gepubliceerd op 07 maart 2001
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering waarbij ambtenaren werden aangesteld voor de uitoefening van de bevoegdheden voorzien in de ordonnanties van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die betrekking hebben op fiscale materies
31 AUGUSTUS 2000. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering waarbij ambtenaren werden aangesteld voor de uitoefening van de bevoegdheden voorzien in de ordonnanties van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die betrekking hebben op fiscale materies
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen, inzonderheid op de artikelen 18 en 19, § 1;
Gelet op de ordonnantie van 22 december 1994 betreffende de overname van de provinciale fiscaliteit, inzonderheid op de artikelen 47 en 48, § 1;
Gelet de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten van de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, inzonderheid op de artikelen 14, 26 en 31;
Gelet op de ordonnantie van 29 maart 1996 tot instelling van een heffing op de lozing van afvalwater, inzonderheid op artikel 35, § 1;
Gelet op de ordonnantie van 17 juli 1997 tot wijziging van de procedure van het onderzoek, de inning en de vervolgingen inzake gewestelijke autonome fiscaliteit, inzonderheid op de artikelen 4, 15 en 19;
Gelet op de ordonnantie van 29 oktober 1998 houdende invoering van een verlaagd tarief van successierechten in geval van overdracht van kleine en middelgrote ondernemingen, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de gecoördineerde wetten op de Raad van State, inzonderheid op artikel 3, § 1;
Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door de noodzaak de continuïteit van de dienst te verzekeren;
Op voordracht van de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wiens bevoegdheden de Financiën behoren;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient begrepen te worden onder « besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 september 1997 »: het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 september 1997 tot wijziging van haar besluiten van 23 maart 1995, 15 februari 1996 en 7 november 1996 waarbij de ambtenaren aangesteld werden voor de uitoefening van de bevoegdheden voorzien in de ordonnanties die gewestelijke autonome belastingen invoeren.
Art. 2.De hieronder vermelde bepalingen : a) artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 maart 1995 tot aanstelling van de ambtenaren voor de uitoefening van de bevoegdheden voorzien in de ordonnantie van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen, gewijzigd door het besluit van de Brussels Hoofdstedelijke Regering van 11 september 1997;b) artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 maart 1995 tot aanstelling van de ambtenaren voor de uitoefening van de bevoegdheden voorzien in de ordonnantie van 22 december 1994 betreffende de overname van de provinciale fiscaliteit;c) artikel 3, § 1, 2°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 februari 1996 tot aanstelling van de ambtenaren bevoegd voor de vestiging en de invordering van sommige belastingen voorzien in de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, gewijzigd door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 september 1997;d) artikel 54 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 november 1996 tot bepaling van de voorwaarden voor de toepassing van de heffing op de lozing van afvalwater;e) artikel 6 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 januari 1999 betreffende het verlaagd tarief van de successierechten in geval van overdracht van kleine en middelgrote ondernemingen, worden aangevuld met volgende bepaling : « In geval van afwezigheid van de Directeur-generaal van de Administratie van Financiën en Begroting van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, worden de bevoegdheden van deze ambtenaar uitgeoefend door de Adjunct-secretaris-generaal van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.»
Art. 3.Worden opgeheven : a) het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 februari 1996 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 maart 1995 tot aanstelling van de ambtenaren voor de uitoefening van de bevoegdheden voorzien in de ordonnantie van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen;b) artikel 54, tweede lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 november 1996 tot bepaling van de voorwaarden van de toepassing van de heffing op de lozing van afvalwater.
Art. 4.Dit besluit treedt heden in werking.
Art. 5.De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, die de Financiën onder zijn bevoegdheden heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 31 augustus 2000.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, J. SIMONET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, Mevr. A.-M. NEYTS-UYTTEBROECK