Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 23 november 1998
gepubliceerd op 08 april 1999

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot instelling van de centrale paritaire commissie en de plaatselijke paritaire commissies voor het gesubsidieerd officieel niet-universitair hoger onderwijs

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
1999029052
pub.
08/04/1999
prom.
23/11/1998
ELI
eli/besluit/1998/11/23/1999029052/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 NOVEMBER 1998. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot instelling van de centrale paritaire commissie en de plaatselijke paritaire commissies voor het gesubsidieerd officieel niet-universitair hoger onderwijs


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 24 juli 1997 dat het statuut bepaalt van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 247, lid 1, 1°, 247, lid 2, 251, lid 2 en 256, lid 2;

Gelet op het besluit van 19 mei 1995 van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de paritaire commissies in het gesubsidieerd officieel onderwijs, inzonderheid op artikel 2, § 1;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 maart 1998;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 1 april 1998;

Gelet op de raadpleging van de meest representatieve verenigingen van de inrichtende machten en het protocol van 11 mei 1998 met de conclusies over de onderhandelingen gevoerd in het comité van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten - sectie - II;

Gelet op de beraadslaging van 18 mei 1998 van de Regering van de Franse Gemeenschap over de aanvraag om advies door de Raad van State binnen een termijn van ten hoogste een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 14 oktober 1998 in toepassing van artikel 84, lid 1, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister-Voorzitster, belast met het Onderwijs, de Audiovisuele Sector, de Hulpverlening aan de Jeugd, het Kinderwelzijn en de Gezondheidspromotie en van de Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen;

Gelet op de beraadslaging van 23 november 1998 van de Regering van de Franse Gemeenschap, Besluit :

Artikel 1.Er wordt een centrale paritaire commissie voor het gesubsidieerd officieel niet-universitair hoger onderwijs ingesteld, hierna « de centrale paritaire commissie » genoemd.

De centrale paritaire commissie is als volgt samengesteld : 1° twaalf effectieve leden en twaalf plaatsvervangende leden die de inrichtende machten in het gesubsidieerd officieel niet-universitair hoger onderwijs vertegenwoordigen;2° twaalf effectieve leden en twaalf plaatsvervangende leden die de representatieve organisaties van de personeelsleden in het gesubsidieerd officieel niet-universitair hoger onderwijs vertegenwoordigen;3° een voorzitter en een ondervoorzitter;4° een referendaris;5° een secretaris en een adjunct-secretaris.

Art. 2.Er worden plaatselijke paritaire commissies ingesteld, hierna « de paritaire commissies » genoemd.

Elke bij § 1 bedoelde paritaire commissie is als volgt samengesteld : 1° twaalf effectieve leden die de inrichtende machten in het gesubsidieerd officieel niet-universitair hoger onderwijs vertegenwoordigen;2° twaalf effectieve leden die de representatieve organisaties van de personeelsleden in het gesubsidieerd officieel niet-universitair hoger onderwijs vertegenwoordigen;3° een voorzitter en een ondervoorzitter;4° een secretaris en een adjunct-secretaris.

Art. 3.De bevoegdheid van de centrale paritaire commissie en van de bij artikel 2 bedoelde paritaire commissies is van toepassing op de inrichtende machten en de personeelsleden onderworpen aan het decreet van 24 juli 1997 dat het statuut bepaalt van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap.

Art. 4.De leden worden voor zes jaar benoemd.

Het mandaat van de leden loopt ten einde : 1° bij ontslagneming;2° wanneer de organisatie die het betrokken lid heeft voorgedragen om zijn vervanging verzoekt;3° in geval van overlijden. Ieder lid waarvan het mandaat ten einde loopt, wordt vervangen binnen de volgende drie maanden. De vervanger voleindigt het mandaat van zijn voorganger.

Art. 5.Er wordt aan de voorzitter van iedere paritaire commissie een forfaitaire vergoeding van 2 000 frank verleend per vergadering waaraan hij deelneemt alsook de terugbetaling van zijn reiskosten ter waarde van een vervoerbiljet per spoorweg in eerste klasse.

Er wordt aan de leden van de paritaire commissie de terugbetaling van de reiskosten toegekend ter waarde van een vervoerbiljet per spoorweg in eerste klasse.

Art. 6.De personeelsleden die zitting hebben in de centrale paritaire commissie en in de paritaire commissies zijn in dienstactiviteit.

Art. 7.Artikel 2 van het besluit van 19 mei 1995 van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de paritaire commissies in het gesubsidieerd officieel onderwijs wordt aangevuld met een lid drie luidend als volgt : « § 3. De in § 1, 3° bedoelde commissie heeft geen bevoegdheid over de inrichtende machten en de personeelsleden onderworpen aan het decreet van 24 juli 1997 dat het statuut bepaalt van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap. »

Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 9.De Minister-Voorzitster, tot wier bevoegdheid het statuut van de personeelsleden van het onderwijs behoort, en de Minister tot wiens bevoegdheid het hoger onderwijs behoort, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 november 1998.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster, belast met het Onderwijs, de Audiovisuele Sector, de Hulpverlening aan de Jeugd, het Kinderwelzijn en de Gezondheidspromotie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION

^