gepubliceerd op 28 december 2023
Uittreksel uit arrest nr. 67/2023 van 20 april 2023 Rolnummer 7865 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 38, § 1, eerste lid, 12°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 67/2023 van 20 april 2023 Rolnummer 7865 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 38, § 1, eerste lid, 12°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (zoals van toepassing vóór de wetswijziging van 1 maart 2019), gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, D. Pieters, S. de Bethune, E. Bribosia, W. Verrijdt en K. Jadin, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 15 september 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 september 2022, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 38, § 1, eerste lid, 12°, WIB '92, zoals van toepassing vóór de wetswijziging van 1 maart 2019, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die zin geïnterpreteerd dat de in deze bepaling bedoelde vrijstelling enkel de vergoedingen betreft van de vrijwilligers die een taak uitoefenen als ambulancier hulpverlener in het kader van de dringende geneeskundige hulpverlening in de zin van de wet van 8 juli 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1964 pub. 14/11/2006 numac 2006000610 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening Duitse vertaling sluiten en die kwalificeren als operationeel personeel van een hulpverleningszone, maar niet van de vrijwilligers die dezelfde taak als ambulancier-hulpverlener uitoefenen in het kader van de dringende geneeskundige hulpverlening (en derhalve eveneens gebrevetteerd zijn in de zin van artikel 12 van het koninklijk besluit van 13 februari 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998022090 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers sluiten) doch bij een private ambulancedienst ? ». (...) III. In rechte (...) B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de voorwaarden waaronder vergoedingen van vrijwillige hulpverleners-ambulanciers kunnen worden vrijgesteld van de personenbelasting.
B.2.1. De in het geding zijnde bepaling is artikel 38, § 1, eerste lid, 12°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : het WIB 1992), zoals van toepassing vóór de wijziging ervan bij de wet van 1 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/2019 pub. 19/05/2020 numac 2020041259 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, teneinde ten behoeve van de vrijwilligers bij de korpsen van de openbare brandweer en bij de civiele bescherming het fiscaal vrijgesteld bedrag te verhogen. - Duitse vertaling type wet prom. 01/03/2019 pub. 18/03/2019 numac 2019040760 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, teneinde ten behoeve van de vrijwilligers bij de korpsen van de openbare brandweer en bij de civiele bescherming het fiscaal vrijgesteld bedrag te verhogen type wet prom. 01/03/2019 pub. 11/04/2019 numac 2019201795 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers en van andere wettelijke bepalingen inzake vrijwilligerswerk sluiten « tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, teneinde ten behoeve van de vrijwilligers bij de korpsen van de openbare brandweer en bij de civiele bescherming het fiscaal vrijgesteld bedrag te verhogen » (hierna : de wet van 1 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/2019 pub. 19/05/2020 numac 2020041259 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, teneinde ten behoeve van de vrijwilligers bij de korpsen van de openbare brandweer en bij de civiele bescherming het fiscaal vrijgesteld bedrag te verhogen. - Duitse vertaling type wet prom. 01/03/2019 pub. 18/03/2019 numac 2019040760 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, teneinde ten behoeve van de vrijwilligers bij de korpsen van de openbare brandweer en bij de civiele bescherming het fiscaal vrijgesteld bedrag te verhogen type wet prom. 01/03/2019 pub. 11/04/2019 numac 2019201795 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers en van andere wettelijke bepalingen inzake vrijwilligerswerk sluiten).
Krachtens die bepaling zijn « de vergoedingen van de vrijwilligers van de openbare brandweerkorpsen en de vrijwilligers van de Civiele Bescherming ten belope van 2 850 EUR » vrijgesteld van personenbelasting.
B.2.2. Artikel 38, § 1, eerste lid, 12°, van het WIB 1992 werd ingevoegd bij de wet van 6 augustus 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/08/1993 pub. 18/12/1998 numac 1998015163 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Verdrag nr. 148 betreffende de bescherming van de werknemers tegen beroepsrisico's op de werkplaatsen als gevolg van luchtverontreiniging, lawaai en trillingen, aangenomen te Genève op 20 juni 1977 door de Internationale Arbeidsconferentie tijdens haar drieënzestigste zitting type wet prom. 06/08/1993 pub. 04/06/2015 numac 2015000253 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende goedkeuring en uitvoering van het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, opgemaakt te Brussel op 18 december 1971, en houdende uitvoering van de Protocollen bij dit Verdrag, opgemaakt te Londen op 27 november 1992 en 16 mei 2003. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten « houdende wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen voor wat betreft de vrijwillige brandweerlieden ». Initieel voorzag die bepaling enkel in een belastingvrijstelling voor de vergoedingen van de vrijwilligers van de openbare brandweerkorpsen.
Luidens de memorie van toelichting was de vrijstelling verantwoord « gelet op het bijzonder karakter van de door de vrijwillige brandweerlieden geleverde prestaties » (Parl. St., Kamer, 1992-1993, nr. 994/1, p. 1).
Het verslag namens de Senaatscommissie voor de Financiën vermeldt : « Een ander lid is van oordeel dat de prestaties van vrijwillige brandweerlieden niet vergelijkbaar zijn met andere vrijwillige dienstverleningen. Brandweerlieden worden letterlijk het vuur ingejaagd. Hun werk is zeer zwaar en ontegensprekelijk gevaarlijk.
Indien de formule van vrijwillige brandweerlieden niet zou bestaan, zou er zich hoogstwaarschijnlijk een probleem van aanwerving voordoen.
De voorgestelde maatregel is dan ook verantwoord.
Een volgende spreker voegt hieraan toe dat de rekrutering van vrijwilligers voor de brandweer niet meer zo vlot verloopt als vroeger. In zijn gemeente werden gedurende drie opeenvolgende jaren aanwervingen voor vrijwillige brandweerlieden georganiseerd zonder dat het quantum werd bereikt. De verklaring hiervoor kan gezocht worden in het feit dat de vergoedingen veel te laag zijn. Indien de gemeenten zouden overgaan tot het oprichten van een beroepscorps, dan zou dit een zeer dure aangelegenheid worden » (Parl. St., Senaat, 1992-1993, nr. 828/2, p. 3).
B.2.3. De wet van 8 juni 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/1998 pub. 24/07/1998 numac 1998003354 bron ministerie van financien Wet houdende wijziging van artikel 38 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor wat betreft de vrijwilligers van de Civiele Bescherming sluiten « houdende wijziging van artikel 38 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor wat betreft de vrijwilligers van de Civiele Bescherming » heeft de belastingvrijstelling uitgebreid tot de vergoedingen van de vrijwilligers van de civiele bescherming.
De memorie van toelichting van die wet vermeldt : « De vrijwilligers van de openbare brandweerkorpsen genieten sinds het aanslagjaar 1993 een belastingvrijstelling van 60.000 frank (niet geïndexeerd bedrag) op de aan hen betaalde vergoedingen.
Alhoewel ze zich in een vergelijkbare toestand bevinden, komen de vrijwillige personeelsleden van de diensten van de Civiele Bescherming niet voor deze vrijstelling in aanmerking.
Dit verschil in behandeling tussen de vrijwilligers van hulpdiensten die enerzijds van de Staat en anderzijds van de gemeenten afhangen, stelt een probleem van rechtvaardigheid, vermits beide samen opgeroepen worden om gezamenlijk tussen te komen in een zeker aantal catastrofale situaties waarin ze elkaar onderling moeten steunen.
Dit ontwerp, dat aan uw goedkeuring wordt onderworpen, beoogt deze twee categorieën van vrijwilligers van de openbare hulpdiensten op het fiscale vlak op een identieke manier te behandelen met ingang van het aanslagjaar 1998 » (Parl. St., Kamer, 1997-1998, nr. 1471/1, pp. 1-2).
B.2.4. Artikel 2, 1°, van de voormelde wet van 1 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/2019 pub. 19/05/2020 numac 2020041259 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, teneinde ten behoeve van de vrijwilligers bij de korpsen van de openbare brandweer en bij de civiele bescherming het fiscaal vrijgesteld bedrag te verhogen. - Duitse vertaling type wet prom. 01/03/2019 pub. 18/03/2019 numac 2019040760 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, teneinde ten behoeve van de vrijwilligers bij de korpsen van de openbare brandweer en bij de civiele bescherming het fiscaal vrijgesteld bedrag te verhogen type wet prom. 01/03/2019 pub. 11/04/2019 numac 2019201795 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers en van andere wettelijke bepalingen inzake vrijwilligerswerk sluiten heeft artikel 38, § 1, eerste lid, 12°, van het WIB 1992 vervangen. Als gevolg van die wijziging worden vrijgesteld « de vergoedingen van de vrijwillige brandweerlieden, van de vrijwillige ambulanciers voor prestaties van dringende geneeskundige hulpverlening in de zin van artikel 1 van de wet van 8 juli 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1964 pub. 14/11/2006 numac 2006000610 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening Duitse vertaling sluiten betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, en de vrijwilligers van de Civiele Bescherming ten belope van 3.750 euro ».
Die wijziging is van toepassing op de vergoedingen die worden betaald of toegekend vanaf 1 januari 2019. Zij heeft bijgevolg geen invloed op het bodemgeschil, dat betrekking heeft op vergoedingen betaald in 2016.
B.2.5. De artikelen 40, 1°, en 53 van de wet van 20 november 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/11/2022 pub. 30/11/2022 numac 2022034191 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale en financiële bepalingen sluiten « houdende diverse fiscale en financiële bepalingen » hebben in het aldus gewijzigde artikel 38, § 1, eerste lid, 12°, de woorden « voor prestaties van dringende geneeskundige hulpverlening in de zin van artikel 1 van de wet van 8 juli 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1964 pub. 14/11/2006 numac 2006000610 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening Duitse vertaling sluiten betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, » opgeheven met ingang van 1 januari 2023. Die opheffing heeft evenmin een invloed op het bodemgeschil. B.3. De wet van 8 juli 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1964 pub. 14/11/2006 numac 2006000610 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening Duitse vertaling sluiten « betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening » (hierna : de wet van 8 juli 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1964 pub. 14/11/2006 numac 2006000610 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening Duitse vertaling sluiten) beoogt de inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening. Daaronder wordt verstaan « het onmiddellijk verstrekken van aangepaste hulp aan alle personen van wie de gezondheidstoestand ten gevolge van een ongeval, een plotse aandoening of een plotse verwikkeling van een ziekte een dringende tussenkomst vereist na een oproep via het eenvormig oproepstelsel waardoor de hulpverlening, het vervoer en de opvang in een aangepaste ziekenhuisdienst worden verzekerd » (artikel 1 van de wet van 8 juli 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1964 pub. 14/11/2006 numac 2006000610 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening Duitse vertaling sluiten). Voor de toepassing van die wet mag uitsluitend een beroep worden gedaan op ambulancediensten erkend door de minister bevoegd voor de Volksgezondheid (artikel 3bis van dezelfde wet). Een erkende ambulancedienst mag enkel werken met hulpverleners-ambulanciers die werden gebrevetteerd door een opleidingscentrum, in overeenstemming met de voorwaarden en regels bepaald in het koninklijk besluit van 13 februari 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998022090 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers sluiten « betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers » (artikel 6ter van dezelfde wet).
B.4.1. Volgens het verwijzende rechtscollege dient de in het geding zijnde bepaling zo te worden geïnterpreteerd dat de vergoedingen van de vrijwillige hulpverleners-ambulanciers die taken van dringende geneeskundige hulpverlening uitoefenen, slechts kunnen worden vrijgesteld van belastingen indien die vrijwilligers werkzaam zijn bij een hulpverleningszone.
B.4.2. Het staat in de regel aan het verwijzende rechtscollege om de bepalingen die het van toepassing acht te interpreteren, onder voorbehoud van een kennelijk verkeerde lezing van de in het geding zijnde bepaling, wat te dezen niet het geval is.
Weliswaar voorziet de in het geding zijnde bepaling slechts in een belastingvrijstelling voor « de vergoedingen van de vrijwilligers van de openbare brandweerkorpsen en de vrijwilligers van de Civiele Bescherming », en verwijst zij dus niet uitdrukkelijk naar de vergoedingen van de vrijwilligers van een hulpverleningszone. Bij de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten « betreffende de civiele veiligheid » (hierna : de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten) werden de gemeentelijke brandweerdiensten evenwel geïntegreerd in de hulpverleningszones, die zijn samengesteld uit een bovengemeentelijk netwerk van brandweer- en reddingsposten (artikelen 2, § 1, 8°, en 5, van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten). Het operationele personeel van de hulpverleningszone is samengesteld uit de beroepsbrandweermannen en -ambulanciers en de vrijwillige brandweermannen en ambulanciers. De vrijwillige brandweermannen en ambulanciers zijn de personeelsleden voor wie hun functie in de hulpverleningszone niet hun hoofdactiviteit uitmaakt (artikel 103 van dezelfde wet).
Het is bijgevolg niet kennelijk verkeerd ervan uit te gaan dat, na de bij de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten doorgevoerde hervorming van de civiele veiligheid, de in het geding zijnde belastingvrijstelling kon worden toegepast op de vergoedingen van de vrijwillige operationele personeelsleden van de hulpverleningszones, met inbegrip van de vrijwillige hulpverleners-ambulanciers.
B.5. In de aan het Hof voorgelegde interpretatie roept de in het geding zijnde bepaling een verschil in behandeling in het leven tussen vrijwillige hulpverleners-ambulanciers, dat wil zeggen personen van wie de functie als hulpverlener-ambulancier niet de hoofdactiviteit uitmaakt, naargelang de ambulancedienst waarbij zij die functie uitoefenen een hulpverleningszone of een privaatrechtelijke rechtspersoon is. Enkel in het eerste geval kunnen de vergoedingen voor prestaties in het kader van de dringende geneeskundige hulpverlening worden vrijgesteld van personenbelasting ten belope van 2 850 euro (niet-geïndexeerd bedrag).
Het verwijzende rechtscollege vraagt het Hof de bestaanbaarheid na te gaan van dat verschil in behandeling met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, zoals gewaarborgd bij de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
B.6.1. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is.
Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel.
B.6.2. Krachtens artikel 172, tweede lid, van de Grondwet kan de wetgever vrijstelling of vermindering van belasting toekennen.
Wanneer hij ten voordele van sommige belastingplichtigen een fiscale vrijstelling invoert, mag hij evenwel het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie niet schenden.
B.6.3. Het komt de wetgever toe de vrijstelling of vermindering van de belasting vast te stellen. Hij beschikt ter zake over een ruime beoordelingsbevoegdheid. Fiscale maatregelen maken immers een wezenlijk onderdeel uit van het sociaaleconomische beleid. Zij zorgen niet alleen voor een substantieel deel van de inkomsten die de verwezenlijking van dat beleid mogelijk moeten maken, maar zij laten de wetgever ook toe om sturend en corrigerend op te treden en op die manier het sociaaleconomische beleid vorm te geven.
De maatschappelijke keuzen die bij het inzamelen en het inzetten van middelen moeten worden gemaakt, behoren tot de bevoegdheid van de wetgever. Het Hof vermag dergelijke beleidskeuzen, alsook de motieven die daaraan ten grondslag liggen, slechts af te keuren indien zij op een manifeste vergissing zouden berusten of indien zij onredelijk zouden zijn.
B.7.1. Zoals kan worden afgeleid uit de in B.2.2 vermelde parlementaire voorbereiding, beoogde de wetgever met de in het geding zijnde belastingvrijstelling de aanwerving van vrijwilligers bij de brandweerdiensten te bevorderen, onder meer omdat het een « zeer dure aangelegenheid » zou zijn om met een beroepskorps te werken (Parl.
St., Senaat, 1992-1993, nr. 828/2, p. 3). De memorie van toelichting van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten, waarbij de brandweerdiensten werden geïntegreerd in de hulpverleningszones, bevestigt « de noodzaak van het gelijktijdig bestaan van beroeps- en vrijwillige brandweerlieden binnen de zones » (Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2928/001, p. 27). Tijdens de hoorzittingen in de bevoegde Kamercommissie werd bovendien opgemerkt dat vrijwilligers « onontbeerlijk » zijn opdat de diensten van de civiele veiligheid over voldoende personeel beschikken, alsook dat « het beroep kunnen doen op vrijwilligers belangrijk is voor de betaalbaarheid van het stelsel » (Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2928/005, pp. 21 en 23).
B.7.2. Rekening houdend met de verschillen tussen de hulpverleningszones en de private ambulancediensten, alsook met het belang van de vrijwillige personeelsleden voor de goede werking van de hulpverleningszones, vermocht de wetgever redelijkerwijze van oordeel te zijn dat het niet nodig was de in het geding zijnde belastingvrijstelling uit te breiden tot de vrijwillige hulpverleners-ambulanciers werkzaam bij private ambulancediensten, ook al oefenen die hulpverleners-ambulanciers taken van dringende geneeskundige hulpverlening uit en beschikken zij over het brevet bedoeld in artikel 6ter van de wet van 8 juli 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1964 pub. 14/11/2006 numac 2006000610 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening Duitse vertaling sluiten.
B.7.3. Overigens volstaat het voor de hulpverleners-ambulanciers van de hulpverleningszones niet om over een dergelijk brevet te beschikken, maar dienen zij daarnaast te slagen voor een vergelijkend examen en een aanwervingsstage te doorlopen, overeenkomstig het koninklijk besluit van 23 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/08/2014 pub. 22/10/2014 numac 2014000805 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende het administratief statuut van het ambulancepersoneel van de hulpverleningszones dat geen brandweerman is type koninklijk besluit prom. 23/08/2014 pub. 23/02/2015 numac 2015000089 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende het administratief statuut van het ambulancepersoneel van de hulpverleningszones dat geen brandweerman is. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 23/08/2014 pub. 02/04/2015 numac 2015000173 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende het administratief statuut van het ambulancepersoneel van de hulpverleningszones dat geen brandweerman is. - Duitse vertaling. - Erratum sluiten « betreffende het administratief statuut van het ambulancepersoneel van de hulpverleningszones dat geen brandweerman is ». Zulke vereisten gelden niet voor de hulpverleners-ambulanciers van de private ambulancediensten.
B.8. De omstandigheid dat het toepassingsgebied van de belastingvrijstelling van artikel 38, § 1, eerste lid, 12°, van het WIB 1992 inmiddels werd uitgebreid tot de vergoedingen van de vrijwillige ambulanciers in het algemeen, zoals is vermeld in B.2.4 en B.2.5, leidt niet tot een andere conclusie.
Om de inachtneming van het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie te beoordelen, is het immers niet relevant twee wettelijke regelingen te vergelijken die op verschillende ogenblikken van toepassing waren. Het behoort tot de beoordelingsbevoegdheid van de wetgever een doelstelling na te streven die verschilt van die welke hij vroeger nastreefde en bepalingen aan te nemen die ze kunnen verwezenlijken. De enkele omstandigheid dat de wetgever een maatregel heeft genomen die verschilt van die welke hij vroeger heeft genomen, houdt op zich geen erkenning van een discriminatie in.
B.9. Artikel 38, § 1, eerste lid, 12°, van het WIB 1992, zoals van toepassing vóór de wijziging ervan bij de wet van 1 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/2019 pub. 19/05/2020 numac 2020041259 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, teneinde ten behoeve van de vrijwilligers bij de korpsen van de openbare brandweer en bij de civiele bescherming het fiscaal vrijgesteld bedrag te verhogen. - Duitse vertaling type wet prom. 01/03/2019 pub. 18/03/2019 numac 2019040760 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, teneinde ten behoeve van de vrijwilligers bij de korpsen van de openbare brandweer en bij de civiele bescherming het fiscaal vrijgesteld bedrag te verhogen type wet prom. 01/03/2019 pub. 11/04/2019 numac 2019201795 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers en van andere wettelijke bepalingen inzake vrijwilligerswerk sluiten, is bijgevolg bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 38, § 1, eerste lid, 12°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing vóór de wijziging ervan bij de wet van 1 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/2019 pub. 19/05/2020 numac 2020041259 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, teneinde ten behoeve van de vrijwilligers bij de korpsen van de openbare brandweer en bij de civiele bescherming het fiscaal vrijgesteld bedrag te verhogen. - Duitse vertaling type wet prom. 01/03/2019 pub. 18/03/2019 numac 2019040760 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, teneinde ten behoeve van de vrijwilligers bij de korpsen van de openbare brandweer en bij de civiele bescherming het fiscaal vrijgesteld bedrag te verhogen type wet prom. 01/03/2019 pub. 11/04/2019 numac 2019201795 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers en van andere wettelijke bepalingen inzake vrijwilligerswerk sluiten « tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, teneinde ten behoeve van de vrijwilligers bij de korpsen van de openbare brandweer en bij de civiele bescherming het fiscaal vrijgesteld bedrag te verhogen », schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 20 april 2023.
De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, L. Lavrysen