indient kan door de Bekendheidscommissie gehoord worden indien zij het wenst.
Art. 7.De Bekendheidscommissie beraadslaagt en beslist geldig indien ten minste de helft van de leden aanwezig is.
De adviezen worden gegeven bij volstrekte meerderheid van stemmen van de aanwezige leden. Bij staking van stemmen beslist de stem van de voorzitter.
Ieder effectief lid dat verhinderd is een vergadering bij te wonen, verwittigt de voorzitter en vraagt aan zijn plaatsvervanger op de vergadering aanwezig te zijn.
Art. 8.Binnen de vier maanden die volgen op de datum waarop de aanvraag werd ontvangen : 1° ofwel stuurt de Bekendheidscommissie een advies van erkenning van algemene bekendheid aan de Regering;2° ofwel verwittigt zij er de kandidaat bij een ter post aangetekende brief van dat zij overweegt hem deze algemene bekendheid niet toe te kennen.De kandidaat heeft dan veertien werkdagen, te rekenen vanaf de bekendmaking, om bijkomende gegevens aan de Bekendheidscommissie verplicht haar definitief advies aan de Regering mede te delen binnen de zes maanden die volgen op de datum waarop de eerste aanvraag werd ontvangen.
Art. 9.De bij artikel 8 bedoelde termijnen worden opgeschort tijdens de maanden juli en augustus.
Art. 10.Het mandaat van de ondervoorzitter en de leden wordt niet bezoldigd. Zij ontvangen vergoedingen voor verblijfkosten en hun reiskosten worden teugbetaald onder dezelfde voorwaarden als de ambtenaren van rang 12 van de diensten van de regering.
Art. 11.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2002.
Art. 12.De Minister tot wiens bevoegdheid het Hoger Onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 juli 2002.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Cultuur, Begrotting, Ambtenarenzaken, Jeugd en Sport, R. DEMOTTE De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. F. DUPUIS