gepubliceerd op 02 juni 2016
Uittreksel uit arrest nr. 48/2016 van 24 maart 2016 Rolnummer : 6172 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 27, 28, 29 en 31 van het Vlaamse decreet van 13 juli 2012 houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpass Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de recht(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 48/2016 van 24 maart 2016 Rolnummer : 6172 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 27, 28, 29 en 31 van het Vlaamse
decreet van 13 juli 2012Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
13/07/2012
pub.
24/07/2012
numac
2012035868
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012
sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 (meeneembaarheid van registratierechten), gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij vonnis van 4 maart 2015 in zake Jean Marinus en Nadine Blij tegen het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 maart 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schendt artikel 31 van het Decreet van 13 juli 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten ' houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 ' de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, afzonderlijk genomen en of in samenhang beschouwd met enerzijds artikel 1 van het eerste Aanvullend Protocol bij het EVRM en het rechtszekerheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel en het beginsel van verbod van retroactiviteit van wetten en anderzijds met het gezag van arrest 48/2012 van 22 maart 2012 van het Grondwettelijk Hof ? »; « 2. Schenden artikelen 27, 28 en 29 van het Decreet van 13 juli 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten ' houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 ' de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, doordat deze ongerechtvaardigde discriminatie invoeren wanneer kopers op een eerdere aankoop registratierecht hebben betaald, naargelang zij de volgende aankoop van een nieuwe hoofdverblijfplaats onder het stelsel van de registratierechten doen, dan wel uitsluitend onder het stelsel van de BTW, omdat zij in het eerste geval het eerder betaalde registratierecht meteen in rekening kunnen brengen en in het andere geval slechts bij een (hypothetische) aankoop onder het stelsel van de registratierechten ? ». (...) III. In rechte (...) Ten aanzien van de in het geding zijnde bepalingen en hun voorgeschiedenis B.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op de artikelen 27, 28, 29 en 31 van het decreet van 13 juli 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012.
Die artikelen maken deel uit van hoofdstuk 12 (« Registratierechten ») van het voormelde decreet. Zij wijzigen de regeling inzake de meeneembaarheid van de registratierechten, die bij decreet van 1 februari 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/02/2002 pub. 28/02/2002 numac 2002035203 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten sluiten in het Vlaamse Gewest werd ingevoerd.
De meeneembaarheid betreft, onder bepaalde voorwaarden, de teruggave aan de belastingplichtige, bij de verkoop van zijn woning en de aankoop van een andere woning, van de reeds op de vorige aankoop betaalde registratierechten, hetzij door een verrekening met de nog te betalen registratierechten (artikel 613 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten), hetzij door een daadwerkelijke teruggave van de reeds betaalde registratierechten (artikel 212bis van hetzelfde Wetboek).
B.2. Bij decreet van 23 december 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010036014 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, wat het vermijden van een gelijktijdige heffing van btw en registratierechten op eenzelfde terrein betreft type decreet prom. 23/12/2010 pub. 18/02/2011 numac 2011035177 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur type decreet prom. 23/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010036008 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2011 sluiten houdende wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, wat het vermijden van een gelijktijdige heffing van btw en registratierechten op eenzelfde terrein betreft, heeft de decreetgever de regeling van de meeneembaarheid aangepast aan de btw-wetgeving, die met ingang van 1 januari 2011 werd gewijzigd.
Wanneer voorheen een gebouw onder het btw-stelsel werd overgedragen, werd die rechtshandeling krachtens artikel 159, 8°, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten vrijgesteld van het evenredige registratierecht. Die vrijstelling gold evenwel niet voor de grond begrepen in de overeenkomst.
De artikelen 142 tot 148 van de programmawet van 23 december 2009Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 23/12/2009 pub. 30/12/2009 numac 2009021133 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten hebben, met ingang van 1 januari 2011, de overdracht van het terrein dat behoort bij een nieuw gebouw of een gedeelte van een nieuw gebouw eveneens aan het btw-stelsel onderworpen wanneer de overdracht van het gebouw aan dat stelsel is onderworpen.
De wetgever beoogde daarmee tegemoet te komen aan een arrest van het Hof van Justitie waarin werd geoordeeld « dat de keuze voor belastingheffing bij levering van gebouwen of gedeelten van gebouwen en het erbij behorend terrein betrekking moet hebben op de gebouwen of gedeelten van gebouwen en, onlosmakelijk daarmee verbonden, het erbij behorend terrein » (HvJ, 8 juni 2000, C-400/98, Breitsohl).
De gewijzigde btw-wetgeving had als gevolg dat de koper van een nieuw gebouw geen registratierechten meer verschuldigd was en dus ook niet langer het voordeel van de meeneembaarheid van de registratierechten kon genieten.
B.3. Hoewel het decreet van 23 december 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010036014 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, wat het vermijden van een gelijktijdige heffing van btw en registratierechten op eenzelfde terrein betreft type decreet prom. 23/12/2010 pub. 18/02/2011 numac 2011035177 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur type decreet prom. 23/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010036008 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2011 sluiten beoogde de regels inzake registratierechten « in overeenstemming te brengen met de gewijzigde btw-regels voor bijhorende terreinen » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2010-2011, nr. 789/1, p. 2), heeft het verzuimd een gelijkaardige teruggave van de registratierechten tevens toe te staan indien de nieuwe woning onder het btw-stelsel wordt verworven.
Bij zijn arrest nr. 48/2012 van 22 maart 2012 heeft het Hof vervolgens geoordeeld dat de kopers van een nieuwe woning met bijbehorende grond onder het btw-stelsel worden gediscrimineerd ten opzichte van de andere kopers van een woning doordat zij, wanneer zij hun vorige woning verkopen, geen teruggave van in het verleden reeds betaalde registratierechten kunnen verkrijgen. Het heeft bijgevolg het decreet van 23 december 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010036014 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, wat het vermijden van een gelijktijdige heffing van btw en registratierechten op eenzelfde terrein betreft type decreet prom. 23/12/2010 pub. 18/02/2011 numac 2011035177 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur type decreet prom. 23/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010036008 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2011 sluiten vernietigd, wegens schending van de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, « in zoverre het niet de teruggave van de registratierechten toestaat bij de aankoop van een nieuwe woning met bijbehorende grond onder het btw-stelsel ».
Het Hof heeft bij hetzelfde arrest geoordeeld dat het bestuur de grondwettigheid dient te herstellen door de registratierechten terug te geven, ook indien de nieuwe woning onder het btw-stelsel wordt verworven.
B.4.1. Als gevolg van het voormelde arrest heeft de decreetgever de regeling inzake de meeneembaarheid van de registratierechten opnieuw gewijzigd bij de thans in het geding zijnde bepalingen. De strekking daarvan wordt in de parlementaire voorbereiding op de volgende wijze uiteengezet : « Bij de totstandkoming van de meeneembaarheid van registratierechten ( decreet van 1 februari 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/02/2002 pub. 28/02/2002 numac 2002035203 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten sluiten) werd door de Raad van State, afdeling Wetgeving, reeds aangegeven dat artikel 212bis van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten zo geredigeerd werd dat de registratierechten op de oorspronkelijke aankoop worden teruggegeven terwijl het wellicht de bedoeling van de stellers was de rechten betaald naar aanleiding van de nieuwe aankoop terug te geven ten belope van de rechten betaald bij de oorspronkelijke aankoop.
Destijds werd niet op de suggestie van de Raad van State ingegaan. Er werd immers gevreesd dat een dergelijke tekstaanpassing de tekst bijkomend zou verzwaren, terwijl de aanpassing geen enkel gevolg zou hebben voor de rechthebbenden.
Ondertussen is echter gebleken dat de bedenking van de Raad van State niet louter theoretisch is.
Het arrest van het Grondwettelijk Hof nr. 48/2012 van 22 maart 2012 heeft immers duidelijk gemaakt dat de decreetgever de regelgeving anders had moeten redigeren. De suggestie van de Raad van State maakt duidelijk welk concept de decreetgever werkelijk voor ogen had.
In lijn met het advies van de Raad van State van destijds en de aard van de teruggave wordt daarom nu de formulering - voor wat de meeneembaarheid door teruggave betreft - aangepast. Niet zozeer de registratierechten op de oorspronkelijke aankoop maar wel de registratierechten betaald naar aanleiding van de nieuwe aankoop worden, naargelang de situatie, ofwel onmiddellijk verminderd (via verrekening), ofwel later teruggegeven.
Het is trouwens niet logisch dat het Vlaamse Gewest registratierechten zou kunnen teruggeven die betaald geweest zijn op een ogenblik dat deze gedeeltelijk of integraal aan de federale overheid toekwamen. Het is correcter te stellen dat de registratierechten betaald op de recente aankopen worden terug betaald ten belope van de rechten die op de aankoop van de oude hoofdverblijfplaats werden betaald.
Deze aanpassing maakt meteen duidelijk dat wanneer er - om welke reden dan ook - geen registratierechten werden betaald naar aanleiding van de aankoop van de nieuwe hoofdverblijfplaats, er ook geen aanleiding kan zijn tot teruggave van rechten in toepassing van de meeneembaarheid. Een overheid kan immers slechts registratierechten teruggeven aan een belastingplichtige, wanneer laatstgenoemde daadwerkelijk registratierechten verschuldigd is.
Voorliggende wijziging is meer dan een louter technische oplossing voor een juridische ongelijkheid, beschreven door het Grondwettelijk Hof. De wijziging wordt ook doorgevoerd vanuit een gewijzigde beleidsdoelstelling met betrekking tot de meeneembaarheid. Die doelstelling betreft niet langer de mobiliteit van huisbezitters, maar het verminderen van het verschuldigd bedrag aan registratierechten bij een opeenvolgende betaling van deze rechten » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2011-2012, nr. 1636/1, pp. 17-18).
B.4.2. De decreetgever heeft ervoor gekozen de aankoop van een nieuwe woning onder het btw-stelsel te « neutraliseren » : een dergelijke aankoop geeft weliswaar geen aanleiding tot teruggave van de in het verleden reeds betaalde registratierechten, maar hij verhindert niet dat die registratierechten bij een volgende aankoop waarvoor opnieuw registratierechten verschuldigd zijn, worden teruggegeven.
De meeneembaarheid wordt met andere woorden uitgesteld, zodat het recht op teruggave niet definitief verloren gaat : « Deze wijziging zorgt er bovendien voor dat indien op de aankoop van een vorige hoofdverblijfplaats geen evenredige registratierechten werden betaald maar wel btw, er geen ' verlies ' is van meeneembaarheid van eerder betaalde registratierechten op een vorige hoofdverblijfplaats mits voor de ganse keten van verrichtingen steeds aan alle termijnvoorwaarden werd voldaan. Op deze manier krijgen natuurlijke personen-eigenaars de kans om, eens de nieuwbouwwoning als hoofdverblijfplaats opnieuw wordt geruild voor een bestaande woning, eveneens te genieten van een korting op de nieuw te betalen registratierechten, ten belope van de eerder betaalde registratierechten » (ibid., p. 18).
B.4.3. Artikel 27 van het decreet van 13 juli 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten heeft in titel I, hoofdstuk IV, afdeling 1, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten een paragraaf 4ter ingevoegd, met als opschrift « Neutralisering van een aankoop onder het btw-stelsel in een keten van verrichtingen in het kader van het stelsel van meeneembare registratierechten bij aankoop van een nieuwe hoofdverblijfplaats ».
In die paragraaf werd bij dezelfde bepaling een artikel 616 ingevoegd, die als volgt luidt : « Voor de toepassing van de artikelen van § 4bis en voor de toepassing van artikel 212bis wordt met een verrichting als bedoeld in artikel 613, eerste lid, of in artikel 212bis, eerste lid, gelijkgesteld een combinatie van twee dergelijke verrichtingen waarbij de voorlaatste aankoop van het evenredig registratierecht werd vrijgesteld van de heffing van het evenredig recht bij toepassing van artikel 159, 8°.
De verrekening of de teruggave, al naargelang het geval geschiedt alsdan rekening houdende met het wettelijk aandeel van de natuurlijke persoon in de registratierechten verschuldigd op de aankoop voorafgaand aan die welke werd gedaan met toepassing van de vrijstelling bepaald in artikel 159, 8°.
Bij een gelijkgestelde verrichting als bedoeld in het eerste lid, moet in het document dat de vraag tot toepassing van artikel 613 bevat of in het document dat het verzoek tot teruggave bevat, het afschrift van het registratierelaas en de vermelding van het wettelijk aandeel van de natuurlijke persoon in de rechten als bedoeld in artikel 614, eerste lid, 2°, en artikel 212bis, zesde lid, 2°, betrekking hebben op de aankoop voorafgaand aan die welke werd gedaan met toepassing van de vrijstelling bepaald in artikel 159, 8°.
Naast de vermeldingen vereist bij artikel 614, eerste lid, 3°, of bij artikel 212bis, zesde lid, 3°, die in het kader van een gelijkgestelde verrichting, zoals bedoeld in het eerste lid, de tweede verrichting in de combinatie betreffen, moet de natuurlijke persoon bovendien betreffende de eerste verrichting in de combinatie vermelden : 1° indien de eerste verrichting in de combinatie een verrichting is als bedoeld in artikel 613, eerste lid : a) dat hij op enig ogenblik in de periode van achttien maanden voorafgaand aan de verkoop of verdeling ervan zijn hoofdverblijfplaats heeft gehad in de eerste woning in de gelijkgestelde verrichting;b) dat hij zijn hoofdverblijfplaats had gevestigd op de plaats van de woning aangekocht met toepassing van de vrijstelling van het evenredig recht binnen twee jaar na : - ofwel de datum van de registratie van het document dat tot de toepassing van de vrijstelling van de heffing van het evenredig recht op de aankoop van die woning aanleiding heeft gegeven, wanneer dat document binnen de ervoor bepaalde termijn ter registratie wordt aangeboden; - ofwel de uiterste datum voor tijdige aanbieding ter registratie, wanneer het document dat tot de toepassing van de vrijstelling van de heffing van het evenredig recht op de aankoop aanleiding heeft gegeven, werd aangeboden na het verstrijken van de daarvoor bepaalde termijn; of 2° indien de eerste verrichting in de combinatie een verrichting is als bedoeld in artikel 212bis, eerste lid : a) dat hij op enig ogenblik in de periode van achttien maanden voorafgaand aan de aankoop van de woning met toepassing van de vrijstelling van het evenredig recht, zijn hoofdverblijfplaats heeft gehad in de eerste woning in de gelijkgestelde verrichting;b) dat hij zijn hoofdverblijfplaats had gevestigd op de plaats van de woning aangekocht met toepassing van de vrijstelling van het evenredig recht binnen twee jaar na : - ofwel de datum van de registratie van het document dat tot de vrijstelling van de heffing van het evenredig recht op de aankoop ervan aanleiding heeft gegeven, wanneer dat document binnen de ervoor bepaalde termijn ter registratie werd aangeboden; - ofwel de uiterste datum voor tijdige aanbieding ter registratie, wanneer het document dat tot de vrijstelling van de heffing van het evenredig recht op de aankoop ervan aanleiding heeft gegeven, werd aangeboden na het verstrijken van de daarvoor bepaalde termijn ».
B.4.4. Artikel 28 van het decreet van 13 juli 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten heeft in artikel 212bis van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten de volgende wijzigingen aangebracht : « 1° in het eerste lid worden tussen de woorden ' een woning ' en de woorden ' waarin hij op enig ogenblik zijn hoofdverblijfplaats heeft gehad ' de woorden ', gelegen in het Vlaamse Gewest, ' ingevoegd; 2° in hetzelfde lid worden de woorden ' overeenkomstig de artikelen 44, 53, 2°, en 57, verschuldigd waren op de aankoop van de verkochte of verdeelde woning of van de bouwgrond waarop die woning is opgericht ' vervangen door de woorden ' geheven werden op de aankoop van het onroerend goed dat hij als zijn nieuwe hoofdverblijfplaats aanwendt of bestemt ';3° in het derde lid worden de woorden ' het bedrag van het wettelijk aandeel van de natuurlijke persoon in de rechten geheven op de nieuwe aankoop ' vervangen door de woorden ' het bedrag van het wettelijk aandeel van de natuurlijke persoon in de rechten die overeenkomstig de artikelen 44, 53, 2°, of 57 verschuldigd waren op de aankoop van de verkochte of verdeelde woning of van de bouwgrond waarop die woning werd opgericht ' ». B.4.5. Artikel 29 van het decreet van 13 juli 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten heeft in artikel 212ter van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten de volgende wijzigingen aangebracht : « 1° in het tweede lid worden tussen de woorden ' de artikelen 613, ' en de woorden ' en 212bis ' de woorden ' 616 ' ingevoegd; 2° in het derde lid worden de woorden ' vereist bij het artikel 46bis, vierde lid, 2°, b), c) en d);bij het artikel 614, eerste lid, 2° en 3°, bij het artikel 46ter, of bij het artikel 212bis, zesde lid, 2° en 3° ' vervangen door de woorden ' vereist bij het artikel 46bis, vierde lid, 2°, b), c) en d), bij het artikel 46ter, bij het artikel 616, eerste lid, 2° en 3°, bij het artikel 616, vierde en vijfde lid, of bij het artikel 212bis, zesde lid, 2° en 3° ' ». B.4.6. Krachtens artikel 31 van het decreet van 13 juli 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten hebben de voormelde artikelen 27 tot 29 uitwerking met ingang van 1 januari 2011.
Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag B.5. De verwijzende rechter wenst in de eerste plaats van het Hof te vernemen of artikel 31 van het decreet van 13 juli 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten, doordat die bepaling terugwerkende kracht verleent aan de artikelen 27 tot 29 van hetzelfde decreet, op discriminerende wijze afbreuk doet aan het rechtszekerheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel, het verbod van retroactiviteit en het gezag van gewijsde van het arrest nr. 48/2012 en daardoor ook strijdig is met het eigendomsrecht, zoals gewaarborgd bij artikel 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.
B.6. De niet-retroactiviteit van de wetten is een waarborg die tot doel heeft rechtsonzekerheid te voorkomen. Die waarborg vereist dat de inhoud van het recht voorzienbaar en toegankelijk is, zodat de rechtzoekende de gevolgen van een bepaalde handeling in redelijke mate kan voorzien op het ogenblik dat die handeling wordt gesteld. De terugwerkende kracht is enkel verantwoord indien die absoluut noodzakelijk is voor de verwezenlijking van een doelstelling van algemeen belang.
Indien bovendien blijkt dat de terugwerkende kracht tot doel of gevolg heeft dat de afloop van een of andere gerechtelijke procedure in een bepaalde zin wordt beïnvloed of dat de rechtscolleges worden verhinderd zich uit te spreken over een welbepaalde rechtsvraag, vereist de aard van het in het geding zijnde beginsel dat buitengewone omstandigheden of dwingende motieven van algemeen belang het optreden van de wetgever verantwoorden, dat, ten nadele van een categorie van burgers, afbreuk doet aan de aan allen geboden jurisdictionele waarborgen.
B.7. In de parlementaire voorbereiding wordt de terugwerkende kracht op de volgende wijze verantwoord : « In het licht van het arrest van het Grondwettelijk Hof nr. 48/2012 treden de wijzigingen in werking op 1 januari 2011. Op die manier wordt tegemoet gekomen aan de (gedeeltelijke) vernietiging van het Grondwettelijk Hof van het decreet van 23 december 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010036014 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, wat het vermijden van een gelijktijdige heffing van btw en registratierechten op eenzelfde terrein betreft type decreet prom. 23/12/2010 pub. 18/02/2011 numac 2011035177 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur type decreet prom. 23/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010036008 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2011 sluiten houdende wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, wat het vermijden van een gelijktijdige heffing van btw en registratierechten op eenzelfde terrein betreft. Dat decreet trad immers in werking op 1 januari 2011. Omdat het hof niet zomaar het decreet zelf vernietigde, maar veeleer de lacune in het decreet ongrondwettig achtte, is het noodzakelijk voorliggende regeling uitwerking te laten hebben op dezelfde datum als het bestreden decreet » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2011-2012, nr. 1636/1, p. 20).
Volgens de Vlaamse Regering zou er bijgevolg een wettelijk vacuüm zijn geweest, tot op het ogenblik van de inwerkingtreding van het decreet van 13 juli 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten, indien de decreetgever aan de betrokken bepalingen van dat decreet geen terugwerkende kracht had verleend.
B.8. Zoals in B.3 reeds is vermeld, heeft het Hof bij zijn arrest nr. 48/2012 van 22 maart 2012 het decreet van 23 december 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010036014 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, wat het vermijden van een gelijktijdige heffing van btw en registratierechten op eenzelfde terrein betreft type decreet prom. 23/12/2010 pub. 18/02/2011 numac 2011035177 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur type decreet prom. 23/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010036008 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2011 sluiten vernietigd in zoverre het niet de teruggave van de registratierechten toestaat bij de aankoop van een nieuwe woning met bijbehorende grond onder het btw-stelsel. In weerwil van wat de Vlaamse Regering aanvoert, blijkt uit het arrest dat die vernietiging rechtstreekse rechtsgevolgen sorteerde. Het Hof oordeelde immers uitdrukkelijk dat het bestuur de registratierechten diende terug te geven, ook indien de nieuwe woning onder het btw-stelsel wordt verworven (B.15). Het betrof geen teruggave van btw, maar van in het verleden reeds betaalde registratierechten.
Het juridische vacuüm waarnaar de Vlaamse Regering verwijst, was derhalve onbestaande. Het arrest heeft het verschil in behandeling niet in stand gehouden, maar beoogde de gelijkheid daadwerkelijk te herstellen. De rechtsgevolgen van dat arrest vormen een inherent onderdeel van de rechtsorde.
B.9. In het licht van de scheiding der machten, die de Vlaamse Regering in haar memorie van antwoord in herinnering brengt, behoort het tot de beoordelingsbevoegdheid van de decreetgever te beslissen wanneer een beleidswijziging noodzakelijk is. Hij kan zelfs oordelen dat die beleidswijziging met onmiddellijke ingang moet worden doorgevoerd en is in beginsel niet ertoe gehouden in een overgangsregeling te voorzien. Dat geldt des te meer in fiscale aangelegenheden, waar de wetgever over een ruime beoordelingsbevoegdheid beschikt. Die ruime beoordelingsbevoegdheid, noch de scheiding der machten staan de decreetgever evenwel toe de rechtsorde retroactief te wijzigen, zonder dat aangetoond is dat er buitengewone omstandigheden of dwingende redenen van algemeen belang voorhanden zijn. De samenhang van het belastingstelsel en de coherentie van de wetgeving, waaraan de Vlaamse Regering refereert, zijn weliswaar doelstellingen die de decreetgever ertoe kunnen brengen de regeling inzake de meeneembaarheid te wijzigen, maar zij kunnen niet volstaan om de retroactieve werking van die wijziging te verantwoorden.
B.10. Artikel 31 van het decreet van 13 juli 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten is niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het rechtszekerheidsbeginsel.
B.11. De eerste prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord.
Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag B.12. De verwijzende rechter wenst in de tweede plaats te vernemen of de artikelen 27 tot 29 van het decreet van 13 juli 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten het gelijkheidsbeginsel schenden, zoals gewaarborgd bij de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, doordat zij de kopers van een woning die in het verleden reeds registratierechten betaalden verschillend behandelen « naargelang zij de volgende aankoop van een nieuwe hoofdverblijfplaats onder het stelsel van de registratierechten doen, dan wel uitsluitend onder het stelsel van de BTW, omdat zij in het eerste geval het eerder betaalde registratierecht meteen in rekening kunnen brengen en in het andere geval slechts bij een (hypothetische) aankoop onder het stelsel van de registratierechten ».
B.13. Rekening houdend met het antwoord op de eerste prejudiciële vraag, is het antwoord op de tweede prejudiciële vraag niet nodig om het geschil voor de verwijzende rechter te beslechten.
B.14. De tweede prejudiciële vraag behoeft geen antwoord.
Om die redenen, het Hof zegt voor recht : - Artikel 31 van het Vlaamse decreet van 13 juli 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het rechtszekerheidsbeginsel. - De tweede prejudiciële vraag behoeft geen antwoord.
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 24 maart 2016.
De griffier, De voorzitter, P.-Y. Dutilleux E. De Groot