gepubliceerd op 02 augustus 2012
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot oprichting van een Adviesraad Gelijke Kansen voor Vrouwen en Mannen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - tweede lezing
19 JULI 2012. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot oprichting van een Adviesraad Gelijke Kansen voor Vrouwen en Mannen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - tweede lezing
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988, inzonderheid op artikel 87;
Gelet op de ordonnantie van 5 juli 2001 tot wijziging van de ordonnantie van 27 april 1995 tot invoering van een evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in adviesorganen;
Gelet op het regeerakkoord 2009-2014 waarin de oprichting van een adviesraad vooropgesteld wordt;
Gelet op het ministerieel besluit van 17 juli 2009Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 17/07/2009 pub. 18/08/2009 numac 2009031427 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Ministerieel besluit tot vaststelling van de bevoegdheden van de Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Openbare Werken en Vervoer type ministerieel besluit prom. 17/07/2009 pub. 18/08/2009 numac 2009031426 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Ministerieel besluit tot vaststelling van de bevoegdheden van de Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking sluiten tot vaststelling van de bevoegdheden van de Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Openbare Werken en Vervoer, in het bijzonder op artikel 2, 2e lid;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 22 februari 2012;
Gelet op het advies van de Minister van Begroting, gegeven op 30 maart 2012;
Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 19 april 2012;
Gelet op het advies nr. 51.270/1bis van de Raad van State, gegeven op 15 mei 2012 in uitvoering van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de gelijkheid tussen vrouwen en mannen gewaarborgd moet worden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Op de voordracht van de Staatssecretaris, bevoegd voor het gelijkekansenbeleid;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Er wordt een Brusselse Raad voor de Gelijkheid tussen Vrouwen en Mannen opgericht.
Voor de toepassing van dit besluit wordt hier verder naar verwezen als « De Raad ».
Art. 2.De Raad brengt advies uit over alle materies die een invloed kunnen hebben op de gelijkheid van vrouwen en mannen.
Art. 3.§ 1. De Raad vervult o.a. de volgende opdrachten : 1° hij geeft adviezen en aanbevelingen i.v.m. elk vraagstuk betreffende de gelijkheid tussen vrouwen en mannen; 2° hij brengt bij voorrang advies uit over maatregelen van reglementaire aard die een impact hebben op de gelijkheid tussen vrouwen en mannen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;3° hij volgt de thematiek van de gelijkheid tussen vrouwen en mannen op, ook op de andere beleidsniveaus voor zover er een impact is voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 2. De Raad bezorgt de Regering een jaarverslag over de uitgevoerde activiteiten en de besteding van zijn financiële middelen. Hij stelt jaarlijks middelen- en actieplannen voor om zijn opdrachten voor het komende jaar te vervullen.
Art. 4.§ 1. De Raad verstrekt adviezen op eigen initiatief, of op verzoek van een lid van de Brusselse Gewestregering voor zover dit verzoek binnen diens bevoegdheden valt, of van een commissie van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement of van de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 2. Wanneer een advies aan de Raad wordt gevraagd, verschaft deze dat advies binnen de twee maanden. Op gemotiveerd verzoek kan deze termijn tot één maand ingekort worden; § 3. De Raad kan een beroep doen op ambtenaren of deskundigen die geen lid zijn; § 4. Wanneer de Raad een advies opmaakt van een voorontwerp van ordonnantie of van verordenend besluit op vraag van een lid van de regering, kan hij deze uitnodigen om toelichtingen te geven bij de desbetreffende teksten indien nodig. § 5. De Raad kan binnen zijn schoot werkgroepen oprichten.
Art. 5.§ 1. De Raad is samengesteld uit 21 effectieve leden en 21 plaatsvervangende leden, aangesteld door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, inzonderheid : 1) 10 effectieve en 10 plaatsvervangende leden worden in dubbeltal voorgedragen door de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waarvan de helft als afgevaardigde van de representatieve werknemersorganisaties en de andere helft als afgevaardigde van de representatieve werkgevers- of middenstandsorganisaties;2) 1 effectief en plaatsvervangend lid voorgedragen door de Nederlandstalige Vrouwenraad en 1 effectief en plaatsvervangend lid voorgedragen door de Conseil des Femmes francophones de Belgique;3) 6 effectieve leden en 6 plaatsvervangende leden afkomstig uit relevante middenveldorganisaties op voorstel van de Minister of Staatssecretaris bevoegd voor Gelijke Kansen.4) 3 effectieve leden en 3 plaatsvervangende leden afkomstig uit academische instellingen op voorstel van de Minister of Staatssecretaris bevoegd voor Gelijke Kansen. § 2. Een lid kan slechts aangesteld worden indien hij of zij aantoonbare ervaring heeft met de thematiek gelijkheid tussen vrouwen en mannen. § 3. Maximaal tweederde van de effectieve leden kunnen van hetzelfde geslacht zijn. § 4. Maximaal tweederde van de effectieve leden kunnen van dezelfde taalgemeenschap zijn. § 5. Alle leden zijn gevolmachtigd door de organisaties die zij vertegenwoordigen. § 6. Alleen effectieve leden kunnen zetelen in de Raad. Wanneer een effectief lid niet kan zetelen, wordt hij of zij vervangen door zijn of haar plaatsvervangend lid. § 7. De Raad wordt om de vier jaar samengesteld.
Art. 6.Een lid van de Raad mag niet tegelijk een gemeentelijk, provinciaal, gewestelijk of federaal kiesmandaat uitoefenen of lid zijn van een ministerieel kabinet.
Art. 7.De Raad verkiest uit zijn effectieve leden één voorzitster/voorzitter en 2 ondervoorzitsters/ondervoorzitters. Hun aanstelling wordt ter goedkeuring aan de Regering voorgelegd. Maximaal tweederde is van hetzelfde geslacht. Maximaal tweederde is van dezelfde taalgemeenschap.
Art. 8.De Raad verkiest uit zijn effectieve leden een bureau. Dit bureau bestaat uit minstens 5 en maximum 9 leden.
De voorzitster/voorzitter en ondervoorzitsters/ondervoorzitters van de Raad zijn leden van dit bureau en oefenen hierin het voorzitterschap en vice-voorzitterschap uit.
Het bureau bereidt de vergaderingen voor en waakt over de goede werking van de Raad.
Art. 9.§ 1. De Raad maakt al zijn adviezen en aanbevelingen over aan de aanvrager, alsook aan de Minister of Staatssecretaris bevoegd voor Gelijke Kansen, aan de collegevoorzitter van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en aan de Minister-president van de Franse Gemeenschapscommissie. § 2. De Raad maakt de adviezen en verslagen, uitgebracht op eigen initiatief openbaar, welke ook de bestemmelingen ervan zijn. § 3. De Raad kan de adviezen die werden aangevraagd, enkel openbaar maken mits het akkoord van de aanvrager.
Art. 10.De Raad stelt, bij consensus, een intern reglement op dat ter goedkeuring aan de Regering wordt voorgelegd. Het reglement organiseert de werking van de Raad en van het bureau.
Het reglement bepaalt ondermeer de modaliteiten voor het verlenen van adviezen en aanbevelingen, en de voorwaarden voor de eventuele oprichting van werkgroepen.
Art. 11.Eenmaal per jaar wordt, naar aanleiding van de presentatie van het jaarverslag van de activiteiten, de verstrekte adviezen en de besteding van financiële middelen van de Raad aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, een openbaar debat georganiseerd over de gerealiseerde werkzaamheden van de Raad en zijn toekomstperspectieven.
Art. 12.§ 1. Voor de werkingsmiddelen van deze Raad stelt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering een specifieke dotatie in. § 2. De vergaderingen van de Raad gaan door in de lokalen van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Diens secretariaat wordt waargenomen door de dienst bevoegd voor Gelijke Kansen binnen het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 3. De leden van de Raad ontvangen presentiegeld telkens als ze een vergadering van tenminste twee uur bijwonen, hetzij van de Raad, hetzij van één van de werkgroepen.
Het bedrag wordt voor de voorzitster/voorzitter en ondervoorzitsters/ondervoorzitters op veertig en voor de andere leden op twintig euro vastgelegd.
Art. 13.Dit besluit is van kracht op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad wordt.
Brussel, 19 juli 2012.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Openbare Werken, Vervoer, Gewestelijke en gemeentelijke Informatica en de Haven van Brussel, Mevr. B. GROUWELS