Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 21 februari 2002
gepubliceerd op 06 maart 2002

Ordonnantie betreffende de aanmoediging en de financiering van het wetenschappelijk onderzoek en de technologische innovatie

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2002031072
pub.
06/03/2002
prom.
21/02/2002
ELI
eli/ordonnantie/2002/02/21/2002031072/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 FEBRUARI 2002. - Ordonnantie betreffende de aanmoediging en de financiering van het wetenschappelijk onderzoek en de technologische innovatie (1)


De Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Grondwettelijke basis

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Definities

Art. 2.Voor de toepassing van deze ordonnantie wordt verstaan onder : 1° het Gewest : het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;2° de Regering : de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;3° industrieel onderzoek : geprogrammeerd of kritisch onderzoek dat gericht is op het verwerven van nieuwe kennis met het doel deze kennis bij de ontwikkeling van nieuwe producten, processen of diensten te gebruiken, of om bestaande producten, processen of diensten aanmerkelijk te verbeteren;4° preconcurrentiële ontwikkeling : de activiteit die de omzetting beoogt van de resultaten van industrieel onderzoek in plannen, schema's of ontwerpen voor nieuwe, gewijzigde of verbeterde producten, processen of diensten, of deze nu voor verkoop of gebruik zijn bestemd, met inbegrip van de fabricage van een eerste prototype dat niet rechtstreeks voor commerciële doeleinden kan worden aangewend. Voorts kan het bestaan uit de conceptuele formulering en het ontwerp van alternatieve producten, processen of diensten en eerste demonstratie- of modelprojecten, voor zover deze projecten niet rechtstreeks voor industriële toepassing of commerciële exploitatie kunnen worden gebruikt of geschikt gemaakt. Daaronder wordt niet verstaan routinematige of periodieke wijzigingen van bestaande producten, productielijnen, fabricageprocessen of diensten en andere courante werkzaamheden, zelfs indien deze wijzigingen verbeteringen kunnen zijn; 5° O & O-project : elk industrieel onderzoek of preconcurrentiële ontwikkeling die door zijn promotor wordt ingediend in de vorm van documenten die de doelstellingen, de geplande activiteiten om deze te verwezenlijken en de vereiste middelen voor hun realisatie uiteenzetten;6° met O & O verwante dienst : elke andere dienst dan onderzoek en ontwikkeling die tot doel heeft de resultaten en de kennis verkregen aan de hand van onderzoek en ontwikkeling bekerd te maken, te verspreiden of ten nutte te maken bij de economische en industriële wereld;7° promotor : elke onderneming, elke collectieve onderzoekseenheid, universitaire onderzoekseenheid of onderzoekseenheid van het hoger onderwijs en evenals elke groepering van een of meer bedrijven en/of van een of meer onderzoekseenheden;8° kleine of middelgrote onderneming : een kleine of middelgrote onderneming als bedoeld in het Europees recht overeenkomstig het verdrag tot oprichting van de Europese gemeenschap;9° aanvaardbare uitgaven voor de financiering van een O & O-project of een met O & O verwante dienst : de uitgaven die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van het betrokken project of de betrokken dienst, ongeacht of ze rechtstreeks door de promotor verricht werden of door een onderaannemer.Daartoe kunnen de volgende uitgaven behoren, met uitsluiting van alle andere : a) de kosten van het personeel (onderzoekers, technici en ander ondersteunend personeel) specifiek bestemd voor de uitvoering van het O & O-project of de met O & O verwante dienst;b) de courante uitgaven inzake benodigdheden, materiaal, producten en opdrachten die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van het O & O-project of de met O & O verwante dienst;c) de kosten van advies- en gelijkwaardige diensten die uitsluitend voor het O & O-project of de met O & O verwante dienst worden aangewend, met inbegrip van de uitvoering van onderzoek in onderaanneming, het verwerven van technologieën of de aankoop van technische kennis, octrooien of licenties bij derden;d) de kosten van de apparatuur, machines, uitrusting, land en lokalen die specifiek en permanent voor het O & O-project of de met O & O verwante dienst gebruikt worden;e) de bijkomende algemene kosten die rechtstreeks uit de uitvoering van het O & O-project of de prestatie van de met O & O verwante dienst voortvloeien. HOOFDSTUK II. - Algemene principes Principe

Art. 3.De Regering kan financiële tegemoetkomingen verlenen voor de aanvaardbare uitgaven van projecten voor O & O of van met O & O verwante diensten door middel van toelagen of terugvorderbare voorschotten, onder de voorwaarden bepaald in deze ordonnantie en ter uitvoering ervan.

Begunstigden van de steun

Art. 4.Onverminderd artikel 9 van deze ordonnantie, kunnen in aanmerking komen voor de financiële tegemoetkoming van de Regering, volgens de modaliteiten bepaald in deze ordonnantie en ter uitvoering ervan, de promotoren die hun activiteiten geheel of gedeeltelijk uitoefenen op het grondgebied van het tweetalig Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die het belang aantonen van hun project van O & O of van met O & O verwante diensten voor hun ontwikkelingsstrategie evenals de gunstige weerslag ervan op de economische bedrijvigheid, de werkgelegenheid en de duurzame ontwikkeling op het grondgebied van ditzelfde gewest. eigendomsrecht over de resultaten

Art. 5.De promotor is eigenaar van de resultaten en de knowhow verkregen door de uitvoering van de O & O-projecten of de met O & O verwante diensten waarvoor de Regering een financiële tegemoetkoming verleent. HOOFDSTUK III. - Steunmechanismen Financiering van industrieel onderzoek

Art. 6.§ 1. Elke promotor die een project voor industrieel onderzoek wenst uit te voeren, kan, onder de voorwaarden en volgens de modaliteiten bepaald in deze ordonnantie en ter uitvoering ervan, een tegemoetkoming van de Regering genieten in de vorm van een toelage ten belope van maximaal 50 % van de aanvaardbare uitgaven verbonden aan de utvoering van het project. § 2. Het in § 1 bedoelde tegemoetkomingspercentage kan verhoogd worden met 10 % van de aanvaardbare uitgaven indien het project uitgevoerd wordt in het kader van of ter aanvulling van een grensoverschrijdend samenwerkingsprogramma.

Deze verhoging kan opgetrokken worden tot 15 % van de aanvaardbare uitgaven indien het project past in het kader van de doelstellingen van een specifiek project of programma dat opgezet is in het kader van het Europees kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling en voor zover het aan de volgende voorwaarden voldoet : - mogelijke toepassingen bieden in meerdere sectoren, in overeenstemming met de fundamentele doelstellingen van het Europees kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling; - een multidisciplinaire aanpak bevatten; - complementair zijn aan de specifieke doelstellingen, de opdrachten en de bijbehorende technische doelstellingen van het communautair kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling. § 3. Indien de promotor van een industrieel onderzoeksproject een universitaire onderzoekseenheid of een onderzoekseenheid van het hoger onderwijs of een collectie onderzoekscentrum is en indien het project niet rechtstreeks ten gunste van een of meer ondernemingen uitgevoerd wordt, kan de tegemoetkoming van de Regering in het project oplopen tot 100 % van de aanvaardbare uitgaven.

Financiering van preconcurrentiële ontwikkeling

Art. 7.§ 1. Elke promotor die een project voor preconcurrentiële ontwikkeling wenst uit te voeren, kan onder de voorwaarden en volgens de modaliteiten bepaald in deze ordonnantie en ter uitvoering ervan, een tegemoetkoming van de Regering genieten in de vorm van een toelage ten belope van maximaal 25 % van de aanvaardbare uitgaven verbonden aan de uitvoering van het project of van een terugvorderbaar voorschot ten belope van maximaal 40 % van deze uitgaven. § 2. Het in § 1 bedoelde tegemoetkomingspercentage kan verhoogd worden met 10 % van de aanvaardbare uitgaven indien het project uitgeveord wordt in het kader van of ter aanvulling van een grensoverschrijdend samenwerkingsprogramma.

Deze verhoging kan opgetrokken worden tot 15 % van de aanvaardbare uitgaven indien het project past in het kader van de doelstelingen van een specifiek project of programma dat opgezet is in het kader van het Europees kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling, en voor zover het aan de volgende voorwaarden voldoet : - mogelijke toepassingen bieden in meerdere sectoren, in overeenstemming met de fundamentele doelstellingen van het Europees kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling; - een multidisciplinaire aanpak bevatten; - complemantair zijn aan de specifieke doelstellingen, de opdrachten en de bijbehorende technische doelstellingen van het Europees kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling. § 3. Ingeval de in § 1 bedoelde tegemoetkoming verleend wordt in de vorm van een terugvorderbaar voorschot, dient het integraal terugbetaald te worden in geval van valorisatie van het ondersteunde project.

Specifieke maatregelen voor KMO's

Art. 8.§ 1. In het kader van de tegemoetkomingen waarin de artikelen 6 en 7 van deze ordonnantie voorzien, kunnen KMO's een verhoogd tegemoetkomingspercentage genieten onder de volgende voorwaarden : a) het percentage van de tegemoetkoming voor de KMO's kan verhoogd worden met 10 % van de aanvaardbare uitgaven voor elk O & O-project waaraan zij als (co)-promotor deelnemen;b) het percentage van de tegemoetkoming voor de KMO's kan verhoogd worden met 10 % van de aanvaardbare uitgaven voor elk O & O-project waaraan zij als (co)-promotor deelnemen en waarvan de uitvoering van hun deel van het project is toevertrouwd aan een collectieve onderzoekseenheid, een universitaire onderzoekseenheid of een onderzoekseenheid van het hoger onderwijs. § 2. De diverse verhogingen van het percentage van de tegemoetkoming van de Regering in de aanvaardbare uitgaven van een O & O-project zijn cumuleerbaar. De som van de verhogingen mag evenwel niet meer bedragen dan 25 % van de aanvaardbare uitgaven. § 3. KMO's kunnen bovendien de volgende tegemoetkomingen genieten : a) technische haalbaarheidsstudies, voorafgaand aan het lanceren van een O & O-project, kunnen in aanmerking komen voor een toelage ten belope van maximaal 75 % van de kosten van die studies indien het gaat om een project voor industrieel onderzoek of ten belope van maximaal 50 % van die kosten indien het gaat om een project voor preconcurrentiële ontwikkeling, op voorwaarde dat de bedoelde studies toevertrouwd worden aan gespecialiseerde instellingen.b) de indiening en instandhouding van de octrooien die tot stand zijn gekomen uit de resultaten bekomen in het raam van een O & O-project waarvoor de Regering een tegemoetkoming verleend heeft conform de artikelen 6 en 7 van deze ordonnantie, kunnen in aanmerking komen voor een toelage ten belope van maximaal 60 % van de kosten van voornoemde verrichtingen indien het gaat om een project voor industrieel onderzoek en ten belope van maximaal 35 % van die kosten indien het gaat om eenproject voor preconcurrentiële ontwikkeling.Deze tegeoetkoming is in de tijd beperkt tot drie jaar.

Individuele uitvinders

Art. 9.Een natuurlijke persoon die een uitvinding ontwikkeld heeft waarvan hij de volle eigenaar is en die voornemens is zijn uitvinding ten nutte te maken in de vorm van een nieuwe industriële of commerciële activiteit, komt in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming van de Regering in de kosten van de technische haalbaarheidsstudies met betrekking tot zijn uitvinding, voorafgaand aan activiteiten van industrieel onderzoek of van preconcurrentiële ontwikkeling, op voorwaarde dat de bedoelde studies toevertrouwd worden aan gespecialiseerde instellingen. Dergelijke tegemoetkoming wordt verleend in de vorm van een toelage ten belope van maximaal 75 % van de aangetoonde studiekosten. Deze toelage mag echter een bedrag van twaalfduizendvijfhonderd euro per uitvinding niet overschrijden.

De regering wordt ertoe gemachtigd dat bedrag jaarlijks te indexeren op basis van de gezondheidsindex.

De in het eerste lid bedoelde tegemoetkoming wordt uitsluitend verleend aan natuurlijke personen die woonachtig zijn op het tweetalig grondgebied van Brussel-Hoofdstad en wier uitvinding een gunstige weerslag kan hebben op de economische bedrijvigheid en de werkgelegenheid op het grondgebied van het gewest.

Financiering van met O & O verwante diensten

Art. 10.De Regering kan opdrachten voor met O & O verwante diensten verlenen aan collectieve onderzoekseenheden, universitaire onderzoekseenheden of onderzoekseenheden van het hoger onderwijs en deze financieren via toelagen die tot 100 % van de voor die diensten aanvaardbare uitgaven kunnen oplopen.

Naast deze aanvaardbare uitgaven, zoals vastgelegd in artikel 2 van onderhavige ordonnantie, kunnen de kosten voor het indienen en in stand houden van octrooien ten laste genomen worden.

De in het eerste lid bedoelde toelagen mogen de begunstigde geen winst opleveren.

Cumulatie met andere steun

Art. 11.§ 1. De O & O-projecten of met O & O verwante diensten komen niet in aanmerking voor de tegemoetkomingen waarin deze ordonnantie voorziet, indien zij van andere toelagen van het Gewest genieten. § 2. Ingeval een O & O-project of een met O & O verwante dienst financiële steun geniet van een andere overheid dan het Gewest, wordt de op grond van deze ordonnantie verleende tegemoetkoming overeenkomstig verminderd op zodanige wijze dat de gecumuleerde steun overeenkomstig deze ordonnantie bepaalde grenzen niet overschrijdt. HOOFDSTUK IV. - Administratieve en contractuele bepalingen Toekenningsprocedure en opvolgingsprocedure van de steunmaatregel

Art. 12.De Regering bepaalt, in overeenstemming met de beginselen van onderhavige ordonnantie, de toekenningsvoorwaarden van de in deze bedoelde tegemoetkomingen alsmede de toekennings- en de opvolgingsprocedure met betrekking tot deze tegemoetkomingen.

Overeenkomst en naleving van de verplichtingen

Art. 13.§ 1. In overeenstemming met de principes vervat in deze ordonnantie en ter uitvoering van deze laatste, een overeenkomst, af te sluiten tussen de begunstigde en de Regering, bepaalt de rechten en verplichtingen van de partijen, alsmede de modaliteiten van de opvolging met betrekking tot de tegemoetkoming. § 2. Ingeval de begunstigde de verplichtingen bepaald in deze ordonnantie, ter uitvoering van deze laatste of van de in de in § 1 bedoelde overeenkomst, niet naleeft, kan de Regering haar tegemoetkoming schorsen en de terugbetaling opleggen van de reeds betaalde steun, eventueel vermeerderd met de wettelijke intresten. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen Opheffings- en overgangsbepalingen

Art. 14.Artikel 25 van de wet van 30 december 1970 betreffende de economische expansie wordt opgeheven wat betreft het Gewest.

Voornoemde bepaling vlijft evenwel van toepassing op de steun waarvan de beslissing tot toekenning werd genomen vóór de inwerkingstreding van deze ordonnantie.

Wijzigen

Art. 15.De Regering kan de bepalingen van deze ordonnantie aanpassen aan de verplichtingen die voor het Gewest voortvloeien uit de Europeesrechtelijke regels inzake staatssteun.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 21 februari 2002.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, J. CHABERT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting, E. TOMAS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, D. GOSUIN _______ Nota (1) Documenten van de Raad : Gewone zitting 2001-2002. A-245/1. Ontwerp van ordonnaite.

A-245/2. Verslag.

Volledig verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 8 februari 2002.

^