Etaamb.openjustice.be
Wet van 27 maart 2001
gepubliceerd op 31 mei 2001

Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de voogdij over minderjarigen

bron
ministerie van justitie
numac
2001009448
pub.
31/05/2001
prom.
27/03/2001
ELI
eli/wet/2001/03/27/2001009448/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 MAART 2001. - Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de voogdij over minderjarigen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek

Art. 2.In artikel 569, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 3° wordt opgeheven;2° in punt 12° worden de woorden « de artikelen 1186 tot 1193 » vervangen door de woorden « de artikelen 1187 tot 1193 »;3° punt 19°, ingevoegd bij de wet van 7 mei 1973, wordt opgeheven.

Art. 3.Artikel 585 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 11 april 1989, wordt aangevuld als volgt : « 9° over de aanvragen tot aanwijzing van een curator krachtens artikel 936 van het Burgerlijk Wetboek. »

Art. 4.Artikel 594, 6°, van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 12 mei 1971, wordt hersteld in de volgende lezing : « 6° op de verzoeken die bij hem worden ingediend in verband met de voogdij van minderjarigen, van personen in staat van verlengde minderjarigheid en van onbekwaamverklaarden, alsook ter uitvoering van de artikelen 378 en 483 van het Burgerlijk Wetboek; ».

Art. 5.Artikel 627, 1°, van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door de volgende bepaling : « 1° de rechter van de woonplaats van de minderjarige of bij gebreke daarvan, van zijn verblijfplaats, wanneer het de organisatie van en het toezicht op de voogdij betreft, behoudens hetgeen is bepaald in artikel 13, § 2, van de wet van 31 december 1851 met betrekking tot de consulaten en de consulaire rechtsmacht; ». HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding

Art. 6.Deze wet treedt in werking de eerste dag van de derde maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 27 maart 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 50 576 - (1999/2000) : Nr.1 : Wetsontwerp.

Nrs. 2 tot 8 : Amendementen.

Nr. 9 : Verslag.

Nr. 10 : Tekst aangenomen door de commissie - artikel 77 van de Grondwet.

Nr. 11 : Tekst aangenomen door de commissie - artikel 78 van de Grondwet.

Nr. 12 : Amendement.

Nr. 13 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat - artikel 78 van de Grondwet. 50 789 (1999/2000) : Nr. 1 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat - artikel 77 van de Grondwet.

Handelingen van de Kamer : 6 juli 2000.

Stukken van de Senaat : 2-510 - (1999/2000) : Nr. 1 : Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers. 2-510 - (2000/2001) : Nr. 2 : Amendement.

Nr. 3 : Verslag.

Nr. 4 : Tekst aangenomen door de commissie.

Handelingen van de Senaat : 18 januari 2001.

Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 50-789 - (1999-2000) : Nr. 2 : Ontwerp geamendeerd door de Senaat.

Nr. 3 : Verslag.

Nr. 4 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd.

Integraal verslag : 14 en 15 maart 2001.

^