gepubliceerd op 20 mei 2014
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de invoering van een certificeringssysteem voor installateurs HE voor kleine installaties
24 APRIL 2014. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de invoering van een certificeringssysteem voor installateurs HE voor kleine installaties
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, artikel 8, eerste lid;
Gelet op het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing, artikelen 2.5.6, § 1, § 3, 1° en 2°, § 4 en § 6, en 4.4.1;
Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 15 januari 2014;
Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 16 januari 2014;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 december 2013;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 24 april 2014;
Gelet op advies 55.644/3 van de Raad van State, gegeven op 7 april 2014 met toepassing van artikel 84, § 1, 1e lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Minister van Leefmilieu, Energie en Stadsvernieuwing;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen en definities
Artikel 1.Dit besluit zet artikel 14.3 van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG om in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° "Minister": de Minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die bevoegd is voor Energie;2° "certificaat van beroepsbekwaamheid": het getuigschrift dat de door zijn houder verworven bekwaamheid bevestigt in één of meerdere categorieën van beroepsactiviteiten zoals gedefinieerd door dit besluit;3° "Ordonnantie": de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing; 4° "Certificeringsautoriteit": de autoriteit die de in artikel 2.5.6, § 5 van de ordonnantie bedoelde opdrachten uitvoert die: - het Instituut is zolang de vereniging waarvan sprake is in dit artikel, niet is opgericht; - een instelling kan machtigen om sommige van zijn opdrachten uit te voeren. HOOFDSTUK II - Installateurs HE Afdeling I. - Toekenning van de certificering
Art. 3.§ 1. Teneinde de kwaliteit van de plaatsingen van systemen voor het gebruik van energie geproduceerd op basis van hernieuwbare bronnen te verbeteren, kunnen de installateurs HE een certificaat van beroepsbekwaamheid en een certificaat van beroepsbekwaamheid als aspirant verkrijgen onder de door dit besluit vastgelegde voorwaarden. § 2. Het certificaat van beroepsbekwaamheid kan betrekking hebben op één of meer van de volgende categorieën van beroepsactiviteiten: 1. fotovoltaïsche installaties;2. thermische installaties op zonne-energie voor sanitair warm water;3. gecombineerde thermische installaties op zonne-energie voor verwarming en sanitair warm water;4. gedecentraliseerde biomassa-installaties (kachels);5. gecentraliseerde biomassa-installaties (ketels - verwarming met of zonder sanitair warm water);6. warmtepompinstallaties (verwarming met of zonder sanitair warm water) met uitzondering van ondiepe geothermische systemen;7. installaties van ondiepe geothermische systemen. De minister kan de in alinea 1 opgenomen lijst van categorieën van beroepsactiviteiten aanvullen.
Art. 4.§ 1. Het certificaat van beroepsbekwaamheid voor de gekozen categorie van beroepsactiviteiten wordt door de certificeringsautoriteit toegekend aan iedere natuurlijke persoon die aan de volgende voorwaarden voldoet: 1° houder zijn van het leerresultaatgetuigschrift voor de gekozen categorie van beroepsactiviteiten en, voor de in artikel 3, § 2, 3° van dit besluit beoogde categorie van beroepsactiviteiten, ook houder zijn van het leerresultaatgetuigschrift voor de in artikel 3, § 2, 2° van dit besluit beoogde categorie van beroepsactiviteiten;2° in voorkomend geval, voor wat betreft de gekozen categorie van beroepsactiviteit, voldoen aan de voorwaarden inzake toegang tot het beroep, vastgelegd door het Koninklijk Besluit van 29 januari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/01/2007 pub. 27/02/2007 numac 2007022168 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten van het bouwvak en van de elektrotechniek, alsook van de algemene aanneming sluiten betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten van het bouwvak en van de elektrotechniek, alsook van de algemene aanneming, of aan de door de Minister vastgestelde voorwaarden betreffende basisopleiding of beroepsopleiding voor het basisberoep, voor de beroepscategorieën waarop het bovengenoemde Koninklijk Besluit van 29 januari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/01/2007 pub. 27/02/2007 numac 2007022168 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten van het bouwvak en van de elektrotechniek, alsook van de algemene aanneming sluiten niet van toepassing is;3° minimaal drie jaar beroepservaring aantonen in één van de basisberoepen vereist voor de toegang tot het beroep binnen de gekozen beroepsactiviteit waarvoor het certificaat van beroepsbekwaamheid gevraagd wordt, of in een van de door de Minister vastgestelde beroepen voor de categorieën van beroepsactiviteit waarvoor er geen toegang tot het beroep bestaat;4° niet het voorwerp zijn geweest van meer dan één intrekking van het certificaat van beroepsbekwaamheid of van het certificaat van beroepsbekwaamheid als aspirant voor de categorie van beroepsactiviteiten waarvoor het certificaat wordt aangevraagd. § 2. Het certificaat van beroepsbekwaamheid als aspirant wordt door de certificeringsautoriteit, toegekend aan iedere natuurlijke persoon die aan de volgende voorwaarden voldoet: 1° houder zijn van het leerresultaatgetuigschrift voor de gekozen categorie van beroepsactiviteiten en, voor de in artikel 3, § 2, 3° van dit besluit beoogde categorie van beroepsactiviteiten, ook houder zijn van het leerresultaatgetuigschrift voor de in artikel 3, § 2, 2° van dit besluit beoogde categorie van beroepsactiviteiten 2° voldoen aan de voorwaarden inzake toegang tot het beroep zoals bepaald in § 1, 2° van dit artikel. § 3. Een leerresultaatgetuigschrift is geldig als het wordt afgeleverd nadat de betrokken persoon geslaagd is voor het krachtens artikel 14 erkende examen en als het minder dan zes maanden oud is bij de verzendingsdatum van het bericht van ontvangst van het volledig verklaarde dossier. § 4. Het certificaat van beroepsbekwaamheid en het certificaat van beroepsbekwaamheid als aspirant worden toegekend voor een periode van vijf jaar, ongeacht de beroepscategorie.
Het wordt van rechtswege met periodes van vijf jaar verlengd, mits naleving van de in artikel 7 voorziene voorwaarden. § 5. De als aspirant gecertificeerde installateur HE wiens certificaat nog geldig is op de datum dat hij een certificaat van beroepsbekwaamheid aanvraagt, kan dit laatste verkrijgen, als hij aan de bij § 1, 2°, 3° en 4° van dit artikel beoogde voorwaarden voldoet.
Het aldus bekomen certificaat van beroepsbekwaamheid is geldig tot de vervaldatum van het certificaat van beroepsbekwaamheid als aspirant. § 6. De Minister kan aanvullende regels bepalen die verband houden met de vorm en de inhoud van de certificaten van beroepsbekwaamheid.
Art. 5.De gecertificeerde installateur HE leeft bij de uitvoering van zijn opdrachten de volgende verplichtingen na: 1° hij brengt HE-installaties van goede kwaliteit tot stand conform de door de Minister gedefinieerde voorschriften;2° hij beschikt over de nodige kennis en technische en informaticamiddelen om zijn beroepsactiviteiten uit te voeren;3° hij levert een kwaliteitsvolle naverkoopdienst;4° hij voldoet aan de verplichtingen, opgelegd door de sociale en fiscale wetgeving;5° hij volgt de door de Minister gedefinieerde bijscholing voor recyclage voor gecertificeerde installateurs HE op zijn minst tijdens het jaar dat voorafgaat aan de vervaldatum van zijn certificaat;6° hij aanvaardt de controle van het nakomen van zijn verplichtingen door de certificeringsautoriteit of het kwaliteitscontroleorgaan, erkend krachtens hoofdstuk III, en werkt mee aan de controles, onderzoeken of inspecties van de HE-installaties die hij heeft tot stand gebracht;7° hij licht de certificeringsautoriteit schriftelijk in over iedere wijziging van een gegeven dat vermeld staat op de certificeringsaanvraag;8° hij sluit een "beroepsaansprakelijkheidsverzekering" ten aanzien van derden voor fouten of nalatigheden in de uitoefening van zijn activiteiten als installateur HE af. Afdeling II. - Certificeringsprocedure
Art. 6.De certificeringsprocedure wordt bepaald door de certificeringsautoriteit en bestaat minimaal uit de volgende fasen: 1° de certificeringsaanvraag wordt per elektronische brief verzonden en bevat de elementen die bewijzen dat de toekenningsvoorwaarden waarvan sprake is in artikel 4, § § 1 en 2, vervuld zijn;2° er wordt een bewijs van indiening van de aanvraag afgeleverd;3° binnen tien werkdagen na ontvangst van de aanvraag wordt een bericht van ontvangst van het volledig of onvolledig verklaarde dossier naar de aanvrager verzonden.Als het dossier onvolledig is, stelt de certificeringsautoriteit de aanvrager in kennis van de ontbrekende documenten en informatie. Binnen de tien werkdagen na ontvangst van de ontbrekende documenten verstuurt hij hem een ontvangstbewijs van volledig of onvolledig verklaard dossier. Het bericht van ontvangst van het volledig verklaarde dossier vermeldt de behandelingstermijn van het dossier en de rechtsmiddelen tegen de beslissing; 4° binnen een termijn van maximaal dertig werkdagen vanaf de verzending van het bericht van ontvangst van het volledig verklaarde dossier wordt een beslissing genomen over de aanvraag, rekening houdend met inhoudelijke elementen van het dossier.Het ontbreken van een beslissing binnen de gestelde termijn geldt als een stilzwijgende weigering van de aanvraag.
Art. 7.De aanvraag tot verlenging wordt ten laatste drie maanden vóór de vervaldatum van het certificaat naar de certificeringsautoriteit verzonden en het bijscholingsattest voor recyclage wordt bijgevoegd waaruit blijkt dat de betrokkene met vrucht de hoger genoemde bijscholing heeft gevolgd tijdens het jaar dat voorafgaat aan de vervaldatum van het certificaat. Afdeling III. - Schorsing en intrekking van de certificering
Art. 8.§ 1. De certificeringsautoriteit kan de certificering schorsen voor maximaal honderdtwintig dagen of intrekken als zij tekortkomingen vaststelt bij de houder. De bedoelde tekortkomingen zijn: - Niet meer voldoen aan de toekenningsvoorwaarden voor het certificaat van beroepsbekwaamheid, bedoeld in artikel 4 van dit besluit; - De verplichtingen, bedoeld in artikel 5 van dit besluit, niet nakomen. § 2. Van de houder van de certificering die het voorwerp uitmaakte van een schorsing, kan het Instituut de certificering intrekken.
Art. 9.§ 1. Elke beslissing tot schorsing of intrekking wordt genomen, nadat de houder van de certificering hierover ten minste één waarschuwing heeft ontvangen, en nadat hij de mogelijkheid heeft gekregen om zijn opmerkingen mondeling of schriftelijk mee te delen. § 2. De beslissing tot schorsing of intrekking wordt per aangetekende brief meegedeeld aan de houder van de certificering, die zijn huidige klanten ervan in kennis stelt dat hij niet meer gecertificeerd is.
De beslissing tot schorsing of intrekking wordt op het online portaal van de certificeringsautoriteit bekendgemaakt. De houder van de certificering wordt uit de lijst van gecertificeerde installateurs HE geschrapt.
De beslissing tot intrekking wordt ook bekendgemaakt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad. HOOFDSTUK III. - Kwaliteitscontrolesysteem
Art. 10.De certificeringsautoriteit stelt de kwaliteitscontroleorganen aan die minimaal aan de volgende voorwaarde voldoen: Binnen het orgaan dient minimaal één installateur HE aangeduid te zijn, gecertificeerd volgens de in artikel 4, § 1 beoogde voorwaarden, in de categorie(en) van beroepsactiviteiten die het voorwerp van de controle zijn.
Art. 11.§ 1. Het kwaliteitscontroleorgaan voert op verzoek van de certificeringsautoriteit de volgende opdrachten uit: 1° het nakomen van de in artikel 5 bedoelde verplichtingen voor gecertificeerde installateurs HE controleren;2° verslagen over de uitgevoerde kwaliteitscontroles opstellen, met verzending hiervan naar de certificeringsautoriteit. § 2. Als uit de in § 1, 1° bedoelde controle blijkt dat de gecertificeerde installateur HE zijn verplichtingen niet is nagekomen en dat deze tekortkoming een nieuwe controle in aanwezigheid van de betrokken partijen nodig maakt, zijn de kosten voor deze nieuwe controle ten laste van de gecertificeerde installateur HE die in gebreke is. § 3. De resultaten van de in § 1, 1° bedoelde controle kunnen door de certificeringsautoriteit worden gebruikt om het certificaat te schorsen of in te trekken.
Art. 12.Als er geen kwaliteitscontroleorgaan is aangesteld, kan de certificeringsautoriteit de opdrachten toegekend aan dit orgaan uitvoeren. HOOFDSTUK IV. - Erkenning van de opleidingen en de examens voor installateurs HE
Art. 13.§ 1. Een opleiding voor installateurs HE wordt door de certificeringsautoriteit erkend als ze aan de volgende voorwaarden voldoet: 1° De minimuminhoud van de gegeven opleiding stemt voor de desbetreffende categorie van beroepsactiviteit overeen met de door de Minister bepaalde minimuminhoud;2° De opleiding wordt gegeven in een infrastructuur die geschikt is voor de organisatie van de opleiding;3° De opleiding wordt gegeven door lesgevers die pedagogische competenties aantonen en beschikken over hetzij minimaal drie jaar ervaring in de gegeven leerstof ofwel een geldig leerresultaatgetuigschrift voor de beroepsactiviteit die overeenstemt met de gegeven leerstof;4° De opleiding wordt gegeven volgens de door de Minister gedefinieerde en voorafgaand aan de erkenningsaanvraag ter beschikking gestelde richtsnoeren; § 2. Iedere opleidingsinstelling waarvan de opleiding door de certificeringsautoriteit wordt erkend voor een beroepsactiviteitencategorie, is gemachtigd om het aanwezigheidsattest afleveren dat geldig is voor deze categorie van beroepsactiviteit. Dit aanwezigheidsattest mag alleen afgeleverd worden aan de natuurlijke persoon die minstens 60 procent van de verplichte opleidingsmodules gevolgd heeft. § 3. In voorkomend geval stelt de certificeringsautoriteit de opleidingsinstellingen in kennis van gelijkwaardige opleidingen die in een ander gewest of een andere Lidstaat worden gegeven en geeft ze hen toestemming om iedere natuurlijke persoon die hun deelname aan die gelijkwaardige opleiding bewijst, vrij te stellen van één of meer delen van de minimuminhoud. § 4. De opleidingen voor installateurs HE die door de certificeringsautoriteit georganiseerd worden overeenkomstig artikel 13, § 1 zijn erkend. De certificeringsautoriteit is gemachtigd om het aanwezigheidsattest voor deze categorie van beroepsactiviteit af te leveren, overeenkomstig artikel 13, § 2.
Art. 14.§ 1. Een examen voor installateurs HE wordt door de certificeringsautoriteit erkend als het aan de volgende voorwaarden voldoet: 1° de minimuminhoud van het examen stemt voor de desbetreffende categorie van beroepsactiviteit overeen met de door de Minister bepaalde minimuminhoud;2° het examen wordt afgenomen in een infrastructuur die geschikt is voor de organisatie van het examen;3° het examen wordt afgenomen volgens de door de Minister gedefinieerde en voorafgaand aan de erkenningsaanvraag ter beschikking gestelde richtsnoeren;4° het examen wordt bekrachtigd door een examenjury bestaande uit minstens drie specialisten in de onderrichte materie.Indien de organisator van het examen ook een opleiding geeft in dezelfde categorie van beroepsactiviteiten als die waarop het examen betrekking heeft, is minimaal één van de juryleden een examinator die onafhankelijk is van de opleidingsinstelling.
Voor uitzonderlijke, behoorlijk gegronde redenen kan het aantal juryleden echter verminderd worden. 5° het examen is enkel toegankelijk voor personen die houder zijn van het aanwezigheidsattest dat krachtens artikel 13, § 2 werd afgeleverd; § 2. Iedere exameninstelling waarvan het examen door de certificeringsautoriteit wordt erkend voor een beroepsactiviteitencategorie, is gemachtigd om het leerresultaatgetuigschrift af te leveren dat geldig is voor deze beroepsactiviteit. Dit leerresultaatgetuigschrift mag alleen afgeleverd worden aan de natuurlijke persoon die een resultaat van minstens 60 procent heeft behaald voor zowel voor het theoretisch gedeelte als voor het praktisch gedeelte van het examen, en die geen ernstige fout heeft begaan, in het kader van het examen, met betrekking tot de basisbevoegdheden van de installateurs HE. Als de natuurlijke persoon niet slaagt voor een gedeelte van het examen betreffende de beroepsactiviteitencategorie heeft zij maar één keer het recht om het gedeelte van dit examen opnieuw af te leggen. Indien hij opnieuw niet slaagt voor het examen moet de natuurlijke persoon opnieuw de opleiding betreffende de gekozen beroepsactiviteitencategorie volgen vóór hij het examen weer aflegt. § 3. De examens voor installateurs HE die door de certificeringsautoriteit georganiseerd worden overeenkomstig artikel 14, § 1 zijn erkend. De certificeringsautoriteit is gemachtigd om het leerresultaatgetuigschrift voor deze beroepsactiviteit af te leveren, conform artikel 14, § 2.
Art. 15.§ 1. De erkenningsaanvraag van de opleiding of het examen voor installateurs HE wordt in één exemplaar per aangetekende brief naar de certificeringsautoriteit verzonden, of per drager op de zetel van de certificeringsautoriteit overhandigd of elektronisch verzonden, en bevat minimaal de gegevens vermeld op het formulier dat in overeenstemming is met het model, gedefinieerd door de certificeringsautoriteit.
De certificeringsautoriteit levert onmiddellijk een bewijs van indiening van de aanvraag af. § 2. De certificeringsautoriteit verstuurt een ontvangstbewijs van volledig of onvolledig verklaard dossier naar de aanvrager binnen tien werkdagen na ontvangst van de aanvraag tot erkenning.
Als het dossier onvolledig is, stelt de certificeringsautoriteit de aanvrager in kennis van de ontbrekende documenten en informatie.
Binnen de tien werkdagen na ontvangst van de ontbrekende documenten verstuurt de certificeringsautoriteit hem een ontvangstbewijs van volledig of onvolledig verklaard dossier.
Het ontvangstbewijs van volledig of onvolledig verklaard dossier vermeldt de behandelingstermijnen van het dossier en de rechtsmiddelen tegen de beslissing. § 3. De certificeringsautoriteit oordeelt over de aanvraag tot erkenning, rekening houdend met de elementen in het volledig verklaard dossier. Zij brengt haar beslissing ter kennis van de aanvrager bij ter post aangetekend schrijven binnen dertig werkdagen na de datum van verzending van het ontvangstbewijs van het volledig verklaard dossier.
Indien gerechtvaardigd door de complexiteit van het onderwerp mag de termijn eenmaal voor een beperkte duur door de certificeringsautoriteit worden verlengd. De verlenging en de duur ervan worden met redenen omkleed en worden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke termijn ter kennis van de aanvrager gebracht. § 4. Bij gebreke aan kennisgeving van de beslissing binnen de bij § 2 voorziene termijn kan de aanvrager bij aangetekend schrijven of elektronisch een herinnering richten aan de certificeringsautoriteit.
Indien de aanvrager bij het verstrijken van een nieuwe termijn van vijftien werkdagen, met ingang op de dag waarop het aangetekend herinneringsschrijven ter post is afgegeven of de elektronische verzending geen beslissing heeft ontvangen, wordt de aanvraag geacht te zijn geweigerd. § 5. De erkenning van de opleiding of van het examen wordt bekendgemaakt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad en op het online portaal van de certificeringsautoriteit. § 6. De instelling waarvan de opleiding of het examen erkend wordt, leeft de volgende verplichtingen na: 1° ze deelt de certificeringsautoriteit iedere wijziging mee met betrekking tot elk gegeven in het erkenningsdossier;2° zij volgt de voor de opleiding of het examen door de Minister vastgelegde en door de certificeringsautoriteit ter beschikking gestelde richtsnoeren.
Art. 16.§ 1. De certificeringsautoriteit kan beslissen de erkenning van de opleiding of het examen voor maximaal honderdtwintig dagen te schorsen of in te trekken: 1° als de erkenningsvoorwaarden niet meer vervuld zijn;2° als de kwaliteit van de opleiding of van het examen niet meer voldoende is;3° als de instelling waarvan de opleiding of het examen wordt erkend, haar in artikel 15, § 6 bedoelde verplichtingen niet meer nakomt. § 2. De erkenning van de erkende opleiding die geschorst wordt, kan door de certificeringsautoriteit worden ingetrokken. § 3 Iedere beslissing tot schorsing wordt genomen na de instelling waarvan de opleiding of het examen wordt erkend, de kans heeft gekregen om mondeling of schriftelijk haar opmerkingen te formuleren.
Elke beslissing tot intrekking wordt genomen, na ten minste één waarschuwing en nadat de betrokken instelling de mogelijkheid heeft gekregen om haar opmerkingen mondeling of schriftelijk mee te delen. § 4 De beslissing tot schorsing of intrekking wordt per aangetekende brief meegedeeld aan de instelling waarvan de opleiding of het examen erkend was.
De beslissing tot schorsing of intrekking wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad of op het online portaal van de certificeringsautoriteit bekendgemaakt. HOOFDSTUK V. - Beroep
Art. 17.§ 1. Kan beroep aantekenen bij het Milieucollege : 1° Elke persoon wiens certificering geschorst of ingetrokken werd;2° Elke instelling wiens erkenning omtrent vorming of examen geweigerd, geschorst of ingetrokken werd of die geen beslissing ontving binnen de bij artikel 15, § 4 beoogde termijn. § 2. Het beroep dient aan het Milieucollege te worden gericht per post aangetekend schrijven binnen dertig dagen vanaf het verstrijken van de bij artikel 15, § 4 beoogde termijn of na ontvangst van de beslissing bedoeld in: 1° artikel 9, § 2 of 2° artikel 15, § 3 of 3° artikel 16, § 4. § 3. Binnen de vijf dagen vanaf de ontvangst van het beroep stuurt het Milieucollege een kopie ervan naar de certificeringsautoriteit. Binnen de tien dagen vanaf de ontvangst van de kopie van het beroep stuurt de certificeringsautoriteit een kopie van het dossier naar het Milieucollege. § 4. De beslissing van het Milieucollege wordt aan de verzoeker ter kennis gegeven binnen zestig dagen na de postdatum van de aangetekende brief waarbij beroep werd aangetekend. Wanneer er binnen deze termijn geen beslissing wordt bekendgemaakt, wordt de aangevochten beslissing, zij het stilzwijgend, als bevestigd zijnde beschouwd. § 5. De verzoeker of zijn raadsman, alsook de overheidsdienst die de beslissing heeft genomen waartegen beroep werd aangetekend, worden op hun verzoek gehoord door het Milieucollege. Wanneer een partij vraagt om gehoord te worden, worden de andere partijen uitgenodigd om te verschijnen en wordt de termijn bedoeld in punt § 4 verlengd tot vijfenzeventig dagen. HOOFDSTUK VI. - Erkenning van de certificaten
Art. 18.§ 1. De certificaten die door een ander Gewest of door een andere Staat die deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte worden als gelijkwaardig erkend op voorwaarde dat na analyse van de toekenningsvoorwaarden blijkt dat ze gelijkwaardig zijn aan die vastgelegd krachtens artikel 4 van dit besluit. § 2. De erkenning geldt voor de resterende geldigheidstermijn van de certificaten waarvan de installateurs HE houder zijn en mag geen vijf jaar overschrijden. § 3. De erkenning ontheft de als gelijkwaardig erkende installateur HE niet van zijn verplichtingen bedoeld in artikel 5. § 4. De Minister bepaalt de certificaten die als gelijkwaardig erkend worden. HOOFDSTUK VII. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 19.§ 1. De Minister bepaalt de opleidingen die, op het ogenblik van inwerkingtreding van dit besluit, als gelijkwaardig worden beschouwd met de door dit besluit beoogde opleidingen. § 2. De natuurlijke persoon die een als gelijkwaardig beschouwde opleiding heeft gevolgd, is vrijgesteld van het volgen van de bij hoofdstuk IV van dit besluit beoogde opleiding voor de gekozen categorie van beroepsactiviteiten en wordt verondersteld houder te zijn van het aanwezigheidsattest dat krachtens artikel 13, § 2 werd afgeleverd. § 3. De opleidingen en examens voor installateurs HE die door de certificeringsautoriteit georganiseerd worden overeenkomstig respectievelijk artikel 13, § 1 en artikel 14, § 1 worden erkend wanneer er geen enkele erkende opleiding of examen voor installateurs HE door een opleidings- of exameninstelling georganiseerd wordt.
Art. 20.Dit besluit evenals artikel 2.5.6 van de ordonnantie treden in werking op de tiende dag na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.
Art. 21.De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 24 april 2014.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister voor Leefmilieu, Energie en Stadsvernieuwing, Mevr. E. HUYTEBROECK