gepubliceerd op 01 oktober 2002
Wet strekkende tot de wettelijke erkenning van behandelingen met vervangingsmiddelen en tot wijziging van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van de giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica
22 AUGUSTUS 2002. - Wet strekkende tot de wettelijke erkenning van behandelingen met vervangingsmiddelen en tot wijziging van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van de giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.In artikel 3 van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van de giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica, vervangen door de wet van 9 juli 1975 en gewijzigd door de wet van 17 november 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1. het huidige eerste lid wordt § 1;2. het huidige tweede en derde lid worden samen § 2;3. het huidige vierde lid wordt § 3;4. het artikel wordt aangevuld met een § 4, luidende : « § 4.De behandeling met vervangingsmiddelen verstrekt door een beoefenaar van de geneeskunde kan niet worden bestraft krachtens de vorige paragraaf.
Voor de toepassing van deze wet wordt onder « behandeling met vervangingsmiddelen » verstaan elke behandeling die bestaat in het voorschrijven, toedienen of afgeven aan een verslaafde patiënt van verdovende middelen bij wijze van geneesmiddel en die, in het kader van een therapie, de verbetering van de gezondheid en de levenskwaliteit van de patiënt beoogt en indien mogelijk tot diens ontwenning leidt.
De lijst van verdovende middelen en psychotrope stoffen die bij wijze van geneesmiddel toegelaten zijn voor de behandeling met vervangingsmiddelen wordt bepaald door de Koning op voorstel van de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort.
Op voorstel van de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, bepaalt de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de voorwaarden met betrekking tot : 1° het afgeven en de toediening van het geneesmiddel;2° de registratie van de behandeling door het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu op voorwaarde dat de reglementering inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer wordt nageleefd. Voor de geneesmiddelen die Hij bepaalt, bepaalt de Koning, op voorstel van de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort en bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, voorwaarden wat betreft : 1° het aantal patiënten dat per arts in behandeling mag worden genomen;2° de begeleiding van de behandeling en de bijscholing van de arts;3° de contacten die de voorschrijvende arts onderhoudt met een gespecialiseerd centrum of met een netwerk voor behandeling.» Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 22 augustus 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Stukken van de Senaat : 2 - 11 - BZ 1999 : Nr.1 : Wetsvoorstel van de heer Mahoux c.s. 2 - 11 - 2000/2001 : Nr. 2 : Amendementen.
Nr. 3 : Advies van de commissie voor de Sociale Aangelegenheden.
Nr. 4 : Amendementen.
Nr. 5 : Verslag.
Nr 6 : Tekst aangenomen door de commissie.
Nr. 7 : Amendementen.
Nr. 8 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Handelingen van de Senaat : 17 en 18 april 2002.