17 JULI 1997. Ordonnantie tot wijziging van de procedure van het onderzoek, de inning en de vervolgingen inzake gewestelijke autonome fiscaliteit (1)

De Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet. HOOFDSTUK I. - Wijzigingen in de ordonnantie van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen

Art. 2.In de ordonnantie van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen worden de woorden "de Executieve" vervangen door de woorden "de Regering".

Art. 3.In de Nederlandse tekst van artikel 9, § 1, van dezelfde ordonnantie wordt het woord "geincohierd" vervangen door het woord "ingekohierd".

Art. 4.In artikel 11 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de Nederlandse tekst worden de woorden "in ontvangstname" vervangen door het woord "ontvangst";2° de woorden "een boete" worden vervangen door de woorden "van een belastingverhoging";3° de woorden "de invordering van de belasting of van een belastingverhoging verantwoordt of daartoe bijdraagt, bewijzen" worden vervangen door de woorden "de verschuldigdheid van de belasting of van een belastingverhoging aantoont of ertoe bijdraagt die aan te tonen, bewijzen".4° de aldus aangepaste tekst van artikel 11 wordt § 1;5° §§ 2 tot 4 worden toegevoegd, luidend als volgt : « § 2.Elke inlichting, elk stuk. elk proces-verbaal of elke akte, verkregen door de in § 1 bedoelde ambtenaren in de uitoefening van hun functies, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenkomst van één der diensten, besturen, publiekrechtelijke instellingen, publiekrechtelijke vennootschappen, publiekrechtelijke verenigingen of publiekrechtelijke inrichtingen van het Gewest, respectievelijk hun bezorgd door bestuursdiensten van de Staat, met inbegrip van de parketten en de griffies der Hoven en van alle rechtscolleges, van de gemeenschappen, de gewesten, de provincies of gemeenten, kan worden aangevoerd voor het opsporen van ieder feit dat de verschuldigdheid van de belasting of van een belastingverhoging aantoont of ertoe bijdraagt die aan te tonen. § 3. De belastingplichtigen en hun eventuele huurders of gebruikers zijn ertoe gehouden aan de ambtenaren, voorzien van een aanstellingsbewijs getekend door de ambtenaar die daartoe door de Regering wordt aangewezen, en die belast zijn met een controle of onderzoek in verband met de toepassing van de ordonnantie, vrije toegang te verlenen tot hun bedrijfslokalen en -gebouwen, teneinde aan deze ambtenaren de mogelijkheid te verschaffen vaststellingen te doen die kunnen bijdragen tot de juiste inning van de belasting. § 4. Onverminderd de bevoegdheden die haar door de artikelen 12 tot 14 zijn toegekend, kan de administratie de in dit artikel, §§ 1 tot 3 bedoelde onderzoekingen verrichten en eventueel belastingen of aanvullende belastingen vestigen, zelfs wanneer de aangifte van de belastingplichtige reeds werd aangenomen en de desbetreffende belastingen reeds werden betaald.

Bedoelde onderzoekingen mogen worden verricht gedurende de belastbare periode, alsook binnen de termijn gesteld in artikel 12, § 1, derde lid. »

Art. 5.In artikel 12 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, tweede lid, wordt vervangen door volgende leden : « De kohieren worden door de ambtenaar die daartoe door de Regering wordt aangewezen, uitvoerbaar verklaard, uiterlijk op 30 september volgend op het belastingjaar waarop zij betrekking hebben. In geval van ambtshalve heffing, zoals bedoeld in artikel 14, worden de kohieren uitvoerbaar verklaard, uiterlijk op 30 september van het derde jaar volgend op het belastingjaar waarop zij betrekking hebben. »; 2° In de Franse tekst van § 1, derde lid.7°, dat het vierde lid, 7°, wordt. wordt vervangen door de volgende tekst : la date de l'exécutoire" : 3° a) in de Nederlandse tekst van § 2 worden de woorden « aanslagbiljetkohieruittreksel" en "uitsluiting" vervangen respectievelijk door de woorden "aanslagbiljet" en "verval";b) in de Franse tekst van dezelfde paragraaf worden de woorden "du visa exécutoire" vervangen door de woorden "de l'exécutoire" : 4° in de Nederlandse tekst van § 3 wordt het woord "aanslagbiljetkohieruittreksel" vervangen door het woord aanslagbiljet".

Art. 6.In artikel 12 van dezelfde ordonnantie worden paragrafen 4, 5 en 6 toegevoegd, luidend : « § 4. In geval van niet-betaling wordt een herinneringsbrief verstuurd. § 5. In geval van niet-betaling binnen dertig dagen, te rekenen van de verzending van de herinneringsbrief bedoeld in paragraaf 4, wordt een tweede herinneringsbrief bij aangetekend schrijven verstuurd. § 6. Beide herinneringsbrieven zijn gedateerd en dragen de vermeldingen aangeduid in de eerste paragraaf. »

Art. 7.In artikel 13 van dezelfde ordonnantie worden de woorden ", § 1," ingevoegd tussen de woorden "artikel 11" en het woord "over".

Art. 8.In artikel 14, § 1, van dezelfde ordonnantie worden de woorden ", § 1," ingevoegd tussen de woorden "artikel 11" en het woord "ambtshalve".

Art. 9.In artikel 15, eerste lid, van dezelfde ordonnantie worden de woorden "§ 1," ingevoegd tussen de woorden "artikel 11," en het woord "alle".

Art. 10.Het eerste lid van artikel 17 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door de volgende leden : « Indien de belasting niet werd betaald binnen de termijn bedoeld in artikel 12, § 3, is een verhoging verschuldigd gelijk aan 20 % van het ontdoken of laattijdig betaalde belastingbedrag.

Voor elke niet-betaalde of buiten de termijn bedoeld in artikel 12, § 5, betaalde belasting. is een verhoging verschuldigd, gelijk aan het dubbele van het ontdoken of te laat betaalde belastingbedrag. »

Art. 11.Aan artikel 17 van dezelfde ordonnantie wordt een vierde lid toegevoegd, luidend als volgt : « Bij terugbetaling van belasting is van rechtswege een intrest verschuldigd; hij wordt berekend aan het tarief van 0,8 % per maand op het bedrag van de terug te geven belasting, afgerond op het lagere honderdtal. Ieder gedeelte van de maand wordt voor een volledige maand gerekend. De intrest wordt enkel teruggestort indien hij minimum 100 frank bedraagt. »

Art. 12.In de Nederlandse tekst van artikel 18, tweede lid, van dezelfde ordonnantie worden de woorden « voor zover deze geen vrijstelling of vermindering van de belasting meebrengen" vervangen door de woorden "voor zover deze niet leiden tot een vrijstelling of vermindering van de belasting".

Art. 13.In artikel 19 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de Franse tekst van § 1, tweede lid, tweede zin, wordt het woord "notifiée" vervangen door het woord "signifiée";2° in de tekst van § 2 wordt het woord "kennisgeving" vervangen door het woord "betekening".

Art. 14.In artikel 20 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de Nederlandse tekst van het eerste lid wordt het woord "verschuld" vervangen door het woord "verschuldigd";2° in de Franse tekst van het derde lid worden de woorden "d'une" vervangen door de woorden "d'un".

Art. 15.In artikel 21, § 3, van dezelfde ordonnantie wordt de tweede zin vervangen door de volgende bepaling : « De inschrijving heeft plaats op verzoek van de ambtenaar, bedoeld in artikel 19, § 1, tweede lid, niettegenstaande verzet, betwisting of beroep. Zij wordt gedaan op vertoon van een door dezelfde ambtenaar eensluidend verklaard afschrift van het dwangbevel, waarop de betekeningsdatum is vermeld. » HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in de ordonnantie van 22 december 1994 betreffende de overname van de provinciale fiscaliteit

Art. 16.Artikel 40 van de ordonnantie van 22 december 1994 betreffende de overname van de provinciale fiscaliteit wordt vervangen door de volgende bepaling : « De bepalingen van de artikelen 11 tot 22 van de ordonnantie van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen, zijn toepasselijk op de belastingen bedoeld in deze ordonnantie.

De kohieren die verband houden met de in deze ordonnantie bedoelde belastingen kunnen evenwel uitvoerbaar verklaard worden tot uiterlijk 30 september van het tweede jaar volgend op het belastingjaar waarop zij betrekking hebben.

In geval van ambtshalve heffing worden de kohieren die verband houden met de in deze ordonnantie bedoelde belastingen uitvoerbaar verklaard op uiterlijk 30 september van het vierde jaar volgend op het belastingjaar waarop zij betrekking hebben.

De onderzoekingen waarvan sprake in artikel 11, § 4, eerste lid, van de hierboven vermelde ordonnantie van 23 juli 1992 mogen worden verricht gedurende de belastbare periode, alsook binnen de termijn gesteld in het laatste lid hierboven. »

Art. 17.De artikelen 41 tot 51 van dezelfde ordonnantie worden opgeheven. HOOFDSTUK III. - Wijzigingen in de ordonnantie van 29 maart 1996 tot instelling van een heffing op de lozing van afvalwater

Art. 18.In artikel 31 van de ordonnantie van 29 maart 1996 tot instelling van een heffing op de lozing van afvalwater worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de tweede en de derde zin van het eerste lid worden vervangen door volgende bepaling : 'De kohieren worden door de ambtenaar, die daartoe door de Regering wordt aangewezen, uitvoerbaar verklaard";2° in het tweede lid, 8°, worden de woorden "het uitvoerbaar visum" vervangen door de woorden "de uitvoerbaarverklaring";3° in het derde lid worden de woorden "het uitvoerbaar visum" vervangen door de woorden "de uitvoerbaarverklaring".

Art. 19.In artikel 37, § 3, van dezelfde ordonnantie wordt de tweede zin vervangen door volgende bepaling : "De hypotheek wordt ingeschreven op verzoek van de ambtenaar, bedoeld in artikel 35, § 1, tweede lid, niettegenstaande verzet, betwisting of beroep. Zij wordt gedaan op vertoon van een door dezelfde ambtenaar eensluidend verklaard afschrift van het dwangbevel, waarop de betekeningsdatum is vermeld. » HOOFDSTUK IV. - Gemeenschappelijke bepaling

Art. 20.De bepalingen van de hoofdstukken I tot III van deze ordonnantie zijn toepasselijk op de belastingen die betrekking hebben op het belastingjaar 1997 en op de volgende belastingjaren.

Brussel, 17 juli 1997.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, Ch. PICQUE De Minister belast met Economie, Financiën, Begroting, Energie en Externe Betrekkingen, J. CHABERT De Minister belast met Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer, H. HASQUIN De Minister belast met Openbaar Ambt, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, R. GRIJP De Minister belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid, D. GOSUIN Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld