gepubliceerd op 11 juli 2023
Programmawet
4 JULI 2023. - Programmawet (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt: Titel I. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Titel 2. - Sociale Zaken Hoofdstuk 1. - Verlenging maatregelen "personeelsschaarste in de zorgsector"
Art. 2.In artikel 21 van de wet van 20 november 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/11/2022 pub. 30/11/2022 numac 2022034119 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake responsabilisering van de werkgevers inzake invaliditeit en inzake alternatieve financiering van de sociale zekerheid type wet prom. 20/11/2022 pub. 30/11/2022 numac 2022034191 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale en financiële bepalingen sluiten houdende maatregelen aangaande de personeelsschaarste in de zorgsector, gewijzigd bij de wet van 26 december 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, worden de woorden "31 maart 2023" vervangen door de woorden "30 september 2023"; 2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende: "In afwijking van het eerste lid, treden de artikelen 3, 6 en 10 tot en met 18, buiten werking op 31 maart 2023."; 3° in het vroegere tweede lid, dat het derde lid wordt, worden de woorden "31 maart 2023" vervangen door de woorden "30 september 2023";4° het vroegere vierde lid wordt opgeheven.
Art. 3.Artikel 2 heeft uitwerking met ingang van 31 maart 2023.
Hoofdstuk 2. - Financiering van de sociale zekerheid - Alternatieve financiering - Zelfstandigen 2023 - Afwijkingen op de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/04/2017 pub. 28/04/2017 numac 2017202167 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende hervorming van de fianciering van de sociale zekerheid sluiten houdende hervorming van de financiering van de sociale zekerheid
Art. 4.In artikel 173 van de programmawet (I) van 26 december 2022 worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt: "In afwijking van artikel 13 van de wet van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/04/2017 pub. 28/04/2017 numac 2017202167 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende hervorming van de fianciering van de sociale zekerheid sluiten houdende hervorming van de financiering van de sociale zekerheid, worden de bedragen van de alternatieve financiering voor het stelsel van de zelfstandigen voor het jaar 2023 vastgesteld op 1.686.075 duizend euro, voorafgenomen van het nettobedrag van de geïnde BTW en 799.534 duizend euro voorafgenomen van het nettobedrag van de geïnde roerende voorheffing."; 2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art. 5.Artikel 4 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2023.
Titel 3. - Maatschappelijke integratie Enig hoofdstuk. - Wijziging van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
Art. 6.In artikel 5, § 2ter, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, ingevoegd bij de wet van 21 november 2016 en vervangen bij de wet van 18 mei 2022 tot bevordering van de integratie van de begunstigden van het tijdelijk beschermingsstatuut, worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "3 maart 2024" worden vervangen door de woorden "30 september 2023"; 2° een tweede lid wordt ingevoegd luidend als volgt: "Vanaf 1 oktober 2023 is een bijkomende toelage van 10 % op het bedrag van de financiële maatschappelijke dienstverlening ten laste genomen door de Staat overeenkomstig artikel 11, § 2, verschuldigd aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn voor elke persoon die financiële maatschappelijke dienstverlening ontvangt in de hoedanigheid van begunstigde van de tijdelijke bescherming in de zin van titel II, hoofdstuk IIbis (artikelen 57/29 tot en met 57/36) van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wanneer er een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie bestaat in de zin van artikel 2 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.".
Titel 4. - Werk Hoofdstuk 1. - Inleidende bepaling
Art. 7.Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: 1° "tijdelijke werkloosheid wegens overmacht crisis": de tijdelijke werkloosheid ingevolge de COVID-19-pandemie, de overstromingen in de zomer van 2021, of het conflict in Oekraïne voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2022;2° "tewerkstelling": de tewerkstelling bedoeld in artikel 2, 1°, van het koninklijk besluit van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003012302 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 , betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen sluiten tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002, betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen. Hoofdstuk 2. - Bepalingen tot toekenning van een toelage aan de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie voor het jaar 2023 ter compensatie van de kost van de gelijkstelling van de perioden van de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht crisis voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2022 in het stelsel van de jaarlijkse vakantie van de arbeiders
Art. 8.Een toelage die in de begroting van de FOD Sociale Zekerheid is opgenomen, wordt aan de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie toegekend voor het jaar 2023 ter compensatie van de kost van de gelijkstelling van de perioden van de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht crisis.
Het bedrag van deze toelage wordt vastgesteld op 32.894.355 euro.
Art. 9.Het in artikel 8 bedoelde bedrag wordt uiterlijk op 1 augustus 2023 aan de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie betaald.
Art. 10.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2023.
Hoofdstuk 3. - Compensatie van de werkgeverskost van de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht crisis voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2022 voor de jaarlijkse vakantie voor de bedienden
Art. 11.Dit hoofdstuk is van toepassing op de werkgevers die in het eerste of tweede kwartaal 2022 werknemers, bedoeld in titel III van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, tewerkstellen.
Art. 12.§ 1. Tijdens het derde kwartaal 2023 heeft iedere werkgever, bedoeld in artikel 11, recht op een compensatie ten bedrage van een percentage van een globaal bedrag van 12.417.863 euro ter compensatie van de kost van de gelijkstelling van 1 januari 2022 tot 30 juni 2022 van de perioden van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht crisis voor de jaarlijkse vakantie in het stelsel van de jaarlijkse vakantie van de bedienden.
Dit percentage wordt berekend op basis van de gelijkgestelde dagen van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht crisis, die zijn aangegeven in de multifunctionele kwartaalaangifte bedoeld in artikel 21 van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, van het eerste en tweede kwartaal 2022 voor de werknemers, bedoeld in artikel 11.
Deze compensatie wordt berekend en toegekend door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Hiertoe wordt een prestatiebreuk berekend per tewerkstelling in de multifunctionele kwartaalaangifte en, in voorkomend geval, worden de verschillende prestatiebreuken opgeteld tot een globale prestatiebreuk van de werknemer.
De prestatiebreuk wordt als volgt berekend: 1° voor de tewerkstelling die in de multifunctionele kwartaalaangifte uitsluitend in dagen wordt aangegeven: X/ (13 x D), waarbij: X = het aantal dagen in de multifunctionele kwartaalaangifte aangegeven onder de code voor gelijkgestelde prestaties van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht crisis; D = het aantal dagen per week van het arbeidsstelsel; 2° voor de tewerkstelling die in de multifunctionele kwartaalaangifte in dagen en uren wordt aangegeven: Z/(13 x U), waarbij: Z = het aantal uren in de multifunctionele kwartaalaangifte aangegeven onder de code voor gelijkgestelde prestaties van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht crisis; U = het gemiddeld aantal uren per week van de referentiewerknemer.
De prestatiebreuk per tewerkstelling wordt afgerond op twee cijfers na de komma, waarbij 0,005 naar boven wordt afgerond.
De globale prestatiebreuk van een werknemer in de multifunctionele kwartaalaangifte is hoogstens gelijk aan 1.
In geval van overschrijding wordt het resultaat tot 1 herleid. § 2. Voor de toekenning van de compensatie wordt voor iedere werkgever een gemiddeld percentage berekend op basis van de globale prestatiebreuken van zijn werknemers in het eerste en tweede kwartaal 2022. Dit gemiddeld percentage wordt afgerond op twee cijfers na de komma, waarbij 0,005 naar boven wordt afgerond. De werkgevers voor wie het gemiddeld percentage kleiner is dan 41 ontvangen geen compensatie.
De werkgevers voor wie het gemiddeld percentage groter dan of gelijk is aan 41 en kleiner dan 51 ontvangen een compensatie van 100 %. § 3. De compensatie (C) van iedere werkgever wordt berekend als volgt: C = (A/T) * E, waarbij: A = per werkgever het resultaat van het compensatiepercentage zoals bepaald in paragraaf 2, vermenigvuldigd met de som van de globale prestatiebreuken bepaald in paragraaf 1, samengeteld voor het eerste en tweede kwartaal 2022. Dit resultaat wordt afgerond op twee cijfers na de komma, waarbij 0,005 naar boven wordt afgerond;
T = de som van alle resultaten (A) van alle werkgevers bedoeld in artikel 8;
E = het bedrag bedoeld in paragraaf 1, eerste lid. § 4. Voor de werkgever bedoeld in paragraaf 1, brengt de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid het bedrag van de toegekende compensatie in mindering van de aan de voormelde Rijksdienst verschuldigde bedragen voor het derde kwartaal van 2023. De werkgever kan het ongebruikte krediet overdragen naar de oudste schulden overeenkomstig artikel 25 van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, of naar de volgende kwartalen zolang bijdragen verschuldigd zijn, of om terugbetaling verzoeken.
Art. 13.Dit hoofdstuk treedt in werking de dag waarop deze wet wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Titel 5. - Ontwikkelingssamenwerking Enig hoofdstuk. - Deelname van België aan de kapitaalsverhoging van de West-Afrikaanse Ontwikkelingsbank
Art. 14.België schrijft in op 227 nieuwe aandelen van categorie B ter waarde van elk vijftig miljoen CFA (50.000.000) hetzij een totaalbedrag van elf miljard driehonderdvijftig miljoen (11.350.000.000) CFA 18.500.000 USD) van het maatschappelijk kapitaal van de West-Afrikaanse ontwikkelingsbank waarvan 40 % moet worden vrijgegeven, overeenkomstig de resolutie van 30 december 2022 van de Raad van ministers van de West-Afrikaanse Monetaire Unie - WAMU met betrekking tot de algemene kapitaalsverhoging 2022.
Art. 15.Een bedrag van 7.400.000 (zeven miljoen vierhonderdduizend) USD komt ten laste van de vastleggingskredieten ingeschreven op de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2023, afdeling 14 - FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamen-werking Organische afdeling 54, activiteiten-programma 33, basisallocatie 84.23.06.
Dit bedrag wordt in 2023 vastgelegd en in 5 schijven uitbetaald over de periode 2023 - 2027: 1e schijf: 1.480.000 USD 2e schijf: 1.480.000 USD 3e schijf: 1.480.000 USD 4e schijf: 1.480.000 USD 5e schijf: 1.480.000 USD. Titel 6. - Mobiliteit Enig hoofdstuk. - Fonds betreffende de maritieme en mariene handhaving
Art. 16.De aard van de toegestane uitgaven van het fonds betreffende de maritieme en mariene handhaving in rubriek 33 - Mobiliteit en Vervoer van de tabel gevoegd bij de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van de begrotingsfondsen, punt 13 "Benaming van het organiek begrotingsfonds: Fonds betreffende de maritieme en mariene handhaving", aangevuld door de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/10/2022 pub. 26/10/2022 numac 2022041930 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van het Belgisch Scheepvaartwetboek betreffende de maritieme beveiliging sluiten, wordt aangevuld met de bepaling onder 4°, luidende: "4° subsidies aan internationale, buitenlandse en nationale organisaties betrokken bij de handhaving van het Belgisch Scheepvaartwetboek en de scheepvaartwetten bedoeld in artikel 2 de wet van 25 december 2016 tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten.".
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands Zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 4 juli 2023.
FILIP Van Koningswege : De Eerste Minister, A. DE CROO De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Zelfstandigen, D. CLARINVAL De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE De Minister van Justitie en Noordzee, V. VAN QUICKENBORNE De Minister van Maatschappelijke Integratie, K. LALIEUX De Minister van Ontwikkelingssamenwerking, C. GENNEZ De Staatssecretaris voor Begroting, A. BERTRAND Met 's Lands Zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 55 3372 Integraal verslag : 29 juni 2023.