Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 maart 2014
gepubliceerd op 18 april 2014

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van 29 maart 2007 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2014031266
pub.
18/04/2014
prom.
27/03/2014
ELI
eli/besluit/2014/03/27/2014031266/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 MAART 2014. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van 29 maart 2007 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, gewijzigd bij de ordonnanties van 11 juli 2002, 20 juli 2006, 21 december 2012, 21 november 2013 en 19 december 2013, de artikelen 6bis en 28;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 maart 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 29/03/2007 pub. 03/05/2007 numac 2007031181 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur sluiten betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 mei 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 08/05/2008 pub. 28/05/2008 numac 2008031237 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het bedrag, alsook van de termijn en de nadere voorschriften voor betaling van de administratieve geldboetes met toepassing van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur sluiten tot vaststelling van het bedrag, alsook van de termijn en de nadere voorschriften voor betaling van de administratieve geldboetes met toepassing van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 24/03/2011 pub. 08/04/2011 numac 2011031167 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de erkenning van de individuele beroepsopleiding van taxichauffeurs in de onderneming met als doel het bekomen van een bekwaamheidscertificaat voor taxichauffeur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten betreffende de erkenning van de individuele beroepsopleiding van taxichauffeurs in de onderneming met als doel het bekomen van een bekwaamheidscertificaat voor taxichauffeur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 16 oktober 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting;

Gelet op het advies nr. 54.520/4 van de Raad van State, gegeven op 11 december 2013, overeenkomstig artikel 84, § 1, lid 1, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende het advies van het Gewestelijk Adviescomité, gegeven op 17 september 2013;

Op voorstel van de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Vervoer, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het artikel 10 § 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 maart 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 29/03/2007 pub. 03/05/2007 numac 2007031181 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur sluiten betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur wordt aangevuld met de woorden : "of minstens het voorlopige bekwaamheidscertificaat bedoeld in artikel 17, § 3";

Art. 2.Het artikel 11 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de woorden : "of minstens het voorlopige bekwaamheidscertificaat bedoeld in artikel 17, § 3".

Art. 3.Het artikel 12 van hetzelfde besluit : a) 7° wordt aangevuld met de volgende woorden : " § 1 of een slaagattest voor de opleiding van taxichauffeur bedoeld in artikel 17 § 2";b) 8°, lid 2 wordt opgeheven.

Art. 4.Het artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst : "Om het bekwaamheidscertificaat te verkrijgen dat toegang verleent tot de uitoefening van het beroep van taxichauffeur, moet de kandidaat, alvorens het volgen van de verplichte opleidingscursussen bedoeld in artikel 17, § 1 of de opleiding bedoeld in artikel 17, § 2, met vrucht gedragstesten afleggen bij een door het Bestuur aangesteld organisme dat geschikt is om persoonlijkheidstesten af te nemen van chauffeurs van voertuigen die met het publiek in contact komen.

Alvorens de in lid 1 bedoelde test af te leggen, dient de kandidaat het in artikel 12, 4° bedoelde uittreksel uit het strafregister bij het Bestuur voor te leggen. Enkel de kandidaten die, in België of in het buitenland, geen van de hiernavolgende in kracht van gewijsde gegane veroordelingen hebben opgelopen, bedoeld in artikel 10 § 2, in de periode die de aanvraag zoals bedoeld in die bepaling voorafgaat, mogen de in lid 1 bedoelde test afleggen."

Art. 5.Het artikel 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst : " § 1. Elke persoon die een bekwaamheidscertificaat aanvraagt moet theoretische cursussen volgen en een slaagattest voorleggen voor een theoretisch examen waarmee deze cursussen met succes werden afgesloten.

De theoretische opleidingscursussen worden verzorgd door het Bestuur en handelen onder meer over de volgende materies : 1° reglementering betreffende de taxidiensten;2° sociale reglementering met betrekking tot het beroep van taxichauffeur;3° kaartlezen : aanduiding van een precieze bestemmingsplaats die door een potentiële klant gekozen werd;4° reglementering betreffende de toegang tot de eigen banen voor taxivoertuigen;5° informatie over personen met beperkte mobiliteit in verband met hun vervoer per taxi en over de veiligheidsprincipes die nageleefd moeten worden in het kader van het beroep van taxichauffeur;6° Opleiding « klantgerichtheid ». Tijdens de opleiding ontvangen de kandidaten een gedetailleerde documentatie of syllabi over deze materies.

De deelname aan alle theoretische opleidingscursussen is verplicht alvorens het theoretische examen te mogen afleggen, tegen de prijs en onder de voorwaarden vastgelegd in artikel 33 van de ordonnantie.

Het theoretische examen omvat een schriftelijke en een mondelinge proef en wordt georganiseerd door het Bestuur. Enkel de personen die vooraf in het bezit zijn van alle in het artikel 12, 1° tot 6° opgesomde documenten en die alle theoretische opleidingscursussen hebben gevolgd, mogen zich inschrijven voor dit examen.

De theoretische schriftelijke proef handelt over de reglementering betreffende de taxidiensten en onder meer over het opstellen van de rittenbladen bedoeld in artikel 26 § 2.

De theoretische mondelinge proef handelt over het kaartlezen : aanduiding in een welbepaalde maximumtijd van de precieze bestemmingsplaats die door de klant gekozen werd aan de hand van een stratenplan van het Gewest.

De proeven worden afgelegd in het Frans of in het Nederlands, naargelang de bij de inschrijving door de kandidaat gekozen taal.

De vertegenwoordigers van de taxichauffeurs binnen het Adviescomité kunnen bij consensus en in de schoot van dit comité een waarnemer aanwijzen om de proeven bij te wonen.

Het al dan niet slagen voor de proeven wordt beslist door een deliberatiecommissie samengesteld uit de examinatoren bij wie de proeven werden afgelegd en twee door de Minister aangewezen personen binnen het Bestuur, waarvan er een het voorzitterschap waarneemt.

Om te slagen voor de proeven moet de kandidaat minstens de helft van de punten behalen voor elk van de 2 proeven, waar hij minstens 60 % van de punten moet behalen voor beide proeven.

Op schriftelijke aanvraag bij het Bestuur kan de kandidaat zijn gedetailleerde uitslagen van de proeven krijgen.

Het slagen voor de proeven blijft gedurende drie jaar geldig te rekenen vanaf de datum van het getuigschrift bedoeld in artikel 12, 7°.

Onverminderd de taksen bedoeld in artikel 33 van de ordonnantie, worden de kosten die de examens met zich meebrengen, integraal door het Gewest gedragen. § 2. De kandidaat die een opleiding van taxichauffeur met succes heeft gevolgd bij een door de Minister erkende openbare instelling die beroepsopleidingen verstrekt, wordt vrijgesteld van deelname aan de theoretische opleidingscursussen van het Bestuur en van het afleggen van het theoretische examen, mits hij een getuigschrift van deze instelling voorlegt waaruit blijkt dat deze kandidaat met vrucht de beroepsopleiding heeft gevolgd.

Dit getuigschrift blijft gedurende drie jaar geldig te rekenen vanaf de datum van afgifte. § 3. Op vertoon van het slaagattest voor het theoretische examen, bedoeld in § 1, of op vertoon van het getuigschrift betreffende de opleiding bedoeld in § 2, ontvangt de betrokkene, onder de voorwaarden bedoeld in artikel 19, eerste lid betreffende de arbeidsovereenkomst of artikel 19, tweede lid betreffende de zelfstandige taxichauffeurs, een voorlopig bekwaamheidscertificaat dat hem toelaat te werken als zelfstandige taxichauffeur of als taxichauffeur in dienst van deze exploitant op voorwaarde dat de exploitant instaat voor de praktische opleiding van de chauffeur betreffende de topografie van het Gewest (kennis van het snelste traject om van de ene plaats naar de andere te gaan en kennis van de locatie van de voornaamste openbare of voor het publiek toegankelijke plaatsen), het opstellen van het rittenblad en het gebruik van de taximeter.

In het geval dat de betrokkene beoogt om zelfstandig taxichauffeur te zijn wordt zijn opleiding, bedoeld in alinea 1, verzekerd door een exploitant die minimaal 5 jaar ervaring heeft in deze hoedanigheid en in het kader van een opleidingsovereenkomst waarvan de voorwaarden en een typemodel worden vastgelegd door de Minister.

Het voorlopige bekwaamheidscertificaat wordt afgeleverd voor een eenmalige periode van één jaar. Dit vermeldt de naam van de werkgever of zijn opleider naargelang het geval, zijn DIMONA-nummer, het arbeidsstelsel en het RSZ- inschrijvingsnummer.

De gegevens vermeld op het voorlopige bekwaamheidscertificaat worden gewijzigd en bijgewerkt telkens er een verandering optreedt in de inlichtingen van de houder ervan en onder meer ingeval de opleider, de werkgever of het precieze uurrooster van de tewerkstelling verandert.

Te dien einde zijn de chauffeurs ertoe gehouden zich te melden bij het Bestuur binnen de tien dagen na de feiten die de wijziging of de bijwerking rechtvaardigen.

Iedere chauffeur die niet meer effectief werkt met een arbeidsovereenkomst of met een opleidingsovereenkomst of na vervallen van zijn voorlopig bewkaamheidscertificaat, is ertoe gehouden het voorlopige bekwaamheidscertificaat bij het Bestuur in te leveren binnen de tien werkdagen te rekenen vanaf het stopzetten van zijn activiteit van taxichauffeur of van het vervallen van zijn voorlopig bekwaamheidscertificaat. Indien het bekwaamheidscertificaat niet vrijwillig wordt ingeleverd, kunnen de in artikel 37 van de ordonnantie bedoelde ambtenaren en beambten o.m. belast worden met het recupereren van dit document.

Een nieuw voorlopig bekwaamheidscertificaat kan enkel aangevraagd worden minstens één jaar na het vervallen van het vorige voorlopige certificaat en mits het voorleggen van een uittreksel uit het strafregister dat niet ouder is dan drie maanden. Eenzelfde persoon kan niet meer dan drie voorlopige bekwaamheidscertificaten ontvangen.

Het voorlopige bekwaamheidscertificaat kan tijdelijk opgeschort of definitief ingetrokken worden, overeenkomstig de artikelen 73 tot 76. § 4. Na een werkperiode van minstens vier maanden onder dekking van een voorlopig bekwaamheidscertificaat, mag de betrokkene de in artikel 12, 8° bedoelde cursus ecologisch rijden volgen.

Onverminderd de taksen bedoeld in artikel 33 van de ordonnantie, worden de kosten die de cursussen ecologisch rijden met zich meebrengen, integraal door het Gewest gedragen.

De erkende opleider bedoeld in artikel 12, 8° bezorgt een getuigschrift waaruit blijkt dat de kandidaat, al dan niet met vrucht, de cursus ecologisch rijden heeft gevolgd. § 5. Onder dekking van zijn voorlopig bekwaamheidscertificaat, moet de betrokkene gedurende een periode van maximaal 12 maanden ter rekenen vanaf het afleveren van dit certificaat, prestaties uitvoeren die, in totaal, overeenkomen met een voltijdse prestaties gedurende 6 maanden et dit zowel in de hoedanigheid van zelfstandige of loontrekkende, in dienst van maximum twee verschillende exploitanten die hem een praktische opleiding verzekeren betreffende de topografie, het opstellen van het rittenblad en het gebruik van de taximeter.

Bij overmacht kan het Bestuur de betrokkene toelaten om bij een derde exploitant te werken.

De werkperiode bij deze laatste exploitant moet minstens drie maanden bedragen.

Na de werkperiode bij hem of na de opleidingsovereenkomst, bezorgt elke exploitant aan de betrokkene een getuigschrift over de manier waarop hij de in lid 1 bedoelde praktische opleiding heeft verwerkt in de voorwaarden en volgens een typemodel vastgelegd door de Minister. § 6. Op vertoon van de getuigschriften respectievelijk bedoeld in § 4, lid 3 en in § 5, lid 4, alsook op vertoon van de ingevulde rittenbladen door de betrokkene tijdens zijn drie laatste werkmaanden en van zijn loonfiches met betrekking tot de volledige periode van zijn praktische opleiding bedoeld in § 5, lid 1, alsook eventueel na onderzoek van getuigschriften betreffende de manier van rijden en het zich gedragen, overgemaakt aan de kandidaat of het Bestuur door iedere andere tussenkomende persoon zoals collega's of klanten, bezorgt het Bestuur hem, indien deze oordeelt dat alle elementen aantonen dat de kandidaat voldoet aan alle voorwaarden om het beroep van taxichauffeur uit te oefenen, een getuigschrift waaruit blijkt dat de betrokkene de voorwaarden vervult om het bekwaamheidscertificaat van taxichauffeur te ontvangen overeenkomstig artikel 19. Indien alle voorwaarden bedoeld in die bepaling op het moment van de aanvraag vervuld zijn, wordt rechtstreeks aan de betrokkene een bekwaamheidscertificaat van taxichauffeur bezorgd."

Art. 6.Het artikel 18 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst : " § 1er. De kandidaat die gedeeltelijk niet slaagt voor de proeven bedoeld in artikel 17 § 1, wordt vrijgesteld van het opnieuw afleggen van de proef waarvoor hij geslaagd zou zijn onder de voorwaarden van dit artikel. Deze vrijstelling blijft geldig gedurende drie jaar te rekenen vanaf de inschrijving voor deze proeven. § 2. De kandidaat die bij de examens bedrog pleegt, wordt uitgesloten, en zijn uitsluiting zal door de deliberatiecommissie worden bevestigd bij met redenen omklede en aan de betrokkene medegedeelde beslissing, en zal zich pas één jaar na de laatste poging opnieuw mogen aanmelden. § 3. De kandidaat die niet geslaagd is voor hetzij de gedragstesten bedoeld in artikel 13, hetzij het theoretische examen bedoeld in artikel 17, § 1, kan zich pas herinschrijven voor de testen of voor het theoretische examen na het verstrijken van een termijn van vier maanden ingaand vanaf de beslissing van zijn niet-slagen. De kandidaat die drie keer gezakt is, kan zich pas herinschrijven voor de testen of het examen na het verstrijken van een termijn van drie jaar ingaand vanaf de derde beslissing van zijn niet-slagen. § 4. De kandidaat die zich niet aanmeldt voor de examens waarvoor hij zich had ingeschreven of die opgeeft in de loop van de sessie, wordt geacht als zijnde niet geslaagd, tenzij hij een medisch attest kan vertonen. § 5. Worden voor een periode gaande tot tien jaar uitgesloten van het recht aan de examens deel te nemen, de kandidaten die : 1. zich onbeleefd of respectloos hebben gedragen tegenover de examinatoren of de personeelsleden van het Bestuur;2. zich schuldig hebben gemaakt aan verduistering van materiaal of opzettelijk het materiaal of de lokalen van het Bestuur hebben beschadigd;3. handelingen hebben verricht met het oog op het beïnvloeden, in hun voordeel, van een examinator of elk ander personeelslid van het Bestuur. De beslissing om een kandidaat uit te sluiten, wordt genomen bij een met redenen omkleed besluit van de Minister en aan de betrokkene medegedeeld. Deze vermeldt onder meer de duur van de uitsluiting.

Art. 7.In het artikel 19, lid 1, van hetzelfde besluit, worden de woorden "De kandidaten die geslaagd zijn voor de in artikel 17 bedoelde examens, krijgen hun bekwaamheidscertificaat slechts op vertoon van het slaagattest voor deze proeven," vervangen door de woorden "De kandidaten die voldoen aan alle in artikel 17 bedoelde voorwaarden, krijgen hun bekwaamheidscertificaat slechts op vertoon van de getuigschriften die dit bewijzen,".

Art. 8.In het artikel 23, lid 5 van hetzelfde besluit, worden de woorden "artikel 17, § 2" vervangen door de woorden "artikel 17, § 1 of de opleiding bedoeld in artikel 17 § 2, opnieuw met vrucht te volgen,".

Art. 9.In de artikelen 12, 4°, 23, leden 1 en 4, 49, 1°, 53 § 1, 54 § 2, 1°, 62 § 2, 2°, 78 § 2, lid 4, 92, 1° en 95, 1° van hetzelfde besluit, worden de woorden "getuigschrift van goed zedelijk gedrag" of "getuigschrift van goed zedelijk gedrag model 1" vervangen door de woorden "uittreksel uit het strafregister afgeleverd volgens de artikelen 595 en 596, lid 1 van het Wetboek van strafvordering".

In de titel II van de afdeling 2 van het hoofdstuk II van hetzelfde besluit, worden de woorden "van het getuigschrift van goed zedelijk gedrag" vervangen door de woorden "van het uittreksel uit het strafregister ".

Art. 10.In het artikel 3 § 1, 1° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 mei 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 08/05/2008 pub. 28/05/2008 numac 2008031237 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het bedrag, alsook van de termijn en de nadere voorschriften voor betaling van de administratieve geldboetes met toepassing van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur sluiten tot vaststelling van het bedrag, alsook van de termijn en de nadere voorschriften voor betaling van de administratieve geldboetes met toepassing van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, worden tussen de woorden "overeenkomstig" en "artikel 20", de woorden "artikel 17 § 3, lid 3 of" ingevoegd.

Art. 11.In het artikel 4 van hetzelfde besluit, worden tussen de woorden "bedoeld" et "in artikel 21", de woorden "in artikel 17 § 3, lid 4 of" ingevoegd.

Art. 12.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 24/03/2011 pub. 08/04/2011 numac 2011031167 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de erkenning van de individuele beroepsopleiding van taxichauffeurs in de onderneming met als doel het bekomen van een bekwaamheidscertificaat voor taxichauffeur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten betreffende de erkenning van de individuele beroepsopleiding in een onderneming met als doel het bekomen van een bekwaamheidscertificaat voor taxichauffeur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wordt opgeheven.

Art. 13.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2014.

Art. 14.De Minister bevoegd voor bezoldigd Vervoer van personen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 27 maart 2014.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer, Mevr. B. GROUWELS

^