gepubliceerd op 10 mei 2007
Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de vergoedingen toegekend aan kunstenaars
25 APRIL 2007. - Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de vergoedingen toegekend aan kunstenaars (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.In artikel 38 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, laatst gewijzigd bij de programmawet (I) van 27 december 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, eerste lid, wordt als volgt aangevuld : « 23° de forfaitaire onkostenvergoedingen toegekend wegens het leveren van artistieke prestaties en / of het produceren van artistieke werken voor rekening van een opdrachtgever, voor een maximumbedrag van 2.000 EUR per kalenderjaar en voorzover de in § 4 gestelde voorwaarden worden nageleefd. »; 2° het wordt aangevuld met een § 4 die luidt als volgt : « § 4.Voor de toepassing van § 1, eerste lid, 23°, moet worden verstaan onder : - « het leveren van artistieke prestaties en/of het produceren artistieke werken » : de creatie en/of uitvoering of interpretatie van artistieke werken in de audiovisuele en de beeldende kunsten, in de muziek, de literatuur, het spektakel, het theater en de choreografie; - « opdrachtgever » : diegene die opdracht geeft aan een belastingplichtige tot het leveren van een artistieke prestatie of het produceren van een artistiek werk in de zin van het voorgaande streepje. Wordt ook als opdrachtgever beschouwd, de persoon bij wie de belastingplichtige ter beschikking wordt gesteld.
Om de in § 1, eerste lid, 23°, bedoelde vrijstelling te bekomen moeten de volgende voorwaarden worden nageleefd : 1° de belastingplichtige moet in het bezit zijn van een behoorlijk ingevulde kunstenaarskaart;2° de forfaitaire onkostenvergoeding mag per opdrachtgever niet hoger zijn dan 100 EUR per dag.Indien de opdrachtgever een hoger bedrag uitbetaalt, komt de volledige vergoeding niet in aanmerking voor de vrijstelling; 3° de belastingplichtige mag op het ogenblik van het leveren van een artistieke prestatie en/of het produceren van een artistiek werk niet gebonden zijn door een arbeidsovereenkomst, een aannemingsovereenkomst of een statutaire aanstelling met dezelfde opdrachtgever, tenzij hij en de opdrachtgever bewijzen dat de prestaties van de verschillende activiteiten van verschillende aard zijn.».
Art. 3.Artikel 97 van hetzelfde Wetboek wordt als volgt vervangen : «
Art. 97.§ 1. De in artikel 90, 1°, vermelde inkomsten worden naar het netto bedrag ervan in aanmerking genomen, dit is het bruto bedrag verminderd met de kosten waarvan de belastingplichtige het bewijs levert dat zij tijdens het belastbare tijdperk zijn gedaan of gedragen om die inkomsten te verkrijgen of te behouden. § 2. Voorzover de in artikel 38, § 4, gestelde voorwaarden die van overeenkomstige toepassing zijn, worden nageleefd, wordt geen rekening gehouden met de forfaitaire onkostenvergoedingen toegekend wegens het leveren van artistieke prestaties en/of het produceren van artistieke werken voor rekening van een opdrachtgever voor een maximumbedrag van 2.000 EUR per kalenderjaar. »
Art. 4.Artikel 178, § 4, van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 27 december 2004, wordt hersteld in de volgende lezing : « § 4. In afwijking van § 2, eerste lid, zijn de in artikel 38, § 1, eerste lid, 23° en § 4, en artikel 97, § 2, vermelde bedragen gekoppeld aan het gezondheidsindexcijfer van de maand september 2003 (112,47). Op 1 januari van elk jaar worden de bedragen aangepast overeenkomstig de volgende formule : het basisbedrag wordt vermenigvuldigd met het gezondheidsindexcijfer van de maand september van het jaar voorafgaand aan het jaar tijdens welk het nieuwe bedrag van toepassing zal zijn en gedeeld door het gezondheidsindexcijfer van de maand september 2003.
Uiterlijk in de loop van de maand december van elk jaar worden de bedragen toepasselijk tijdens het volgende kalenderjaar in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. De Federale Overheidsdienst Financiën vermeldt die inlichting eveneens op zijn webstek. »
Art. 5.Deze wet is van toepassing op de forfaitaire onkostenvergoedingen die zijn toegekend vanaf 1 januari 2007.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 25 april 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Parlementaire verwijzingen : Stukken van de kamers van volksvertegenwoordigers : 51-2994 - 2006/2007 : Nr.1 : Wetsontwerp. - Nr. 2 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.
Integraal Verslag : 29 maart 2007.
Stukken van de Senaat : 3-2374 - 2006/2007 : Nr. 1 : Ontwerp geëvoceerd door de Senaat. - Nr. 2 : Verslag. - Nr. 3 : beslissing om niet te amenderen.
Handelingen van de Senaat : 12 april 2007.