Etaamb.openjustice.be
Wet van 21 februari 2010
gepubliceerd op 27 mei 2010

Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Chili tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en met het Protocol, gedaan te Brussel op 6 december 2007 (2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2010015042
pub.
27/05/2010
prom.
21/02/2010
ELI
eli/wet/2010/02/21/2010015042/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

21 FEBRUARI 2010. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Chili tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en met het Protocol, gedaan te Brussel op 6 december 2007 (1) (2)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.De Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Chili tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en het Protocol, gedaan te Brussel op 6 december 2007, zullen volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 21 februari 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, S. VANACKERE De Minister van Financiën, D. REYNDERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK _______ Nota's (1) Senaat Zitting 2008-2009 Documenten Ontwerp van wet ingediend op 16 juli 2009, nr.4-1401 Zitting 2009-2010 Verslag, nr. 4-1401/2 Parlementaire Handelingen Bespreking, vergadering van 12 november 2009 Stemming, vergadering van 12 november 2009 Kamer van volksvertegenwoordigers Documenten Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 52-2243/1 Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 52-2243/2 Parlementaire Handelingen Bespreking, vergadering van 3 december 2009 Stemming, vergadering van 3 december 2009. (2) Deze overeenkomst is in werking getreden op 5 mei 2010, overeenkomstig haar artikel 29, 1. Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Chili tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIE EN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK CHILI, Wensende een Overeenkomst te sluiten tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontduiken en het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, zijn het volgende overeengekomen : HOOFDSTUK I. - Werkingssfeer van de overeenkomst Artikel 1 Personen op wie de Overeenkomst van toepassing is Deze Overeenkomst is van toepassing op personen die inwoner zijn van een overeenkomstsluitende Staat of van beide overeenkomstsluitende Staten.

Artikel 2 Belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is 1. Deze Overeenkomst is van toepassing op belastingen naar het inkomen en naar het vermogen die, ongeacht de wijze van heffing, worden geheven ten behoeve van een overeenkomstsluitende Staat, van de staatkundige onderdelen of plaatselijke gemeenschappen daarvan.2. Als belastingen naar het inkomen en naar het vermogen worden beschouwd alle belastingen die worden geheven naar het gehele inkomen, naar het gehele vermogen, of naar bestanddelen van het inkomen of van het vermogen, daaronder begrepen belastingen naar voordelen verkregen uit de vervreemding van roerende of onroerende goederen, belastingen naar het totale bedrag van de door ondernemingen betaalde lonen of salarissen, alsmede belastingen naar waardevermeerdering.3. De bestaande belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is, zijn met name : a) in Chili, de belastingen geheven krachtens de wet betreffende de belasting naar het inkomen, « Ley sobre Impuesto a la Renta », (hierna te noemen « Chileense belasting »);en b) in België : (i) de personenbelasting; (ii) de vennootschapsbelasting; (iii) de rechtspersonenbelasting; (iv) de belasting van niet-inwoners; (v) de aanvullende crisisbijdrage, met inbegrip van de voorheffingen en de opcentiemen op die belastingen en voorheffingen, (hierna te noemen « Belgische belasting »).4. De Overeenkomst is ook van toepassing op alle gelijke of in wezen gelijksoortige belastingen en op belastingen naar het vermogen die na de datum van de ondertekening van de Overeenkomst naast of in de plaats van de bestaande belastingen worden geheven.De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten delen elkaar op het einde van elk jaar alle belangrijke wijzigingen mede die in hun belastingwetten zijn aangebracht. HOOFDSTUK II. - Begripsbepalingen Artikel 3 Algemene bepalingen 1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst, tenzij het zinsverband anders vereist : a) betekent de uitdrukking « Chili » de Republiek Chili, daaronder begrepen elk gebied buiten de territoriale zee dat krachtens de wetgeving van de Republiek Chili en in overeenstemming met het internationale recht is aangeduid als een gebied waarin de Republiek Chili soevereine rechten kan uitoefenen met betrekking tot de zeebodem en de ondergrond en de natuurlijke rijkdommen daarvan;b) betekent de uitdrukking « België » het Koninkrijk België, daaronder begrepen elk gebied buiten de territoriale zee dat krachtens de wetgeving van het Koninkrijk België en in overeenstemming met het internationale recht is aangeduid als een gebied waarin het Koninkrijk België soevereine rechten kan uitoefenen met betrekking tot de zeebodem en de ondergrond en de natuurlijke rijkdommen daarvan;c) betekenen de uitdrukkingen « een overeenkomstsluitende Staat » en « de andere overeenkomstsluitende Staat » België of Chili, al naar het zinsverband vereist;d) omvat de uitdrukking « persoon » een natuurlijke persoon, een vennootschap en elke andere vereniging van personen;e) betekent de uitdrukking « vennootschap » elke rechtspersoon of elke entiteit die voor de belastingheffing als een rechtspersoon wordt behandeld;f) betekenen de uitdrukkingen « onderneming van een overeenkomstsluitende Staat » en « onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat » onderscheidenlijk een onderneming gedreven door een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat en een onderneming gedreven door een inwoner van de andere overeenkomstsluitende Staat;g) betekent de uitdrukking « internationaal verkeer » elk vervoer door een schip of door een luchtvaartuig dat wordt geëxploiteerd door een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat, behalve indien dat vervoer enkel geschiedt tussen in de andere overeenkomstsluitende Staat gelegen plaatsen;h) betekent de uitdrukking « bevoegde autoriteit » : (i) in Chili, de Minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;en (ii) in België, de Minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger; i) betekent de uitdrukking « onderdaan » met betrekking tot een overeenkomstsluitende Staat : (i) elke natuurlijke persoon die de nationaliteit van die overeenkomstsluitende Staat bezit;en (ii) elke rechtspersoon of vereniging opgericht overeenkomstig de wetgeving welke in die overeenkomstsluitende Staat van kracht is. 2. Voor de toepassing van de Overeenkomst op enig tijdstip door een overeenkomstsluitende Staat heeft, tenzij het zinsverband anders vereist, elke niet erin omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking op dat tijdstip heeft volgens de wetgeving van die Staat met betrekking tot de belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is.Elke betekenis overeenkomstig de toepasselijke belastingwetgeving van die Staat heeft voorrang op een betekenis welke die uitdrukking heeft overeenkomstig de andere wetten van die Staat.

Artikel 4 Inwoner 1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking « inwoner van een overeenkomstsluitende Staat » iedere persoon die, ingevolge de wetgeving van die Staat, aldaar aan belasting is onderworpen op grond van zijn woonplaats, verblijf, plaats van leiding, plaats van oprichting of enige andere soortgelijke omstandigheid, en omvat zij eveneens die Staat en elk staatkundig onderdeel of plaatselijke gemeenschap daarvan.Die uitdrukking omvat echter niet personen die in die Staat enkel aan belasting onderworpen zijn ter zake van inkomsten uit in die Staat gelegen bronnen of ter zake van aldaar gelegen vermogen. 2. Indien een natuurlijke persoon ingevolge de bepalingen van paragraaf 1 inwoner van beide overeenkomstsluitende Staten is, wordt zijn toestand op de volgende wijze geregeld : a) hij wordt geacht alleen inwoner te zijn van de Staat waar hij een duurzaam tehuis tot zijn beschikking heeft;indien hij in beide Staten een duurzaam tehuis tot zijn beschikking heeft, wordt hij geacht alleen inwoner te zijn van de Staat waarmee zijn persoonlijke en economische betrekkingen het nauwst zijn (middelpunt van de levensbelangen); b) indien niet kan worden bepaald in welke Staat het middelpunt van zijn levensbelangen zich bevindt, of indien hij in geen van de Staten een duurzaam tehuis tot zijn beschikking heeft, wordt hij geacht alleen inwoner te zijn van de Staat waar hij gewoonlijk verblijft;c) indien hij in beide Staten of in geen van beide gewoonlijk verblijft, wordt hij geacht alleen inwoner te zijn van de Staat waarvan hij onderdaan is;d) indien hij onderdaan is van beide Staten of van geen van beide, regelen de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten de aangelegenheid door middel van de regeling voor onderling overleg.3. Indien een andere dan een natuurlijke persoon ingevolge de bepalingen van paragraaf 1 inwoner is van beide overeenkomstsluitende Staten, trachten de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten de aangelegenheid door middel van de regeling voor onderling overleg te regelen.Indien de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten niet tot onderlinge overeenstemming kunnen komen, is die persoon niet gerechtigd tot enige vermindering of vrijstelling van belasting waarin deze Overeenkomst voorziet, behoudens het bepaalde in artikel 23, paragraaf 2 van deze Overeenkomst.

Artikel 5 Vaste inrichting 1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking « vaste inrichting » een vaste bedrijfsinrichting met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming geheel of gedeeltelijk worden uitgeoefend.2. De uitdrukking « vaste inrichting » omvat in het bijzonder : a) een plaats waar leiding wordt gegeven;b) een filiaal;c) een kantoor;d) een fabriek;e) een werkplaats;en f) een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats die verband houdt met het onderzoek naar of het ontginnen van natuurlijke rijkdommen.3. De uitdrukking « vaste inrichting » omvat eveneens : a) de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructie- of installatiewerkzaamheden en de werkzaamheden van toezicht daarop, doch uitsluitend indien de duur van dat bouwwerk of van die werkzaamheden zes maanden overschrijdt;b) het verstrekken van diensten, daaronder begrepen adviezen, door een onderneming door middel van werknemers of andere natuurlijke personen die de onderneming daarvoor in dienst heeft genomen, indien zodanige werkzaamheden in het land worden uitgeoefend gedurende een tijdvak of tijdvakken waarvan de duur in totaal 183 dagen in enig tijdvak van twaalf maanden te boven gaat.4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een « vaste inrichting » niet aanwezig geacht indien : a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of levering van aan de onderneming toebehorende goederen;b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor opslag, uitstalling of levering;c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming;d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen;e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend voor reclamedoeleinden of voor het geven van inlichtingen voor de onderneming, en voor elke andere soortgelijke werkzaamheid die van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft.5. Indien een persoon - niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger op wie paragraaf 6 van toepassing is - voor een onderneming werkzaam is en in een overeenkomstsluitende Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1 en 2, geacht een vaste inrichting in die Staat te hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, tenzij de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de in paragraaf 4 vermelde werkzaamheden die, indien zij met behulp van een vaste bedrijfsinrichting zouden worden verricht, die vaste bedrijfsinrichting niet tot een vaste inrichting zouden stempelen ingevolge de bepalingen van die paragraaf.6. Een onderneming wordt niet geacht een vaste inrichting in een overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen.7. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een verzekeringsonderneming van een overeenkomstsluitende Staat, behalve wanneer het gaat om herverzekering, geacht in de andere overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting te hebben indien zij op het grondgebied van die andere Staat premies int of aldaar gelegen risico's verzekert door middel van een vertegenwoordiger, niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger op wie paragraaf 6 van toepassing is.8. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of wordt beheerst door een vennootschap die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt één van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere. HOOFDSTUK III. - Belastingheffing naar het inkomen Artikel 6 Inkomsten uit onroerende goederen 1. Inkomsten die een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat verkrijgt uit in de andere overeenkomstsluitende Staat gelegen onroerende goederen (inkomsten uit landbouw- of bosbedrijven daaronder begrepen) mogen in die andere Staat worden belast.2. Voor de toepassing van deze Overeenkomst heeft de uitdrukking « onroerende goederen » de betekenis die daaraan wordt toegekend door het recht van de overeenkomstsluitende Staat waar de desbetreffende goederen zijn gelegen.De uitdrukking omvat in ieder geval de goederen die bij de onroerende goederen behoren, levende en dode have van landbouw- en bosbedrijven, rechten waarop de bepalingen van het privaatrecht betreffende de grondeigendom van toepassing zijn, vruchtgebruik van onroerende goederen en rechten op veranderlijke of vaste vergoedingen ter zake van de exploitatie, of het recht tot exploitatie, van minerale aardlagen, bronnen en andere bodemrijkdommen; schepen en luchtvaartuigen worden niet als onroerende goederen beschouwd. 3. De bepalingen van paragraaf 1 zijn van toepassing op inkomsten verkregen uit de rechtstreekse exploitatie of het rechtstreekse genot, uit het verhuren of verpachten, of uit elke andere vorm van exploitatie van onroerende goederen.4. De bepalingen van de paragrafen 1 en 3 zijn ook van toepassing op inkomsten uit onroerende goederen van een onderneming en op inkomsten uit onroerende goederen gebezigd voor de uitoefening van een zelfstandig beroep. Artikel 7 Ondernemingswinst 1. Winst van een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat is slechts in die Staat belastbaar, tenzij de onderneming in de andere overeenkomstsluitende Staat haar bedrijf uitoefent met behulp van een aldaar gevestigde vaste inrichting.Indien de onderneming aldus haar bedrijf uitoefent of heeft uitgeoefend, mag de winst van de onderneming in de andere Staat worden belast, maar slechts in zoverre als zij aan die vaste inrichting kan worden toegerekend. 2. Onder voorbehoud van de bepalingen van paragraaf 3 wordt, indien een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat in de andere overeenkomstsluitende Staat haar bedrijf uitoefent met behulp van een aldaar gevestigde vaste inrichting, in elke overeenkomstsluitende Staat aan die vaste inrichting de winst toegerekend die zij geacht zou kunnen worden te behalen indien zij een onafhankelijke onderneming zou zijn, die dezelfde of soortgelijke werkzaamheden zou uitoefenen onder dezelfde of soortgelijke omstandigheden en die geheel onafhankelijk zou handelen.3. Bij de bepaling van de winst van een vaste inrichting worden in aftrek toegelaten kosten, daaronder begrepen kosten van leiding en algemene beheerskosten, die ten behoeve van de vaste inrichting zijn gemaakt, hetzij in de Staat waar de vaste inrichting is gevestigd, hetzij elders.4. Voor zover het in een overeenkomstsluitende Staat gebruikelijk is de aan een vaste inrichting toe te rekenen winst te bepalen op basis van een verdeling van de totale winst van de onderneming over haar verschillende delen, belet paragraaf 2 die overeenkomstsluitende Staat niet de te belasten winst te bepalen volgens de gebruikelijke verdeling;de gevolgde methode van verdeling moet echter zodanig zijn dat het resultaat in overeenstemming is met de in dit artikel neergelegde beginselen. 5. Geen winst wordt aan een vaste inrichting toegerekend enkel op grond van aankoop door die vaste inrichting van goederen voor de onderneming.6. Voor de toepassing van de voorgaande paragrafen wordt de aan de vaste inrichting toe te rekenen winst van jaar tot jaar volgens dezelfde methode bepaald, tenzij er een goede en genoegzame reden bestaat om hiervan af te wijken.7. Indien in de winst inkomstenbestanddelen zijn begrepen die afzonderlijk in andere artikelen van deze Overeenkomst worden behandeld, worden de bepalingen van die artikelen niet aangetast door de bepalingen van dit artikel. Artikel 8 Zeevaart en luchtvaart 1. Winst van een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat uit de exploitatie van schepen of luchtvaartuigen in internationaal verkeer is slechts in die Staat belastbaar.2. Voor de toepassing van dit artikel omvat winst uit de exploitatie van schepen of luchtvaartuigen in internationaal verkeer in het bijzonder : a) winst die door de onderneming die zich bezighoudt met internationaal verkeer wordt verkregen uit de verhuring van schepen of luchtvaartuigen met volledige uitrusting, bemanning en voorraden;b) winst verkregen uit de verhuring van onbemande schepen of luchtvaartuigen, indien die verhuring een bijkomende activiteit is voor de onderneming die zich bezighoudt met internationaal verkeer;c) winst verkregen uit de verhuring van laadkisten, indien die verhuring een bijkomende activiteit is voor de onderneming die zich bezighoudt met internationaal verkeer.3. De bepalingen van paragraaf 1 zijn ook van toepassing op winst verkregen uit de deelneming in een pool, een gemeenschappelijk bedrijf of een internationaal bedrijfslichaam. Artikel 9 Afhankelijke ondernemingen 1. Indien a) een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat onmiddellijk of middellijk deelneemt aan de leiding van, aan het toezicht op, dan wel in het kapitaal van een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat, of b) dezelfde personen onmiddellijk of middellijk deelnemen aan de leiding van, aan het toezicht op, dan wel in het kapitaal van een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat en van een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat, en, in het ene of in het andere geval, tussen de twee ondernemingen in hun handelsbetrekkingen of financiële betrekkingen, voorwaarden worden overeengekomen of opgelegd die afwijken van die welke zouden worden overeengekomen tussen onafhankelijke ondernemingen, mag winst die één van de ondernemingen zonder deze voorwaarden zou hebben behaald maar ten gevolge van die voorwaarden niet heeft behaald, worden begrepen in de winst van die onderneming en dienovereenkomstig worden belast.2. Indien een overeenkomstsluitende Staat in de winst van een onderneming van die Staat winst opneemt - en dienovereenkomstig belast - ter zake waarvan een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat in die andere Staat is belast, en de aldus opgenomen winst winst is die de onderneming van de eerstgenoemde Staat zou hebben behaald indien tussen de twee ondernemingen zodanige voorwaarden zouden zijn overeengekomen als tussen onafhankelijke ondernemingen zouden zijn overeengekomen, voert de andere Staat een herziening uit op de wijze welke die Staat gerechtvaardigd acht, zowel in principe als wat het bedrag aan belasting betreft dat aldaar over die winst is geheven.Bij deze herziening wordt rekening gehouden met de overige bepalingen van deze Overeenkomst en, indien nodig, plegen de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten overleg met elkaar.

Artikel 10 Dividenden 1. Dividenden betaald door een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat aan een inwoner van de andere overeenkomstsluitende Staat, mogen in die andere Staat worden belast.2. Deze dividenden mogen echter ook in de overeenkomstsluitende Staat waarvan de vennootschap die de dividenden betaalt inwoner is overeenkomstig de wetgeving van die Staat worden belast, maar indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat, mag de aldus geheven belasting niet hoger zijn dan 15 percent van het brutobedrag van de dividenden. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van deze paragraaf worden dividenden niet belast in de overeenkomstsluitende Staat waarvan de vennootschap die de dividenden betaalt inwoner is indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden een vennootschap is die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat en die op het tijdstip waarop de dividenden worden betaald aandelen in haar bezit heeft, en gedurende een ononderbroken tijdperk van ten minste twaalf maanden in haar bezit gehad heeft, die onmiddellijk 10 percent vertegenwoordigen van het kapitaal van de vennootschap die de dividenden betaalt.

Deze paragraaf laat onverlet de belastingheffing van de vennootschap ter zake van de winst waaruit de dividenden worden betaald. Wat Chili betreft behelst die belastingheffing de toepassing van de aanvullende belasting (Additional Tax). 3. De uitdrukking « dividenden », zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit aandelen of andere rechten op een aandeel in de winst, met uitzondering van schuldvorderingen, alsmede inkomsten die volgens de belastingwetgeving van de Staat waarvan de uitkerende vennootschap inwoner is, op dezelfde wijze in de belastingheffing worden betrokken als inkomsten uit aandelen of andere rechten.4. De bepalingen van de paragrafen 1 en 2 zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden, die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, in de andere overeenkomstsluitende Staat waarvan de vennootschap die de dividenden betaalt inwoner is, een nijverheids- of handelsbedrijf met behulp van een aldaar gevestigde vaste inrichting of een zelfstandig beroep door middel van een aldaar gevestigde vaste basis uitoefent en het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald met die vaste inrichting of die vaste basis wezenlijk is verbonden.In dat geval zijn de bepalingen van artikel 7 of van artikel 14, naar het geval, van toepassing. 5. Indien een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat winst of inkomsten verkrijgt uit de andere overeenkomstsluitende Staat, mag die andere Staat geen belasting heffen op dividenden die door de vennootschap worden betaald, behalve voor zover die dividenden aan een inwoner van die andere Staat worden betaald of voor zover het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald wezenlijk is verbonden met een in die andere Staat gelegen vaste inrichting of vaste basis, noch de niet-uitgedeelde winst van de vennootschap onderwerpen aan een belasting op niet-uitgedeelde winst, zelfs indien de betaalde dividenden of de niet-uitgedeelde winst geheel of gedeeltelijk bestaan uit winst of inkomsten die uit die andere Staat afkomstig zijn.6. De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing indien het belangrijkste doel of een van de belangrijkste doelstellingen van een persoon die betrokken is bij het creëren of het overdragen van de aandelen of andere rechten ter zake waarvan de dividenden betaald zijn, erin bestond voordeel te halen uit de bepalingen van dit artikel door middel van het creëren of overdragen van die aandelen of andere rechten. Artikel 11 Interest 1. Interest afkomstig uit een overeenkomstsluitende Staat en betaald aan een inwoner van de andere overeenkomstsluitende Staat mag in die andere Staat worden belast.2. Deze interest mag echter ook in de overeenkomstsluitende Staat waaruit hij afkomstig is overeenkomstig de wetgeving van die Staat worden belast, maar indien de uiteindelijk gerechtigde tot de interest inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat, mag de aldus geheven belasting niet hoger zijn dan : a) 5 percent van het brutobedrag van de interest die is verkregen uit : (i) leningen toegekend door banken en verzekeringsondernemingen; (ii) obligaties of effecten die geregeld en in belangrijke mate op een gereglementeerde effectenmarkt verhandeld worden; (iii) een verkoop op krediet en die door de aankoper van machines of uitrusting is betaald aan een uiteindelijk gerechtigde die de verkoper is van de machines en uitrusting; b) 15 percent van het brutobedrag van de interest in alle andere gevallen.3. De uitdrukking « interest », zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit schuldvorderingen van welke aard ook, al dan niet gewaarborgd door hypotheek, en in het bijzonder inkomsten uit overheidsleningen en obligaties, alsmede inkomsten die volgens de wetgeving van de Staat waaruit de inkomsten afkomstig zijn op dezelfde wijze als inkomsten van geleende gelden in de belastingheffing worden betrokken.De uitdrukking « interest » omvat niet de inkomsten die worden behandeld in artikel 10. 4. De bepalingen van de paragrafen 1 en 2 zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de interest, die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, in de andere overeenkomstsluitende Staat waaruit de interest afkomstig is, een nijverheids- of handelsbedrijf met behulp van een aldaar gevestigde vaste inrichting of een zelfstandig roep door middel van een aldaar gevestigde vaste basis uitoefent en de schuldvordering uit hoofde waarvan de interest is verschuldigd met die vaste inrichting of die vaste basis wezenlijk is verbonden.In dat geval zijn de bepalingen van artikel 7 of van artikel 14, naar het geval, van toepassing. 5. Interest wordt geacht uit een overeenkomstsluitende Staat afkomstig te zijn indien de schuldenaar een inwoner van die Staat is.Indien evenwel de schuldenaar van de interest, ongeacht of hij inwoner van een overeenkomstsluitende Staat is of niet, in een overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting of een vaste basis heeft waarvoor de schuld ter zake waarvan de interest wordt betaald is aangegaan, en die interest ten laste komt van die vaste inrichting of die vaste basis, wordt die interest geacht afkomstig te zijn uit de Staat waar de vaste inrichting of de vaste basis is gevestigd. 6. Indien er een bijzondere verhouding bestaat tussen de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde of tussen hen beiden en een derde, en het bedrag van de interest om welke reden dan ook hoger is dan het bedrag dat zonder zulk een verhouding door de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde zou zijn overeengekomen, zijn de bepalingen van dit artikel slechts op het laatstbedoelde bedrag van toepassing. In dat geval blijft het daarboven uitgaande deel van de betalingen belastbaar overeenkomstig de wetgeving van elke overeenkomstsluitende Staat en met inachtneming van de overige bepalingen van deze Overeenkomst. 7. De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing indien het belangrijkste doel of een van de belangrijkste doelstellingen van een persoon die betrokken is bij het creëren of het overdragen van de schuldvordering uit hoofde waarvan de interest is betaald, erin bestond voordeel te halen uit de bepalingen van dit artikel door middel van het creëren of overdragen van die schuldvordering. Artikel 12 Royalty's 1. Royalty's afkomstig uit een overeenkomstsluitende Staat en betaald aan een inwoner van de andere overeenkomstsluitende Staat mogen in die andere Staat worden belast.2. Deze royalty's mogen echter ook in de overeenkomstsluitende Staat waaruit zij afkomstig zijn overeenkomstig de in die Staat van kracht zijnde wetgeving worden belast, maar indien de uiteindelijk gerechtigde tot de royalty's inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat, mag de aldus geheven belasting niet hoger zijn dan : a) 5 percent van het brutobedrag van de royalty's voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, nijverheids-, handels- of wetenschappelijke uitrusting;b) 10 percent van het brutobedrag van de royalty's in alle andere gevallen.3. De uitdrukking « royalty's », zoals gebezigd in dit artikel, betekent vergoedingen van welke aard ook voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, een auteursrecht op een werk op het gebied van letterkunde, kunst of wetenschap, daaronder begrepen films, banden en andere middelen voor beeld- of geluidsreproductie, van een octrooi, een fabrieks- of handelsmerk, een tekening, een model, een plan, een geheim recept of een geheime werkwijze of een ander immaterieel goed, of voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, nijverheids-, handels- of wetenschappelijke uitrusting, of voor inlichtingen omtrent ervaringen op het gebied van nijverheid, handel of wetenschap.4. De bepalingen van de paragrafen 1 en 2 zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de royalty's, die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, in de andere overeenkomstsluitende Staat waaruit de royalty's afkomstig zijn, een nijverheids- of handelsbedrijf met behulp van een aldaar gevestigde vaste inrichting of een zelfstandig beroep door middel van een aldaar gevestigde vaste basis uitoefent en het recht of het goed uit hoofde waarvan de royalty's verschuldigd zijn met die vaste inrichting of die vaste basis wezenlijk is verbonden.In dat geval zijn de bepalingen van artikel 7 of van artikel 14, naar het geval, van toepassing. 5. Royalty's worden geacht uit een overeenkomstsluitende Staat afkomstig te zijn indien de schuldenaar een inwoner van die Staat is. Indien evenwel de schuldenaar van de royalty's, ongeacht of hij inwoner van een overeenkomstsluitende Staat is of niet, in een overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting of een vaste basis heeft waarvoor de verbintenis, uit hoofde waarvan de royalty's worden betaald is aangegaan en die de last van de royalty's draagt, worden die royalty's geacht afkomstig te zijn uit de Staat waar de vaste inrichting of de vaste basis is gevestigd. 6. Indien, ten gevolge van een bijzondere verhouding tussen de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde of tussen hen beiden en een derde, het bedrag van de royalty's, gelet op het gebruik, het recht of de inlichtingen waarvoor zij worden betaald, hoger is dan het bedrag dat zonder zulk een verhouding door de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde zou zijn overeengekomen, zijn de bepalingen van dit artikel slechts op het laatstbedoelde bedrag van toepassing.In dat geval blijft het daarboven uitgaande deel van de betalingen belastbaar overeenkomstig de wetgeving van elke overeenkomstsluitende Staat en met inachtneming van de overige bepalingen van deze Overeenkomst. 7. De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing indien het belangrijkste doel of een van de belangrijkste doelstellingen van een persoon die betrokken is bij het creëren of het overdragen van de rechten uit hoofde waarvan de royalty's betaald zijn, erin bestond voordeel te halen uit de bepalingen van dit artikel door middel van het creëren of overdragen van die rechten. Artikel 13 Vermogenswinst 1. Voordelen die een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat verkrijgt uit de vervreemding van onroerende goederen die in de andere overeenkomstsluitende Staat zijn gelegen, mogen in die andere Staat worden belast.2. Voordelen verkregen uit de vervreemding van roerende goederen die deel uitmaken van het bedrijfsvermogen van een vaste inrichting die een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat in de andere overeenkomstsluitende Staat heeft of van roerende goederen die behoren tot een vaste basis die een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat in de andere overeenkomstsluitende Staat tot zijn beschikking heeft voor de uitoefening van een zelfstandig beroep, daaronder begrepen voordelen verkregen uit de vervreemding van die vaste inrichting (alleen of te zamen met de gehele onderneming) of van die vaste basis, mogen in die andere Staat worden belast.3. Voordelen verkregen uit de vervreemding van schepen of luchtvaartuigen die in internationaal verkeer worden geëxploiteerd of van roerende goederen die bij de exploitatie van zulke schepen of luchtvaartuigen worden gebruikt, zijn slechts belastbaar in de overeenkomstsluitende Staat waarvan de vervreemder inwoner is.4. Voordelen verkregen door een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat uit de vervreemding van aandelen of andere rechten die het kapitaal vertegenwoordigen van een vennootschap die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat mogen in die andere overeenkomstsluitende Staat worden belast indien, a) de vervreemder op enig tijdstip in de loop van het tijdvak van twaalf maanden dat voorafgaat aan die vervreemding onmiddellijk of middellijk aandelen of andere rechten bezat die 20 percent of meer vertegenwoordigen van het kapitaal van die vennootschap, of b) meer dan 50 percent van de waarde van de voordelen onmiddellijk of middellijk voortkomt uit onroerende goederen die in artikel 6 van deze Overeenkomst vermeld zijn en in die andere overeenkomstsluitende Staat gelegen zijn. Alle andere voordelen die een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat verkrijgt uit de vervreemding van aandelen of andere rechten die het kapitaal vertegenwoordigen van een vennootschap die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat mogen eveneens in die andere overeenkomstsluitende Staat worden belast, maar de aldus geheven belasting mag niet hoger zijn dan 16 percent van het bedrag van het voordeel.

Niettegenstaande enige andere bepaling van deze paragraaf zijn voordelen verkregen door een pensioenfonds dat inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat uit de vervreemding van aandelen of andere rechten die het kapitaal vertegenwoordigen van een vennootschap die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat, slechts in de eerstbedoelde overeenkomstsluitende Staat belastbaar. 5. Voordelen verkregen uit de vervreemding van alle andere goederen dan die vermeld in de voorafgaande paragrafen van dit artikel, zijn slechts belastbaar in de overeenkomstsluitende Staat waarvan de vervreemder inwoner is. Artikel 14 Zelfstandige beroepen 1. Inkomsten verkregen door een natuurlijke persoon die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat in de uitoefening van een vrij beroep of van andere werkzaamheden van zelfstandige aard, zijn slechts in die overeenkomstsluitende Staat belastbaar.Die inkomsten mogen evenwel ook in de andere overeenkomstsluitende Staat worden belast : a) indien hij in de andere overeenkomstsluitende Staat voor het verrichten van de werkzaamheden geregeld over een vaste basis beschikt;in dat geval mag slechts het gedeelte van de inkomsten dat aan die vaste basis kan worden toegerekend in die andere Staat worden belast; of b) indien hij in de andere overeenkomstsluitende Staat verblijft gedurende een tijdvak of tijdvakken die in enig tijdperk van twaalf maanden, dat aanvangt of eindigt tijdens het betrokken belastingjaar, een totaal van 183 dagen bereiken of te boven gaan;in dat geval mag slechts het deel van de inkomsten dat afkomstig is van de in die andere Staat verrichte werkzaamheden, in die Staat worden belast. 2. De uitdrukking « vrij beroep » omvat in het bijzonder zelfstandige werkzaamheden op het gebied van wetenschap, letterkunde, kunst, opvoeding of onderwijs, alsmede de zelfstandige werkzaamheden van artsen, advocaten, ingenieurs, architecten, tandartsen en accountants. Artikel 15 Inkomsten uit een dienstbetrekking 1. Onder voorbehoud van de bepalingen van de artikelen 16, 18 en 19, zijn lonen, salarissen en andere beloningen verkregen door een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat ter zake van een dienstbetrekking, slechts in die Staat belastbaar, tenzij de dienstbetrekking in de andere overeenkomstsluitende Staat wordt uitgeoefend.Indien de dienstbetrekking aldaar wordt uitgeoefend, mogen de ter zake daarvan verkregen beloningen in die andere Staat worden belast. 2. Niettegenstaande de bepalingen van paragraaf 1, zijn beloningen verkregen door een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat ter zake van een in de andere overeenkomstsluitende Staat uitgeoefende dienstbetrekking slechts in de eerstbedoelde Staat belastbaar indien : a) de verkrijger in de andere Staat verblijft gedurende een tijdvak of tijdvakken die tijdens enig tijdperk van twaalf maanden dat aanvangt of eindigt tijdens het betrokken belastingjaar een totaal van 183 dagen niet te boven gaan;en b) de beloningen betaald worden door of namens een werkgever die een persoon is die geen inwoner is van de andere Staat;en c) de beloningen niet ten laste komen van een vaste inrichting of van een vaste basis die de werkgever in de andere Staat heeft.3. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel, mogen beloningen verkregen ter zake van een dienstbetrekking uitgeoefend aan boord van een schip of een luchtvaartuig dat door een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat in internationaal verkeer wordt geëxploiteerd, in die overeenkomstsluitende Staat worden belast. Artikel 16 Tantièmes Tantièmes, presentiegelden en andere soortgelijke beloningen verkregen door een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat in zijn hoedanigheid van lid van de raad van bestuur of van toezicht of van een gelijkaardig orgaan van een vennootschap die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat, mogen in die andere Staat worden belast.

Artikel 17 Artiesten en sportbeoefenaars 1. Niettegenstaande de bepalingen van de artikelen 14 en 15 mogen inkomsten die een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat verkrijgt uit de persoonlijke werkzaamheden die hij in de andere overeenkomstsluitende Staat verricht in de hoedanigheid van artiest, zoals toneelspeler, film-, radio- of televisieartiest, of musicus, of in de hoedanigheid van sportbeoefenaar, in die andere Staat worden belast.2. Indien inkomsten uit werkzaamheden die een artiest of een sportbeoefenaar persoonlijk en als zodanig verricht niet worden toegekend aan de artiest of aan de sportbeoefenaar zelf maar aan een andere persoon, mogen die inkomsten, niettegenstaande de bepalingen van de artikelen 7, 14 en 15, worden belast in de overeenkomstsluitende Staat waar de werkzaamheden van de artiest of de sportbeoefenaar worden verricht. Artikel 18 Pensioenen 1. Pensioenen afkomstig uit een overeenkomstsluitende Staat en betaald aan een inwoner van de andere overeenkomstsluitende Staat mogen in eerstbedoelde Staat worden belast.2. Uitkeringen tot onderhoud en andere uitkeringen van bestaansmiddelen, betaald aan een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat, zijn slechts in die Staat belastbaar. Alle uitkeringen tot onderhoud of andere uitkeringen van bestaansmiddelen die door een inwoner van een van de overeenkomstsluitende Staten worden betaald aan een inwoner van de andere overeenkomstsluitende Staat, zijn slechts in de eerstbedoelde Staat belastbaar op voorwaarde dat de betaler geen aanspraak heeft op een verzachting van belasting ter zake van die uitkeringen.

Artikel 19 Overheidsfuncties 1. a) Lonen, salarissen en andere beloningen, niet zijnde pensioenen, betaald door een overeenkomstsluitende Staat of een staatkundig onderdeel of plaatselijke gemeenschap daarvan aan een natuurlijke persoon, ter zake van diensten bewezen aan die Staat of aan dat onderdeel of die gemeenschap, zijn slechts in die Staat belastbaar.b) Die lonen, salarissen en andere beloningen zijn evenwel slechts in de andere overeenkomstsluitende Staat belastbaar indien de diensten in die Staat worden bewezen en de natuurlijke persoon inwoner van die Staat is, die : (i) onderdaan is van die Staat;of (ii) niet uitsluitend met het oog op het bewijzen van de diensten inwoner van die Staat is geworden. 2. De bepalingen van de artikelen 15, 16 en 17 zijn van toepassing op lonen, salarissen en andere beloningen die worden betaald ter zake van diensten bewezen in het kader van een nijverheids- of handelsbedrijf dat wordt uitgeoefend door een overeenkomstsluitende Staat of een staatkundig onderdeel of plaatselijke gemeenschap daarvan. Artikel 20 Studenten Een student of een voor een beroep of bedrijf in opleiding zijnde persoon die inwoner is, of onmiddellijk voor zijn bezoek aan een overeenkomstsluitende Staat, inwoner was van de andere overeenkomstsluitende Staat en die uitsluitend voor zijn studie of opleiding tijdelijk in de eerstbedoelde Staat verblijft, is tijdens de normale duur van zijn studie of opleiding in die Staat niet belastbaar ter zake van bedragen die hij van buiten die eerstbedoelde Staat ontvangt ten behoeve van zijn onderhoud, studie of opleiding.

Artikel 21 Andere inkomsten 1. Ongeacht de afkomst ervan, zijn bestanddelen van het inkomen van een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat die niet in de voorgaande artikelen van deze Overeenkomst worden behandeld, slechts in die Staat belastbaar.2. De bepaling van paragraaf 1 is niet van toepassing op inkomsten, niet zijnde inkomsten uit onroerende goederen als omschreven in artikel 6, paragraaf 2, indien de verkrijger van die inkomsten, die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, in de andere overeenkomstsluitende Staat een nijverheids- of handelsbedrijf met behulp van een aldaar gevestigde vaste inrichting of een zelfstandig beroep door middel van een aldaar gevestigde vaste basis uitoefent en het recht of het goed dat de inkomsten oplevert wezenlijk is verbonden met die vaste inrichting of met die vaste basis.In dat geval zijn de bepalingen van artikel 7 of van artikel 14, naar het geval, van toepassing. 3. Niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1 en 2, mogen bestanddelen van het inkomen van een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat die niet in de voorgaande artikelen van de Overeenkomst worden behandeld en die uit de andere overeenkomstsluitende Staat afkomstig zijn, ook in die andere Staat worden belast. HOOFDSTUK IV. - Belastingheffing naar het vermogen Artikel 22 Vermogen 1. Vermogen bestaande uit onroerende goederen die een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat bezit en die in de andere overeenkomstsluitende Staat zijn gelegen, mag in die andere Staat worden belast.2. Vermogen bestaande uit roerende goederen die deel uitmaken van het bedrijfsvermogen van een vaste inrichting die een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat in de andere overeenkomstsluitende Staat heeft of uit roerende goederen die behoren tot een vaste basis die een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat in de andere overeenkomstsluitende Staat tot zijn beschikking heeft voor de uitoefening van een zelfstandig beroep, mag in die andere Staat worden belast.3. Vermogen bestaande uit schepen en luchtvaartuigen die in internationaal verkeer worden geëxploiteerd, alsmede uit roerende goederen die bij de exploitatie van die schepen of luchtvaartuigen worden gebruikt, is slechts belastbaar in de overeenkomstsluitende Staat waarvan de onderneming welke die schepen of luchtvaartuigen exploiteert inwoner is.4. Alle andere bestanddelen van het vermogen van een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat zijn slechts in die Staat belastbaar. HOOFDSTUK V. - Wijze waarop dubbele belasting wordt vermeden Artikel 23 Vermijden van dubbele belasting 1. In Chili wordt dubbele belasting op de volgende wijze vermeden : a) Inwoners van Chili die inkomsten verkrijgen die volgens de bepalingen van deze Overeenkomst in België aan de belasting werden onderworpen, mogen de aldus betaalde belasting in mindering brengen van elke Chileense belasting die ter zake van diezelfde inkomsten verschuldigd is, onder voorbehoud van de relevante bepalingen van de wetgeving van Chili.Deze paragraaf geldt voor alle inkomsten waarop deze Overeenkomst van toepassing is. b) Indien een inwoner van Chili inkomsten verkrijgt of vermogensbestanddelen bezit die ingevolge de bepalingen van de Overeenkomst in Chili van belasting zijn vrijgesteld, mag Chili evenwel, om het bedrag van de belasting op het overige inkomen of vermogen te berekenen, de vrijgestelde inkomsten of het vrijgesteld vermogen in aanmerking nemen.2. In België wordt dubbele belasting op de volgende wijze vermeden : a) Indien een inwoner van België inkomsten verkrijgt, niet zijnde dividenden, interest of royalty's, of bestanddelen van een vermogen bezit die ingevolge de bepalingen van deze Overeenkomst in Chili mogen worden belast en die aldaar belast worden, stelt België deze inkomsten of deze bestanddelen van vermogen vrij van belasting, maar om het bedrag van de belasting op het overige inkomen of vermogen van die inwoner te berekenen mag België het belastingtarief toepassen dat van toepassing zou zijn indien die inkomsten of die bestanddelen van het vermogen niet waren vrijgesteld.b) Dividenden die een vennootschap die inwoner is van België verkrijgt van een vennootschap die inwoner is van Chili worden in België vrijgesteld van de vennootschapsbelasting op dezelfde voorwaarden en binnen dezelfde grenzen als ware de vennootschap die de dividenden betaalt een inwoner van België of van een andere lidstaat van de Europese Unie.Voor het toepassen van de in deze bepaling vermelde voorwaarden en grenzen, wordt rekening gehouden met het totaal bedrag van de belastingen, met inbegrip van de aanvullende belasting (Additional Tax), die werden betaald ter zake van de winst waaruit de dividenden werden betaald aan de inwoner van België.

Indien een vennootschap die inwoner is van België van een vennootschap die inwoner is van Chili dividenden verkrijgt die in België niet vrijgesteld zijn van de vennootschapsbelasting, brengt België de Chileense belasting (namelijk de Aanvullende belasting (Additional Tax) na aftrek van de Belasting Eerste Categorie (First Category Tax)) die van die dividenden werd geheven in mindering van de Belgische belasting op die dividenden. Die vermindering mag dat deel van de Belgische belasting dat verhoudingsgewijs overeenstemt met die dividenden, niet overschrijden. c) Onder voorbehoud van de bepalingen van de Belgische wetgeving betreffende de verrekening van in het buitenland betaalde belastingen met de Belgische belasting wordt, indien een inwoner van België inkomsten verkrijgt die deel uitmaken van zijn samengetelde inkomen dat aan de Belgische belasting is onderworpen en die bestaan uit interest of uit royalty's, de op die inkomsten geheven Chileense belasting in mindering gebracht van de Belgische belasting op die inkomsten.d) Indien verliezen, geleden door een onderneming die door een inwoner van België met behulp van een in Chili gelegen vaste inrichting wordt gedreven, voor de belastingheffing van die onderneming in België volgens de Belgische wetgeving werkelijk in mindering van de winst van die onderneming zijn gebracht, is de vrijstelling ingevolge subparagraaf a) in België niet van toepassing op de winst van andere belastbare tijdperken die aan die inrichting kan worden toegerekend, in zoverre als deze winst ook in Chili door de verrekening van die verliezen van belasting is vrijgesteld. HOOFDSTUK VI. - Bijzondere bepalingen Artikel 24 Non-discriminatie 1. Onderdanen van een overeenkomstsluitende Staat worden in de andere overeenkomstsluitende Staat niet onderworpen aan enige belastingheffing of daarmede verband houdende verplichting, die anders of zwaarder is dan de belastingheffing en daarmede verband houdende verplichtingen waaraan onderdanen van die andere Staat onder gelijke omstandigheden, inzonderheid met betrekking tot de woonplaats, zijn of kunnen worden onderworpen.Niettegenstaande de bepalingen van artikel 1 is deze bepaling ook van toepassing op natuurlijke personen die geen inwoner zijn van een overeenkomstsluitende Staat of van beide overeenkomstsluitende Staten. 2. De belastingheffing van een vaste inrichting die een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat in de andere overeenkomstsluitende Staat heeft, is in die andere Staat niet ongunstiger dan de belastingheffing van ondernemingen van die andere Staat die dezelfde werkzaamheden uitoefenen.Deze bepaling mag niet aldus worden uitgelegd dat zij een overeenkomstsluitende Staat verplicht aan inwoners van de andere overeenkomstsluitende Staat bij de belastingheffing de persoonlijke aftrekken, tegemoetkomingen en verminderingen uit hoofde van de gezinstoestand of gezinslasten te verlenen die hij aan zijn eigen inwoners verleent. 3. Behalve indien de bepalingen van artikel 9, paragraaf 1, artikel 11, paragraaf 6, of artikel 12, paragraaf 6, van toepassing zijn, worden interest, royalty's en andere uitgaven die door een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat aan een inwoner van de andere overeenkomstsluitende Staat worden betaald, bij het bepalen van de belastbare winst van die onderneming op dezelfde voorwaarden in mindering gebracht als wanneer zij aan een inwoner van de eerstbedoelde Staat zouden zijn betaald.Schulden van een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat tegenover een inwoner van de andere overeenkomstsluitende Staat worden, bij het bepalen van het belastbare vermogen van die onderneming, eveneens op dezelfde voorwaarden in mindering gebracht, alsof die schulden tegenover een inwoner van de eerstbedoelde Staat zouden zijn aangegaan. 4. Vennootschappen die inwoner zijn van een overeenkomstsluitende Staat en waarvan het kapitaal geheel of ten dele, onmiddellijk of middellijk, in het bezit is van, of wordt beheerst door één of meer inwoners van de andere overeenkomstsluitende Staat, worden in de eerstbedoelde Staat niet aan enige belastingheffing of daarmede verband houdende verplichting onderworpen die anders of zwaarder is dan de belastingheffing en daarmede verband houdende verplichtingen waaraan vennootschappen die inwoner zijn van de eerstbedoelde Staat, zijn of kunnen worden onderworpen.5. De bepalingen van deze Overeenkomst doen geen afbreuk aan het recht van Chili om een inwoner van België ter zake van de winst die kan worden toegerekend aan een in Chili gelegen vaste inrichting, te onderwerpen aan de Belasting van eerste categorie (First Category Tax) alsmede B wanneer het gaat om winst die vanuit de vaste inrichting werd overgemaakt aan de inwoner van België B aan de Aanvullende belasting (Additional Tax), op voorwaarde dat de Belasting van eerste categorie in mindering mag worden gebracht bij het berekenen van de Aanvullende belasting.6. De bepalingen van dit artikel zijn van toepassing op de in deze Overeenkomst bedoelde belastingen. Artikel 25 Regeling voor onderling overleg 1. Indien een persoon van oordeel is dat de maatregelen van een overeenkomstsluitende Staat of van beide overeenkomstsluitende Staten voor hem leiden of zullen leiden tot een belastingheffing die niet in overeenstemming is met de bepalingen van deze Overeenkomst, kan hij, onverminderd de rechtsmiddelen waarin het interne recht van die Staten voorziet, zijn geval voorleggen aan de bevoegde autoriteit van de overeenkomstsluitende Staat waarvan hij inwoner is, of indien zijn geval onder artikel 24, paragraaf 1, ressorteert, aan die van de overeenkomstsluitende Staat waarvan hij de nationaliteit bezit.Het geval moet worden voorgelegd binnen drie jaar nadat de maatregel die een belastingheffing ten gevolge heeft die niet in overeenstemming is met de bepalingen van de Overeenkomst, voor het eerst te zijner kennis is gebracht. 2. De bevoegde autoriteit tracht, indien het bezwaar haar gegrond voorkomt en indien zij niet zelf in staat is tot een bevredigende oplossing ervan te komen, de aangelegenheid in onderlinge overeenstemming met de bevoegde autoriteit van de andere overeenkomstsluitende Staat te regelen, teneinde een belastingheffing die niet in overeenstemming is met de Overeenkomst te vermijden.3. De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten trachten moeilijkheden of twijfelpunten die mochten rijzen met betrekking tot de interpretatie of de toepassing van de Overeenkomst door middel van de regeling voor onderling overleg op te lossen.4. De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten kunnen zich rechtstreeks met elkaar in verbinding stellen voor de toepassing van de Overeenkomst.5. Voor de toepassing van artikel XXII (Overleg), paragraaf 3, van de Algemene Overeenkomst betreffende de Handel in Diensten, komen de overeenkomstsluitende Staten overeen dat, niettegenstaande de bepalingen van die paragraaf, elk geschil tussen hen betreffende de vraag of een maatregel binnen de werkingssfeer van deze Overeenkomst valt, alleen mits toestemming van beide overeenkomstsluitende Staten voor de Raad voor de Handel in Diensten mag worden gebracht, zoals bepaald in die paragraaf.Elke twijfel inzake de interpretatie van deze paragraaf moet worden opgelost overeenkomstig paragraaf 3 van dit artikel of, indien overeenkomstig die regeling geen overeenstemming kan worden bereikt, volgens enige andere procedure waarover de beide overeenkomstsluitende Staten overeenstemming hebben bereikt.

Artikel 26 Uitwisseling van inlichtingen 1. De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten wisselen de inlichtingen uit waarvan verwacht kan worden dat ze relevant zijn om uitvoering te geven aan de bepalingen van deze Overeenkomst of van de nationale wetgeving van de overeenkomstsluitende Staten met betrekking tot de belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is, voor zover de heffing van die belastingen niet in strijd is met de Overeenkomst.De uitwisseling van inlichtingen wordt niet beperkt door artikel 1. De inlichtingen die een overeenkomstsluitende Staat verkrijgt worden op dezelfde wijze geheim gehouden als de inlichtingen die onder de nationale wetgeving van die Staat zijn verkregen en worden alleen ter kennis gebracht van personen of autoriteiten (daaronder begrepen rechterlijke instanties en administratieve lichamen) die betrokken zijn bij de vestiging of invordering van de door die Staat opgelegde belastingen, bij de tenuitvoerlegging of vervolging ter zake van die belastingen of bij de beslissing in beroepszaken die betrekking hebben op die belastingen.

Deze personen of autoriteiten gebruiken deze inlichtingen slechts voor die doeleinden. Zij mogen van deze inlichtingen melding maken tijdens openbare rechtszittingen of in rechterlijke beslissingen. 2. In geen geval mogen de bepalingen van paragraaf 1 aldus worden uitgelegd dat zij een overeenkomstsluitende Staat de verplichting opleggen : a) administratieve maatregelen te nemen die afwijken van de wetgeving en de administratieve praktijk van die of van de andere overeenkomstsluitende Staat;b) inlichtingen te verstrekken die niet verkrijgbaar zijn volgens de wetgeving of in de normale gang van de administratieve werkzaamheden van die of van de andere overeenkomstsluitende Staat;c) inlichtingen te verstrekken die een handels-, bedrijfs-, nijverheids- of beroepsgeheim of een handelswerkwijze zouden onthullen, dan wel inlichtingen waarvan het verstrekken in strijd zou zijn met de openbare orde. Artikel 27 Leden van diplomatieke zendingen en van consulaire posten De bepalingen van deze Overeenkomst tasten in geen enkel opzicht de fiscale voorrechten aan die leden van diplomatieke zendingen of van consulaire posten ontlenen aan de algemene regels van het volkenrecht of aan de bepalingen van bijzondere overeenkomsten.

Artikel 28 Diverse bepalingen 1. Inzake gemeenschappelijke beleggingsrekeningen of -fondsen (zoals bijvoorbeeld het bestaande « Foreign Capital Investment Fund, Law N° 18.657 ») die onderworpen zijn aan een belasting op overmakingen naar het buitenland (« remittance tax ») en die moeten beheerd worden door een inwoner van Chili, mogen de bepalingen van deze Overeenkomst niet aldus worden uitgelegd dat ze het recht van Chili beperken belasting te heffen van overmakingen vanuit die rekeningen of fondsen naar het buitenland, die betrekking hebben op investeringen in goederen die in Chili gelegen zijn. 2. De bepalingen van deze Overeenkomst doen in geen enkel opzicht afbreuk aan de toepassing van de bestaande bepalingen van de Chileense wetgeving DL 600 (« Foreign Investment Statute ») zoals die van kracht zijn op de datum van ondertekening van deze Overeenkomst en zoals ze eventueel kunnen gewijzigd worden zonder dat het algemene beginsel ervan wordt aangetast.3. Bijdragen die door of namens een natuurlijke persoon, die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat of die tijdelijk in die Staat verblijft, in de loop van een jaar en ter zake van tijdens dat jaar bewezen diensten worden betaald aan een pensioenplan dat in de andere overeenkomstsluitende Staat erkend is voor de toepassing van de belastingen, worden, gedurende een tijdvak dat een totaal van 60 maanden niet te boven gaat, voor de belastingheffing in de eerstbedoelde Staat op dezelfde wijze behandeld als bijdragen die worden betaald aan een pensioenplan dat in de eerstbedoelde Staat erkend is voor de toepassing van de belastingen indien : a) die natuurlijke persoon gedurende een tijdvak dat eindigt onmiddellijk vóór hij inwoner werd van, of tijdelijk verbleef in, de eerstbedoelde Staat, op regelmatige basis bijdragen betaalde aan het pensioenplan;en b) de bevoegde autoriteit van eerstbedoelde Staat het ermee eens is dat het pensioenplan in hoofdzaak overeenstemt met een pensioenplan dat door die Staat erkend is voor de toepassing van de belastingen. Voor de toepassing van deze paragraaf omvat de uitdrukking « pensioenplan » een pensioenplan dat in het kader van het socialezekerheidsstelsel in een overeenkomstsluitende Staat werd opgericht. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen Artikel 29 Inwerkingtreding 1. Elk van de overeenkomstsluitende Staten zal de andere overeenkomstsluitende Staat langs diplomatieke weg in kennis stellen van de voltooiing van de procedures die door de wet voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst is vereist.Deze Overeenkomst zal in werking treden op de datum van de laatste van deze kennisgevingen. 2. De bepalingen van deze Overeenkomst zullen van toepassing zijn : a) in Chili : (i) op belastingen op inkomsten die verkregen zijn en op bedragen die betaald zijn, op een rekening bijgeschreven zijn, ter beschikking gesteld zijn of als uitgave geboekt zijn op of na 1 januari van het kalenderjaar dat onmiddellijk volgt op dat waarin de Overeenkomst in werking is getreden;en (ii) wat belastingen naar het vermogen betreft, op belasting die wordt geheven van vermogen dat in het bezit is op of na 1 januari in het kalenderjaar dat onmiddellijk volgt op de datum waarop die belasting werd ingevoerd, indien en in zoverre als die belasting door Chili zal geheven worden na de datum van ondertekening van deze Overeenkomst; en b) in België : (i) op de bij de bron verschuldigde belastingen op inkomsten die zijn toegekend of betaalbaar gesteld op of na 1 januari van het kalenderjaar dat onmiddellijk volgt op dat waarin deze Overeenkomst in werking is getreden; (ii) op de andere belastingen geheven naar inkomsten van belastbare tijdperken die aanvangen op of na 1 januari van het kalenderjaar dat onmiddellijk volgt op dat waarin deze Overeenkomst in werking is getreden; (iii) op belastingen naar het vermogen geheven van vermogensbestanddelen die bestaan op of na 1 januari van het kalenderjaar dat onmiddellijk volgt op dat waarin deze Overeenkomst in werking is getreden.

Artikel 30 Beëindiging 1. Deze Overeenkomst blijft voor onbepaalde duur van kracht, maar op of vóór 30 juni van elk kalenderjaar vanaf het vijfde jaar dat volgt op het jaar waarin de Overeenkomst in werking is getreden kan elke overeenkomstsluitende Staat de andere overeenkomstsluitende Staat langs diplomatieke weg schriftelijk kennisgeven van de beëindiging.2. De bepalingen van deze Overeenkomst houden op van toepassing te zijn : a) in Chili : op belastingen op inkomsten die verkregen zijn en op bedragen die betaald zijn, op een rekening bijgeschreven zijn, ter beschikking gesteld zijn of als uitgave geboekt zijn, of op vermogen dat in het bezit is op of na 1 januari van het kalenderjaar dat onmiddellijk volgt op dat waarin de kennisgeving van de beëindiging is gedaan;en b) in België : (i) op de bij de bron verschuldigde belastingen op inkomsten die zijn toegekend of betaalbaar gesteld vanaf 1 januari van het kalenderjaar dat onmiddellijk volgt op dat waarin de kennisgeving van de beëindiging is gedaan; (ii) op de andere belastingen geheven naar inkomsten van belastbare tijdperken die aanvangen op of na 1 januari van het kalenderjaar dat onmiddellijk volgt op dat waarin de kennisgeving van de beëindiging is gedaan; (iii) op belastingen naar het vermogen geheven van bestanddelen van het vermogen die bestaan op of na 1 januari van het kalenderjaar dat onmiddellijk volgt op dat waarin de kennisgeving van de beëindiging is gedaan.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gevolmachtigd, deze Overeenkomst hebben ondertekend.

GEDAAN in tweevoud te Brussel, op 6 december 2007, in de Spaanse, Franse, Nederlandse en Engelse taal, zijnde de vier teksten gelijkelijk authentiek. In geval van verschil tussen de teksten is de Engelse tekst beslissend.

Protocol bij de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Chili tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen Bij de ondertekening van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Chili tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, zijn de ondertekenaars overeengekomen dat de volgende bepalingen een integrerend deel van de Overeenkomst vormen. 1. Overwegende dat het voornaamste doel van de Overeenkomst bestaat in het vermijden van internationale dubbele belasting, plegen de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten onderling overleg om specifieke wijzigingen aan te bevelen die in de Overeenkomst moeten worden aangebracht wanneer de bepalingen van de Overeenkomst op zulkdanige wijze worden gebruikt dat ze voordelen verschaffen die niet beoogd of gepland waren.De overeenkomstsluitende Staten gaan akkoord om elk van dergelijke aanbevelingen spoedig te onderzoeken en te bespreken, teneinde de Overeenkomst te wijzigen waar nodig. 2. Met betrekking tot artikel 3, paragraaf 1, d) : Er is overeengekomen dat, voor de toepassing van de Overeenkomst, een persoon een vennootschap is wanneer die persoon wordt behandeld als een rechtspersoon voor de belastingheffing in de overeenkomstsluitende Staat waarvan hij inwoner is.3. Met betrekking tot artikel 5, paragraaf 3 : Om te voorkomen dat er misbruik wordt gemaakt van artikel 5, paragraaf 3, wordt, wanneer een onderneming die werkzaamheden uitoefent die in die paragraaf worden besproken, verbonden is met een andere onderneming (niet zijnde een onderneming uit de overeenkomstsluitende Staat waar de werkzaamheden worden uitgeoefend), de gezamenlijke duur van de werkzaamheden van beide ondernemingen in aanmerking genomen om de in deze paragraaf vastgelegde duur van de werkzaamheden te bepalen, behalve voor zover die werkzaamheden tegelijkertijd worden uitgeoefend.Een onderneming wordt beschouwd als zijnde verbonden met een andere onderneming wanneer de ene onderneming onmiddellijk of middellijk wordt beheerst door de andere of wanneer beide ondernemingen onmiddellijk of middellijk worden beheerst door een derde persoon of door derde personen. 4. Met betrekking tot artikel 5, paragraaf 6 : Er is overeengekomen dat, indien de commerciële of financiële voorwaarden die worden overeengekomen of opgelegd tussen de makelaar of de vertegenwoordiger en de onderneming afwijken van die welke zouden worden overeengekomen tussen onafhankelijke personen, die makelaar of die vertegenwoordiger niet zal beschouwd worden als zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger zoals die wordt omschreven in artikel 5, paragraaf 6.5. Met betrekking tot artikel 7, paragrafen 1 en 2 : Wanneer een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat in de andere overeenkomstsluitende Staat goederen verkoopt of een nijverheids- of handelsbedrijf uitoefent met behulp van een aldaar gevestigde vaste inrichting, wordt, om meer zekerheid te hebben bij de toepassing van artikel 7, paragrafen 1 en 2, de winst van die vaste inrichting niet bepaald op basis van het gehele bedrag dat de onderneming ontvangt maar enkel op basis van dat deel van de inkomsten van de onderneming dat kan worden toegerekend aan de werkzaamheden van de vaste inrichting met betrekking tot die verkopen of dat nijverheids- of handelsbedrijf. In het bijzonder in het geval van contracten inzake de studie in verband met, de levering, de vestiging of de bouw van nijverheids-, handels- of wetenschappelijke uitrusting of lokalen, of van openbare werken, wordt, wanneer de onderneming een vaste inrichting heeft, de aan die vaste inrichting toe te rekenen winst niet bepaald op basis van het gehele bedrag van het contract maar op basis van dat deel van het contract dat door de vaste inrichting daadwerkelijk wordt uitgevoerd in de overeenkomstsluitende Staat waar zij gevestigd is. De winst die betrekking heeft op het deel van het contract dat niet wordt uitgevoerd door, of toegerekend aan, de vaste inrichting, wordt niet belast door de overeenkomstsluitende Staat waar die vaste inrichting gevestigd is. Het is algemeen aanvaard dat de overeenkomstsluitende Staten vrij zijn om gebruik te maken van elke methode waarover zij beschikken voor het bestrijden van het ontgaan van belastingen. 6. Met betrekking tot artikel 7, paragraaf 3 : Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 24, paragrafen 2 en 3, is er overeengekomen dat de bepalingen van artikel 7, paragraaf 3 enkel van toepassing zijn indien de kosten aftrekbaar zijn volgens de bepalingen van de belastingwetten van de overeenkomstsluitende Staat waar de vaste inrichting gelegen is.7. Met betrekking tot artikel 10, paragraaf 2 en artikel 24, paragraaf 5 : Wat de toepassing van de Aanvullende belasting (Additional Tax) op grond van de wetgeving van Chili betreft is overeengekomen dat : (i) indien de Belastingen van eerste categorie (First Category Tax) niet meer volledig verrekend kunnen worden bij het bepalen van het te betalen bedrag van de Aanvullende belasting;of (ii) indien het opgelegde tarief van de Aanvullende belasting voor inwoners van België meer dan 42 percent bedraagt; de overeenkomstsluitende Staten met elkaar overleg zullen plegen teneinde de Overeenkomst in die zin te wijzigen dat het evenwicht van de voordelen van de Overeenkomst hersteld wordt. 8. Met betrekking tot artikel 11, paragraaf 2 en artikel 12, paragraaf 2 : Er is overeengekomen dat - indien er na de datum waarop deze Overeenkomst werd ondertekend enig akkoord of enige overeenkomst tussen Chili en een lidstaat van de Organisatie voor Europese Samenwerking en Ontwikkeling in werking treedt waarin wordt bepaald dat Chili belastingvrijstelling verleent voor interest of royalty's (hetzij algemeen, hetzij voor welomschreven soorten interest of royalty's) die afkomstig zijn uit Chili, of dat de belasting die in Chili van die interest of royalty's wordt geheven (hetzij algemeen, hetzij voor welomschreven soorten interest of royalty's) beperkt wordt tot een tarief dat lager is dan datgene dat is bepaald in artikel 11, paragraaf 2 of in artikel 12, paragraaf 2 van de Overeenkomst B die vrijstelling of dat lager tarief automatisch zal gelden voor interest of royalty's (hetzij algemeen, hetzij voor welomschreven soorten interest of royalty's) die afkomstig zijn uit Chili en waarvan de uiteindelijk gerechtigde een inwoner van België is en voor interest of royalty's die afkomstig zijn uit België en waarvan de uiteindelijk gerechtigde een inwoner van Chili is en dit onder dezelfde voorwaarden als waren die vrijstelling of dat lagere tarief in die paragrafen opgenomen.De bevoegde autoriteit van Chili stelt de bevoegde autoriteit van België onverwijld in kennis van het feit dat de voorwaarden voor de toepassing van deze paragraaf vervuld zijn. 9. Met betrekking tot artikel 12, paragraaf 3 : Wanneer men bij de toepassing van artikel 12, paragraaf 3 te maken krijgt met vergoedingen die zowel voor know-how als voor het leveren van technische bijstand werden betaald, is het bij een gemengd contract in principe aangewezen om, op grond van de informatie die in het contract vervat is of door middel van een redelijke verdeling, het volledige bedrag van de vastgelegde vergoeding om te delen over de verschillende contractueel vastgelegde onderdelen en dan op elk aldus bepaald deel van de vergoeding het geschikte belastingstelsel toe te passen.Indien het voornaamste doel van het contract evenwel uit één van die contractueel vastgelegde onderdelen bestaat en de andere onderdelen slechts bijkomstig en beduidend minder belangrijk zijn, zou het belastingstelsel dat wordt toegepast op het belangrijkste onderdeel van het contract over het algemeen ook moeten worden toegepast op het gehele bedrag van de vergoeding. 10. Met betrekking tot artikel 15, paragraaf 1 : Er is overeengekomen dat een dienstbetrekking wordt uitgeoefend in de plaats waar de werknemer fysiek aanwezig is tijdens het uitoefenen van de werkzaamheden waarvoor de inkomsten uit een dienstbetrekking worden betaald.11. Met betrekking tot artikel 21 : Wanneer beloningen die een in artikel 16 vermelde persoon die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat verkrijgt van een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat ter zake van de uitoefening van dagelijkse werkzaamheden van leidinggevende of van technische, commerciële of financiële aard en beloningen die een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat verkrijgt ter zake van zijn dagelijkse werkzaamheid als vennoot in een vennootschap, niet zijnde een vennootschap op aandelen, die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, niet behandeld worden in artikel 14, 15 of 16, mogen die beloningen niet overeenkomstig de bepalingen van artikel 21, maar overeenkomstig de bepalingen van artikel 15 worden belast, alsof het ging om beloningen die een werknemer ter zake van een dienstbetrekking verkrijgt en alsof de werkgever de vennootschap was.12. Met betrekking tot artikel 25 : De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten bereiken een akkoord over de administratieve maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van de bepalingen van de Overeenkomst en met name over de bewijsstukken die de inwoners van elke overeenkomstsluitende Staat moeten overleggen om in de andere Staat de bij de Overeenkomst bepaalde belastingvrijstellingen of Bverminderingen te verkrijgen.13. Met betrekking tot artikel 26 : Er is overeengekomen dat, indien een overeenkomstsluitende Staat om inlichtingen verzoekt volgens artikel 26, de andere overeenkomstsluitende Staat de inlichtingen waarop de aanvraag betrekking heeft op dezelfde manier inwint alsof het om zijn eigen belastingheffing ging, zelfs al heeft die andere Staat op dat tijdstip die inlichtingen niet nodig. TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gevolmachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.

GEDAAN in tweevoud te Brussel, op 6 december 2007, in de Spaanse, Franse, Nederlandse en Engelse taal, zijnde de vier teksten gelijkelijk authentiek. In geval van verschil tussen de teksten is de Engelse tekst beslissend.

^