gepubliceerd op 05 juni 2019
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 augustus 2017 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de DBDMH
23 MEI 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 augustus 2017 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de DBDMH
Verslag aan de Regering Het ontwerpbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering beoogt hoofdzakelijk de verderzetting van de hervorming van de DBDMH gericht op de integratie in de hervorming van de civiele veiligheid en van de rationalisering van het organigram.
Hiertoe wijzigt voorliggend ontwerp het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering 24 augustus 2017 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het operationeel personeel van de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (hierna "het statuut van de operationele ambtenaren van de DBDMH - om deze te harmoniseren met andere teksten waarmee zij sterkt samenhangt en aldus de toepassing ervan te vergemakkelijken.
Eerst en vooral legt het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende het administratief statuut van de operationele ambtenaren in de hulpverleningszones (hierna "het federaal statuut") het Brussels Gewest op om enerzijds, algemene principes integreren te integreren in het statuut van de ambtenaren van de DBDMH en anderzijds, een samenwerkingsakkoord te sluiten over een reeks materies met betrekking tot de loopbaan van de ambtenaren. Het statuut van de operationele ambtenaren van de DBMDH moet de recente wijzigingen van de algemene principes alsook de materies onderworpen aan het samenwerkingsakkoord integreren voor zover deze wijzigingen de inhoud van voornoemd akkoord naleven.
Om samenhang te behouden op het vlak van openbaar ambt binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wordt vervolgens voorgesteld om de procedures te harmoniseren met het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instelling van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (hierna "het algemeen statuut"), wanneer er geen enkele reden de specifieke regels voor de operationele ambtenaren van het DBDMH rechtvaardigt.
Ten slotte zorgt dit ontwerp voor samenhang met het arbeidsreglement.
Bovendien voorziet deze wijziging van het statuut van de operationele ambtenaren van de DBDMH ook een grondige actualisering van de toelagen met betrekking tot de overuren om ze in overeenstemming te brengen met de wetgeving inzake arbeidstijd, in het bijzonder de wet van 19 april 2014 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd van de professionele operationele leden van de hulpverleningszones (hierna de "wet van 19 april 2014"). Er dienen namelijk een aantal principes van deze wetgeving - die een omzetting is van een Europese richtlijn, geïntegreerd worden, voornamelijk de berekening van de arbeidstijd over een referentieperiode van 4 maanden en de voorrang voor recuperatie eerder dan de uitbetaling van de overuren. ? Artikel 11 Het federaal statuut voorziet voortaan de aanwerving in de graad van sergeant (niveau C). In toepassing van artikel 6 § 2 van het samenwerkingsakkoord tot uitvoering van artikel 306 § 2 van het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones (hierna "het samenwerkingsakkoord"), alle bepalingen met betrekking tot de aanwerving in de graad van sergeant moeten in die zin dus gewijzigd worden. Er wordt echter opgelegd dat een bevorderingsprocedure in de graad van sergeant onder de voorwaarden van artikel 51 § 1 uitgevoerd wordt alvorens een beroep te kunnen doen op de aanwervingsprocedure.
Deze vereiste is niet voorzien voor de graad van kapitein die tegelijkertijd een aanwervingsgraad en een bevorderingsgraad is. Dit verschil kan verklaard worden omdat het voor de DBDMH interessanter is om in de graad van kapitein aan te werven gelet op de striktere voorwaarden - in het bijzonder de noodzaak om over een diploma van niveau A te beschikken - terwijl het interessanter is om ambtenaren te hebben die bevorderd zijn in de graad van sergeant om ervaren ambtenaren in deze graad te hebben.
Dit verschil is ook een verklaring waarom artikel 51, § 2, bepaalt dat na afloop van een interne bevorderingsprocedure in de graad van sergeant volgens de voorwaarden van de DBDMH, de directieraad kan voorstellen om over te gaan tot een aanwerving in de graad van sergeant terwijl deze bepaling niet geldt voor artikel 55, § 2, aangezien een aanwerving in de graad van kapitein mogelijk is nog voor een interne bevorderingsprocedure. ? Artikel 29 Het begrip operationeel HRM wordt telkens uitgebreid tot het begrip van operationele HRM-dienst om de toepassing van de gecoördineerde wetten op het gebruik der talen te vergemakkelijken. ? Artikel 44/1 In haar uitvoering van het personeelsplan goedgekeurd door de regering beschikt de directieraad, met naleving van de bepalingen van het statuut, over ruimte in de functies die ze invult. ? Artikel 51 Wanneer geen enkele kandidaat de in paragraaf 1 bedoelde bevorderingsvoorwaarden vervult, kan directieraad de procedure kiezen die het meest aangewezen lijkt om de functie in te vullen. Ze kan hetzij kiezen voor een aanwerving, hetzij voor een bevorderingsprocedure enkel onder de voorwaarden van het federaal statuut, in welk geval het ook gebruik kan maken van de bevordering via mobiliteit. De directieraad kan ook een beroep doen op de mobiliteitsprocedure in dezelfde graad en de professionaliseringsprocedure. ? Artikel 106/1 De ambtshalve mutatie in het belang van de dienst is gerechtvaardigd wanneer problemen met betrekking tot het gedrag van de ambtenaren een dringende interventie vereisen om de goede werking van de dienst niet in het gedrang te brengen.
De officier-dienstchef is bevoegd om deze snelle beslissing te nemen.
Echter, gelet op het belang van de beslissing voor de betrokken ambtenaar, moet de beslissing bekrachtigd worden door de directieraad binnen een termijn van 21 dagen. ? Artikel 107 De dienst moet de twee doelstellingen waar spanningen tussen bestaat met elkaar verzoenen: de bekwaamheid van de ambtenaren in operationele wachtdienst verzekeren en motiverende eindeloopbanen ontwikkelen die de zware loopbaan van brandweerman integreert.
Wedertewerkstelling is het instrument dat de DBDMH moet toelaten om deze twee doelstellingen met elkaar te verzoenen. Duidelijke en strikte voorwaarden worden voortaan opgelegd om operationeel te zijn op basis van de in artikel 304 voorziene fysieke testen waarvoor men moet slagen. In ruil voorziet de dienst een begeleiding van de ambtenaren zodat ze geheroriënteerd kunnen worden in de eindeloopbanen in het administratieve stelsel in de diensten die nuttig zijn voor de instelling en waar de ambtenaren gewaardeerd worden.
Artikel 107 voorziet de wedertewerkstelling voor operationele onbekwaamheid, reden die niet voorzien wordt in artikel 11 van het federaal statuut en een algemeen principe is, om deze vereiste met betrekking tot de voorwaarden om operationeel te zijn - wat eigen is aan de DBDMH - te integreren. ? Artikel 109 De beslissing tot wedertewerkstelling moet genomen worden door de directieraad naar aanleiding van het advies van de wedertewerkstellingscommissie. Voor bepaalde situaties is echter een snellere beslissing tot wedertewerkstelling nodig dan de voorziene termijn van drie maanden.
De herbestemming van een zwangere vrouw kan bijvoorbeeld niet een aantal maanden wachten.
Daarom kan de officier-dienstchef een eerste beslissing tot wedertewerkstelling nemen die bevestigd zal moeten worden door de directieraad in de normaal voorziene termijn. ? Artikel 111 Een wedertewerkgestelde ambtenaar behoudt zijn recht op bevordering.
In dit geval geldt de bevordering echter alleen in zijn wedertewerkstellingsfunctie. Indien de ambtenaar terugkeert in de rol van operationele wachter, recupereert hij de graad en de anciënniteit van de graad die hij had voor de wedertewerkstelling. In dat geval moet hij ook zijn fysieke testen en eventueel zijn DMH-badge in orde brengen. ? Artikel 113 Een ambtenaar mag vragen om verminderde prestaties uit te voeren om medische redenen enkel en alleen na wedertewerkgesteld geweest te zijn om medische redenen en in een administratief stelsel. ? Artikel 268 Wanneer de ambtenaar valt onder een niet geschrapte tuchtrechtelijke sanctie, kan hij zijn verdiensten niet doen gelden voor de bevordering. Deze verduidelijking dient dus geschrapt te worden in artikel 268 die voor verwarring kan zorgen voor de andere tuchtrechtelijke sancties. ? Artikel 285 De termijnen inzake tuchtrechtelijke aangelegenheden worden aangepast aan de operationele realiteit. Enerzijds wordende termijnen voor de verdediging van de ambtenaren verhoogd, anderzijds, werd het startpunt van de termijn voor de afsluiting van de tuchtrechtelijke procedure vastgelegd op het einde van het onderzoek, naar het voorbeeld van wat voorzien is in het federaal statuut. Het is namelijk moeilijk om een globale totale termijn te respecteren vanaf de kennisname aangezien ambtenaren regelmatig langer dan een maand afwezig zijn. Daarentegen dient de administratie zich steeds te houden aan het principe van de redelijke termijn ; ze moet in staat zijn om de termijnen van de procedure te rechtvaardigen met betrekking tot dit principe. ? Artikel 294 Artikel 22 van het federaal statuut voorziet als algemeen principe een onverenigbaarheid tussen de functie van zonecommandant en vrijwilliger. Deze onverenigbaarheid wordt uitgebreid tot de adjunct-directeur-generaal aangezien de algemene directie ingevuld wordt deze twee functies binnen de DBDMH. ? Artikel 343 De verwerking van de overuren wordt geactualiseerd ten opzichte van de wet van 19 april 2014. Het eerste lid verwijst niet langer naar de soorten uitgevoerde prestaties maar wel naar de overschrijding van de arbeidstijd berekend over een referentieperiode van 4 maanden en voorziet prioritair de recuperatie van overuren. Het tweede lid voorziet de mogelijkheid om het probleem te verhelpen in de veronderstelling dat de ambtenaar zijn overuren niet heeft kunnen recupereren binnen een termijn van 4 maanden. ? Artikel 349 Het begrip van leidinggevende functie dient te worden verstaan in de zin van de wet van 19 april 2014, namelijk als elke ambtenaar die "werkelijke autonomie heeft over het volledige aantal arbeidsuren en de organisatie ervan". Aangezien voor hen kan afgeweken worden van de bepalingen inzake arbeidsduur zijn de bepalingen met betrekking tot de overuren op hen niet van toepassing. Deze ambtenaren worden natuurlijk wel betaald voor alle gepresteerde uren.
De mandaathouders krijgen daarentegen geen bezoldiging, noch recuperatie voor de overuren die ze presteren bovenop de limiet van de arbeidstijd aangezien ze een verloning en een mandaatpremie krijgen waarin de uitbetaling van deze overuren reeds geïntegreerd zijn. ? Artikel 431/1 De Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (D.B.D.M.H.) is een overheidsinstelling van categorie A inde zin van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, sinds de goedkeuring van de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van en Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp.
En deel van haar personeel, in het bijzonder van het operationeel personeel, was aangeworven, hetzij, voor de oudere ambtenaren, door een gemeente vóór de invoering van de Brusselse Agglomeratie, hetzij door de Agglomeratie vóór de oprichting van de DBDMH. Vooral tijdens de oprichting van de Brusselse agglomeratie werd een praktijk ontwikkeld waarin een tweetaligheidstoelage werd toegekend en systematisch te gehandhaafd voor ambtenaren die niet langer blijk gaven van een kennis van de tweede taal met betrekking tot hun rang en de functies die ze uitoefenen, of die zelfs nooit elementaire kennis van de tweede taal hadden bewezen. De tweetaligheidstoelage miste dus zijn doel. Deze ambtenaren werden verondersteld tweetalig te zijn zonder de feitelijke kennis van de tweede taal te hoeven aantonen en kregen dus bijna automatisch de tweetaligheidspremie.
Op 1 juli 2002 is het nieuwe operationele statuut, georganiseerd door het besluit van de Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 27 juni 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het operationele personeel van de DBDMH in werking getreden. Sindsdien hebben deze ambtenaren in principe niet langer een tweetaligheidstoelage ontvangen, tenzij ze kunnen aantonen dat ze dit voor een examencommissie opgericht door de gedelegeerd bestuurder van SELOR hebben kunnen bewijzen dat ze ofwel mondelinge kennis van de tweede landstaal hadden in overeenstemming met het niveau van hun graad, ofwel een schriftelijke en mondelinge kennis hadden van de tweede landstaal in overeenstemming met het niveau van hun graad.
Deze wijziging van de regelgeving met betrekking tot de tweetaligheidstoelagen was het resultaat van onderhandelingen met de vakbondsorganisaties die echter niet het totale bezoldigingsniveau van de betrokken ambtenaren hebben verlaagd aangezien ze een nieuwe vergoeding kregen "gevarentoelage" genaamd, een bedrag dat overeenkomt met hun vroegere tweetaligheidstoelage en op exact dezelfde manier berekend wordt.
Deze bereidheid van de Regering om de vroegere, en ondertussen slecht benoemde, tweetaligheidstoelage te vervangen door de gevarentoelage wordt met name bevestigd door talrijke elementen waarvan een interpellatie op 3 mei 2001, in de Commissie Binnenlandse Zaken van het Brussels Parlement, belast met plaatselijke besturen en de aglomeratiebevoegdheden, van de toenmalig verantwoordelijke Staatssecretaris, de duidelijke verklaringen van de adjunct-leidend-ambtenaar van de DBDMH en voorzitter van het Basisoverlegcomité die hebben deelgenomen aan de vakbondsonderhandelingen die geleid hebben tot de goedkeuring van het besluit van 27 juni 2002 of nog de processen-verbaal van het Basisoverlegcomité.
Het spreekt voor zich dat de cumulatie van de twee toelagen mogelijk bleef voor de ambtenaren die blijk geven van een echte kennis van de tweede taal, volgens de nieuwe vereisten.
Ondanks deze nogal weinig weerlegbare elementen, en het feit dat een toelage sinds verschillende jaren door een andere vervangen is in de loonbrieven van de ambtenaren, hebben sommige ambtenaren eisen geformuleerd en dreigen ze soms met gerechtelijke procedures om de cumulatie van toelagen en de recuperatie van zogenaamde achterstallige lonen op te eisen. De juridische argumenten die worden aangevoerd trachten voordeel te halen uit de dubbelzinnigheid van opeenvolgende wijzigingen van het statuut, sinds 2002, en van de onduidelijkheid van bepaalde overgangsbepalingen.
Voorliggend besluit beoogt deze dubbelzinnigheid weg te nemen en de sinds 2002 geldende praktijk te bekrachtigen in overeenstemming met de wil van de Regering, bij de goedkeuring van het decreet van 27 juni 2002. Het verbod op cumulatie van de gevarentoelage en de tweetaligheidstoelage voor de ambtenaren die onvoldoende kennis van de tweede taal aantonen met betrekking tot hun graad, wordt aldus opnieuw bevestigd en formeel weergegeven in de overgangsbepalingen van het thans geldende statuut, met ingang van 1 juli 2002. In antwoord op de opmerking van de afdeling wetgeving van de Raad van State, deze bepaling heeft geen normatieve maar uitsluitend een interpretatieve reikwijdte, waardoor deze geenszins onbruikbaar wordt, rekening houdend met de dubbelzinnigheid die hierboven wordt genoemd en de bestaande interpretatieve debatten, soms gebaseerd op argumenten die in strijd zijn met de wil van de auteur van de verschillende statutaire bepalingen op dit punt sinds 1 juli 2002.
Een uitzondering wordt gemaakt voor de situatie van de ambtenaren waarvoor een gerechtelijke procedure aan de gang om inmenging in de gerechtelijke procedure te voorkomen, in overeenstemming met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en fundamentele vrijheden. Dit zal het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of de S.I.A.M.U. niet verhinderen om hun interpretatie van de reeds geïmplementeerde regels te doen gelden in de zin die door dit besluit met ingang van 1 juli 2002 bevestigd wordt. ? Artikel 444/1 Er wordt een vaste datum voorgesteld die het mogelijk maakt om de overgangsbepalingen gemakkelijker te lezen. Het is inderdaad gemakkelijker om te verwijzen naar een duidelijke en precieze datum voor de artikelen 429/1, 429/2 en 441/1 in plaats van een onbepaalde datum van inwerkingtreding, hetgeen verwarrend zou zijn aangezien er verwezen zou moeten worden naar de inwerkingtreding van het statuut waarin voornoemde overgangsbepalingen zijn opgenomen.
23 MEI 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 augustus 2017 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de DBDMH De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de Ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, artikel 8, tweede lid;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 augustus 2017 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het operationeel personeel van de DBDMH;
Gelet op de goedkeuring van de Minister voor het Openbaar Ambt gegeven op 12 november 2018;
Gelet op de gendertest uitgevoerd op 2 oktober 2018 Gelet op het protocol nr. 2019-04 van het Comité Sector XV van 28 januari 2019;
Gelet op het advies van de federale overheid gegeven op 6 februari 2019 in toepassing van artikel 16, tweede lid van het samenwerkingsakkoord ter uitvoering van artikel 306 § 2 van het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdend het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 13 november 2018 en op 12 maart 2019;
Gelet op de goedkeuring van de Minister van Begroting gegeven op 19 november 2018 en op 19 maart 2019;
Gelet op het advies nr. 65.747 van de Raad van State gegeven op 6 mei 2019 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende dat de artikelen 17 en 106 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid het koninklijk besluit van 19 april 2017 houdende het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones (hierna "federaal statuut") gedeeltelijk als algemene principes van toepassing maken op de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (hierna "DBDMH");
Overwegende dat het toekomt aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om de algemene principes te aan te vullen, toe te passen of aan te passen door middel van de bevoegdheid die het bezit inzake het statuut dat van toepassing is op het personeel van de instellingen voor openbaar nut die het heeft gecreëerd;
Overwegende dat dit besluit met name tot doel heeft de wijzigingen van de algemene principes van het federale statuut om te zetten;
Overwegende dat de wijzigingen van de algemene principes zonder aanpassingen werden omgezet met uitzondering van de wijzigingen betreffende het vrijwillige personeel die er niet in opgenomen zijn aangezien de DBDMH enkel uit beroepspersoneel bestaat;
Overwegende dat een samenwerkingsakkoord tot uitvoering van artikel 306 § 2 van het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones werd gesloten tussen de federale overheid en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om de toepassing ervan in Brussel te regelen;
Overwegende dat dit besluit met name tot doel heeft de wijzigingen van het federale statuut met betrekking tot de materies die aan het samenwerkingsakkoord onderworpen zijn over te zetten met naleving van de inhoud van het samenwerkingsakkoord;
Op voorstel van de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Economie, Tewerkstelling en brandbestrijding en dringende medische hulp;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Aan artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 augustus 2017 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het operationeel personeel van de DBDMH, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de eerste paragraaf, 9°, worden de woorden "27 maart 2014" vervangen door de woorden "21 maart 2018 ";b) in de eerste paragraaf, 11° worden de woorden "13 juli" vervangen door de woorden "24 augustus"; c) in de eerste paragraaf wordt 14° vervangen door wat volgt: "14° de operationeel HRM-dienst: de dienst samengesteld uit operationele personeelsleden van het hoger kader belast met het beheer van het operationeel personeel bij de DBDMH;"; d) in paragraaf 1 wordt 18° vervangen door wat volgt: "Het arbeidsreglement: het arbeidsreglement van het operationeel personeel van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp";e) in de eerste paragraaf worden 22°, 23° en 24° gevoegd die als volgt luiden: "22° het diploma van niveau B: het diploma of attest dat toegang verleent tot de functies van niveau B binnen de federale administratie, zoals beoogd in de eerste bijlage aan het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel;23° de Minister van Binnenlandse Zaken: de federale minister die bevoegd is voor de civiele veiligheid; 24° de wet van 19 april 2014: de wet van 19 april 2014 tot vaststelling van bepaalde aspecten van de arbeidstijd van de operationele beroepsleden van de hulpverleningszones en van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp.".
Art. 2.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht 1° in paragraaf 3, worden de woorden "27 maart 2014" vervangen door de woorden "21 maart 2018";2° paragraaf 5 wordt vervangen als volgt: " § 5.Onverminderd de mogelijkheden tot specifieke overdracht voorzien door dit statuut, kan de directeur-generaal alle bevoegdheden overdragen die hem toegekend worden door het algemeen statuut en het huidige statuut aan de adjunct-directeur-generaal en aan de administratieve coördinator. In dit geval moet de bevoegdheidsoverdracht door de directieraad goedgekeurd worden. Het einde van de overdracht moet door de directieraad geacteerd worden."
Art. 3.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden", de leidend ambtenaar van "Brussel Preventie-Veiligheid" opgeheven;2° in het tweede lid worden de woorden "die elk een adviserende stem hebben" vervangen door "die een adviserende stem heeft".
Art. 4.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid worden de woorden "in de graad van sergeant voor wat het middenkader betreft, "ingevoegd tussen de woorden" het basiskader," en de woorden ", of in de graad van kapitein"; 2° een tweede lid wordt ingevoegd en luidt als volgt: "De aanwerving in de graad van sergeant kan pas gebeuren bij gebrek aan voldoende laureaten in een procedure tot bevordering door verhoging in graad n de omstandigheden van artikel 51 § 1.".
Art. 5.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden ", het middenkader "ingevoegd tussen de woorden "basiskader" en de woorden "en het kader" ; 2° in paragraaf 1, wordt een lid dat als volgt luidt ingevoegd tussen lid 1 en 2: "De functioneel bevoegde minister kan het Opleidingscentrum van de Brusselse brandweer vragen voorrang te verlenen aan de ambtenaren van de DBDMH die het federaal geschiktheidsattest van het middenkader of het hoger kader willen behalen, en dit voor maximum twee derden van het aantal inschrijvingen."; 3° in paragraaf 1, tweede en derde lid, die het derde en vierde lid worden, en in paragraaf 2 wordt het woord "specifiek" telkens opgeheven;4° in paragraaf 1, tweede lid, die derde lid wordt, worden de woorden "De inhoud" vervangen door de woorden "De deelnemingsvoorwaarden, de inhoud" ;5° in paragraaf 1 wordt een vijfde lid ingevoegd dat luidt als volgt: "Het Opleidingscentrum van de Brusselse brandweer geeft een federaal attest van geschiktheid af aan de kandidaat die geslaagd is.; 6° in paragraaf 2 wordt het woord "twintig" vervangen door het woord "dertig".
Art. 6.In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het eerste lid wordt het woord ", sergeant" ingevoegd tussen de woorden "brandweerman" en "of kapitein";b) in het tweede lid worden de woorden "aan de kandidaten" ingevoegd tussen de woorden "de oproep" en "wordt" ;c) de eerste zin van het tweede lid wordt aangevuld met de woorden ", ten laatste dertig dagen voor de uiterste datum van inschrijving.; d) het vierde lid wordt vervangen door wat volgt: "De oproep tot kandidaatstelling vermeldt minstens: 1° een beknopt functieprofiel van de vacante betrekking;2° de te vervullen voorwaarden, en de dag waarop ze vervuld moeten worden;3° de opgelegde proeven, en de inhoud ervan;4° de uiterste datum voor de kandidaatstelling evenals de praktische modaliteiten voor de indiening ervan;5° een verwijzing naar de functiebeschrijving van de openstaande betrekking;6° de noodzaak de badge DGH behaald te hebben tijdens de stage;7° de eventuele samenstelling van een reserve van geslaagden.e) een vierde lid wordt ingevoegd luidend als volgt: "Wanneer er een reserve wordt samengesteld, preciseert de oproep tot kandidaatstelling de duur en de omvang van deze reserve, alsook de mogelijkheid om het slagen in fysieke proeven vergelijkbaar met de specifieke geschiktheidsproeven voor de stagiairs die hun stage aanvangen na meer dan zes maanden reserve te vereisen".
Art. 7.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) er wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd die luidt als volgt: " § 1/1. De kandidaten voor een baan als sergeant voldoen aan de volgende voorwaarden: 1° Belg zijn of burger van een andere Staat die deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte of van Zwitserland;2° een gedrag hebben dat overeenstemt met de eisen van de beoogde betrekking.De kandidaat bezorgt een uittreksel uit het strafregister bedoeld in artikel 596 tweede lid van het Wetboek van Strafvordering dat afgeleverd dient te zijn binnen een termijn van drie maanden voorafgaand aan de uiterste datum voor het indienen van de kandidaturen; 3° de burgerlijke en politieke rechten genieten;4° in orde zijn met de dienstplichtwetten;5° houder zijn van rijbewijs B;6° houder zijn van een diploma van niveau B; 7° houder zijn van een federaal geschiktheidsattest voor het middenkader of het hoger kader, zoals bedoeld in artikel 35 van het federaal statuut.; b) in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "van het basiskader of middenkader" opgeheven;c) in paragraaf 3 wordt een tweede lid ingevoegd dat luidt als volgt: "Het personeelslid van een hulpverleningszone van het middenkader of het hoger kader wordt geacht voldaan te hebben aan de voorwaarde die beoogd wordt in paragraaf 1/1, 7°.; d) in paragraaf 3, derde lid, dat het vierde lid wordt, worden de woorden "die geen officier is" opgeheven;e) in paragraaf 3, derde lid, dat het vierde lid wordt, worden de woorden "middenkader of" ingevoegd tussen de woorden "kader" en "hoger".
Art. 8.In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de woorden "26 van het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers" vervangen door de woorden "I.4-26 van de Codex over het welzijn op het werk".
Art. 9.In artikel 16 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, wordt de zin "Het vergelijkend wervingsexamen bestaat uit één of meerdere proeven waaronder een mondelinge proef, die eliminerend kunnen zijn."ingevoegd tussen de woorden "minister." en "De praktische"; 2° in het tweede lid wordt het "twintig" vervangen door het woord "dertig".
Art. 10.In artikel 19 van hetzelfde besluit, worden volgende wijzigingen aangebracht: a) In de Nederlandse versie wordt het tweede lid, 12° verplaatst in een nieuw derde lid; b) het tweede lid wordt aangevuld met 14° dat luidt als volgt: "14° de overgangsbepalingen van boek IV."
Art. 11.In artikel 22 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° In paragraaf 2 worden de woorden "indien hij meer dan 21 jaar is" vervangen door "vanaf 21 jaar";2° Er wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd die luidt als volgt: " § 2/1.De beroepsstagiair die kandidaat is voor de betrekking van sergeant volgt minstens de opleiding die nuttig is voor het behalen van het brevet MO1, de DGH-badge en het rijbewijs type C, vanaf 21 jaar, of C1 indien hij jonger dan 21 jaar is. De DBDMH neemt de kosten op zich die verbonden zijn aan de opleiding van de stagiair en aan het behalen van het rijbewijs C of C1."
Art. 12.In artikel 23 van hetzelfde besluit worden de woorden "de bevoegde hiërarchische meerdere en" opgeheven.
Art. 13.In artikel 24, § 3, tweede lid worden de woorden "of enkel de operaties beheert, volgens zijn graad" ingevoegd tussen de woorden "operaties" en "voor zover".
Art. 14.In artikel 25 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de tweede paragraaf, eerste lid, worden de woorden "De bevoegde hiërarchische meerdere " vervangen door "De stagemeester"; 2° de tweede paragraaf, eerste lid, wordt aangevuld met de volgende zin "Hij waakt erover dat de stagiair enkel deelneemt aan de operaties of enkel de operaties beheert, volgens zijn graad, in de mate waarin zijn theoretische en praktische opleiding dit toelaat.".
Art. 15.In de artikelen 29, 31, 36, 38, 73, 74, 78, 105, 136, 137 en 142, 285, §§ 1 en 2 van hetzelfde besluit wordt het woord "verantwoordelijke" telkens vervangen door het woord "dienst".
Art. 16.In artikel 30 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "wordt een stagecommissie opgericht " vervangen door de woorden "wordt een stagecommissie opgericht door de Directieraad";2° in het eerste lid, 1°, worden de woorden "operationeel HRM-verantwoordelijke" vervangen door de woorden "lid van de operationeel HRM-dienst";3° in het zesde lid worden de woorden "bij geheime stemming en " opgeheven.
Art. 17.In artikel 40 van hetzelfde besluit worden de woorden " van niveau D " vervangen door de woorden " van niveaus C en D ".
Art. 18.In artikel 41,3° van hetzelfde besluit worden de woorden " indien ze ouder zijn dan" vervangen door de woorden " vanaf ".
Art. 19.In hetzelfde besluit wordt er een artikel 41/1 ingevoegd dat luidt als volgt: " Art. 41/1. Om definitief benoemd te worden in de graad van sergeant moeten de stagiairs van niveau C houder zijn van: 1° het brevet MO1;2° de DGH-badge; 3° het rijbewijs type C, vanaf 21 jaar, of C1 indien ze jonger zijn dan 21 jaar."
Art. 20.In Boek I, Titel IV van hetzelfde besluit, wordt een hoofdstuk 1 ingevoegd, met artikel 44/1, opgesteld als volgt: "Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen
Art. 44/1.De Directieraad beslist over de procedure met het oog op het begeven van een vacante betrekking in uitvoering van het personeelsplan overeenkomstig de bepalingen van dit statuut."
Art. 21.In artikel 45 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.
Art. 22.In artikel 46 van hetzelfde besluit, worden de woorden ", zonder expliciete vacantverklaring van betrekkingen." geschrapt .
Art. 23.Artikel 47 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 47.§ 1. Behalve voor de bevorderingen binnen eenzelfde gecontingenteerde groep en voor de bevorderingen waarvoor een bevorderingsreserve wordt samengesteld uit voldoende kandidaten, worden de vacante betrekkingen per dienstnota ter kennis gebracht van de ambtenaren van de DBDMH die de bevorderingsvoorwaarden kunnen vervullen.
De oproep tot kandidaatstelling vermeldt: 1° de te vervullen voorwaarden en de datum waarop ze vervuld moeten zijn, 2° de proef of de opgelegde proeven en hun inhoud, 3° de uiterste datum voor de kandidaatstelling en de praktische modaliteiten voor de indiening ervan, 4° een verwijzing naar de functiebeschrijving van de vacante betrekking.5° de toestand van de eventuele reeds bestaande reserve op het ogenblik van de oproep tot kandidaatstelling;6° of het gaat om een onmiddellijk vacante betrekking en/of er een bevorderingsreserve wordt aangelegd. § 2. De betrokkenen bevestigen de ontvangst van de dienstnota binnen een termijn van 14 dagen. Een exemplaar van de nota wordt bij een ter post aangetekende zending gestuurd naar de woonplaats van de ambtenaar die binnen deze termijn zijn visum niet heeft aangebracht op deze nota of die om welke reden ook tijdelijk uit de dienst is verwijderd.
Worden enkel in aanmerking genomen de kandidaturen van de ambtenaren van de DBDMH die per aangetekende zending gericht zijn aan de voorzitter van de directieraad, binnen een termijn van 15 dagen. Deze termijn gaat in ofwel de dag waarop de ambtenaar zijn visum aangebracht heeft op de dienstnota, ofwel de dag waarop het aangetekend schrijven met de dienstnota door de post werd aangeboden op de woonplaats van de ambtenaar."
Art. 24.Artikel 49 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, 1°, wordt het woord "professionele" ingevoegd tussen de woorden "van" en "brandweerman";2° in het eerste lid worden 6° en 7° ingevoegd en luiden als volgt: " 6° niet onderworpen zijn aan een tuchtstraf die niet geschrapt is; 7° benoemd zijn overeenkomstig artikel 41."
Art. 25.In de artikelen 50 § 2, 53 § 2, 54 § 2, 55 § 2, 56 § 2, 57 § 2 van hetzelfde besluit wordt het woord "stelt" telkens vervangen door het woord "kan" en het woord "stellen" door het woord "openstellen".
Art. 26.In artikel 51 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de eerste paragraaf, tweede lid, 1°, wordt het woord "professionele" ingevoegd tussen de woorden "jaar" en "dienstanciënniteit";2° in de tweede paragraaf wordt het woord "stelt de directieraad de bevorderingsprocedure tot de graad van sergeant open" vervangen door "kan de directieraad een rekrutering in de graad van sergeant voorstellen.De directieraad kan eveneens de bevorderingsprocedure tot de graad van sergeant openstellen"
Art. 27.In artikel 52 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, 1°, wordt het woord "professionele" ingevoegd tussen de woorden "van" en "sergeant";2° het eerste lid wordt aangevuld met 6° dat luidt als volgt: "6° niet onderworpen zijn aan een tuchtstraf die niet geschrapt is.
Art. 28.Artikel 53 § 1 tweede lid van hetzelfde besluit wordt aangevuld door 4° die luidt als volgt: "4° drager zijn van een DGH-badge.".
Art. 29.In artikel 55, § 1, tweede lid, 1°, wordt het woord "professionele" ingevoegd tussen de woorden "van" en "luitenant".
Art. 30.In artikel 56, § 1, tweede lid, 1°, wordt het woord "professionele" ingevoegd tussen de woorden "jaar" en "anciënniteit".
Art. 31.In artikel 57, § 1, tweede lid, 1°, wordt het woord "professionele" ingevoegd tussen de woorden "jaar" en "anciënniteit".
Art. 32.In artikel 58 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "De bevorderingsproef beoogd in artikel 57 van het federale statuut wordt georganiseerd door het opleidingscentrum van de brandweer Brussel.Zij" vervangen door de woorden "Het bevorderingsexamen beoogd in artikel 57 van het federale statuut wordt georganiseerd door het opleidingscentrum van de Brusselse brandweer. Het"; 2° in het tweede lid worden de woorden "De bevorderingsproef" vervangen door de woorden "Het bevorderingsexamen"; 3° het tweede lid wordt aangevuld met de volgende zin: "De tijd die nodig is om zich voor het bevorderingsexamen aan te bieden wordt voor de ambtenaren als arbeidstijd beschouwd."; 4° in het vierde lid wordt het woord "verklaarde" opgeheven;5° in het zesde lid worden de woorden "de bevorderingsproef" vervangen door de woorden "het bevorderingsexamen"; 6° het zevende lid wordt vervangen door het volgende: « Het resultaat wordt betekend aan de kandidaten.".
Art. 33.In artikel 61 van hetzelfde besluit word het woord "proef" telkens vervangen door "examen".
Art. 34.In artikel 63 van hetzelfde besluit wordt het zesde lid opgeheven.
Art. 35.In artikel 72 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het derde lid wordt het woord "betrokkene" vervangen door het woord "De betrokkene";2° in het vierde lid wordt het woord "minister" vervangen door het woord "Directieraad".
Art. 36.In artikel 77 tweede lid van dezelfde ordonnantie wordt het eerste woord "benoeming" vervangen door het woord "bevordering".
Art. 37.In artikel 81 van hetzelfde besluit worden de woorden "het Koninklijk Besluit van 27 maart 1998 betreffende de Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk" vervangen door de woorden "boek II, Titel I van de Codex Welzijn op het werk".
Art. 38.In artikel 82 van hetzelfde besluit worden de woorden "22 van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de Interne Dienst voor Preventie en bescherming op het Werk" vervangen door de woorden « 2,1° van boek II, Titel I van de Codex Welzijn op het werk".
Art. 39.In artikel 86 van wordt het eerste lid vervangen door het volgende: "De gemachtigde hiërarchische meerderen worden gekozen uit de ambtenaren van het hoger kader of de ambtenaren uit het middenkader door de officier-dienstchef of door de ambtenaar die deze laatste daartoe heeft aangeduid.".
Art. 40.In artikel 94, tweede lid van hetzelfde besluit worden de woorden "functioneel bevoegd minister" vervangen door de woorden "directieraad".
Art. 41.In artikel 95 § 2 van hetzelfde besluit wordt de zin "Indien het resultaat van de vorige evaluatie "onvoldoende" was, wordt de periode van drie jaar vastgelegd in artikel 97 voor de duur van de afwezigheid opgeschort." ingevoegd tussen de woorden "deze periode." en "Binnen de maand".
Art. 42.In artikel 97 van hetzelfde besluit wordt het woord "vier" vervangen door het woord "drie".
Art. 43.In hetzelfde besluit wordt een artikel 106/1 toegevoegd dat luidt als volgt: "
Art. 106/1.Onverminderd een disciplinaire procedure, kan de officier-dienstchef een ambtshalve mutatie beslissen in het belang van de dienst wanneer de goede werking van de dienst bedreigd wordt. In dat geval moet de directieraad de mutatiebeslissing binnen de 21 dagen vanaf de dag van de beslissing bevestigen, anders wordt de gemuteerde ambtenaar opnieuw aan zijn groep, compagnie of activiteit toegewezen".
Art. 44.In artikel 107 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "voor alle ambtenaren die wachten van 24u presteren" ingevoegd tussen de woorden "plaatsvinden" en "in";2) 2°, b) wordt aangevuld met het woord "en"; 3° 2° wordt vervolledigd met een c): "c) hoofdzakelijk met operationele taken belast is."; 4° 3° wordt vervangen door wat volgt: "wegens operationele ongeschiktheid, zoals bepaald in het arbeidsreglement.
Art. 45.Artikel 108 van hetzelfde besluit word als volgt vervangen: "
Art. 108.Binnen de DBDMH wordt er een wedertewerkstellingscommissie, die een advies geeft over de aan het wedertewerkgesteld personeelslid toe te kennen betrekking opgericht door de directieraad.
De wedertewerkstellingscommissie is samengesteld uit: 1° drie personeelsleden van de taalrol van de ambtenaar;2° een lid van de operationeel HRM-dienst en de HRM-verantwoordelijke; De commissie hoort de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk bij de gevallen van wedertewerkstellingen om medische onbekwaamheid.
De commissie kan de ambtenaar horen indien zij zulks nodig acht. De ambtenaar mag zich laten bijstaan door een persoon van zijn keuze.".
Art. 46.Aan artikel 109 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de aanvraag tot wedertewerkkstelling" ingevoegd tussen de woorden "directieraad" en ",op";2° Artikel 109, waarvan de huidige tekst de eerste paragraaf vormt, wordt aangevuld met een tweede paragraaf die luidt als volgt: " § 2.In de gevallen van wedertewerkstelling beoogd in artikel 107, 1° en 3° kan de officier-dienstchef een wedertewerkstellingsbeslissing nemen in afwachting van de beslissing van de directieraad naar aanleiding van het advies van de wedertewerkstellingscommissie.".
Art. 47.In artikel 110 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "in een administratief regime" ingevoegd tussen de woorden "gebeurt" en "met";2° het woord "en" wordt vervangen door de woorden "en/of".
Art. 48.In artikel 111 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het derde lid wordt opgeheven;2° het vierde lid, dat het derde lid wordt, wordt vervangen wat volgt: " Het wedertewerkgestelde personeelslid behoudt zijn aanspraken op bevordering.Hij is vrijgesteld van de bevorderingsvoorwaarden betreffende de tweejaarlijkse fysieke testen en van de badge DGH."; 3° een vierde lid dat luidt als volgt, wordt ingevoegd tussen het vierde lid, dat derde lid geworden is, en het vijfde lid: "De wedertewerkgestelde ambtenaar die terugkeert naar een wachtregime, herneemt de graad die hij had vóór zijn wedertewerkstelling.Bovendien wordt de graadanciënniteit opgebouwd in de graad bekomen ingevolge een bevordering in het administratief regime niet in aanmerking genomen.".
Art. 49.Artikel 113 van hetzelfde besluit, waarvan de huidige tekst de eerste paragraaf vormt, wordt vervolledigd met een tweede paragraaf die luidt als volgt: " § 2. De ambtenaar kan de toekenning van verminderde prestaties om medische redenen vragen overeenkomstig artikelen 230 tot 234.".
Art. 50.Artikel 114 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 51.In artikel 115 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Het personeelslid dat wedertewerkgesteld wenst te worden, betekent een verzoek aan de directieraad. Het voorstel tot wedertewerkstelling, betekend aan het personeelslid, omvat de functiebeschrijving van de betrekking in wedertewerkstelling en de nodige inlichtingen inzake de manier waarop het geldelijk statuut van toepassing is op de voorgestelde positie.".
Art. 52.In artikel 116, tweede paragraaf, van hetzelfde besluit worden de woorden "avec accord" vervangen door de woorden "avec l'accord" in de Franstalige versie.
Art. 53.In de artikelen 121, 144 en 149, van hetzelfde besluit, worden de woorden "vacant verklaarde" telkens vervangen door het woord "vacante".
Art. 54.In artikel 123 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) het tweede lid wordt als volgt vervangen: "De oproep tot kandidaatstelling vermeldt: 1° de te vervullen voorwaarden en de datum waarop ze vervuld moeten zijn, 2° de proef of de opgelegde proeven en hun inhoud, 3° de uiterste datum voor de kandidaatstelling en de praktische modaliteiten voor de indiening ervan, 4° een verwijzing naar de functiebeschrijving van de vacante betrekking.5° de toestand van de eventuele reeds bestaande reserve op het ogenblik van de oproep tot kandidaatstelling; 6° of het gaat om een onmiddellijk vacante betrekking en/of er een mobiliteitsreserve wordt aangelegd." ; b) in het derde lid wordt het woord "twintig" vervangen door het woord "dertig";c) het vijfde lid wordt opgeheven.
Art. 55.In artikel 124 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het eerste lid, 1° worden de woorden "en niet geschorst zijn bij wijze van tuchtmaatregel" opgeheven;b) in het eerste lid, 3° worden de woorden "in de functie die het personeelslid bezit" opgeheven;c) in het eerste lid wordt 5° ingevoegd die luidt als volgt: " niet onderworpen zijn aan een tuchtstraf die niet geschrapt is".
Art. 56.Artikel 125 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Het mobiliteitsexamen wordt vastgelegd door de directieraad en georganiseerd door de DBDMH of door het opleidingscentrum van de Brusselse brandweer. Dit examen bestaat uit één of meerdere proeven en test de motivatie, de inzet, de beschikbaarheid en de overeenkomst van de kandidaat met de functiebeschrijving. De proeven kunnen eliminerend zijn.
De directieraad legt de samenstelling van de examenjury vast. De directieraad kan een mobiliteitsreserve aanleggen waarvan de geldigheid niet langer is dan twee jaar. De directieraad kan tweemaal de geldigheid van de mobiliteitsreserve met twee jaar verlengen.
De jury stelt de rangschikking van de kandidaten op. De benoemende overheid is gebonden aan deze rangschikking voor de toelating tot de mobiliteitsstage en de opname in de mobiliteitsreserve.
De laureaat die in de reserve is opgenomen, kan niet door de directieraad worden aangeduid zolang hij aan een tuchtstraf onderworpen is die niet geschrapt is. .
Art. 57.In artikel 135, derde lid van hetzelfde besluit wordt het woord "minister" vervangen door de woorden "directieraad".
Art. 58.In artikel 144 van hetzelfde besluit wordt het woord " professioneel " ingevoegd tussen de woorden " operationeel " en " van een hulpverleningszone ".
Art. 59.In artikel 145 van hetzelfde besluit worden de woorden "wanneer er geen kandidaten voldoen aan de bevorderingsvoorwaarden beoogd in de artikelen 50 § 1, 51 § 1, 53 § 1, 54 § 1, 55 § 1, 56 § 1 et 57 § 1" vervangen door de woorden "wanneer hij gelijktijdig gebruik maakt van de interne bevordering in toepassing van artikelen 50 § 2, 51 § 2, 53 § 2, 54 § 2, 55 § 2, 56 § 2 en 57 § 2".
Art. 60.In artikel 146 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "De oproep tot kandidaatstelling vermeldt: 1° de te vervullen voorwaarden en de datum waarop ze vervuld moeten zijn, 2° de inhoud van het bevorderingsexamen, 3° de uiterste datum voor de kandidaatstelling en de praktische modaliteiten voor de indiening ervan, 4° een verwijzing naar de functiebeschrijving van de vacante betrekking.5° de toestand van de eventuele reeds bestaande reserve op het ogenblik van de oproep tot kandidaatstelling; 6° of het gaat om een onmiddellijk vacante betrekking en/of er een mobiliteitsreserve wordt aangelegd."" ; b) in het derde lid wordt het woord "twintig" vervangen door het woord "dertig";c) het vijfde lid wordt opgeheven.
Art. 61.In artikel 147, eerste lid, 1° van hetzelfde besluit worden de woorden "en niet geschorst zijn bij wijze van tuchtmaatregel" opgeheven.
Art. 62.In artikel 148 van hetzelfde besluit wordt het woord "65" telkens vervangen door het woord "66".
Art. 63.In de artikelen 148 en 152 van hetzelfde besluit worden de woorden "vacant verklaarde" telkens vervangen door het woord "begeven" .
Art. 64.In artikel 149 van hetzelfde besluit worden de woorden "of in een lagere graad" ingevoegd tussen de woorden "graad" en "binnen".
Art. 65.In artikel 150 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "door de directieraad" ingevoegd tussen de woorden "gelanceerd" en "volgens";2° artikel 150 word aangevuld met een lid dat als volgt luidt: "Enkel de kandidaturen van personeelsleden die ten laatste op de uiterste datum voor de indiening van de kandidaturen ingediend zijn, zullen in aanmerking genomen worden."
Art. 66.In artikel 151 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het eerste lid worden de woorden "of in een lagere graad" ingevoegd tussen de woorden "graad" en "wanneer hij";b) in het eerste lid, 1° worden de woorden "en niet geschorst zijn bij wijze van tuchtmaatregel" opgeheven";c) in het eerste lid, 3° wordt het woord " graadanciënniteit " vervangen door de woorden " anciënniteit in dezelfde graad en/of in een hogere graad" ;d) in het eerste lid, 5° worden de woorden "het modulecertificaat" vervangen door de woorden "het attest";e) in het eerste lid, 6° worden de woorden "het modulecertificaat" vervangen door de woorden "het attest";f) in het eerste lid wordt 7° ingevoegd die luidt als volgt: "niet beschikken over een niet doorgehaalde tuchtsanctie" ;g) in het tweede lid wordt het woord "152" vervangen door het woord "152 § 2".
Art. 67.In artikel 152 van hetzelfde besluit wordt de eerste paragraaf vervangen door wat volgt: " § 1. De directieraad legt de professionaliseringsproef vast die volgens dezelfde modaliteiten als het mobiliteitsexamen voorzien in de artikelen 125 en 126 georganiseerd wordt.".
Art. 68.In artikel 165 § 3 van hetzelfde besluit worden de woorden "meer dan tien werkdagen" vervangen door "meer dan 76 opeenvolgende prestatie-uren".
Art. 69.Artikel 167 paragraaf 1 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende zin: "De bepalingen van Hoofdstuk 4 van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 zijn niet van toepassing in geval van loopbaanonderbreking van een operationeel personeelslid van de DBDMH." .
Art. 70.Artikel 195 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "De vrouwelijke ambtenaar geniet van de arbeidsmodaliteiten voorzien in artikel 14 van de wet van 19 april 2014.
In dat geval zijn de bepalingen met betrekking tot de wedertewerkstelling om medische redenen van toepassing. Wanneer een overplaatsing in een administratief stelsel technisch of objectief gezien evenwel niet mogelijk is of redelijkerwijze niet vereist kan worden om behoorlijk gemotiveerde redenen wordt de ambtenaar in voorkomend geval in verlof gesteld voor de nodige periode. Dit verlof wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.".
Art. 71.In artikel 206, tweede lid van hetzelfde besluit worden de woorden "voor de instellingen van categorie A" opgeheven.
Art. 72.In artikel 217, van hetzelfde besluit, wordt een tweede lid ingevoegd luidend als volgt: "Wanneer de ambtenaar in verlof wordt gestuurd wegens opdracht in uitvoering van artikel 212 § 2, kan de directieraad beslissen dat de betrekking die de ambtenaar bekleedde als vacant moet worden beschouwd in het belang van de dienst."
Art. 73.In artikel 227, van hetzelfde besluit, wordt de volgende zin toegevoegd: "Het ministerieel besluit van 20 juni 2016 tot vaststelling van de regels voor de medische controle van toepassing op de personeelsleden van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is van toepassing op de leden van het operationeel personeel van de DBDMH. Echter, artikel 7 is niet van toepassing op de ambtenaren in administratief stelsel."
Art. 74.In artikel 230, eerste lid van hetzelfde besluit wordt de zin "De ambtenaar kan verzoeken zijn functie uit te oefenen binnen het kader van verminderde prestaties wegens ziekte" vervangen door de zin: "In het kader van een wedertewerkstelling wegens ziekte kan de ambtenaar verzoeken zijn functie uit te oefenen binnen het kader van verminderde prestaties.".
Art. 75.In artikel 256 van hetzelfde besluit worden de woorden "10 werkdagen" vervangen door woorden"76 opeenvolgende prestatie-uren".
Art. 76.In artikel 261 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "en worden" ingevoegd tussen de woorden "dienstactiviteit" en "gerekend";2° in het eerste lid worden de woorden "arbeidsuren of in" opgeheven;3° artikel 261 wordt aangevuld met twee leden die luiden als volgt: "De inschrijving van de ambtenaar voor een opleiding impliceert zijn formele verbintenis om de opleiding te volgen ongeacht of deze op initiatief van de ambtenaar gekozen is of dat deze hem werd opgelegd. Indien de ambtenaar verhinderd is om eraan deel te nemen, moet hij onmiddellijk de motivering van zijn afwezigheid aan de HRM meedelen.
Indien hij dit nalaat kunnen de kosten voor deze opleiding hem worden aangerekend en door de organisatie worden gerecupereerd. Daarenboven krijgt hij geen dienstvrijstelling voor deze opleiding en verliest hij zo een aantal dagen jaarlijkse vakantie die overeenkomen met het aantal dagen opleiding waarop hij zonder motivering afwezig was." .
Art. 77.In artikel 263 van hetzelfde besluit wordt 4° opgeheven.
Art. 78.Artikel 267 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 79.In artikel 268, derde lid van hetzelfde besluit worden de woorden "promotie of" opgeheven.
Art. 80.Artikel 272 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 81.In artikel 275 van hetzelfde besluit wordt in het eerste lid, de zin "Iedere hiërarchische meerdere die van oordeel is dat een tuchtrechtelijke inbreuk is gepleegd, zendt aan de officier dienstchef een informatieverslag met een relaas van de feiten." Vervangen door wat volgt: "Wanneer feiten die aanleiding kunnen geven tot tuchtrechtelijk vervolging worden vastgesteld, wordt een informatieverslag met een relaas van deze feiten overgemaakt aan de officier-dienstchef overeenkomstig de procedure vastgelegd in het arbeidsreglement."
Art. 82.In artikel 280 worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de eerste paragraaf, eerste lid, wordt het woord "zeven" vervangen door het woord "tien";2° in de eerste paragraaf, tweede lid, vierde streepje, wordt het woord "zware" opgeheven;3° in de eerste paragraaf, tweede lid, zesde streepje, worden het woord "termijn" vervangen door het woorden "uren";4° in de eerste paragraaf, tweede lid, achtste streepje, worden de woorden "binnen dewelke" vervangen door de woorden "en de modaliteiten waarmee".
Art. 83.In de artikelen 281, 282 en 283 van hetzelfde besluit wordt het woord "vier" telkens vervangen door het woord "zeven".
Art. 84.In artikel 283 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het derde lid wordt het woord "vijf" vervangen door het woord "vier" in de Nederlandstalige versie;2° in het derde lid worden de woorden "te rekenen vanaf de ontvangst" vervangen door de woorden "na de bekendmaking".
Art. 85.In artikel 285 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de derde paragraaf worden de woorden "doet de operationeel HRM-verantwoordelijke binnen de negentig dagen volgend op de bekendmaking van het inleidend verslag een uitspraak" door de woorden "doet de operationeel HRM-dienst een uitspraak binnen een termijn van twee maanden na de afsluiting van het proces-verbaal van het laatste verhoor, de weigering of de niet-verschijning.". 2° artikel 285 wordt aangevuld met een vierde paragraaf die luidt als volgt: " § 4.Indien de vervolgde ambtenaar een lid is van de operationeel HRM-dienst, wordt de functie van deze laatste op het vlak van de tuchtprocedure door een mandaathouder uitgevoerd."
Art. 86.In artikel 286 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden " en wordt uitvoerend op de dag na het verstrijken van de beroepsindieningstermijn" ingevoegd tussen "definitief" en "De beslissingen";2° de woorden "ambtshalve" ingevoegd tussen de woorden "en" en "ontslag".
Art. 87.In artikel 291 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht: a) in het eerste lid wordt 3° opgeheven b) het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: " De termijn gaat in vanaf de uitvoering van de straf bedoeld in artikel 286 of vanaf de dag volgend op de betekening van de straf na afhandeling van het beroep.".
Art. 88.In artikel 293, 3° van hetzelfde besluit worden de woorden "de functies van commandant" vervangen door de woorden "de functies die uitgeoefend worden door de ambtenaren van rang A5 en A5+".
Art. 89.In artikel 302 van hetzelfde besluit wordt het woord "professioneel" opgeheven.
Art. 90.Artikel 304 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "Art. 304 § 1. De fysieke conditie van de leden van het operationeel kader wordt om de 2 jaar geëvalueerd aan de hand van fysieke testen.
De wedertewerkgestelde ambtenaren, de ambtenaren die voltijds aan de dispatching zijn toegewezen en de ambtenaren die geen wachtdienst doen zijn van deze fysieke evaluatie vrijgesteld. § 2. Het arbeidsreglement bepaalt de inhoud en de organisatie van de fysieke testen zolang de minister van Binnenlandse Zaken de modaliteiten van deze testen niet vastlegt. § 3. Onverminderd een tuchtprocedure, wordt de ambtenaar die zich niet gemeld heeft voor de fysieke testen sinds 26 maanden automatisch overgeplaatst in een administratief regime. In voorkomend geval geniet de overgeplaatste ambtenaar niet van de wedertewerkstellingstoelage bedoeld in artikel 371/1."
Art. 91.In artikel 305 van hetzelfde besluit wordt het woord "3" vervangen door het woord "4".
Art. 92.In artikel 308, eerste paragraaf van hetzelfde besluit wordt het derde lid opgeheven.
Art. 93.In artikel 341 van hetzelfde besluit wordt het woord "salaire" vervangen door het woord "traitement".
Art. 94.In artikel 342 van hetzelfde besluit wordt het woord "VII" vervangen door het woord "IX".
Art. 95.Artikel 343 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 343.Onverminderd de mogelijkheid bedoeld in artikel 373/1 om een individueel akkoord met betrekking tot de arbeidstijd af te sluiten, wordt elk overuur in het licht van de bepalingen over de arbeidstijd vastgelegd in de wet van 19 april 2014 over de organisatie van de arbeidstijd bij voorrang gecompenseerd door verlof. Indien de inhaalrust niet kon toegestaan worden binnen de vier maanden, berekend op maandelijkse basis, wordt een toelage toegekend van 1,4/1850e van de globale jaarlijkse bezoldiging.".
Art. 96.De artikelen 344, 345 en 346 van hetzelfde besluit worden opgeheven.
Art. 97.In boek III, titel II, hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt afdeling II, de titel van onderafdeling II vervangen door wat volgt: "Onderafdeling 2. De toelage voor overuren die door ambtenaren in het administratief regime gepresteerd worden".
Art. 98.De artikelen 347 en 348 van hetzelfde besluit worden vervangen door wat volgt: "
Art. 347.Onder overuren die door ambtenaren in het administratief regime gepresteerd worden, dient te worden verstaan de prestaties verstrekt in het administratief regime door een ambtenaar voltijds in dienst en die uitzonderlijk worden opgelegd op werkdagen tussen 18.00 uur en 07.30 uur en op zaterdag, zondag en feestdagen.
Art. 348.Elk overuur wordt, bij voorrang, gecompenseerd door een verlof dat gelijk is aan: - 125 % van de geleverde bijkomende prestaties op werkdagen tussen 18.00 uur en 22.00 uur; - 150 % van de geleverde bijkomende prestaties op een zaterdag; - 150 % van de geleverde bijkomende prestaties op werkdagen tussen 22.00 uur en 07.30 uur; - 200 % van de geleverde bijkomende prestaties op een zondag of een feestdag.
Indien het compensatieverlof niet kon worden toegekend binnen de vier maanden, wordt een toelage toegekend van respectievelijk 1,25/1850e, 1,5/1850e of 2/1850e van de globale jaarlijkse bezoldiging.".
Art. 99.In boek III, titel II, hoofdstuk III, afdeling II van hetzelfde besluit wordt een onderafdeling 3 ingevoegd die luidt als volgt: "Onderafdeling 3. De uren gepresteerd door de leidinggevende functies
Art. 349.De ambtenaren die leidinggevende functies uitoefenen in de zin van artikel 4 van de wet van 19 april 2014 worden bezoldigd aan 1/1850e van de globale jaarlijkse bezoldiging voor alle gepresteerde uren bovenop de grens op de arbeidstijd, zonder mogelijkheid om de toelagen bedoeld in artikelen 343 en 348 te genieten.
De leidinggevende functies uitgeoefend in het kader van een mandaat genieten noch een bezoldiging noch een inhaalrust voor de uren gepresteerd bovenop de grens op de arbeidstijd.".
Art. 100.Artikel 350 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 101.In de artikelen 361, 366, 368 en 371 van hetzelfde besluit worden de woorden "huishoudelijk reglement" telkens vervangen door de woorden "arbeidsreglement".
Art. 102.In artikel 361 van hetzelfde besluit worden de woorden "van de andere rangen dan A4, A5 en A5+" opgeheven.
Art. 103.In boek III, titel II, hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt afdeling IV opgeheven.
Art. 104.In boek III, titel II, hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt afdeling VI opgeheven.
Art. 105.In artikel 366, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "de training" opgeheven.
Art. 106.In artikel 367, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid wordt de tabel vervangen als volgt:
Brevet
COEFFICIENT
Brevet
COEFFICIENT
Plongeur 3 étoiles
1,2
Duiker 3 sterren
1,2
Plongeur 4 étoiles
1,4
Duiker 4 sterren
1,4
Moniteur 1 étoiles
1,6
Monitor 1 ster
1,6
Moniteur 2 étoiles
1,8
Monitor 2 sterren
1,8
Moniteur 3 étoiles
2
Monitor 3 sterren
2
2° paragraaf 3 wordt aangevuld met volgende zin "Het behoud van de toelage is niet cumuleerbaar met de toelage bedoeld in artikel 371/1.".
Art. 107.In artikel 368, tweede lid van hetzelfde besluit wordt de tabel vervangen als volgt:
Coefficients d'allocation
Toelagecoëfficiënten
Ancienneté d'équipe
Equipiers
Chefs
Instructeurs
Team-anciënniteit
Teamleden
Chefs
Opleiders
0-> 3 ans
1,00
1,10
1,20
0-> 3 jaar
1,00
1,10
1,20
4 -> 6 ans
1,10
1,20
1,30
4 -> 6 jaar
1,10
1,20
1,30
7 -> 9 ans
1,20
1,30
1,40
7 -> 9 jaar
1,20
1,30
1,40
10 -> max
1,30
1,40
1,50
10 -> max
1,30
1,40
1,50
Art. 108.In artikel 371 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "van rang A1 en A2 ingevoegd tussen de woorden "kader" en "die";2° in het eerste lid worden de woorden "huishoudelijk reglement" vervangen door het woord "arbeidsreglement";3° in het eerste lid worden de woorden "arbeidsregime van 8 daguren" vervangen door de woorden "administratief arbeidsregime";4° het tweede lid vervangen als volgt: "Het bedrag van deze toelage is gelijk aan de forfaitaire wachttoelage die hij ontvangen zou hebben in een 24u regime berekend op een gemiddelde van 3 wachtprestaties per maand. 5°. In het derde lid worden de woorden "toelagen voor overuren, nacht-, zaterdag- of zondagswerk en" opgeheven.
Art. 109.In hoofdstuk III, van titel II, van boek III, van hetzelfde besluit wordt er een afdeling IX ingevoegd die luidt als volgt: " Afdeling IX. - De wedertewerkstellingstoelage Art. 371/ 1. § 1. Er wordt een toelage toegekend aan de ambtenaren die wedertewerkgesteld worden conform hoofdstuk IV van titel VI van boek I. § 2. Het bedrag van de maandelijkse toelage wordt definitief bepaald bij de beslissing van wedertewerkstelling en is gelijk aan een percentage van het bedrag van de forfaitaire wachttoelage die de ambtenaar ontvangen zou hebben in het 24u regime, berekend op een gemiddelde van 5,6 wachtdiensten per maand voor het basiskader en het middenkader en op een gemiddelde van 3 wachtdiensten per maand voor het hoger kader. § 3. Het percentage bedoeld in het tweede lid wordt definitief vastgelegd bij de beslissing van wedertewerkstelling en wordt bepaald op basis van volgende criteria: - 25 percent: voor de werdertewerkgestelde ambtenaren die minder dan 20 jaar dienst hebben - 50 percent: voor de werdertewerkgestelde ambtenaren die tussen 20 en 30 jaar dienst hebben - 75 percent: voor de werdertewerkgestelde ambtenaren die één van deze voorwaarden vervullen: a) de ambtenaar beschikt over meer dan 30 jaar dienstanciënniteit binnen de DBDMH;b) de ambtenaar is ouder dan 55 en beschikt over meer dan 20 jaar anciënniteit binnen de DBDMH 56 jaar en meer dan 20 jaar dienst c) de ambtenaar is in medische wedertewerkstelling ingevolge arbeidsongeval vanaf de consolidatie;d) de ambtenaar wordt wedertewerkgesteld wedertewerkstelling tijdens de zwangerschap en ingevolge de bevalling in toepassing van artikel 195. De ambtenaar geniet het voordeligste percentage. § 4. De toelage wordt maandelijks uitbetaald pro rata de gepresteerde uren en samen met de bezoldiging. De ambtenaar bedoeld in artikel 230, 2°, geniet een berekening van de wedertewerkstellingstoelage gelijkwaardig aan de bezoldigingsberekening voorzien in artikel 232, 2de lid. Deze is verbonden aan de spilindex 138,01.".
Art. 110.In artikel 374, derde lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "als professionele ambtenaar" ingevoegd tussen de woorden "geleverd" en "in".
Art. 111.In artikel 376 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de derde paragraaf wordt het woord "464" vervangen door het woord "434"; 2° in de vierde paragraaf wordt het tweede lid als volgt vervangen: "In de zes maanden die volgen op zijn ambtsaanvaarding, stelt de mandataris een beheerplan op waarin de beleidsnota's en de beleidsbrieven bedoeld in artikel 22, 2° van de organieke Ordonnantie van 26 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle geïntegreerd zijn en legt dit ter goedkeuring aan de Regering voor." ; 3° in de vierde paragraaf, vierde lid worden de woorden "met de in functie zijnde mandaathouder" vervangen door de woorden "tussen de in functie zijnde mandaathouder en de overheid bedoeld in de paragrafen 2 en 3."
Art. 112.Artikel 380 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 113.In artikel 381 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 3 eerste alinea vervangen als volgt: "Elke kandidatuur bevat een uiteenzetting van de diploma's en de ervaring die de kandidaat doet gelden om te kandideren voor de betrekking met gebruik van een gestandaardiseerd cv waarvan het model door de minister wordt vastgelegd." .
Art. 114.Artikel 384 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "
Art. 384.§ 1. Geen lid van de commissie mag zetelen indien hij zich in een situatie bevindt die zijn onpartijdigheid in gevaar zou kunnen brengen. § 2. De selectiecommissie gaat geldig over tot de ondervraging van de kandidaten en tot de beraadslaging voor zover de meerderheid van de leden aanwezig is.
Enkel de commissieleden die overgegaan zijn tot de ondervraging van alle kandidaten mogen aan de beraadslaging deelnemen om de genoemde kandidaten in groepen A en B in te schrijven met het oog op hun rangschikking in groep A. Geen enkel lid mag zich onthouden.
Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. § 3. De leden van de selectiecommissies zijn gebonden tot geheimhouding omtrent de beraadslagingen en besluiten alsmede aangaande elke inlichting waarvan zij kennis zouden hebben gekregen bij het uitvoeren van hun opdracht. § 4. De tekst van deze bepaling wordt gevoegd bij de bekendmaking van de samenstelling van de selectiecommissie.
Art. 115.In artikel 386 van hetzelfde besluit wordt het vijfde lid opgeheven.
Art. 116.In artikel 387 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste en tweede lid worden vervangen door wat volgt: "De selectiecommissie nodigt de kandidaten van wie de kandidatuur ontvankelijk werd verklaard uit voor een gesprek. Het gesprek bestaat uit een reeks van simulatieoefeningen die bedoeld zijn om de competenties en de capaciteiten die voor een specifieke post vereist zijn te controleren." 2° een derde lid, dat luidt als volgt, wordt ingevoegd tussen het tweede en derde lid, dat het vierde lid wordt: "Het wordt georganiseerd door Brussel Openbaar Ambt.".
Art. 117.In artikel 388 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt als volgt vervangen: "De selectiecommissie geeft een gemotiveerd advies rekening houdend met: a) de overeenkomst van het profiel van de kandidaat met de functiebeschrijving die gecontroleerd wordt tijdens het gesprek voorzien in artikel 384, § 2;b) de diploma's en de verdiensten die de kandidaat laat gelden; c) het resultaat van het gesprek." ; 2° het tweede lid wordt als volgt vervangen: "Bij het einde van de selectie en na analyse van hun kandidaatstelling worden de kandidaten met een gemotiveerde beslissing ingeschreven in groep A "geschikt" of in groep B "ongeschikt".".
Art. 118.In boek IV van hetzelfde besluit wordt de vijfde Titel opgeheven.
Art. 119.Artikel 396 § 2 tweede lid van hetzelfde besluit wordt aangevuld door een punt 12 dat luidt als volgt: "12° de toelating om de functie uit te oefenen van beheerder in een beheercomité van een vennootschap van openbaar of privaat recht of van een vereniging zonder winstoogmerk waarvan het sociaal doel kadert in het competentieveld van de uitgeoefende mandaatfunctie." .
Art. 120.In artikel 399 § 2 van hetzelfde besluit wordt het woord "bevredigend" vervangen door het woord "gunstig".
Art. 121.In artikel 402 van hetzelfde besluit worden de woorden "de graad die hij bekleedde in zijn zone," ingevoegd tussen de woorden "behoudt" en "zijn".
Art. 122.In artikel 404 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid opgeheven.
Art. 123.Artikel 405, eerste lid, eerste streepje van hetzelfde besluit wordt als volgt aangevuld: "en van het beheerplan;".
Art. 124.In artikel 406, eerste lid van hetzelfde besluit wordt de laatste zin opgeheven.
Art. 125.Artikel 410 van hetzelfde besluit wordt aangevuld door alinea's 2 en 3 die luiden als volgt: "De mandaathouder kan de mededeling van zijn evaluatiedossier vragen.
Het evaluatiedossier omvat: 1° de functiebeschrijving;2° het evaluatieverslag en de vorige evaluatieverslagen;3° het opgestelde verslag voorzien in artikel 406 indien de ambtenaar dit wenst; 4° Elk document dat de mandaathouder aan zijn dossier toegevoegd wil zien." .
Art. 126.In artikel 413 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt het woord "voldoende" vervangen door het woord "gunstig";2° in het tweede lid worden de woorden "te verbeteren" vervangen door het woord "voldoende";3° in het derde lid wordt het woord "onvoldoende" vervangen door het woord "ongunstig".
Art. 127.Artikel 414 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: " Art. 414. § 1. De mandaathouder wordt uitgenodigd voor een eerste evaluatiegesprek twee jaar na het begin van het mandaat en ten laatste twee jaar en drie maanden na het begin van het mandaat. Indien bij deze evaluatie de vermelding " ongunstig " wordt weerhouden heeft een bijkomende evaluatie plaats zes maanden na de bekendmakingsdatum van deze eerste evaluatie.
Als de bijkomende evaluatie van de mandaathouder "ongunstig" is wordt zijn mandaat definitief beëindigd en kan hij niet deelnemen aan de volgende toekenningsprocedure voor het mandaat dat hij bekleedt. § 2. Een tweede evaluatie heeft plaats zes maanden voor het einde van het mandaat.
Indien de mandaathouder de vermelding " voldoende " bekomt, dan wordt zijn mandaat niet verlengd maar kan hij deelnemen aan de volgende toekenningsprocedure voor het mandaat dat hij bekleedt.
Als de mandaathouder de vermelding "ongunstig" bekomt, wordt zijn mandaat definitief beëindigd en kan hij niet deelnemen aan de nieuwe toekenningsprocedure voor het mandaat dat hij bekleedt.
Indien op het einde van deze tweede evaluatie de mandataris de vermelding " gunstig " bekomt, dan kan de Regering zijn mandaat één enkele keer verlengen zonder dat er wordt overgegaan tot een nieuwe toekenningsprocedure voor het mandaat dat hij bekleedt. De Regering legt de doelstellingen vast die op het einde van het nieuwe mandaat behaald moeten worden. De mandaathouder stelt, bij de hernieuwing van zijn mandaat, binnen dertig dagen een beheersplan op zoals bedoeld in artikel 376, vierde lid, dat rekening houdt met de te bereiken doelstellingen die vastgelegd zijn door de overheid. .
Art. 128.In artikel 415 eerste lid van hetzelfde besluit, worden de woorden "te verbeteren" vervangen door het woord "voldoende" en wordt het woord "onvoldoende" vervangen door het woord "ongunstig".
Art. 129.In artikel 416, derde lid van hetzelfde besluit wordt de laatste zin opgeheven.
Art. 130.Artikel 418 van hetzelfde besluit wordt aangevuld door paragraaf 3 die luidt als volgt: "Wanneer de functie een einde neemt vooraleer de evaluatieperiode vastgelegd door artikel 414 eerste § afloopt, omwille van het feit dat de mandaathouder de wettelijke pensioenleeftijd bereikt kan deze op zijn vraag vroeger geëvalueerd worden conform artikel 405 en volgende voor de lopende mandaatperiode. Indien de vermelding "gunstig" bedoeld in artikel 413 hem wordt toegekend, wordt de mandaatpremie verdubbeld in verhouding tot de periode waarop de evaluatie slaat. De verdubbeling van de premie wordt betaald vooraleer de functie van de mandaathouder afloopt." .
Art. 131.Artikel 419 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: " Art. 419. Indien de evaluatie beoogd in artikel 414 tot de vermelding "ongunstig" leidt die het einde van het mandaat met zich meebrengt, eindigt dit op de eerste dag van de maand die volgt op deze waarin de vermelding werd toegekend." .
Art. 132.In artikel 421, derde paragraaf, van hetzelfde besluit wordt het woord "onvoldoende" vervangen door "ongunstige".
Art. 133.In hetzelfde besluit worden de artikelen 429/1 en 429/2, die luiden als volgt, toegevoegd: "
Art. 429/1.De aanwervings- en bevorderingsprocedures die gestart zijn vóór 1 juni 2019 worden verdergezet op basis van de bepalingen die op hen van toepassing waren voor deze datum.
Art . 429/2. De procedures met betrekking tot de stages die gestart zijn vóór 1 juni 2019 blijven onderworpen aan de statutaire bepalingen die in voege waren op de datum waarop zij tot de stage toegelaten werden.
Art. 134.In hetzelfde besluit wordt een artikel 431/1, dat als volgt luidt, toegevoegd: "Art. 431/ 1. De ambtenaren die na 1 juli 2002 een tweetaligheidstoelage en een gevarentoelage gecumuleerd hebben, behouden vanaf 1 juli 2002 hun tweetaligheidstoelage enkel op voorwaarde dat ze kunnen aantonen dat ze op deze datum beschikken over een schriftelijk en/of mondeling kennisniveau van de tweede taal dat overeenstemt met de vereisten van de waar te nemen functie of betrekking en aangetoond wordt door het voorleggen door de ambtenaar van het passend attest of certificaat dat ten laatste op 1 juli 2002 is afgeleverd overeenkomstig het koninklijk besluit van 8 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966.
Deze bepaling is niet van toepassing op gerechtelijke procedures die lopen op de datum van zijn inwerkingtreding.
Art. 135.In artikel 438 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid worden de woorden "volgens de modaliteiten van artikel 367 § 3" ingevoegd tussen de woorden "ontvangen," en ",na";2° artikel 248, waarvan de huidige tekst de eerste paragraaf vormt, wordt aangevuld met een tweede paragraaf die luidt als volgt: " § 2.Het behoud van de toelage bedoeld in het eerste lid is niet cumuleerbaar met de toelagen bedoeld in artikels 367 § 2 en 371/1.".
Art. 136.In hetzelfde besluit wordt een artikel 441/1 toegevoegd dat luidt als volgt: "Art . 441/1. De tuchtprocedures die begonnen zijn vóór 1 juni 2019 worden verdergezet volgens de bepalingen die op hen van toepassing waren vóór deze datum.".
Art. 137.In artikel 443 van hetzelfde besluit worden de woorden "functioneel bevoegde" ingevoegd voor het woord "minister".
Art. 138.In hetzelfde besluit, wordt een artikel 443/1 ingevoegd, luidend als volgt: "
Art. 443/1.De selectieprocedures van de mandaathouders waarvoor de betrekking(en) die vacant verklaard werd(en) vóór 1 juni 2019 worden voortgezet op basis van de bepalingen die erop van toepassing waren voor deze datum."
Art. 139.In hetzelfde besluit, zoals gewijzigd op 21 december 2017, worden bijlage I en II vervangen door de bijlage I en II gevoegd bij dit besluit.
Art. 140.Dit besluit wordt van kracht op 1 juni 2019.
In afwijking van het eerste lid wordt artikel 139 van kracht op 1 september 2018 .
In afwijking van het eerste lid worden de artikelen 95 tot 100 van kracht op 1 oktober 2019.
Art. 141.De Minister bevoegd voor Brandbestrijding en Dringende Medisch Hulp wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Gedaan te Brussel, op 23 mei 2019.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met de Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, D. GOSUIN
Bijlage I bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijk Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 augustus 2017 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp Bijlage I bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 augustus 2017 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp Bijlage I
D153
D154
C153
Anc
D151
D152
D251
D252
C151
C152
C251
C252
0
15475,00
16051,00
16677,00
17228,00
17996,00
18622,00
19373,00
22002,00
1
15701,00
16440,00
17253,00
17779,00
18547,00
19236,00
20738,00
23179,00
2
15927,00
16829,00
17829,00
18330,00
19098,00
19850,00
22103,00
24356,00
3
15927,00
16829,00
17829,00
18330,00
19098,00
19850,00
22103,00
24356,00
4
16804,00
17706,00
18706,00
19207,00
19975,00
20727,00
22980,00
25233,00
5
16804,00
17706,00
18706,00
19207,00
19975,00
20727,00
22980,00
25233,00
6
17681,00
18583,00
19583,00
20084,00
20852,00
21604,00
23857,00
26110,00
7
17681,00
18583,00
19583,00
20084,00
20852,00
21604,00
23857,00
26110,00
8
18558,00
19460,00
20460,00
20961,00
21729,00
22481,00
24734,00
26987,00
9
18558,00
19460,00
20460,00
20961,00
21729,00
22481,00
24734,00
26987,00
10
19435,00
20337,00
21337,00
21838,00
22606,00
23358,00
25611,00
27864,00
11
19435,00
20337,00
21337,00
21838,00
22606,00
23358,00
25611,00
27864,00
12
20312,00
21214,00
22214,00
22715,00
23483,00
24235,00
26488,00
28741,00
13
20312,00
21214,00
22214,00
22715,00
23483,00
24235,00
26488,00
28741,00
14
21189,00
22091,00
23091,00
23592,00
24360,00
25112,00
27365,00
29618,00
15
21189,00
22091,00
23091,00
23592,00
24360,00
25112,00
27365,00
29618,00
16
21715,00
22617,00
23617,00
24118,00
24886,00
25638,00
27891,00
30144,00
17
21715,00
22617,00
23617,00
24118,00
24886,00
25638,00
27891,00
30144,00
18
22241,00
23143,00
24143,00
24644,00
25412,00
26164,00
28417,00
30670,00
19
22241,00
23143,00
24143,00
24644,00
25412,00
26164,00
28417,00
30670,00
20
22767,00
23669,00
24669,00
25170,00
25938,00
26690,00
28943,00
31196,00
21
22767,00
23669,00
24669,00
25170,00
25938,00
26690,00
28943,00
31196,00
22
23293,00
24195,00
25195,00
25696,00
26464,00
27216,00
29469,00
31722,00
23
23293,00
24195,00
25195,00
25696,00
26464,00
27216,00
29469,00
31722,00
24
23819,00
24721,00
25721,00
26222,00
26990,00
27742,00
29995,00
32248,00
25
23819,00
24721,00
25721,00
26222,00
26990,00
27742,00
29995,00
32248,00
26
24345,00
25247,00
26247,00
26748,00
27516,00
28268,00
30521,00
32774,00
27
24345,00
25247,00
26247,00
26748,00
27516,00
28268,00
30521,00
32774,00
28
24871,00
25773,00
26773,00
27274,00
28042,00
28794,00
31047,00
33300,00
29
24871,00
25773,00
26773,00
27274,00
28042,00
28794,00
31047,00
33300,00
30
25397,00
26299,00
27299,00
27800,00
28568,00
29320,00
31573,00
33826,00
31
25397,00
26299,00
27299,00
27800,00
28568,00
29320,00
31573,00
33826,00
32
25923,00
26825,00
27825,00
28326,00
29094,00
29846,00
32099,00
34352,00
33
25923,00
26825,00
27825,00
28326,00
29094,00
29846,00
32099,00
34352,00
34
26449,00
27351,00
28351,00
28852,00
29620,00
30372,00
32625,00
34878,00
35
26449,00
27351,00
28351,00
28852,00
29620,00
30372,00
32625,00
34878,00
36
26975,00
27877,00
28877,00
29378,00
30146,00
30898,00
33151,00
35404,00
37
26975,00
27877,00
28877,00
29378,00
30146,00
30898,00
33151,00
35404,00
38
27501,00
28403,00
29403,00
29904,00
30672,00
31424,00
33677,00
35930,00
39
27501,00
28403,00
29403,00
29904,00
30672,00
31424,00
33677,00
35930,00
40
28027,00
28929,00
29929,00
30430,00
31198,00
31950,00
34203,00
36456,00
41
28027,00
28929,00
29929,00
30430,00
31198,00
31950,00
34203,00
36456,00
42
28553,00
29455,00
30455,00
30956,00
31724,00
32476,00
34729,00
36982,00
43
28553,00
29455,00
30455,00
30956,00
31724,00
32476,00
34729,00
36982,00
44
29079,00
29981,00
30981,00
31482,00
32250,00
33002,00
35255,00
37508,00
45
29079,00
29981,00
30981,00
31482,00
32250,00
33002,00
35255,00
37508,00
Anc
A151
A152
A153
A154
A251
A351
A352
A451
A551
A599
0
26985,00
28261,00
29513,00
33194,00
37550,00
40618,00
42615,00
45537,00
49543,00
52119,00
1
26985,00
28261,00
29513,00
33194,00
37550,00
40618,00
42615,00
45537,00
49543,00
52119,00
2
28449,00
29725,00
31493,00
34940,00
39236,00
41996,00
44070,00
47540,00
51546,00
53675,00
3
28449,00
29725,00
31493,00
34940,00
39236,00
41996,00
44070,00
47540,00
51546,00
53675,00
4
29913,00
31189,00
33473,00
36686,00
40922,00
43374,00
45525,00
49543,00
53549,00
55231,00
5
29913,00
31189,00
33473,00
36686,00
40922,00
43374,00
45525,00
49543,00
53549,00
55231,00
6
31377,00
32653,00
35453,00
38432,00
42608,00
44752,00
46980,00
51546,00
55552,00
56787,00
7
31377,00
32653,00
35453,00
38432,00
42608,00
44752,00
46980,00
51546,00
55552,00
56787,00
8
32841,00
34117,00
37433,00
40178,00
44294,00
46130,00
48435,00
53549,00
57555,00
58343,00
9
32841,00
34117,00
37433,00
40178,00
44294,00
46130,00
48435,00
53549,00
57555,00
58343,00
10
34305,00
35581,00
39413,00
41924,00
45980,00
47508,00
49890,00
55552,00
59558,00
59899,00
11
34305,00
35581,00
39413,00
41924,00
45980,00
47508,00
49890,00
55552,00
59558,00
59899,00
12
35769,00
37045,00
40290,00
42926,00
47666,00
48886,00
51345,00
57555,00
61561,00
61455,00
13
35769,00
37045,00
40290,00
42926,00
47666,00
48886,00
51345,00
57555,00
61561,00
61455,00
14
36571,00
37847,00
41167,00
43928,00
48678,00
50264,00
52800,00
58807,00
62813,00
63011,00
15
36571,00
37847,00
41167,00
43928,00
48678,00
50264,00
52800,00
58807,00
62813,00
63011,00
16
37373,00
38649,00
42044,00
44930,00
49690,00
51642,00
54255,00
60059,00
64065,00
64567,00
17
37373,00
38649,00
42044,00
44930,00
49690,00
51642,00
54255,00
60059,00
64065,00
64567,00
18
38175,00
39451,00
42921,00
45932,00
50702,00
53020,00
55710,00
61311,00
65317,00
66123,00
19
38175,00
39451,00
42921,00
45932,00
50702,00
53020,00
55710,00
61311,00
65317,00
66123,00
20
38977,00
40253,00
43798,00
46934,00
51714,00
54398,00
57165,00
62563,00
66569,00
67679,00
21
38977,00
40253,00
44366,00
46934,00
51714,00
54398,00
57165,00
62563,00
66569,00
67679,00
22
39779,00
41055,00
44366,00
47936,00
52726,00
55776,00
58620,00
63815,00
67821,00
69235,00
23
40163,00
41439,00
45243,00
47936,00
52726,00
55776,00
58620,00
63815,00
67821,00
69235,00
24
40163,00
41439,00
45243,00
48938,00
53738,00
57154,00
60075,00
65067,00
69073,00
70791,00
25
40965,00
42241,00
46120,00
48938,00
53738,00
57154,00
60075,00
65067,00
69073,00
70791,00
26
40965,00
42241,00
46120,00
49940,00
54750,00
58532,00
61530,00
66319,00
70325,00
72347,00
27
41767,00
43043,00
46997,00
49940,00
54750,00
58532,00
61530,00
66319,00
70325,00
72347,00
28
41767,00
43043,00
46997,00
50942,00
55762,00
59910,00
62985,00
67571,00
71577,00
73903,00
29
42569,00
43845,00
47874,00
50942,00
55762,00
59910,00
62985,00
67571,00
71577,00
73903,00
30
42569,00
43845,00
47874,00
51944,00
56774,00
61288,00
64440,00
68823,00
72829,00
75459,00
31
43371,00
44647,00
48751,00
51944,00
56774,00
61288,00
64440,00
68823,00
72829,00
75459,00
32
43371,00
44647,00
48751,00
52946,00
57786,00
62666,00
65895,00
70075,00
74081,00
77015,00
33
44173,00
45449,00
49628,00
52946,00
57786,00
62666,00
65895,00
70075,00
74081,00
77015,00
34
44173,00
45449,00
49628,00
53948,00
58798,00
64044,00
67350,00
71327,00
75333,00
78571,00
35
44975,00
46251,00
50505,00
53948,00
58798,00
64044,00
67350,00
71327,00
75333,00
78571,00
36
44975,00
46251,00
50505,00
54950,00
59810,00
65422,00
68805,00
72579,00
76585,00
80127,00
37
45777,00
47053,00
51382,00
54950,00
59810,00
65422,00
68805,00
72579,00
76585,00
80127,00
38
45777,00
47053,00
51382,00
55952,00
60822,00
66800,00
70260,00
73831,00
77837,00
81683,00
39
46579,00
47855,00
52259,00
55952,00
60822,00
66800,00
70260,00
73831,00
77837,00
81683,00
40
46579,00
47855,00
52259,00
56954,00
61834,00
68178,00
71715,00
75083,00
79089,00
83239,00
41
47381,00
48657,00
53136,00
56954,00
61834,00
68178,00
71715,00
75083,00
79089,00
83239,00
42
47381,00
48657,00
53136,00
57956,00
62846,00
69556,00
73170,00
76335,00
80341,00
84795,00
43
48183,00
49459,00
54013,00
57956,00
62846,00
69556,00
73170,00
76335,00
80341,00
84795,00
44
48183,00
49459,00
54013,00
58958,00
63858,00
70934,00
74625,00
77587,00
81593,00
86351,00
45
48985,00
50261,00
54890,00
58958,00
63858,00
70934,00
74625,00
77587,00
81593,00
86351,00
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2019 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp
Bijlage II bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 augustus 2017 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp Bjilage II bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 augustus 2017 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp Bijlage II. - Uitdovende verhoging in weddeschaal van de graad van kapitein
Anc
A151
A152
A153
A154
A251
A252
A262
0
22027,00
23739,00
26985,00
29513,00
33194,00
37550,00
38927,00
1
22884,00
24596,00
26985,00
29513,00
33194,00
37550,00
38927,00
2
22884,00
24596,00
28449,00
31493,00
34940,00
39236,00
40613,00
3
24387,00
26099,00
28449,00
31493,00
34940,00
39236,00
40613,00
4
24387,00
26099,00
29913,00
33473,00
36686,00
40922,00
42299,00
5
25890,00
27602,00
29913,00
33473,00
36686,00
40922,00
42299,00
6
25890,00
27602,00
31377,00
35453,00
38432,00
42608,00
43985,00
7
27393,00
29105,00
31377,00
35453,00
38432,00
42608,00
43985,00
8
27393,00
29105,00
32841,00
37433,00
40178,00
44294,00
45671,00
9
28896,00
30608,00
32841,00
37433,00
40178,00
44294,00
45671,00
10
28896,00
30608,00
34305,00
39413,00
41924,00
45980,00
47357,00
11
30399,00
32111,00
34305,00
39413,00
41924,00
45980,00
47357,00
12
30399,00
32111,00
35769,00
40290,00
42926,00
47666,00
49043,00
13
31096,00
32808,00
35769,00
40290,00
42926,00
47666,00
49043,00
14
31096,00
32808,00
36571,00
41167,00
43928,00
48678,00
50055,00
15
31793,00
33505,00
36571,00
41167,00
43928,00
48678,00
50055,00
16
31793,00
33505,00
37373,00
42044,00
44930,00
49690,00
51067,00
17
32490,00
34202,00
37373,00
42044,00
44930,00
49690,00
51067,00
18
32490,00
34202,00
38175,00
42921,00
45932,00
50702,00
52079,00
19
33187,00
34899,00
38175,00
42921,00
45932,00
50702,00
52079,00
20
33187,00
34899,00
38977,00
43798,00
46934,00
51714,00
53091,00
21
33884,00
35596,00
38977,00
44366,00
46934,00
51714,00
53091,00
22
33884,00
35596,00
39779,00
44366,00
47936,00
52726,00
54103,00
23
34581,00
36293,00
40163,00
45243,00
47936,00
52726,00
54103,00
24
34581,00
36293,00
40163,00
45243,00
48938,00
53738,00
55115,00
25
35278,00
36990,00
40965,00
46120,00
48938,00
53738,00
55115,00
26
35278,00
36990,00
40965,00
46120,00
49940,00
54750,00
56127,00
27
35975,00
37687,00
41767,00
46997,00
49940,00
54750,00
56127,00
28
35975,00
37687,00
41767,00
46997,00
50942,00
55762,00
57139,00
29
36672,00
38384,00
42569,00
47874,00
50942,00
55762,00
57139,00
30
36672,00
38384,00
42569,00
47874,00
51944,00
56774,00
58151,00
31
37369,00
39081,00
43371,00
48751,00
51944,00
56774,00
58151,00
32
37369,00
39081,00
43371,00
48751,00
52946,00
57786,00
59163,00
33
38066,00
39778,00
44173,00
49628,00
52946,00
57786,00
59163,00
34
38066,00
39778,00
44173,00
49628,00
53948,00
58798,00
60175,00
35
38763,00
40475,00
44975,00
50505,00
53948,00
58798,00
60175,00
36
38763,00
40475,00
44975,00
50505,00
54950,00
59810,00
61187,00
37
39460,00
41172,00
45777,00
51382,00
54950,00
59810,00
61187,00
38
39460,00
41172,00
45777,00
51382,00
55952,00
60822,00
62199,00
39
40157,00
41869,00
46579,00
52259,00
55952,00
60822,00
62199,00
40
40157,00
41869,00
46579,00
52259,00
56954,00
61834,00
63211,00
41
40854,00
42566,00
47381,00
53136,00
56954,00
61834,00
63211,00
42
40854,00
42566,00
47381,00
53136,00
57956,00
62846,00
64223,00
43
41551,00
43263,00
48183,00
54013,00
57956,00
62846,00
64223,00
44
41551,00
43263,00
48183,00
54013,00
58958,00
63858,00
65235,00
45
42248,00
43960,00
48985,00
54890,00
58958,00
63858,00
65235,00
Vu pour être annexé à l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 23 mai 2019 portant le statut administratif et pécuniaire des agents du personnel opérationnel du Service d'Incendie et d'Aide médicale urgente.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2019 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp.