Etaamb.openjustice.be
Wet van 20 juli 2015
gepubliceerd op 24 augustus 2015

Wet houdende de omzetting van de richtlijn 2012/28/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2015011331
pub.
24/08/2015
prom.
20/07/2015
ELI
eli/wet/2015/07/20/2015011331/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

20 JULI 2015. - Wet houdende de omzetting van de richtlijn 2012/28/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Verweesde werken

Art. 2.Dit hoofdstuk voorziet in de omzetting van richtlijn 2012/28/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken.

Art. 3.Artikel I.13 van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014011266 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek VII "Betalings- en kredietdiensten" in het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van de definities eigen aan boek VII en van de straffen voor de inbreuken op boek VII, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht en houdende diverse andere bepalingen type wet prom. 19/04/2014 pub. 12/06/2014 numac 2014011298 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek sluiten, wordt aangevuld met een bepaling onder 8°, luidende : "8° Harmonisatiebureau voor de interne markt : Harmonisatiebureau voor de interne markt ingesteld door artikel 2 van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het Gemeenschapsmerk.".

Art. 4.Artikel XI.164 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014011266 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek VII "Betalings- en kredietdiensten" in het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van de definities eigen aan boek VII en van de straffen voor de inbreuken op boek VII, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht en houdende diverse andere bepalingen type wet prom. 19/04/2014 pub. 12/06/2014 numac 2014011298 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek sluiten, wordt vervangen als volgt : "Art. XI.164. Deze titel voorziet in de omzetting van volgende richtlijnen : 1° richtlijn 93/83/EEG van de Raad van 27 september 1993 tot coördinatie van bepaalde voorschriften betreffende het auteursrecht en naburige rechten op het gebied van de satellietomroep en de doorgifte via de kabel;2° richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken;3° richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij;4° richtlijn 2001/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende het volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk;5° richtlijn 2006/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom;6° richtlijn 2006/116/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de beschermingstermijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten; 7° richtlijn 2012/28/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken.".

Art. 5.In artikel XI.168, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014011266 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek VII "Betalings- en kredietdiensten" in het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van de definities eigen aan boek VII en van de straffen voor de inbreuken op boek VII, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht en houdende diverse andere bepalingen type wet prom. 19/04/2014 pub. 12/06/2014 numac 2014011298 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek sluiten, worden de woorden ", en onverminderd artikel XI.245/1, § 2," ingevoegd tussen de woorden "Wanneer het auteursrecht onverdeeld is" en de woorden "wordt de uitoefening ervan bij overeenkomst geregeld".

Art. 6.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel XI.192/1 ingevoegd, luidende : "Art. XI.192/1. De voor het publiek toegankelijke bibliotheken, onderwijsinstellingen en musea, alsook archieven, instellingen voor cinematografisch- of geluidserfgoed en publieke omroeporganisaties, die in de lidstaten van de Europese Unie en van de Europese Economische Ruimte gevestigd zijn, om taken van openbaar belang te vervullen, hebben de toestemming de in hun verzamelingen voorkomende verweesde werken op een van de volgende wijzen en onder de voorwaarden bepaald in art. XI.245/5, te gebruiken : a) beschikbaarstelling voor het publiek van het verweesde werk in de zin van artikel XI.165, § 1, vierde lid; b) de reproductie in de zin van artikel XI.165, § 1, eerste lid, met als doel het digitaliseren, beschikbaar stellen, indexeren, catalogiseren, behouden of restaureren.".

Art. 7.Artikel XI.193 van hetzelfde Wetboek ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014011266 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek VII "Betalings- en kredietdiensten" in het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van de definities eigen aan boek VII en van de straffen voor de inbreuken op boek VII, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht en houdende diverse andere bepalingen type wet prom. 19/04/2014 pub. 12/06/2014 numac 2014011298 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek sluiten, wordt vervangen als volgt : "Art. XI.193. De bepalingen van de artikelen XI.189, XI.190, XI.191, XI.192, § § 1 en 3 en XI.192/1 zijn van dwingend recht.".

Art. 8.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel XI.218/1 ingevoegd, luidende : "Art. XI.218/1. De voor het publiek toegankelijke bibliotheken, onderwijsinstellingen en musea, alsook archieven, instellingen voor cinematografisch- of geluidserfgoed en publieke omroeporganisaties, die in de lidstaten van de Europese Unie en van de Europese Economische Ruimte gevestigd zijn, om taken van openbaar belang te vervullen, hebben de toestemming om de in hun verzamelingen voorkomende verweesde werken op een van de volgende wijzen en onder de voorwaarden bepaald in art. XI.245/5, te gebruiken : a) beschikbaarstelling voor het publiek van het verweesde werk in de zin van de artikelen XI.205, § 1, derde lid, XI.209, § 1, vierde lid en XI.215, § 1, eerste lid, d); b) de reproductie in de zin van de artikelen XI.205, § 1, eerste lid, XI.209, § 1, eerste lid en XI.215, § 1, eerste lid, b) met als doel het digitaliseren, beschikbaar stellen, indexeren, catalogiseren, behouden of restaureren.".

Art. 9.Artikel XI.219 van hetzelfde Wetboek ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014011266 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek VII "Betalings- en kredietdiensten" in het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van de definities eigen aan boek VII en van de straffen voor de inbreuken op boek VII, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht en houdende diverse andere bepalingen type wet prom. 19/04/2014 pub. 12/06/2014 numac 2014011298 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek sluiten, wordt vervangen als volgt : "Art. XI.219. De bepalingen van de artikelen XI.217, XI.218 en XI.218/1, zijn van dwingend recht.".

Art. 10.In boek XI van hetzelfde Wetboek, wordt een hoofdstuk 8/1 ingevoegd, luidende : "Hoofdstuk 8/1. - Bepalingen inzake verweesde werken"

Art. 11.In hoofdstuk 8/1, ingevoegd bij artikel 10, wordt een artikel XI.245/1 ingevoegd, luidende : "Art. XI.245/1. § 1. Onder verweesd werk wordt verstaan een werk of fonogram, zoals bepaald in artikel XI.245/2, waarvan geen van de rechthebbenden is geïdentificeerd, of zelfs indien één of meer rechthebbenden wel zijn geïdentificeerd, geen ervan is opgespoord ondanks dat een zorgvuldig onderzoek naar de rechthebbenden is uitgevoerd en dat zorgvuldig onderzoek geregistreerd is overeenkomstig de artikelen XI.245/3 en XI.245/4. § 2. Een werk of fonogram, zoals bepaald in artikel XI.245/2, met meer dan één rechthebbende wordt eveneens als verweesd beschouwd indien : 1° niet alle rechthebbenden zijn geïdentificeerd of, indien zij wel zijn geïdentificeerd, niet zijn opgespoord nadat een zorgvuldig onderzoek overeenkomstig de artikelen XI.245/3 en XI.245/4 is uitgevoerd en geregistreerd; en 2° de rechthebbenden die zijn geïdentificeerd en opgespoord, met betrekking tot de rechten waarover zij beschikken, de in de artikelen XI.192/1 en XI.218/1 bedoelde instellingen en organisaties toestemming hebben verleend voor de respectievelijk onder de artikelen XI.192/1 en XI.218/1 vallende handelingen van reproductie en beschikbaarstelling voor het publiek.".

Art. 12.In hetzelfde hoofdstuk 8/1 wordt een artikel XI.245/2 ingevoegd, luidende : "Art. XI.245/2. § 1. Voor de toepassing van de artikelen XI.192/1 en XI.218/1, kunnen enkel als verweesd werk beschouwd worden : a) werken welke in de vorm van een boek, dagblad, krant, tijdschrift of ander geschrift zijn gepubliceerd en zijn opgenomen in de verzamelingen van voor het publiek toegankelijke bibliotheken, onderwijsinstellingen of musea alsook in de verzamelingen van archieven of instellingen voor cinematografisch- of geluidserfgoed;b) cinematografische of audiovisuele werken en fonogrammen welke zijn opgenomen in de verzamelingen van voor het publiek toegankelijke bibliotheken, onderwijsinstellingen of musea alsook in de verzamelingen van archieven of instellingen voor cinematografisch- of geluidserfgoed, en c) cinematografische of audiovisuele werken en fonogrammen welke tot en met 31 december 2002 door publieke omroeporganisaties zijn geproduceerd en opgenomen in hun archieven, en die door het auteursrecht of naburige rechten worden beschermd en voor het eerst in een lidstaat van de Europese Unie zijn gepubliceerd of, als ze niet zijn gepubliceerd, voor het eerst in een lidstaat van de Europese Unie zijn uitgezonden. § 2. Indien de in paragraaf 1 bedoelde werken en fonogrammen nooit gepubliceerd of uitgezonden zijn, worden zij eveneens voor de toepassing van de artikelen XI.192/1 en XI.218/1 als verweesd werk beschouwd indien zij door de in de artikelen XI.192/1 en XI.218/1 bedoelde instellingen en organisaties met toestemming van de rechthebbenden voor het publiek toegankelijk zijn gemaakt, mits redelijkerwijze mag worden aangenomen dat de rechthebbenden zich niet tegen de in de artikelen XI.192/1 en XI.218/1 bedoelde gebruikswijzen zouden verzetten. § 3. Werken en prestaties die zijn opgenomen of verwerkt zijn in, of integrerend deel uitmaken van de in paragrafen 1 en 2 bedoelde werken, zijn ook verweesde werken in de zin van de artikelen XI.192/1 en XI.218/1.".

Art. 13.In hetzelfde hoofdstuk 8/1 wordt een artikel XI.245/3 ingevoegd, luidende : "Art. XI.245/3. § 1. Om uit te kunnen maken of een werk of fonogram een verweesd werk is, zorgen de in de artikelen XI.192/1 en XI.218/1 bedoelde instellingen en organisaties ervoor dat voor elk werk of fonogram te goeder trouw, overeenkomstig artikel XI.245/4, een zorgvuldig onderzoek uitgevoerd wordt.

Het zorgvuldig onderzoek dient voorafgaand aan het gebruik van het werk of fonogram plaats te vinden.

De status van verweesd werk of fonogram wordt verworven vanaf het ogenblik dat het zorgvuldig onderzoek is uitgevoerd door de in de artikelen XI.192/1 en XI.218/1 bedoelde instellingen en organisaties en zij dit werk of fonogram als verweesd hebben geregistreerd. § 2. Een werk of fonogram dat in een lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte als een verweesd werk wordt beschouwd, wordt in België eveneens als een verweesd werk beschouwd.".

Art. 14.In hetzelfde hoofdstuk 8/1 wordt een artikel XI.245/4 ingevoegd, luidende : "Art. XI.245/4. § 1. Een zorgvuldig onderzoek, dat uitgevoerd wordt door de in de artikelen XI.192/1 en XI.218/1 bedoelde instellingen en organisaties, om uit te maken of een werk of fonogram al dan niet verweesd is, gebeurt door de geschikte bronnen voor de desbetreffende categorie van werken of fonogrammen te raadplegen.

In overleg met de representatieve organisaties van de rechthebbenden en met de representatieve organisaties van de gebruikers en overeenkomstig voorwaarden en modaliteiten die Hij vastlegt, bepaalt de Koning de bronnen die voor elke categorie van werken of fonogrammen in kwestie geschikt zijn om het zorgvuldig onderzoek uit te voeren. § 2. Het zorgvuldig onderzoek wordt uitgevoerd in de lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte waar het werk of de fonogram voor het eerst gepubliceerd is of, bij afwezigheid van publicatie, in de lidstaat van de eerste uitzending, behalve ingeval van cinematografische of audiovisuele werken waarvan de producent zijn zetel of gewone verblijfplaats in een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte heeft, in welk geval het zorgvuldig onderzoek wordt uitgevoerd in de lidstaat waar de producent zijn zetel of gewone verblijfplaats heeft.

In het in artikel XI.245/2, paragraaf 2 genoemde geval wordt het zorgvuldig onderzoek uitgevoerd in de lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte waar de instelling of organisatie is gevestigd die het werk of de fonogram met de toestemming van de rechthebbende voor het publiek toegankelijk heeft gemaakt.

Indien er aanwijzingen zijn dat er in andere landen relevante informatie over de rechthebbenden te vinden is, worden ook in die andere landen de beschikbare informatiebronnen geraadpleegd. § 3. De in de artikelen XI.192/1 en XI.218/1 bedoelde instellingen en organisaties houden de documentatie bij met betrekking tot hun zorgvuldige onderzoeken.

Zij slaan onverwijld de volgende informatie op in één voor het publiek toegankelijke onlinedatabank die overeenkomstig Verordening (EU) nr. 386/2012 door het Harmonisatiebureau voor de interne markt wordt opgericht en beheerd : a) de resultaten van het zorgvuldige onderzoek dat zij hebben verricht en die tot de conclusie hebben geleid dat een werk of fonogram als verweesd dient te worden beschouwd; b) de naam van de geïdentificeerde en opgespoorde rechthebbenden van een werk of fonogram met meer dan één rechthebbende, waarbij de geïdentificeerde en opgespoorde rechthebbende een toestemming hebben gegeven tot gebruik overeenkomstig artikel XI.245/1, § 2; c) het gebruik dat de instellingen of organisaties van de verweesde werken maken; d) elke wijziging, overeenkomstig artikel XI.245/6, van de status van verweesd werk van werken of fonogrammen die de instellingen en organisaties gebruiken; e) de relevante contactgegevens van de betrokken instelling of organisatie. § 4. De voor de verweesde werken bevoegde nationale autoriteit wordt, na raadpleging van de Gemeenschappen, door de Koning aangewezen.".

Art. 15.In hetzelfde hoofdstuk 8/1 wordt een artikel XI.245/5 ingevoegd, luidende : "Art. XI.245/5. § 1. De in de artikelen XI.192/1 en XI.218/1, bedoelde instellingen en organisaties gebruiken een verweesd werk overeenkomstig de artikelen XI.192/1 en XI.218/1 enkel om taken van openbaar belang te vervullen, in het bijzonder het behouden van, het restaureren van en het verstrekken van voor culturele en onderwijsdoeleinden bestemde toegang tot werken of fonogrammen die in hun verzameling zijn opgenomen.

De instellingen en organisaties mogen inkomsten verkrijgen uit zulke gebruikswijzen, maar uitsluitend ter vergoeding van hun kosten voor de digitalisering van verweesde werken en de beschikbaarstelling voor het publiek ervan. § 2. De instellingen en organisaties bedoeld in de artikelen XI.192/1 en XI.218/1, vermelden bij elk gebruik van een verweesd werk de naam van de geïdentificeerde auteurs en andere rechthebbenden.".

Art. 16.In hetzelfde hoofdstuk 8/1 wordt een artikel XI.245/6 ingevoegd, luidende : "Art. XI.245/6. Een rechthebbende heeft te allen tijde de mogelijkheid om de status van een als verweesd beschouwd werk te beëindigen.

Het eerste lid is mutatis mutandis van toepassing op de rechthebbenden bepaald in artikel XI.245/1, paragraaf 2.".

Art. 17.In hetzelfde hoofdstuk 8/1 wordt een artikel XI.245/7 ingevoegd, luidende : "Art. XI.245/7. Wanneer de auteurs, de uitvoerende kunstenaars, de producenten en de omroeporganisaties de status van verweesd werk beëindigen, hebben zij recht op een vergoeding voor het gebruik dat de in de artikelen XI.192/1 en XI.218/1 bedoelde instellingen en organisaties overeenkomstig de artikelen XI.192/1 en XI.218/1 van dergelijke werken en fonogrammen hebben gemaakt.

De vergoeding wordt betaald door de instellingen en organisaties bedoeld in de artikelen XI.192/1 en XI.218/1.

De Koning bepaalt de berekeningswijze van de vergoeding voor het gebruik van verweesde werken, de modaliteiten van inning, verdeling en toezicht van de vergoeding, evenals het tijdstip waarop deze verschuldigd is.

De Koning kan, op de door Hem gestelde voorwaarden en nadere regels, een of meer vennootschappen die alleen of gezamenlijk representatief zijn voor alle vennootschappen die de rechten beheren, belasten met de inning en de verdeling van de vergoeding voor het gebruik van verweesde werken.

De Koning kan tevens de verdeelsleutel van de vergoeding vaststellen, tussen de categorieën van rechthebbenden enerzijds, en tussen de categorieën van werken anderzijds. In dit geval is de verdeelsleutel van dwingend recht.

Het deel van de vergoeding bedoeld in het eerste lid, waarop de auteurs en de uitvoerende kunstenaars recht hebben, is onoverdraagbaar.". HOOFDSTUK 3. - Overgangsbepalingen

Art. 18.Deze wet is van toepassing op alle werken en prestaties bedoeld in artikel XI.245/2 die op 29 oktober 2014 of daarna door de wet worden beschermd en niet tot het openbaar domein behoren.

Art. 19.Deze wet doet geen afbreuk aan de rechten verkregen op grond van de wet of van rechtshandelingen, noch aan exploitatiehandelingen verricht voor de inwerkingtreding ervan.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 20 juli 2015.

FILIP Van Koningswege : De minister van Economie, K. PEETERS De minister van Digitale Agenda, A. DE CROO Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers : (www.dekamer.be) Stukken : 54-1151 (2014/2015) Integraal verslag : 8 en 9 juli 2015.

^