gepubliceerd op 30 november 2022
Wet houdende diverse bepalingen inzake responsabilisering van de werkgevers inzake invaliditeit en inzake alternatieve financiering van de sociale zekerheid
20 NOVEMBER 2022. - Wet houdende diverse bepalingen inzake responsabilisering van de werkgevers inzake invaliditeit en inzake alternatieve financiering van de sociale zekerheid (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Responsabiliseringsbijdrage van de werkgevers inzake invaliditeit
Art. 2.In artikel 140 van de programmawet van 27 december 2021Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 27/12/2021 pub. 31/12/2021 numac 2021043625 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, worden tussen het tweede en het derde lid twee leden ingevoegd, luidende: "De responsabiliseringsbijdrage is verschuldigd wanneer bij de werkgever in de refertekwartalen minstens drie werknemers in invaliditeit zijn getreden. De Koning kan, bij in Ministerraad overlegd besluit, het aantal tijdens de refertekwartalen in invaliditeit getreden werknemers, verhogen of verlagen.
In afwijking van het eerste lid, zijn van deze bijdrage vrijgesteld de werkgevers van de beschutte werkplaatsen en de maatwerkbedrijven behorende tot het paritair comité voor de beschutte werkplaatsen, de sociale werkplaatsen en de maatwerkbedrijven."
Art. 3.Artikel 142 van dezelfde wet, wordt vervangen als volgt: " § 1. De verhouding van de instroom van werknemers in invaliditeit ten opzichte van ondernemingen behorende tot dezelfde activiteitensector in kwartaal Q wordt bepaald aan de hand van de eerste vier cijfers van de NACE-classificatie van economische activiteit voor wat betreft de hoofdactiviteit van de werkgever, wanneer en voor zover er met ten minste tien werkgevers met dezelfde eerste vier cijfers van de NACE-classificatie kan worden vergeleken.
Indien de bepaling aan de hand van dezelfde eerste vier cijfers van de NACE-classificatie minder dan tien vergelijkingspunten oplevert, wordt de in het eerste lid bedoelde verhouding bepaald ten opzichte van ten minste tien werkgevers aan de hand van de eerste drie cijfers van de NACE-classificatie voor wat betreft de hoofdactiviteit van de werkgever.
Indien de bepaling aan de hand van dezelfde eerste drie cijfers van de NACE-classificatie minder dan tien vergelijkingspunten oplevert, wordt de in het eerste lid bedoelde verhouding bepaald ten opzichte van ten minste tien werkgevers aan de hand van de eerste twee cijfers van de NACE-classificatie voor wat betreft de hoofdactiviteit van de werkgever.
Indien de bepaling aan de hand van dezelfde eerste twee cijfers van de NACE-classificatie minder dan tien vergelijkingspunten oplevert, wordt, in afwijking van artikel 140, tweede lid, voor het bepalen van de bovenmaatse instroom in invaliditeit, geen rekening gehouden met de verhouding van de instroom van werknemers in invaliditeit ten opzichte van ondernemingen behorende tot dezelfde activiteitensector. In voorkomend geval, wordt de bovenmaatse instroom in invaliditeit enkel bepaald ten opzichte van de ondernemingen in de algemene private sector. § 2. Voor het bepalen van de verhouding van de instroom van werknemers in invaliditeit ten opzichte van ondernemingen in de algemene private sector in kwartaal Q, wordt rekening gehouden met alle werkgevers die onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. § 3. Voor het bepalen van de bovenmaatse instroom in invaliditeit en van het aantal in invaliditeit getreden werknemers wordt geen rekening gehouden met werknemers die op de datum van aanvang van de invaliditeit beschikken over de toelating tot werkhervatting bedoeld in artikel 100, § 2, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. § 4. Voor het bepalen van de totale tewerkstelling bij de werkgever gedurende de met de refertekwartalen overeenstemmende kwartalen van het voorafgaande kalenderjaar wordt rekening gehouden met het aantal voltijdse equivalente werknemers tewerkgesteld bij de werkgever gedurende deze kwartalen die op de laatste dag van kwartaal Q-4 ten minste drie achtereenvolgende jaren zonder onderbreking bij de betreffende werkgever tewerkgesteld zijn. Eén voltijds equivalente werknemer komt overeen met de voltijdse tewerkstelling van één werknemer gedurende de betreffende kwartalen waarbij de aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aangegeven dagen normale werkelijke arbeid, de dagen wettelijke vakantie, de dagen bijkomende vakantie, de dagen vakantie krachtens algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst en de dagen tijdelijke werkloosheid in rekening worden gebracht. § 5. De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de criteria en de nadere regels voor de vaststelling van de bovenmaatse instroom van werknemers in invaliditeit nader bepalen, met inbegrip van de factoren "X" en "Y" bedoeld in artikel 140, tweede lid.".
Art. 4.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022.
Dit hoofdstuk is van toepassing op de periodes van invaliditeit die aanvangen vanaf 1 januari 2022. HOOFDSTUK 3. - Financiering van de sociale zekerheid Alternatieve financiering
Art. 5.In artikel 118 van de programmawet van 27 december 2021Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 27/12/2021 pub. 31/12/2021 numac 2021043625 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, gewijzigd bij de wet van 28 maart 2022, wordt het eerste lid vervangen als volgt: "In afwijking van artikel 6 van de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/04/2017 pub. 28/04/2017 numac 2017202167 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende hervorming van de fianciering van de sociale zekerheid sluiten houdende hervorming van de financiering van de sociale zekerheid, worden de bedragen van de alternatieve financiering voor het stelsel van de werknemers voor het jaar 2022 vastgesteld op 7.215.827,48 duizend euro, afgenomen van het nettobedrag van de geïnde btw en 3.395.089,52 duizend euro afgenomen op het nettobedrag van de geïnde roerende voorheffing.".
Art. 6.In artikel 6 van de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/04/2017 pub. 28/04/2017 numac 2017202167 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende hervorming van de fianciering van de sociale zekerheid sluiten houdende hervorming van de financiering van de sociale zekerheid, gewijzigd bij de wet van 28 maart 2022 wordt paragraaf 4 vervangen als volgt: " § 4. Vanaf 2023 worden de percentages in dit artikel dermate vastgesteld dat de bedragen van de alternatieve financieringen bedoeld in artikelen 2, § 1, en 3, § 1, een bijkomend bedrag van 193.200 duizend euro omvatten, zijnde het bedrag van de minderontvangsten door de wijzigingen aan de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid.".
Art. 7.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 april 2022. HOOFDSTUK 4. - Fonds voor bestaanszekerheid
Art. 8.In artikel 147, § 1, van de programmawet van 27 december 2021Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 27/12/2021 pub. 31/12/2021 numac 2021043625 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, worden de woorden "artikel 131" vervangen door de woorden "artikel 143".
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 20 november 2022.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken: 55-K2927/5 Integraal Verslag: 10.11.2022