Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 18 december 2015
gepubliceerd op 31 december 2015

Ordonnantie houdende de Middelenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2016

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2015031917
pub.
31/12/2015
prom.
18/12/2015
ELI
eli/ordonnantie/2015/12/18/2015031917/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST


18 DECEMBER 2015. - Ordonnantie houdende de Middelenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2016


Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt : Artikel 1 Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Artikel 2 Voor het begrotingsjaar 2016 : § 1. - worden de algemene ontvangsten geraamd op : 4.109.817.000 euro, overeenkomstig Opdracht 01 van de bijgevoegde tabel. § 2. - worden de specifieke ontvangsten geraamd op : 247.560.000 euro, overeenkomstig Opdracht 02 van de bijgevoegde tabel. Hetzij samen : 4.357.377.000 euro.

Artikel 3 De op 31 december 2015 bestaande belastingen ten behoeve van het Gewest worden tijdens het jaar 2016 ingevorderd volgens de wetten, ordonnanties, besluiten en tarieven die er de zetting en invordering van regelen.

Artikel 4 De Regering wordt gemachtigd om het overschot van de uitgaven op de ontvangsten van de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de begrotingsjaren 1989 tot en met 2016 door leningen te dekken.

Artikel 5 De Regering wordt gemachtigd om elke financiële beheersverrichting in het algemeen belang van de gewestelijke thesaurie en elke beheersverrichting met betrekking tot de gewestschuld uit te voeren.

Artikel 6 De Regering wordt gemachtigd om de vervroegde terugbetaling van leningen, overeenkomstig de bepalingen van de leningovereenkomsten, de in het algemeen belang van de gewestelijke thesaurie gerealiseerde verrichtingen inzake financieel beheer en de uitgaven die voortvloeien uit verrichtingen inzake het beheer van de gewestschuld via leningen te dekken.

Artikel 7 De Regering wordt gemachtigd om rentedragende financieringsmiddelen te creëren met inbegrip van de thesauriebewijzen zoals bedoeld door de wet van 22 juli 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen.

Artikel 8 In afwijking van artikel 69, § 1, 2de lid van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, blijven alle op basis van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit van 17 juli 1991 aangestelde titelvoerende en/of plaatsvervangende rekenplichtigen van de ontvangsten (contractueel of statutair) in functie tot op het moment dat een nieuw besluit of nieuwe beslissing een einde maakt aan hun huidige aanstelling. Zij blijven hun functie eveneens uitoefenen in het geval van de creatie van nieuwe basisallocaties inzake ontvangsten die bestaande basisallocaties die zij beheren en die niet meer geschikt zijn (bv. ingevolge een foutieve economische code) vervangen of in het geval van de creatie van nieuwe basisallocaties inzake ontvangsten die toegevoegd worden aan de door de rekenplichtige beheerde bestaande basisallocaties indien deze binnen hetzelfde beheersdomein blijven. In voorkomend geval kan hiertoe een nieuw benoemingsbesluit genomen worden.

In afwijking van artikel 69, § 1, 2de lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, worden de titelvoerende en/of plaatsvervangende rekenplichtigen van de ontvangsten niet verplicht gekozen uit de ambtenaren onderworpen aan het statuut.

In afwijking van artikel 69, § 1, 2de lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, kan de minister van Financiën, overeenkomstig artikel 16, 2de lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/10/2006 pub. 16/11/2006 numac 2006031569 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de financiële actoren sluiten betreffende de financiële actoren, op voordracht van de functioneel bevoegde minister, een contractueel personeelslid van de MIVB, gedetacheerd bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel (GOB), aanstellen in de functie van titelvoerende en/of plaatsvervangende rekenplichtige van de ontvangsten belast met de uitvoering van bevoegdheden inzake vervoer en openbare werken, waaronder de ontvangsten toe te wijzen aan het fonds voor uitrusting en verplaatsingen en het verkeersveiligheidsfonds, zoals bedoeld in hetzelfde artikel.

In afwijking van artikel 69, § 1 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, kan de door de minister van Financiën en Begroting aangewezen rekenplichtige uitgaveen ontvangstverrichtingen voor rekening van derden uitvoeren in het kader van de door de minister van Financiën en Begroting gespecifieerde activiteiten, op voorwaarde dat die financiële stromen geen budgettaire weerslag hebben. De gedelegeerde ordonnateur voor bovenvermelde verrichtingen is de door de minister van Financiën en Begroting aangewezen gedelegeerde ordonnateur.

Artikel 9 In afwijking van artikel 13, § 4, 3°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 oktober 2007 met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer, wordt het ontwerp van controleverslag enkel overgemaakt aan de gecontroleerde entiteit en mag de tegensprekelijke procedure niet langer duren dan vijftien werkdagen.

Artikel 10 Het « Gewestelijk Begrotingsfonds voor Solidariteit », opgericht door artikel 11, § 1 van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, gewijzigd bij de ordonnantie van 11 juli 2013, is een organiek begrotingsfonds zoals bedoeld in artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle.

Artikel 11 In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 2° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden de aan de bedrijven gevraagde inschrijvingsgelden alsook de bijdragen van de partners zoals AWEX, FLANDERS INVESTMENT & TRADE en de federaties voor hun deelname aan promotieacties, eveneens toegewezen aan het Fonds ter bevordering van de buitenlandse handel.

Artikel 12 In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 5° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden de ontvangsten uit de verkoop van boeken en uit de terugbetalingen van ten onrechte ontvangen subsidies in verband met stedenbouw en planning eveneens toegewezen aan het Fonds voor stedenbouw en grondbeheer.

Artikel 13 In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 5° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de ontvangsten uit terugbetalingen van kosten en de verkoopopbrengsten die resulteren uit ambtshalve uitvoeringsmaatregelen, genomen in uitvoering van artikel 305 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO) eveneens toegewezen aan het Fonds voor stedenbouw en grondbeheer.

Artikel 14 In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 5° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de terugbetalingen door de gemeenten en OCMW's van ten onrechte ontvangen subsidies voor stadsvernieuwing eveneens toegewezen aan het Fonds voor stedenbouw en grondbeheer.

Artikel 15 In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 6°, 4de streepje, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden eveneens toegewezen aan het Fonds voor investeringen en aflossing van de schuldenlast in de sector van de sociale woningbouw : « Alle andere inkomsten inzake sociale huisvesting, met inbegrip van terugbetalingen en toevallige ontvangsten ».

Artikel 16 In afwijking van artikel 8 van de ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 12° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen afkomstig van fees die door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevraagd worden aan de instanties die leningen wensen aan te gaan waarvoor ze de gewestwaarborg vragen, eveneens toegewezen aan het Fonds voor het beheer van de gewestschuld.

Artikel 17 In afwijking van artikel 8 van de ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 13° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen afkomstig van subsidies die door Europese of internationale instellingen gestort worden aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in zijn hoedanigheid van projectleider of partner eveneens toegewezen aan het Fonds van het onroerend erfgoed.

Artikel 18 In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 9° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, wordt de forfaitaire bijdrage van « Fost Plus » tot de financiering van het beleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inzake de preventie en het beheer van verpakkingsafval, eveneens toegewezen aan het Fonds voor de bescherming van het milieu.

Artikel 19 In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 14°, 3de streepje, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden eveneens toegewezen aan het Fonds openbaar beheersrecht : « Alle andere inkomsten inzake openbaar beheersrecht, met inbegrip van terugbetalingen en toevallige ontvangsten ».

Artikel 20 In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 16° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden eveneens toegewezen aan het Fonds voor energiebeleid, de ontvangsten voortvloeiend uit de terugbetaling van leningen toegekend in het kader van het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE) dat geregionaliseerd is sinds de Zesde Staatshervorming (opdracht 02, programma 240).

Artikel 21 In toepassing van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, wordt het organiek begrotingsfonds « Verkeersveiligheidsfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest » opgericht. Een ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen zal in 2016 bij het Parlement ingediend worden teneinde het voortbestaan van het Fonds te verzekeren.

Aan het fonds worden toegewezen de ontvangsten voortkomende van de geïnde boetes voor de geregionaliseerde verkeersovertredingen in het kader van de Zesde Staatshervorming en de inkomsten uit de diverse geregionaliseerde ontvangsten en retributies, meer bepaald : 1° geïnde boetes voor de overtredingen op de bepalingen voorzien in artikel 6, XII, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten ter hervorming van de instellingen;2° bijdragen van de instellingen belast met de controle van in het verkeer gebrachte voertuigen;3° retributies voor de certificering, de inspectie, de administratieve en inspectiekosten van de instellingen belast met de controle van in het verkeer gebrachte voertuigen, van de diagnosecentra, van de rijscholen, van de centra voor opleiding ADR en de technische diensten, met inbegrip van de retributie voor het rijexamen en het instellen van een beroep in het kader van het rijbewijs;4° retributies van derden met betrekking tot de wettelijke homologatie van meetinstrumenten;5° retributies van derden voor het verkrijgen van certificeringen, documenten of bepaalde diensten met betrekking tot de goedkeuring van voertuigen. Het saldo van de niet-aangewende ontvangsten van 2016 van het organiek begrotingsfonds « Verkeersveiligheidsfonds », wordt ambtshalve overgeheveld naar het bij ordonnantie definitief op te richten « Verkeersveiligheidsfonds ».

Artikel 22 In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 3° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden de ontvangsten uit de retributies en ontvangsten in het kader van de organisatie van het uitzonderlijk vervoer en het ADR (basisallocatie 02.260.06.09.16.11) eveneens toegewezen aan het Fonds voor uitrusting en verplaatsingen.

Artikel 23 Deze ordonnantie treedt in werking op 1 januari 2016.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 18 december 2015.

R. VERVOORT Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking D. GOSUIN Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp P. SMET Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken Mevr. C. FREMAULT Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie _______ Nota Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2015-2016 A-252/1 Ontwerp van ordonnantie A-252/2 Verslag (verwijzing) Integraal verslag : Bespreking : vergaderingen van donderdag 17 en vrijdag 18 december 2015 Aanneming : vergadering van vrijdag 18 december 2015

^