gepubliceerd op 23 november 2018
Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende een uitreisverbod, de aflevering, ongeldigverklaring en intrekking van reisdocumenten en identiteitsdocumenten voor niet-ontvoogde minderjarigen
30 JULI 2018. - Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende een uitreisverbod, de aflevering, ongeldigverklaring en intrekking van reisdocumenten en identiteitsdocumenten voor niet-ontvoogde minderjarigen
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het Burgelijk Wetboek
Art. 2.Artikel 374/1 van het Burgerlijk Wetboek wordt vervangen als volgt : "
Art. 374/1.§ 1. In afwijking van artikel 373, tweede lid, kan een ouder die het ouderlijk gezag uitoefent bij ernstige vrees voor een niet-toegelaten reis van zijn minderjarig kind naar het buitenland aan de bevoegde autoriteiten verzoeken dat een Belgisch paspoort of reisdocument op naam van het minderjarig kind, dan wel een Belgisch identiteitsdocument op naam van een minderjarig kind jonger dan twaalf jaar enkel wordt afgeleverd met zijn uitdrukkelijke toestemming. In dat geval mag het paspoort, reisdocument of identiteitsdocument in kwestie enkel worden afgeleverd met de toestemming van beide ouders of ten gevolge van een rechterlijke beslissing.
De Koning bepaalt de wijze waarop de ouder zijn verzoek daartoe moet overmaken aan de bevoegde autoriteiten. § 2. Werden er reeds Belgische paspoorten, reisdocumenten of identiteitsdocumenten op naam van het minderjarig kind afgeleverd, dan kan de familierechtbank bij ernstige vrees voor een niet-toegelaten reis van het minderjarig kind naar het buitenland, in het kader van een reisverbod de volgende maatregelen bevelen : 1° de ongeldigverklaring en intrekking van het paspoort of reisdocument op naam van het minderjarig kind;2° de geldigheid van het identiteitsdocument op naam van het minderjarig kind waaronder zowel een Belgisch identiteitsbewijs van een minderjarige jonger dan 12 jaar als een identiteitskaart van een niet-ontvoogde minderjarige ouder dan 12 jaar moet worden verstaan, beperken tot het Belgisch grondgebied door het seinen van het identiteitsdocument in het centraal bestand van de identiteitskaarten bedoeld in artikel 6bis, § 1, van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, overeenkomstig artikel 6, § 11, van dezelfde wet. Tenzij de rechtbank anders beslist, heeft het seinen van een identiteitsdocument op naam van een minderjarig kind ook de weigering van de aflevering, de ongeldigverklaring en intrekking van het paspoort of reisdocument op naam van dat kind tot gevolg en omgekeerd. § 3. De maatregelen bedoeld in § 2, eerste lid, nemen een einde : 1° door een beslissing van de familierechtbank of;2° bij de meerderjarigheid of ontvoogding van het kind. § 4. De griffier brengt de in §§ 2 en 3 bedoelde beslissing ter kennis aan de burgemeester van de gemeente waar het kind is ingeschreven in het bevolkingsregister, alsook aan de minister die bevoegd is voor Binnenlandse Zaken en aan de minister die bevoegd is voor Buitenlandse Zaken.
Als het minderjarig kind een andere nationaliteit bezit dan of naast de Belgische, dan meldt de griffier dit aan de minister die bevoegd is voor Buitenlandse Zaken, die de bevoegde overheden op de hoogte zal brengen van de door de familierechtbank uitgesproken maatregelen.".
Art. 3.Artikel 374/2 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2014 pub. 23/07/2014 numac 2014009373 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van diverse bepalingen ter voorkoming van internationale kinderontvoeringen door een ouder sluiten, wordt opgeheven. HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek
Art. 4.Artikel 1253/4 van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 30 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2013 pub. 01/08/2013 numac 2013204390 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 juli 2017, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende : " § 3. § 3. Wanneer de familierechtbank uitspraak doet over een uitreisverbod, de uitreiking van een identiteitsdocument op naam van een minderjarig kind jonger dan twaalf jaar, de uitreiking van een Belgisch paspoort of reisdocument op naam van een minderjarig niet-ontvoogd kind of de ongeldigverklaring of intrekking ervan alsook over de ongeldigverklaring van een identiteitskaart van een niet-ontvoogde minderjarige ouder dan 12 jaar, dan brengt de griffier de beslissing zonder verwijl ter kennis van de burgemeester van de gemeente waar het kind is ingeschreven in de bevolkingsregisters, alsook aan de minister die bevoegd is voor Binnenlandse Zaken en aan de minister die bevoegd is voor Buitenlandse Zaken.
Als het minderjarig kind een andere nationaliteit bezit dan of naast de Belgische, dan meldt de griffier dit aan de minister die bevoegd is voor Buitenlandse Zaken, die de bevoegde overheden op de hoogte zal brengen van de door de familierechtbank uitgesproken maatregelen."." HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen
Art. 5.Artikel 6 van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, laatst gewijzigd door de wet van 9 november 2015, wordt aangevuld met een paragraaf 11, luidende : « § 11. Het seinen van een identiteitsdocument van een minderjarig kind jonger dan twaalf jaar of van de identiteitskaart van een minderjarig kind ouder dan twaalf jaar, door de familierechtbank bevolen overeenkomstig artikel 374/1 van het Burgerlijk Wetboek, impliceert dat het identiteitsdocument of de identiteitskaart geldig blijft op het grondgebied van het Rijk, maar dat de houder van dat identiteitsdocument of die identiteitskaart daarentegen niet mag reizen, en dit volgens de modaliteiten bepaald door de familierechtbank.
Het seinen wordt geregistreerd op initiatief van de minister die bevoegd is voor Binnenlandse Zaken, in het in artikel 6bis, § 1, bedoelde centraal bestand van de identiteitskaarten. De beslissing van intrekking of weigering van uitreiking van een identiteitsdocument van een kind jonger dan twaalf jaar wordt eveneens geregistreerd in het centraal bestand van de identiteitskaarten.
Het seinen vermeldt de referentie van de beslissing, de bevolen maatregel en het feit dat de maatregel in de tijd beperkt is of voor onbepaalde duur geldt.
Het seinen is zichtbaar voor de gemeenten, de diplomatieke en consulaire posten, de diensten van de federale politie en de lokale politie en de diensten van de Veiligheid van de Staat.
Het seinen wordt enkel opgeheven op basis van een beslissing van de familierechtbank in die zin.
De Koning bepaalt de nadere regels van het seinen.".
Art. 6.In artikel 6bis, § 1, 2°, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2014 pub. 23/07/2014 numac 2014009373 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van diverse bepalingen ter voorkoming van internationale kinderontvoeringen door een ouder sluiten, wordt de bepaling onder k vervangen als volgt : "k) de beslissing tot seinen van het identiteitsdocument of de identiteitskaart van een minderjarige, bevolen overeenkomstig artikel 374/1 van het Burgerlijk Wetboek, volgens welke de houder van het document of de kaart niet mag reizen, volgens de nadere regels bepaald door de familierechtbank."." HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding
Art. 7.De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van deze wet.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 30 juli 2018.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON De Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Minister van Justitie, K. GEENS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 54-1234 (2014-2015) : 001 : Wetsvoorstel van de heer Yüksel. 002 en 003 : Amendementen. 003 : Verslag. 005 : Tekst aangenomen door de commissie. 006 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd.
Integraal verslag : 12 juli 2018.