Etaamb.openjustice.be
Wet van 20 december 2024
gepubliceerd op 14 januari 2025

Wet tot omzetting van Richtlijn 2021/2167 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2021 inzake kredietservicers en kredietkopers en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU (1)

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2025000096
pub.
14/01/2025
prom.
20/12/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 DECEMBER 2024. - Wet tot omzetting van Richtlijn (EU) 2021/2167 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2021 inzake kredietservicers en kredietkopers en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt: TITEL 1. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Deze wet voorziet in de omzetting van Richtlijn (EU) 2021/2167 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2021 inzake kredietservicers en kredietkopers en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU.

Art. 3.Deze wet definieert de regeling die van toepassing is op: 1° de kredietservicers naar Belgisch recht en de kredietservicers naar buitenlands recht die actief zijn in België, met betrekking tot de rechten van een schuldeiser krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst, of met betrekking tot de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, die is gesloten door een in de Europese Unie gevestigde kredietinstelling, die namens een kredietkoper optreden;2° de kredietkopers naar Belgisch recht met betrekking tot de rechten van een schuldeiser krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst, of met betrekking tot de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, die is gesloten door een in de Europese Unie gevestigde kredietinstelling.

Art. 4.§ 1. Deze wet is van toepassing op: 1° de kredietservicers naar Belgisch recht en de kredietservicers naar buitenlands recht die actief zijn in België, en die namens een kredietkoper optreden met betrekking tot de rechten van een schuldeiser krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst, of met betrekking tot de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, die is gesloten door een in de Europese Unie gevestigde kredietinstelling overeenkomstig het toepasselijke Europees Unierecht en nationale recht;2° de kredietkopers: a) naar Belgisch recht met betrekking tot de rechten van een schuldeiser krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst, of met betrekking tot de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, die is gesloten door een in de Europese Unie gevestigde kredietinstelling overeenkomstig het toepasselijke Europees Unierecht en nationale recht;b) die niet in de Europese Unie wonen, of die hun statutaire zetel of, indien zij op grond van hun nationale recht geen statutaire zetel hebben, hun hoofdkantoor niet in de Europese Unie hebben, voor zover de maatschappelijke zetel van de in artikel 21 bedoelde vertegenwoordiger in België gelegen is;3° de kredietinstellingen naar Belgisch recht die voornemens zijn om met een kredietkoper een contract te sluiten tot overdracht van de rechten van de schuldeiser krachtens de niet-renderende kredietovereenkomst, of tot overdracht van die niet-renderende kredietovereenkomst zelf. § 2. Wat de kredietovereenkomsten betreft die onder haar toepassing vallen, is deze wet van toepassing onverminderd de wettelijke en reglementaire bepalingen van het Belgische of het Europees Unierecht die de overdracht beheersen van de rechten van de schuldeiser krachtens een kredietovereenkomst, of van de kredietovereenkomst zelf, of die de bescherming van de consumenten en de kredietnemers garanderen, met name krachtens de Verordeningen (EG) nr. 593/2008 en (EU) nr. 1215/2012 en het Wetboek van economisch recht. § 3. Deze wet is niet van toepassing op: 1° het servicen van de rechten van een schuldeiser krachtens een kredietovereenkomst, of van de kredietovereenkomst zelf, door: a) een in de Europese Unie gevestigde kredietinstelling;b) een beheerder van een alternatieve instelling voor collectieve belegging die over een vergunning beschikt of een notificatie heeft gedaan overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr.1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010, een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging, of een beleggingsvennootschap die geen beheervennootschap heeft aangesteld, die over een vergunning beschikt overeenkomstig Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's); c) een kredietgever;2° het servicen van de rechten van een schuldeiser krachtens een kredietovereenkomst, of van de kredietovereenkomst zelf, die niet is gesloten door een in de Europese Unie gevestigde kredietinstelling, behalve wanneer de rechten van de schuldeiser krachtens de kredietovereenkomst, of de kredietovereenkomst zelf, worden vervangen door een kredietovereenkomst die door een dergelijke kredietinstelling is afgesloten;3° de aankoop van de rechten van een schuldeiser krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst, of van de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, door een in de Europese Unie gevestigde kredietinstelling;4° de overdracht van de rechten van een schuldeiser krachtens een kredietovereenkomst, of van de kredietovereenkomst zelf, vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet;5° het servicen van de rechten van de schuldeisers krachtens een kredietovereenkomst, of van de kredietovereenkomst zelf, door de advocaten, ministeriële ambtenaren of gerechtelijke mandatarissen in de uitoefening van hun beroep of ambt. § 4. Deze wet doet geen afbreuk aan mogelijke andere wettelijke beperkingen voor de overdracht van de rechten van een schuldeiser krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst, of van de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, die niet achterstallig is of minder dan 90 dagen achterstallig is, dan wel niet is beëindigd overeenkomstig het nationaal burgerlijk recht. § 5. Deze wet doet geen afbreuk aan mogelijke andere wettelijke vereisten voor de servicing van de rechten van een schuldeiser krachtens een kredietovereenkomst of van de kredietovereenkomst zelf, indien de kredietkoper een special purpose entity voor securitisatiedoeleinden is in de zin van artikel 2, punt 2), van Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot vaststelling van een algemeen kader voor securitisatie en tot instelling van een specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG en 2011/61/EU en de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 648/2012, op voorwaarde dat die andere wettelijke vereisten geen afbreuk doen aan het door deze wet geboden niveau van consumentenbescherming en waarborgen dat de FSMA de nodige informatie van kredietservicers ontvangt.

Art. 5.Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder: 1° kredietinstelling: een kredietinstelling in de zin van artikel 4, lid 1, punt 1), van Verordening (EU) nr.575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012; 2° schuldeiser: een kredietinstelling die een krediet heeft verleend, of een kredietkoper;3° kredietnemer: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een kredietovereenkomst heeft gesloten met een kredietinstelling, met inbegrip van zijn rechtsopvolger of rechtverkrijgende;4° kredietovereenkomst: een overeenkomst zoals oorspronkelijk afgesloten, gewijzigd of vervangen, waarbij een kredietinstelling een krediet verleent in de vorm van een uitgestelde betaling, een lening of een andere soortgelijke financieringsregeling;5° kredietservicingovereenkomst: een schriftelijk contract gesloten tussen een kredietkoper en een kredietservicer betreffende de door de kredietservicer namens de kredietkoper te verrichten diensten;6° kredietkoper: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die geen kredietinstelling is, en die de rechten van een schuldeiser krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst, of de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, koopt in het kader van de uitoefening van zijn handels-, bedrijfs- of beroepsactiviteiten, overeenkomstig de toepasselijke wettelijke of reglementaire bepalingen van het Belgisch recht en het toepasselijke Europees Unierecht;7° kredietservicingaanbieder: een derde partij waarop een kredietservicer een beroep doet om een van de kredietservicingactiviteiten uit te voeren;8° kredietservicer: een rechtspersoon die, in het kader van zijn bedrijfsactiviteiten, namens een kredietkoper de rechten en verplichtingen met betrekking tot de rechten van een schuldeiser krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst, of met betrekking tot de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, beheert en de nakoming ervan afdwingt, en die ten minste één of meer kredietservicingactiviteiten verricht;9° kredietgever: een kredietgever die geen kredietinstelling is, en die is onderworpen aan het toezicht door een bevoegde nationale autoriteit van een lidstaat overeenkomstig artikel 20 van Richtlijn 2008/48/EG of artikel 35 van Richtlijn 2014/17/EU bij het uitvoeren van activiteiten in die lidstaat;10° kredietservicingactiviteiten: een of meer van de volgende activiteiten: a) het innen en invorderen, overeenkomstig de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen, van verschuldigde betalingen van de kredietnemer in verband met de rechten van een schuldeiser krachtens een kredietovereenkomst, of in verband met de kredietovereenkomst zelf; b) het opnieuw onderhandelen met de kredietnemer, overeenkomstig de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen, over alle voorwaarden met betrekking tot de rechten van een schuldeiser krachtens een kredietovereenkomst, of met betrekking tot de kredietovereenkomst zelf, in overeenstemming met de door de kredietkoper gegeven instructies, indien de kredietservicer geen kredietbemiddelaar is in de zin van artikel I.9, 35°, van het Wetboek van economisch recht; c) het beheren van alle klachten met betrekking tot de rechten van een schuldeiser krachtens een kredietovereenkomst, of met betrekking tot de kredietovereenkomst zelf;d) het in kennis stellen van de kredietnemer van alle wijzigingen in rentevoeten, kosten of alle verschuldigde betalingen in verband met de rechten van een schuldeiser krachtens een kredietovereenkomst, of in verband met de kredietovereenkomst zelf;11° lidstaat van herkomst: (i) met betrekking tot een kredietservicer, de lidstaat waar zijn statutaire zetel is gevestigd, of, indien hij op grond van zijn nationale recht geen statutaire zetel heeft, de lidstaat waar zijn hoofdkantoor is gevestigd;of, (ii) met betrekking tot een kredietkoper, de lidstaat waar de kredietkoper of zijn vertegenwoordiger woont, of waar zijn statutaire zetel is gevestigd, of, indien hij op grond van zijn nationale recht geen statutaire zetel heeft, de lidstaat waar zijn hoofdkantoor is gevestigd; 12° lidstaat van ontvangst: de lidstaat, die niet de lidstaat van herkomst is, waar de kredietservicer een bijkantoor heeft of kredietservicingactiviteiten verricht, en in ieder geval waar de kredietnemer woont, of waar zijn statutaire zetel is gevestigd, of, indien hij op grond van zijn nationale recht geen statutaire zetel heeft, de lidstaat waar zijn hoofdkantoor is gevestigd; 13° consument: een natuurlijk persoon als bedoeld in artikel I.1, eerste lid, 2°, van het Wetboek van economisch recht; 14° niet-renderende kredietovereenkomst: een kredietovereenkomst die als een niet-renderende blootstelling is aangemerkt overeenkomstig artikel 47bis van Verordening (EU) nr.575/2013; 15° Richtlijn (EU) 2021/2167: Richtlijn (EU) 2021/2167 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2021 inzake kredietservicers en kredietkopers en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU;16° Verordening (EG) nr.593/2008: Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I); 17° Verordening (EU) nr.1215/2012: Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken; 18° Richtlijn 2008/48/EG: Richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 87/102/EEG van de Raad;19° Richtlijn 2014/17/ U: Richtlijn 2014/17/ U van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr.1093/2010; 20° Verordening (EU) 2016/679: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);21° Verordening (EU) nr.575/2013: Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012.

TITEL 2. - Kredietservicers

HOOFDSTUK 1. - Kredietservicers naar Belgisch recht

Art. 6.De kredietservicers naar Belgisch recht moeten, voor zij hun activiteiten aanvangen, een vergunning verkrijgen van de FSMA.

Art. 7.§ 1. De FSMA verleent de vergunning als aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1° de aanvrager is een andere vennootschap met rechtspersoonlijkheid dan een sociale onderneming, waarvan de zetel in België is gevestigd;2° de zaakvoerders, de bestuurders, de leden van de directieraad en van de raad van toezicht, alsook de personen belast met het dagelijks bestuur van de aanvrager beschikken permanent over de voldoende professionele betrouwbaarheid die nodig is voor de uitoefening van hun functie;3° de zaakvoerders, de bestuurders, de leden van de directieraad en van de raad van toezicht, alsook de personen belast met het dagelijks bestuur van de aanvrager beschikken samen over de passende deskundigheid voor de uitoefening van hun functie;4° de personen die een gekwalificeerde deelneming in de aanvrager hebben in de zin van artikel 4, lid 1, punt 36), van Verordening (EU) nr.575/2013, staan als voldoende betrouwbaar bekend doordat zij voldoen aan de vereisten die worden genoemd in het tweede lid, a) en d); 5° de aanvrager beschikt over robuuste governanceregelingen en adequate internecontrolemechanismen, waaronder accounting- en risisobeheerprocedures, die de inachtneming van de rechten van de kredietnemer en de naleving van de wettelijke en reglementaire bepalingen die van toepassing zijn op de rechten van een schuldeiser krachtens een kredietovereenkomst, of op de kredietovereenkomst zelf, alsook de naleving van Verordening (EU) 2016/679 waarborgen;6° de aanvrager voert een passend beleid dat de naleving van de regels inzake de bescherming, en de eerlijke en zorgvuldige behandeling van de kredietnemers waarborgt, door onder meer rekening te houden met hun financiële situatie, en door kredietnemers, in voorkomend geval, naar schuldadviesdiensten of sociale diensten te verwijzen;7° onverminderd de verplichtingen met betrekking tot de behandeling van klachten op grond van het Wetboek van economisch recht, beschikt de aanvrager over effectieve, transparante, passende en specifieke interne procedures die de registratie en behandeling van klachten van kredietnemers waarborgen.De behandeling van klachten van kredietnemers door kredietservicers is kosteloos, en de kredietservicers registreren de klachten en de genomen maatregelen om die aan te pakken.

Wat het vereiste inzake de professionele betrouwbaarheid betreft, bedoeld in het eerste lid, 2°, gelden minstens de volgende voorwaarden: a) de in het eerste lid, 2°, bedoelde personen beschikken over een blanco strafblad of enig ander nationaal equivalent ten aanzien van relevante strafbare feiten, met name in verband met eigendom, financiële diensten en activiteiten, witwassen van geld, woekerpraktijken, fraude, fiscale misdrijven, schending van het beroepsgeheim of de lichamelijke integriteit, en ten aanzien van alle andere strafbare feiten uit hoofde van het recht inzake ondernemingen, faillissement, insolventie of consumentenbescherming;b) de cumulatieve effecten van kleine voorvallen doen geen afbreuk aan de goede reputatie van de in het eerste lid, 2°, bedoelde personen;c) de in het eerste lid, 2°, bedoelde personen zijn altijd transparant, open en coöperatief geweest in hun vroegere zakelijke betrekkingen met de toezichthoudende en regelgevende autoriteiten;d) de in het eerste lid, 2°, bedoelde personen zijn niet onderworpen aan een lopende insolventieprocedure of voorheen failliet verklaard, tenzij zij overeenkomstig het voor hen geldende nationale recht zijn gerehabiliteerd. Elke kredietservicer naar Belgisch recht betaalt de FSMA een vergoeding voor de dekking van de werkingskosten. Het bedrag van die vergoeding, de gevallen waarin zij verschuldigd is, en de termijnen waarbinnen zij moet worden betaald, worden door de Koning bepaald met toepassing van artikel 56 van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. § 2. De kredietservicers voldoen te allen tijde aan de in paragraaf 1 bedoelde vergunningsvoorwaarden.

Art. 8.§ 1. Elke aanvraag van een vergunning als kredietservicer wordt aan de FSMA gericht, samen met een dossier, overeenkomstig paragraaf 2. De vergunningsaanvraag en het vergunningsdossier worden langs elektronische weg bij de FSMA ingediend, volgens de door haar bepaalde en op haar website bekendgemaakte nadere regels.

De aanvraag wordt ingediend door het bestuursorgaan van de aanvrager of door een of meer personen die daartoe zijn gemachtigd en daarbij onder de verantwoordelijkheid van het wettelijke bestuursorgaan handelen.

Elke wijziging van de vergunningsaanvraag of van de in paragraaf 2 bedoelde gegevens of documenten, of elke verdere actualisering van deze gegevens of documenten wordt aan de FSMA meegedeeld in de vorm en volgens de nadere regels bedoeld in het eerste lid. § 2. Onverminderd het recht van de FSMA om de bijkomende inlichtingen te vragen die nodig zijn voor de beoordeling van het dossier, verstrekt de aanvrager, om een rechtsgeldige aanvraag van een vergunning als kredietservicer in te dienen, de volgende gegevens en voegt hij de volgende documenten bij zijn vergunningsaanvraag: 1° zijn identificatiegegevens en een kopie van zijn oprichtingsakte en van de vennootschapsstatuten;2° de identificatiegegevens van de zaakvoerders, de bestuurders, de leden van de directieraad en van de raad van toezicht, alsook van de personen belast met het dagelijks bestuur van de aanvrager;3° de identificatiegegevens van de personen die een gekwalificeerde deelneming hebben in de zin van artikel 4, lid 1, punt 36), van Verordening (EU) nr.575/2013; 4° voor de in de bepaling onder 2° bedoelde personen: (i) een voor gereglementeerde activiteiten bestemd uittreksel uit het strafregister als bedoeld in artikel 596, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, dat niet ouder is dan drie maanden, en (ii) een toelichting die, volgens de door de FSMA bepaalde nadere regels, aantoont dat zij over de in artikel 7, § 1, eerste lid, 2°, en tweede lid, bedoelde professionele betrouwbaarheid beschikken° ;5° voor de in de bepaling onder 3° bedoelde personen: (i) een voor gereglementeerde activiteiten bestemd uittreksel uit het strafregister als bedoeld in artikel 596, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, dat niet ouder is dan drie maanden, en (ii) een toelichting die, volgens de door de FSMA bepaalde nadere regels, aantoont dat zij over de in artikel 7, § 1, eerste lid, 4°, bedoelde professionele betrouwbaarheid beschikken;6° een toelichting die, volgens de door de FSMA bepaalde nadere regels, aantoont dat de zaakvoerders, de bestuurders, de leden van de directieraad en van de raad van toezicht, alsook de personen belast met het dagelijks bestuur van de aanvrager, samen beschikken over de in artikel 7, § 1, eerste lid, 3°, bedoelde passende deskundigheid voor de uitoefening van hun functie;7° het bewijs van de in artikel 7, § 1, eerste lid, 5°, bedoelde governanceregelingen en internecontrolemechanismen;8° het bewijs van het in artikel 7, § 1, eerste lid, 6°, bedoelde beleid;9° het bewijs van de in artikel 7, § 1, eerste lid, 7°, bedoelde interne procedures;10° eventuele uitbestedingsovereenkomsten als bedoeld in artikel 15. Voor de toepassing van deze paragraaf wordt onder identificatiegegevens verstaan: a) voor natuurlijke personen die in het Belgische rijksregister zijn ingeschreven: naam, voornamen, adres van de woonplaats, rijksregisternummer;b) voor natuurlijke personen die niet in het Belgische rijksregister zijn ingeschreven: naam, voornamen, geboorteplaats en -datum, adres van de woonplaats;c) voor rechtspersonen: het ondernemingsnummer voor de ondernemingen naar Belgisch recht, de rechtsvorm, de maatschappelijke benaming, het nationaal recht van de rechtspersoon, het adres van de statutaire zetel of, indien deze rechtspersoon volgens zijn nationaal recht geen statutaire zetel heeft, het adres waar zijn hoofdkantoor is gevestigd. § 3. De FSMA beoordeelt binnen vijfenveertig dagen na ontvangst van de vergunningsaanvraag of de aanvraag volledig is. § 4. De FSMA weigert een vergunning te verlenen wanneer de aanvrager niet aan de voorwaarden van deze wet voldoet.

Binnen negentig dagen na de ontvangst van een volledige aanvraag, of als de aanvraag onvolledig wordt geacht, na de ontvangst van de vereiste informatie, deelt de FSMA aan de aanvrager mee of de vergunning wordt verleend of geweigerd met een ter post aangetekende brief.

Art. 9.De FSMA stelt een lijst op van de overeenkomstig artikel 7 vergunde kredietservicers en houdt die bij.

De in het eerste lid bedoelde lijst omvat ook de kredietservicers van een andere lidstaat die in België kredietservicingactiviteiten mogen uitvoeren krachtens artikel 11, en vermeldt voor elke kredietservicer zijn lidstaat van herkomst.

De FSMA publiceert de in het eerste lid bedoelde lijst op haar website en actualiseert ze geregeld.

Art. 10.1. Wanneer een kredietservicer een vergunning heeft gekregen van de FSMA met toepassing van deze wet, en hij voornemens is diensten te verrichten in een lidstaat van ontvangst, verstrekt hij de FSMA de volgende informatie: 1° de lidstaat van ontvangst waar de kredietservicer voornemens is diensten te verrichten en, indien de kredietservicer reeds over die informatie beschikt, de lidstaat waar het krediet is verleend, indien die verschilt van de lidstaat van ontvangst en van België;2° in voorkomend geval, het adres van het in de lidstaat van ontvangst gevestigde bijkantoor van de kredietservicer;3° in voorkomend geval, de identiteit en het adres van de kredietservicingaanbieder in de lidstaat van ontvangst;4° de identiteit van de personen die verantwoordelijk zijn voor het beheer van het verrichten van kredietservicingactiviteiten in de lidstaat van ontvangst;5° in voorkomend geval, details van de maatregelen die zijn genomen om de interne procedures, governanceregelingen en internecontrolemechanismen van de kredietservicer aan te passen om de naleving van het recht te garanderen dat van toepassing is op de rechten van een schuldeiser krachtens een kredietovereenkomst, of op de kredietovereenkomst zelf;6° in voorkomend geval, een beschrijving van de vastgestelde procedure om te voldoen aan de regels ter bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, waarbij kredietservicers in het nationale recht van de lidstaat van ontvangst tot omzetting van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr.648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie worden aangewezen als meldingsplichtige entiteiten voor het voorkomen en bestrijden van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme; 7° dat de kredietservicer over passende middelen beschikt om in de taal van de lidstaat van ontvangst of in de taal van de kredietovereenkomst te communiceren;8° of de kredietservicer al dan niet over een vergunning beschikt om gelden van kredietnemers te ontvangen en aan te houden. § 2. De FSMA deelt alle in paragraaf 1 bedoelde informatie binnen vijfenveertig dagen na ontvangst ervan mee aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst, die de ontvangst ervan onverwijld bevestigen. De FSMA stelt de kredietservicer vervolgens in kennis van de datum waarop de informatie aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst is meegedeeld, alsook van de datum waarop die bevoegde autoriteiten de ontvangst van de informatie hebben bevestigd. De FSMA deelt ook alle in paragraaf 1 bedoelde informatie mee aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar het krediet is verleend, indien die verschilt van de lidstaat van ontvangst en van België. § 3. De kredietservicer stelt de FSMA in kennis van eventuele latere wijzigingen van de informatie die overeenkomstig paragraaf 1 moet worden medegedeeld. In dat geval wordt de in paragraaf 2 bedoelde procedure toegepast.

HOOFDSTUK 2. - Buitenlandse kredietservicers

Art. 11.§ 1. Een kredietservicer die, overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Richtlijn (EU) 2021/2167, in zijn lidstaat van herkomst een vergunning heeft verkregen, heeft het recht de onder die vergunning vallende diensten in België te verrichten.

Het is de in het eerste lid bedoelde kredietservicers niet toegestaan om in België gelden van kredietnemers te ontvangen en aan te houden. § 2. De kredietservicer mag in België diensten beginnen te verrichten vanaf het eerste van de volgende tijdstippen: 1° de ontvangst van de mededeling van de FSMA waarbij zij de ontvangst van de in artikel 13, lid 3, van de Richtlijn (EU) 2021/2167 bedoelde mededeling bevestigt;2° wanneer geen mededeling bedoeld in de bepaling onder 1° wordt ontvangen, na het verstrijken van twee maanden vanaf de datum van indiening bij de FSMA van alle informatie bedoeld in artikel 13, lid 2, van de Richtlijn (EU) 2021/2167. TITEL 3. - Verplichtingen die van toepassing zijn op de kredietservicers en de kredietkopers

Art. 12.Het is de kredietservicers verboden gelden van kredietnemers te ontvangen en aan te houden.

Art. 13.§ 1. Onverminderd de regels die op hen van toepassing zijn overeenkomstig het Wetboek van economisch recht, moeten kredietkopers en kredietservicers bij hun betrekkingen met kredietnemers: 1° te goeder trouw, eerlijk en professioneel handelen;2° aan kredietnemers informatie verstrekken die niet misleidend, onduidelijk of onjuist is;3° de persoonlijke informatie en de privacy van kredietnemers respecteren en beschermen;4° met kredietnemers communiceren op een wijze die niet als intimidatie, dwang of ongepaste beïnvloeding kan worden aangemerkt. § 2. Na elke overdracht aan een kredietkoper van de rechten van een schuldeiser krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst, of van de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, en steeds vóór de eerste inning van de schuld, maar ook telkens wanneer de kredietnemer daarom vraagt, bezorgt de kredietkoper of, wanneer die is aangewezen om kredietservicingactiviteiten uit te voeren, de in artikel 19 bedoelde entiteit, aan de kredietnemer een mededeling, op papier of op een andere duurzame drager, die ten minste het volgende bevat: 1° informatie over de overdracht die heeft plaatsgevonden, met inbegrip van de datum van de overdracht;2° de identificatie- en contactgegevens van de kredietkoper;3° de identificatie- en contactgegevens van de kredietservicer, de kredietinstelling of de kredietgever die is aangewezen om kredietservicingactiviteiten uit te voeren;4° bewijs met betrekking tot de vergunning van een kredietservicer, indien die is aangewezen;5° in voorkomend geval, de identificatie- en contactgegevens van de kredietservicingaanbieder;6° een duidelijk gepresenteerd contactpunt bij de kredietkoper of de kredietservicer, de kredietinstelling of de kredietgever die is aangewezen om kredietservicingactiviteiten uit te voeren, en, in voorkomend geval, bij de kredietservicingaanbieder, waar, indien nodig, informatie kan worden gevraagd;7° informatie over de bedragen die de kredietnemer verschuldigd is op het moment van de mededeling, met vermelding van wat verschuldigd is als kapitaal, rente, vergoedingen en andere toegestane kosten;8° een verklaring dat alle relevante wettelijke bepalingen van het Belgische en het Europees Unierecht over met name de afdwinging van de naleving van overeenkomsten, consumentenbescherming, de rechten van kredietnemers en het strafrecht van toepassing blijft;9° de naam, het adres en de contactgegevens van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de kredietnemer woont, of waar zijn statutaire zetel is gevestigd, of, indien hij op grond van zijn nationale recht geen statutaire zetel heeft, de lidstaat waar zijn hoofdkantoor is gevestigd en waar hij een klacht kan indienen. De in het eerste lid bepaalde mededeling wordt opgesteld in een duidelijke, voor het grote publiek begrijpelijke taal. § 3. De kredietkoper of, in voorkomend geval, de kredietservicer, de kredietinstelling of de kredietgever die is aangewezen om kredietservicingactiviteiten uit te voeren, neemt in alle verdere communicatie met de kredietnemer de in paragraaf 2, eerste lid, 6°, bedoelde informatie op, behalve wanneer het gaat om de eerste communicatie na de aanwijzing van een nieuwe kredietservicer, in welk geval ook de in paragraaf 2, eerste lid, 3° en 4°, bedoelde informatie wordt opgenomen. § 4. De paragrafen 2 en 3 doen geen afbreuk aan eventuele aanvullende vereisten met betrekking tot de communicatie waarin in ander toepasselijk Europees Unie- of Belgisch recht wordt voorzien.

Art. 14.§ 1. Indien een kredietkoper zelf geen kredietservicingactiviteiten uitvoert, verleent de aangewezen kredietservicer zijn diensten met betrekking tot het beheer en de afdwinging van de naleving van de rechten van een schuldeiser krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst, of van de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, op basis van een kredietservicingovereenkomst met een kredietkoper. § 2. De in paragraaf 1 bedoelde kredietservicingovereenkomst omvat: 1° een gedetailleerde beschrijving van de door de kredietservicer uit te voeren kredietservicingactiviteiten;2° het beloningsniveau van de kredietservicer of de wijze waarop zijn beloning wordt berekend;3° de mate waarin de kredietservicer de kredietkoper kan vertegenwoordigen tegenover de kredietnemer;4° een door de partijen aangegane verbintenis om het Europees Unierecht en het nationale recht na te leven dat van toepassing is op de rechten van een schuldeiser krachtens een kredietovereenkomst, of op de kredietovereenkomst zelf, ook ten aanzien van de consumenten- en gegevensbescherming;5° een clausule waarin de eerlijke en zorgvuldige behandeling van de kredietnemers wordt vereist. § 3. De in paragraaf 1 bedoelde kredietservicingovereenkomst omvat ook een vereiste dat de kredietservicer, voordat hij zijn kredietservicingactiviteiten uitbesteedt, de kredietkoper daarvan in kennis stelt. § 4. De kredietservicer bewaart de volgende bescheiden voor een periode van tien jaar na de datum waarop de in paragraaf 1 bedoelde kredietservicingovereenkomst wordt beëindigd: 1° de relevante correspondentie met de kredietkoper en de kredietnemer;2° de relevante, van de kredietkoper ontvangen instructies ten aanzien van de rechten van de schuldeiser krachtens elke niet-renderende kredietovereenkomst, of ten aanzien van de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, die hij beheert en waarvan hij de naleving afdwingt namens die kredietkoper;3° de kredietservicingovereenkomst. § 5. De kredietservicer stelt de in paragraaf 4 bedoelde bescheiden ter beschikking van de FSMA, wanneer deze daarom verzoekt.

Art. 15.§ 1. Wanneer een kredietservicer een kredietservicingaanbieder gebruikt om een kredietservicingactiviteit uit te oefenen, blijft hij volledig verantwoordelijk voor de nakoming van alle verplichtingen krachtens deze wet en het Wetboek van economisch recht. De uitbesteding van die kredietservicingactiviteiten is aan de volgende voorwaarden onderworpen: 1° tussen de kredietservicer en de kredietservicingaanbieder wordt een schriftelijke uitbestedingsovereenkomst gesloten die bepaalt dat de kredietservicingaanbieder verplicht is om de toepasselijke wettelijke bepalingen na te leven, met inbegrip van deze wet en het relevante Europees Unierecht of nationale recht dat van toepassing is op de rechten van een schuldeiser krachtens een kredietovereenkomst of op de kredietovereenkomst zelf;2° het is verboden alle kredietservicingactiviteiten tegelijkertijd uit te besteden aan een kredietservicingaanbieder;3° de contractuele relatie tussen de kredietservicer en de kredietkoper, en de verplichtingen van de kredietservicer jegens de kredietkoper of kredietnemers worden niet gewijzigd door de uitbestedingsovereenkomst met de kredietservicingaanbieder;4° de uitbesteding van sommige kredietservicingactiviteiten doet geen afbreuk aan de naleving van de in deze wet vastgestelde vergunningsvereisten door de kredietservicer;5° de uitbesteding aan de kredietservicingaanbieder verhindert niet dat de bevoegde autoriteiten overeenkomstig titel V toezicht uitoefenen op een kredietservicer;6° de kredietservicer heeft rechtstreeks toegang tot alle relevante informatie over de aan de kredietservicingaanbieder uitbestede kredietservicingactiviteiten;7° na de beëindiging van de uitbestedingsovereenkomst beschikt de kredietservicer over de vereiste deskundigheid en middelen om de uitbestede kredietservicingactiviteiten te kunnen uitoefenen. De uitbesteding van kredietservicingactiviteiten gebeurt niet op een manier die de kwaliteit van de interne controles van de kredietservicer of de soliditeit of continuïteit van zijn kredietservicingactiviteiten schaadt. § 2. Vóór de kredietservicer zijn kredietservicingactiviteiten uitbesteedt overeenkomstig paragraaf 1, stelt hij de FSMA en, in voorkomend geval, de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst daarvan in kennis. § 3. De kredietservicer bewaart bescheiden inzake relevante instructies aan de kredietservicingaanbieder, en inzake de in paragraaf 1 bedoelde uitbestedingsovereenkomst voor een periode van tien jaar na de datum waarop de kredietservicingovereenkomst wordt beëindigd. § 4. De kredietservicer en de kredietservicingaanbieder stellen de in paragraaf 3 bedoelde informatie ter beschikking van de FSMA als zij daarom verzoekt. § 5. Het is kredietservicingaanbieders niet toegestaan gelden van kredietnemers te ontvangen en aan te houden.

Art. 16.De FSMA zorgt voor de vaststelling en de bekendmaking van een procedure voor de behandeling van klachten van kredietnemers over kredietkopers, kredietservicers en kredietservicingaanbieders. Na ontvangst worden die klachten onverwijld behandeld.

TITEL 4. - Kredietkopers

Art. 17.§ 1. De kredietinstellingen naar Belgisch recht verstrekken een potentiële kredietkoper de nodige informatie met betrekking tot de rechten van de schuldeiser krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst, of tot de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, en, in voorkomend geval, de zekerheid, om de potentiële kredietkoper in staat te stellen zijn eigen beoordeling uit te voeren van de waarde van de rechten van de schuldeiser krachtens de niet-renderende kredietovereenkomst, of van de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, en de kans op inning van de waarde van die overeenkomst voordat hij een contract tot overdracht van de rechten van die schuldeiser krachtens de niet-renderende kredietovereenkomst, of van die niet-renderende kredietovereenkomst zelf, sluit, en waarborgt hierbij de bescherming van de informatie die door de kredietinstelling beschikbaar wordt gesteld, evenals de vertrouwelijkheid van de bedrijfsgegevens. § 2. De kredietinstellingen naar Belgisch recht die de rechten van een schuldeiser krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst, of de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, aan een kredietkoper overdragen, stellen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de kredietnemer woont of zijn statutaire zetel gevestigd is of, indien hij op grond van zijn nationale recht geen statutaire zetel heeft, de lidstaat waar zijn hoofdkantoor gevestigd is, tweemaal per jaar in kennis van ten minste: 1° de identificatiecode voor juridische entiteiten (legal entity identifier, LEI) van de kredietkoper of, in voorkomend geval, van zijn krachtens artikel 21 aangewezen vertegenwoordiger, of, indien een dergelijke identificatiecode niet bestaat: i) de identiteit van de kredietkoper of van de zaakvoerders, de bestuurders, de leden van de directieraad en van de raad van toezicht of van de personen belast met het dagelijks bestuur van de kredietkoper en van de personen die een gekwalificeerde deelneming in de kredietkoper hebben in de zin van artikel 4, lid 1, punt 36), van Verordening (EU) nr.575/2013; en ii) het adres van de kredietkoper of, in voorkomend geval, van zijn krachtens artikel 21 aangewezen vertegenwoordiger; 2° het totale uitstaande saldo van de rechten van de schuldeiser krachtens de niet-renderende kredietovereenkomsten, of van de niet-renderende kredietovereenkomsten, die worden overgedragen;3° het aantal en de omvang van de rechten van de schuldeiser krachtens de niet-renderende kredietovereenkomsten, of van de niet-renderende kredietovereenkomsten, die worden overgedragen;4° informatie over de vraag of de rechten van de schuldeiser krachtens de niet-renderende, met consumenten gesloten kredietovereenkomsten, of de niet-renderende, met consumenten gesloten kredietovereenkomsten zelf, onder de overdracht vallen en, in voorkomend geval, de soorten activa die voor de niet-renderende kredietovereenkomsten als zekerheid zijn gesteld. § 3. De FSMA, ingeval de kredietnemer in België woont of er zijn statutaire zetel heeft gevestigd, kan voorschrijven dat de in paragraaf 2 bedoelde kredietinstellingen de in die paragraaf bedoelde informatie op kwartaalbasis verstrekken wanneer zij dat nodig acht, ook om beter toezicht te houden op een groot aantal overdrachten die tijdens een crisisperiode kunnen plaatsvinden. § 4. Als de kredietnemer in België woont of er zijn statutaire zetel heeft gevestigd, deelt de FSMA de in de paragrafen 2 en 3 bedoelde informatie en alle andere informatie die zij nodig acht voor de uitvoering van hun functies en taken overeenkomstig Richtlijn (EU) 2021/2167 onverwijld mee aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de kredietkoper. § 5. De paragrafen 1 tot 4 worden toegepast in overeenstemming met Verordening (EU) 2016/679 en Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG.

Art. 18.§ 1. De gegevenstemplates bedoeld in artikel 16 van Richtlijn (EU) 2021/2167 worden gebruikt voor transacties in verband met kredieten die op of na 1 juli 2018 zijn verleend en die na 28 december 2021 niet-renderend worden. Voor kredieten die ontstaan tussen 1 juli 2018 en de datum van inwerkingtreding van de in artikel 16, lid 1, van Richtlijn (EU) 2021/2167 bedoelde technische uitvoeringsnormen, vullen de kredietinstellingen naar Belgisch recht de gegevenstemplate in met de informatie waarover zij reeds beschikken. § 2. De kredietinstellingen naar Belgisch recht passen de in artikel 16, lid 6, van Richtlijn (EU) 2021/2167 bedoelde technische uitvoeringsnormen ook toe op de overdracht van de rechten van een schuldeiser krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst, of van de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, aan andere kredietinstellingen. De gegevenstemplates worden door kredietinstellingen gebruikt voor het verstrekken van informatie tussen kredietinstellingen in gevallen waarin er alleen een overdracht van de rechten van een schuldeiser krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst, of van de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, is.

Art. 19.§ 1. Om kredietservicingactiviteiten te verrichten met betrekking tot de rechten van een schuldeiser krachtens een niet-renderende, met consumenten gesloten kredietovereenkomst, of tot de niet-renderende, met consumenten gesloten kredietovereenkomst zelf, wijst een kredietkoper naar Belgisch recht een van de volgende entiteiten aan: - een kredietinstelling die gevestigd is in een lidstaat van de Europese Unie; of - een kredietgever; of - een kredietservicer waaraan een vergunning is verleend in een lidstaat van de Europese Unie.

Indien een kredietkoper niet in de Europese Unie woont, of geen statutaire zetel of, indien hij op grond van zijn nationale recht geen statutaire zetel heeft, geen hoofdkantoor in de Europese Unie heeft, zorgt zijn krachtens artikel 21 aangewezen vertegenwoordiger voor de in het eerste lid bedoelde aanstelling, behalve in gevallen waarbij de vertegenwoordiger zelf een kredietinstelling, een kredietgever of een kredietservicer is als bedoeld in het eerste lid, om kredietservicingactiviteiten te verrichten ten aanzien van de rechten van een schuldeiser krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst, of ten aanzien van de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, die is gesloten met: i) natuurlijke personen, met inbegrip van consumenten en zelfstandigen; ii) micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), in de zin van artikel 2 van de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen. § 2. Een kredietkoper is bij de koop van de rechten van een schuldeiser krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst, of van de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, niet onderworpen aan meer vereisten dan die waarin deze wet voorziet.

Deze wet is van toepassing op kredietkopers, onverminderd de toepassing van de bepalingen van het consumentenrecht, contractenrecht, burgerlijk recht of strafrecht die op hen van toepassing zijn. Het relevante Europees Unie- en Belgische recht dat betrekking heeft op in het bijzonder de afdwinging van de naleving van contracten, consumentenbescherming, de rechten van kredietnemers, de herkomst van kredieten, de regels inzake bankgeheim en het strafrecht blijft van toepassing op de kredietkoper na de overdracht van de rechten van de schuldeiser krachtens de kredietovereenkomst, of van de kredietovereenkomst zelf, aan de kredietkoper. De overdracht van de rechten van de schuldeiser krachtens de kredietovereenkomst, of van de kredietovereenkomst zelf, aan de kredietkoper, laat het niveau van bescherming dat uit hoofde van het Europees Unie- en Belgische recht wordt geboden aan consumenten en andere kredietnemers, alsook de insolventieregels, onverlet, onverminderd nationale en internationale regels inzake orderbriefjes en wisselbrieven. § 3. Deze wet doet geen afbreuk aan de wettelijke bepalingen over het Register van Kredieten aan Ondernemingen en de Centrale voor Kredieten aan Particulieren. § 4. De overeenkomstig paragraaf 1 aangestelde kredietinstelling, kredietgever of kredietservicer, komt, namens de kredietkoper de verplichtingen na die op grond van paragraaf 2 en de artikelen 20 en 22 op de kredietkoper van toepassing zijn. In gevallen waar er geen aanstelling is overeenkomstig paragraaf 1, blijft de kredietkoper of zijn vertegenwoordiger onderworpen aan die verplichtingen.

Art. 20.§ 1. Wanneer de kredietkoper of, in voorkomend geval, zijn krachtens artikel 21 aangewezen vertegenwoordiger een in artikel 19, § 1, bedoelde entiteit aanwijst om kredietservicingactiviteiten te verrichten in verband met de overgedragen rechten van de schuldeiser krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst, of met de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, stelt de kredietkoper of zijn vertegenwoordiger de FSMA ten laatste op de datum waarop de kredietservicingactiviteiten beginnen in kennis van de identiteit en het adres van deze entiteit. § 2. Wanneer de kredietkoper of, in voorkomend geval, zijn krachtens artikel 21 aangewezen vertegenwoordiger een andere entiteit aanwijst dan de overeenkomstig paragraaf 1 ter kennis gebrachte entiteit, stelt hij de FSMA daarvan ten laatste op de datum van die wijziging in kennis, en vermeldt daarbij de identiteit en het adres van de nieuwe entiteit die hij heeft aangewezen voor het verrichten van kredietservicingactiviteiten met betrekking tot de overgedragen rechten van de schuldeiser krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst, of tot de niet-renderende kredietovereenkomst zelf. § 3. De FSMA deelt de overeenkomstig de paragrafen 1 en 2 ontvangen informatie zonder onnodige vertraging mee aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst, aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin het krediet is verleend en aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de nieuwe kredietservicer.

Art. 21.§ 1. Een kredietkoper die niet in de Europese Unie woont, of die geen statutaire zetel of, indien hij op grond van zijn nationale recht geen statutaire zetel heeft, geen hoofdkantoor in de Europese Unie heeft, wijst bij overdracht van de rechten van een schuldeiser krachtens een in België aangegane niet-renderende kredietovereenkomst, of van de in België aangegane niet-renderende kredietovereenkomst zelf, schriftelijk een vertegenwoordiger aan die in de Europese Unie woont, of zijn statutaire zetel of, indien hij op grond van zijn nationale recht geen statutaire zetel heeft, zijn hoofdkantoor in de Europese Unie heeft. § 2. De in paragraaf 1 bedoelde vertegenwoordiger kan door de FSMA naast of in plaats van de kredietkoper worden aangesproken over alle aangelegenheden in verband met de naleving van deze wet. Indien hij in België is gevestigd, is hij volledig verantwoordelijk voor de nakoming van de verplichtingen die deze wet aan de kredietkoper oplegt.

Art. 22.§ 1. Een kredietkoper of, in voorkomend geval, zijn krachtens artikel 21 aangewezen vertegenwoordiger die de rechten van een schuldeiser krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst, of de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, overdraagt, stelt de FSMA in kennis van de identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) van de nieuwe kredietkoper en, in voorkomend geval, van zijn krachtens artikel 21 aangewezen vertegenwoordiger, of, ingeval een dergelijke identificatiecode niet bestaat: 1° de identiteit van de nieuwe kredietkoper of, in voorkomend geval, van zijn krachtens artikel 21 aangewezen vertegenwoordiger, of, in voorkomend geval, van de zaakvoerders, de bestuurders, de leden van de directieraad en van de raad van toezicht, of de personen belast met het dagelijks bestuur van de nieuwe kredietkoper of zijn vertegenwoordiger en van de personen die een gekwalificeerde deelneming in de nieuwe kredietkoper of zijn vertegenwoordiger hebben in de zin van artikel 4, lid 1, punt 36), van Verordening (EU) nr. 575/2013; en 2° het adres van de nieuwe kredietkoper of, in voorkomend geval, van zijn krachtens artikel 21 aangewezen vertegenwoordiger. Daarnaast stelt de kredietkoper of zijn vertegenwoordiger de FSMA ten minste in kennis van het volgende: 1° het totale uitstaande saldo van de rechten van de schuldeiser krachtens de niet-renderende kredietovereenkomsten, of van de niet-renderende kredietovereenkomsten, die worden overgedragen;2° het aantal en de omvang van de rechten van de schuldeiser krachtens de niet-renderende kredietovereenkomsten, of van de niet-renderende kredietovereenkomsten, die worden overgedragen;3° informatie over de vraag of de rechten van een schuldeiser krachtens een niet-renderende, met consumenten gesloten kredietovereenkomst, of een niet-renderende, met consumenten gesloten kredietovereenkomst zelf, onder de overdracht vallen en, in voorkomend geval, de soorten activa die voor de niet-renderende kredietovereenkomst als zekerheid zijn gesteld. § 2. De in paragraaf 1 bedoelde informatie wordt tweemaal per jaar aan de FSMA verstrekt.

De FSMA kan voorschrijven dat kredietkopers of, in voorkomend geval, hun krachtens artikel 21 aangewezen vertegenwoordigers haar de in paragraaf 1 bedoelde informatie op kwartaalbasis verstrekken wanneer zij dat nodig acht, ook om beter toezicht te houden op een groot aantal overdrachten die tijdens een crisisperiode kunnen plaatsvinden. § 3. De FSMA geeft de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de kredietnemer woont of zijn statutaire zetel gevestigd is of, indien hij op grond van zijn nationale recht geen statutaire zetel heeft, de lidstaat waar zijn hoofdkantoor gevestigd is, en de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de nieuwe kredietkoper, zonder onnodige vertraging de overeenkomstig de paragrafen 1 en 2 ontvangen informatie door.

TITEL 5. - Toezicht door de FSMA

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Art. 23.De FSMA is belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze wet, onverminderd de bevoegdheden toegekend aan de FOD Economie overeenkomstig het Wetboek van economisch recht.

Art. 24.§ 1. Kredietservicers naar Belgisch recht en, in voorkomend geval, kredietservicingaanbieders waaraan overeenkomstig artikel 15 kredietservicingactiviteiten zijn uitbesteed, leven voortdurend de bepalingen van deze wet die op hun van toepassing zijn na. § 2. Kredietkopers naar Belgisch recht of, in voorkomend geval, hun krachtens artikel 21 aangewezen vertegenwoordiger, die in België woont of gevestigd wordt, voldoen voortdurend aan de op hen rustende verplichtingen bedoeld in artikel 13 en in titel IV. § 3. De kredietinstellingen naar Belgisch recht voldoen voortdurend aan de op hen rustende verplichtingen bedoeld in de artikelen 17 en 18.

Art. 25.De FSMA werkt samen met de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten telkens wanneer dat nodig is voor de vervulling van haar functies en taken of de uitoefening van haar bevoegdheden krachtens deze wet. De FSMA coördineert haar acties met die van de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten om mogelijke duplicatie en overlapping te voorkomen bij de toepassing van haar toezichtbevoegdheden, of wanneer ze administratieve sancties of maatregelen oplegt in grensoverschrijdende gevallen.

De FSMA verstrekt de andere bevoegde autoriteiten, op verzoek en zonder onnodige vertraging, de informatie die nodig is voor de uitoefening van hun functies en taken uit hoofde van de nationale bepalingen tot omzetting van Richtlijn (EU) 2021/2167.

HOOFDSTUK 2. - Bevoegdheden van de FSMA

Art. 26.§ 1. Om de voortdurende naleving van de in de bepalingen van deze wet neergelegde vereisten te toetsen, om mogelijke inbreuken op die vereisten te onderzoeken, om de administratieve sancties en maatregelen op te leggen bedoeld in de artikelen 27, 28 en 30, en om aan het verzoek om bijstand van de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten te voldoen, kan de FSMA: 1° zich elke informatie en elk document, in welke vorm ook, doen meedelen door de in artikel 24 bedoelde personen, de kredietnemers en enige andere natuurlijke of rechtspersoon of overheid;2° ter plaatse of elders inspecties en expertises verrichten, kennis nemen en een kopie maken van elk document, gegevensbestand en registratie, en toegang hebben tot elk informaticasysteem, bij de in artikel 24 bedoelde personen;3° de bevoegdheden uitoefenen bedoeld in de artikelen 79 tot 86 van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, volgens de nadere regels waarin die artikelen voorzien, ten aanzien van de in artikel 24 bedoelde personen. § 2. De FSMA evalueert de inachtneming door een kredietservicer van de in artikel 7, § 1, eerste lid, 5° tot 7°, vastgelegde vereisten door een op risicofactoren gebaseerde benadering toe te passen.

De FSMA bepaalt de reikwijdte van de in het eerste lid bedoelde evaluatie, gelet op de omvang, aard, schaal en complexiteit van de activiteiten van de betrokken kredietservicer.

De FSMA stelt de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst of van de lidstaat waar het krediet is verleend, indien die verschilt van België en van de lidstaat van ontvangst, op verzoek van een van die bevoegde autoriteiten, of wanneer de FSMA dat passend acht, in kennis van de resultaten van de in het eerste lid bedoelde evaluatie.

De FSMA geeft de nadere bijzonderheden over eventuele, door haar opgelegde administratieve sancties of maatregelen, altijd door aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst en, in voorkomend geval, van de lidstaat waar het krediet is verleend, indien die verschilt van België en van de lidstaat van ontvangst.

Bij de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde evaluatie wisselt de FSMA alle informatie die nodig is om haar in staat te stellen haar functies en taken uit hoofde van deze wet uit te voeren, uit met de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst, en van de lidstaat waar het krediet is verleend, indien die verschilt van België en van de lidstaat van ontvangst.

HOOFDSTUK 3. - Administratieve maatregelen en sancties

Art. 27.De FSMA trekt de krachtens artikel 7 aan een kredietservicer verleende vergunning in, ingeval deze laatste: 1° geen gebruik maakt van de vergunning binnen twaalf maanden na de verlening ervan;2° uitdrukkelijk afstand doet van de vergunning;3° de activiteit van kredietservicer sinds meer dan twaalf maanden heeft gestaakt;4° een vergunning heeft verkregen door middel van valse verklaringen of op enige andere onregelmatige wijze.

Art. 28.§ 1. Als de FSMA vaststelt dat een kredietservicer zich niet conformeert aan de bepalingen van deze wet, gaat de FSMA na om welke tekortkomingen het precies gaat en legt zij een termijn op waarbinnen die verholpen moeten worden.

In dat geval kan de FSMA met name: 1° eisen dat overeenkomstig artikel 15, § 1, gesloten uitbestedingsovereenkomsten tussen kredietservicers en kredietservicingaanbieders worden gecontroleerd;2° kredietservicers ertoe verplichten hun zaakvoerders, bestuurders, leden van de directieraad en van de raad van toezicht of de personen belast met het dagelijks bestuur te ontslaan wanneer zij niet voldoen aan de in artikel 7, § 1, eerste lid, 2°, en tweede lid, bedoelde vereisten;3° kredietservicers ertoe verplichten hun governanceregelingen en internecontrolemechanismen aan te passen of te actualiseren;4° kredietservicers verplichten tot een aanpassing of actualisering van het beleid dat zij voeren om de eerlijke en zorgvuldige behandeling van de kredietnemers en de registratie en behandeling van de klachten van kredietnemers te waarborgen. De FSMA kan eveneens alle of een deel van de kredietservicingactiviteit verbieden tot wanneer zij vaststelt dat de tekortkomingen zijn verholpen. § 2. Als de FSMA, na afloop van die termijn, vaststelt dat de tekortkomingen niet zijn verholpen, kan zij de op grond van artikel 7 verleende vergunning intrekken.

Art. 29.Ingeval een vergunning wordt ingetrokken, schrapt de FSMA de betrokken kredietservicer van de in artikel 9 bedoelde lijst.

Wanneer de vergunning van een kredietservicer wordt ingetrokken, stelt de FSMA de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst daarvan onmiddellijk in kennis indien de kredietservicer diensten in de zin van artikel 11 aanbiedt, evenals de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar het krediet is verleend indien die verschilt van België en van de lidstaat van ontvangst.

Art. 30.§ 1. Wanneer de FSMA een inbreuk vaststelt op de bepalingen van deze wet, kan zij de voor de inbreuk verantwoordelijke persoon bevelen om, binnen de termijn die zij bepaalt, de vastgestelde toestand te verhelpen alsook, in voorkomend geval, om af te zien van herhaling van de gedraging die een inbreuk vormt.

Indien de betrokken persoon in gebreke blijft bij afloop van de termijn, kan de FSMA, op voorwaarde dat die persoon zijn middelen heeft kunnen laten gelden: 1° haar standpunt met betrekking tot de krachtens het eerste lid gedane vaststellingen op haar website bekendmaken, met vermelding van de identiteit van de voor de inbreuk verantwoordelijke persoon en de aard van de inbreuk.De kosten van deze bekendmaking komen ten laste van de betrokken persoon; 2° de betaling van een dwangsom opleggen die per kalenderdag dat het bevel niet wordt nageleefd niet meer mag bedragen dan 5 000 euro, noch in het totaal 250.000 euro mag overschrijden. § 2. De FSMA kan een administratieve geldboete opleggen aan eenieder die de bepalingen van deze wet of de met toepassing ervan genomen maatregelen overtreedt.

Het bedrag van de in het eerste lid bedoelde administratieve geldboetes wordt als volgt vastgelegd: 1° wanneer het een rechtspersoon betreft, mag de administratieve geldboete, voor hetzelfde feit of hetzelfde geheel van feiten, niet meer bedragen dan 500.000 euro, of, indien dit hoger is, 5 % van de totale jaaromzet van die rechtspersoon zoals die blijkt uit de laatst beschikbare jaarrekening die door het leidinggevend orgaan is opgesteld. Indien de rechtspersoon een moederonderneming is of een dochteronderneming van de moederonderneming die een geconsolideerde jaarrekening moet opstellen, is de betrokken totale jaaromzet gelijk aan de totale jaaromzet, zoals die blijkt uit de laatst beschikbare geconsolideerde jaarrekening als goedgekeurd door het leidinggevend orgaan van de uiteindelijke moederonderneming; 2° wanneer het een natuurlijk persoon betreft, mag de administratieve geldboete, voor hetzelfde feit of hetzelfde geheel van feiten, niet meer bedragen dan 500.000 euro.

Wanneer de overtreding de overtreder winst heeft opgeleverd of ervoor heeft gezorgd dat een verlies kon worden vermeden, mag dit maximum, ongeacht wat voorafgaat, tot het dubbele van die winst of dat verlies worden verhoogd, ook al overschrijdt het aldus de in het tweede lid, 1° of 2°, bedoelde bedragen. § 3. De dwangsommen en boetes die met toepassing van dit artikel worden opgelegd, worden ten voordele van de Schatkist geïnd door de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering. § 4. Wanneer de FSMA maatregelen en sancties oplegt als bedoeld in de paragrafen 1 tot 3 en in artikel 29, waakt ze erover dat die doeltreffend zijn en in verhouding staan tot de inbreuk, daarbij rekening houdend met alle relevante omstandigheden en meer bepaald, in voorkomend geval, met de criteria bedoeld in artikel 72, § 3, van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten.

HOOFDSTUK 4. - Specifieke bepalingen die van toepassing zijn wanneer kredietservicingactiviteiten in verschillende lidstaten worden verricht

Art. 31.§ 1. De FSMA toetst en evalueert of een kredietservicer naar Belgisch recht die kredietservicingactiviteiten verricht in een andere lidstaat, voortdurend voldoet aan de vereisten van deze wet. § 2. Wanneer een kredietservicer naar Belgisch recht in een andere lidstaat kredietservicingactiviteiten verricht, werkt de FSMA bij de uitvoering van haar functies en taken nauw samen met de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst, alsook, in voorkomend geval, van de lidstaat waar het krediet is verleend indien die verschilt van België en van de lidstaat van ontvangst, met name bij het uitvoeren van controles, onderzoeken en inspecties ter plaatse. § 3. De FSMA kan gebruikmaken van de bevoegdheden bedoeld in artikel 26 alsook de administratieve maatregelen en sancties opleggen bedoeld in de artikelen 28 en 30 aan kredietservicers als bedoeld in paragraaf 1 met betrekking tot de uitvoering van hun kredietservicingactiviteiten in een lidstaat van ontvangst.

Bij de uitvoering van haar in deze wet bepaalde functies en taken met betrekking tot de kredietservicers naar Belgisch recht, verzoekt de FSMA de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst om bijstand bij het uitvoeren van een inspectie ter plaatse van een bijkantoor dat gevestigd is, of een kredietservicingaanbieder die aangewezen is, in een lidstaat van ontvangst. De inspectie ter plaatse van een bijkantoor of een kredietservicingaanbieder wordt uitgevoerd in overeenstemming met het recht van de lidstaat van ontvangst. § 4. De FSMA deelt de ten aanzien van de kredietservicers bedoeld in paragraaf 1 genomen maatregelen mede aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst en, in voorkomend geval, van de lidstaat waar het krediet is verleend, indien die verschilt van België en van de lidstaat van ontvangst. § 5. Wanneer de FSMA een verzoek krijgt van een lidstaat van ontvangst overeenkomstig de nationale bepalingen van deze lidstaat tot omzetting van artikel 14, lid 9, van Richtlijn (EU) 2021/2167, stelt de FSMA de bevoegde autoriteit van die lidstaat van ontvangst, uiterlijk twee maanden na het verzoek, in kennis van nadere bijzonderheden over een in verband met het door de lidstaat van ontvangst verstrekte bewijs ingeleide administratieve of andere procedure, aan de kredietservicer opgelegde administratieve sancties en corrigerende maatregelen of een met redenen omkleed besluit om geen maatregelen te nemen. Indien een procedure is ingeleid, houdt de FSMA de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst op de hoogte van de stand van zaken.

Art. 32.§ 1. Indien een kredietservicer die ressorteert onder het recht van een andere lidstaat kredietservicingactiviteiten verricht in België, of als het betrokken krediet is verleend in België, beschikt de FSMA over de bevoegdheden die haar zijn toegekend overeenkomstig artikel 26, § 1, om haar functies en taken uit hoofde van deze wet uit te voeren.

De FSMA werkt bij de uitvoering van haar functies en taken nauw samen met de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst, en, in voorkomend geval, met de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar het krediet is verleend indien die verschilt van België en van de lidstaat van herkomst, met name bij het uitvoeren van controles, onderzoeken en inspecties ter plaatse. § 2. Ingeval het een kredietservicer betreft die ressorteert onder het recht van een andere lidstaat en voor wie België de lidstaat van ontvangst is, beslist de FSMA welke maatregelen in elk individueel geval het meest passend zijn, in het kader van de in artikel 26 bedoelde bevoegdheden, om aan het verzoek om bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst te voldoen.

De inspectie ter plaatse van bijkantoren of kredietservicingaanbieders wordt uitgevoerd in overeenstemming met het Belgische recht. § 3. Wanneer de FSMA besluit namens de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst inspecties ter plaatse uit te voeren, stelt zij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst onverwijld in kennis van de resultaten daarvan. § 4. De FSMA mag op eigen initiatief controles, inspecties en onderzoeken uitvoeren naar kredietservicingactiviteiten die op Belgisch grondgebied worden verricht door een kredietservicer met een in een andere lidstaat verleende vergunning. De FSMA deelt de resultaten van die controles, inspecties en onderzoeken onverwijld mede aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst. § 5. Wanneer de FSMA over bewijs beschikt dat een kredietservicer die ressorteert onder het recht van een andere lidstaat en in België kredietservicingactiviteiten verricht, zoals bepaald in artikel 11, of als het betrokken krediet in België is toegekend, de toepasselijke regels, met inbegrip van de wettelijke bepalingen tot omzetting van Richtlijn (EU) 2021/2167, niet nakomt, zendt zij dat bewijs toe aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst met het verzoek passende maatregelen te nemen, onverminderd de toezichts- en onderzoeksbevoegdheden, en de bevoegdheden om sancties op te leggen, van de FSMA en de FOD Economie ten aanzien van de kredietservicer op grond van het Belgische recht. § 6. Indien een kredietservicer die ressorteert onder het recht van een andere lidstaat een inbreuk blijft maken op de nationale regels tot omzetting van Richtlijn (EU) 2021/2167, en nadat de FSMA de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst daarvan in kennis heeft gesteld, heeft de FSMA het recht passende administratieve sancties en corrigerende maatregelen op te leggen om ervoor te zorgen dat de voormelde regels worden nageleefd wanneer er sprake is van één van de volgende situaties: 1° de kredietservicer heeft geen passende en doeltreffende stappen ondernomen om de inbreuk binnen een redelijke termijn recht te zetten; of 2° in een dringend geval, wanneer onmiddellijke actie noodzakelijk is om een ernstige bedreiging van de collectieve belangen van de kredietnemers het hoofd te bieden. De FSMA kan de in het eerste lid bedoelde administratieve sancties en corrigerende maatregelen opleggen, niettegenstaande eventuele reeds door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst opgelegde administratieve sancties en corrigerende maatregelen.

Bovendien mag de FSMA verdere activiteiten verbieden van een kredietservicer die een inbreuk maakt op de nationale regels tot omzetting van Richtlijn (EU) 2021/2167, totdat de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst een passend besluit heeft genomen of de kredietservicer maatregelen heeft genomen om de inbreuk te verhelpen.

TITEL 6. - Wijzigingsbepalingen

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten

Art. 33.In artikel 45, § 1, eerste lid, van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de bepaling onder 2°, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2022 pub. 05/09/2022 numac 2022015583 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 oktober 2016 betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en belegginsadvies, en houdende diverse andere bepalingen tot omzetting van Richtlijn 2019/2034 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende het prudentiële toezicht op beleggingsondernemingen (1) sluiten, wordt aangevuld met een bepaling onder o., luidende: "o. de kredietservicers bedoeld in de wet van 20 december 2024 tot omzetting van Richtlijn (EU) 2021/2167 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2021 inzake kredietservicers en kredietkopers en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU"; b) er wordt een bepaling onder 4° /2 ingevoegd, luidende: "4° /2.toe te zien op de naleving van de bepalingen van de wet van 20 december 2024 tot omzetting van Richtlijn (EU) 2021/2167 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2021 inzake kredietservicers en kredietkopers en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU, en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen."

Art. 34.Artikel 72, § 3, eerste lid, 11°, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2022 pub. 05/09/2022 numac 2022015583 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 oktober 2016 betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en belegginsadvies, en houdende diverse andere bepalingen tot omzetting van Richtlijn 2019/2034 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende het prudentiële toezicht op beleggingsondernemingen (1) sluiten, wordt vervangen als volgt: "11° in geval van een inbreuk op de bepalingen van de wet van 25 oktober 2016 die de Richtlijn (EU) 2019/2034 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende het prudentiële toezicht op beleggingsondernemingen omzetten, of van de Verordening (EU) 2019/2033 van het Europees Parlement et de Raad van 27 november 2019 betreffende prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen, of van de wet van 20 december 2024 tot omzetting van Richtlijn (EU) 2021/2167 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2021 inzake kredietservicers en kredietkopers en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU, de daadwerkelijke of potentiële systemische effecten van de inbreuk."

Art. 35.In artikel 121, § 1, eerste lid, 4°, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 23 februari 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/02/2022 pub. 07/11/2023 numac 2023045866 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot tenuitvoerlegging van verordening 2020/1503 van het Europees parlement en de raad van 7 oktober 2020 betreffende Europese crowdfundingdienstverleners voor bedrijven en tot wijziging van verordening (EU) 2017/1129 en richtlijn (EU) 2019/1937, en tot omzetting van richtlijn (EU) 2021/338 van het Europees parlement en de raad van 16 februari 2021 tot wijziging van richtlijn 2014/65/EU wat betreft informatievereisten, productgovernance en positielimieten, en richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/878 wat betreft de toepassing daarvan op beleggingsondernemingen, om bij te dragen aan het herstel van de COVID-19-crisis (II). - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 23/02/2022 pub. 04/04/2022 numac 2022040186 bron federale overheidsdienst financien Wet tot tenuitvoerlegging van verordening 2020/1503 van het europees parlement en de raad van 7 oktober 2020 betreffende europese crowdfundingdienstverleners voor bedrijven en tot wijziging van verordening (EU) 2017/1129 en richtlijn (EU) 2019/1937, en tot omzetting van richtlijn (EU) 2021/338 van het europees parlement en de raad van 16 februari 2021 tot wijziging van richtlijn 2014/65/EU wat betreft informatievereisten, productgovernance en positielimieten, en richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/878 wat betreft de toepassing daarvan op beleggingsondernemingen, om bij te dragen aan het herstel van de COVID-19-crisis (II) (1) sluiten, worden de woorden ", van artikel 30 van de wet van 20 december 2024 tot omzetting van Richtlijn (EU) 2021/2167 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2021 inzake kredietservicers en kredietkopers en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU" ingevoegd tussen de woorden "en houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen" en de woorden "alsook met toepassing van elke andere wetsbepaling".

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen

Art. 36.In de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen wordt een artikel 106/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 106/1.Onverminderd artikel 106, stellen de kredietinstellingen bedoeld in artikel 17, § 2, van de wet van 20 december 2024 tot omzetting van Richtlijn (EU) 2021/2167 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2021 inzake kredietservicers en kredietkopers en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU, de toezichthouder tweemaal per jaar in kennis van ten minste de in voormeld artikel 17, § 2, bedoelde informatie.

De toezichthouder kan voorschrijven dat de in het eerste lid bedoelde kredietinstellingen de in dat lid bedoelde informatie op kwartaalbasis verstrekken wanneer zij dat nodig acht, ook om beter toezicht te houden op een groot aantal overdrachten die tijdens een crisisperiode kunnen plaatsvinden.

Tenzij de kredietnemer in België woont of er zijn statutaire zetel heeft gevestigd, bezorgt de toezichthouder de FSMA de informatie die haar is meegedeeld overeenkomstig het eerste en tweede lid.

Dit artikel wordt toegepast in overeenstemming met Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) en Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG."

HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Wetboek van economisch recht Afdeling 1. - Wijzigingen van boek VII van het Wetboek van economisch

recht

Art. 37.Artikel VII.86 van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders type wet prom. 19/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014011266 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek VII "Betalings- en kredietdiensten" in het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van de definities eigen aan boek VII en van de straffen voor de inbreuken op boek VII, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht en houdende diverse andere bepalingen type wet prom. 19/04/2014 pub. 12/06/2014 numac 2014011298 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek type wet prom. 19/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014022176 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van artikel 68, § 3, van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 september 2018, wordt aangevuld met een paragraaf 7, luidende: " § 7. Alvorens de voorwaarden van de kredietovereenkomst te wijzigen in het raam van de respijtmaatregelen bedoeld in artikel VII.105, § 1, deelt de kredietgever, op papier of op de in de kredietovereenkomst gespecificeerde duurzame gegevensdrager, de volgende informatie kosteloos aan de consument mee: 1° een duidelijke beschrijving van de voorgestelde wijzigingen en van de nood aan toestemming van de consument of, in voorkomend geval, de wijzigingen die van rechtswege zijn ingevoerd;2° het tijdschema voor de tenuitvoerlegging van de in de bepaling onder 1° bedoelde wijzigingen;3° de middelen waarover de consument beschikt om een klacht in te dienen met betrekking tot de in de bepaling onder 1° bedoelde wijzigingen;4° de termijn waarbinnen een dergelijke klacht kan worden ingediend;5° de naam en het adres van de bevoegde autoriteit waarbij de consument die klacht kan indienen. Voor de toepassing van het eerste lid houdt iedere wijziging van de bestaande voorwaarden het sluiten van een nieuwe kredietovereenkomst in."

Art. 38.In artikel VII.100, § 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders type wet prom. 19/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014011266 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek VII "Betalings- en kredietdiensten" in het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van de definities eigen aan boek VII en van de straffen voor de inbreuken op boek VII, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht en houdende diverse andere bepalingen type wet prom. 19/04/2014 pub. 12/06/2014 numac 2014011298 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek type wet prom. 19/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014022176 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van artikel 68, § 3, van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen sluiten, worden de woorden "artikel VII. 105, eerste lid, 3° " vervangen door de woorden "artikel VII.105, § 2, tweede lid, 3° ".

Art. 39.In artikel VII.101, derde lid, van hetzelfde Wetboek ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders type wet prom. 19/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014011266 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek VII "Betalings- en kredietdiensten" in het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van de definities eigen aan boek VII en van de straffen voor de inbreuken op boek VII, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht en houdende diverse andere bepalingen type wet prom. 19/04/2014 pub. 12/06/2014 numac 2014011298 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek type wet prom. 19/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014022176 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van artikel 68, § 3, van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen sluiten, worden de woorden "artikel VII.105, eerste lid, 3° " vervangen door de woorden "artikel VII.105, § 2, tweede lid, 3° ".

Art. 40.In boek VII, titel 4, hoofdstuk 1, van hetzelfde Wetboek, wordt het opschrift van afdeling 7 vervangen als volgt: "Afdeling 7. - Respijtmaatregelen en niet-uitvoering van de kredietovereenkomst".

Art. 41.In artikel VII.105 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders type wet prom. 19/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014011266 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek VII "Betalings- en kredietdiensten" in het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van de definities eigen aan boek VII en van de straffen voor de inbreuken op boek VII, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht en houdende diverse andere bepalingen type wet prom. 19/04/2014 pub. 12/06/2014 numac 2014011298 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek type wet prom. 19/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014022176 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van artikel 68, § 3, van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen sluiten en gewijzigd bij de wet van 22 april 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2016 pub. 12/05/2016 numac 2016003166 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van richtlijn 2014/49/EU inzake depositogarantiestelsels en houdende diverse bepalingen type wet prom. 22/04/2016 pub. 04/05/2016 numac 2016011178 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijziging en invoeging van bepalingen inzake consumentenkrediet en hypothecair krediet in verschillende boeken van het Wetboek van economisch recht sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bestaande tekst zal paragraaf 2 vormen;2° er wordt een paragraaf 1 ingevoegd, luidende: " § 1.De kredietgever beschikt over adequaat beleid en adequate procedures, zodat hij zich inspant om waar passend een redelijke mate van tolerantie aan te houden alvorens een handhavingsprocedure in te leiden. Bij dergelijke respijtmaatregelen wordt onder andere rekening gehouden met de individuele omstandigheden van de consument en de maatregelen kunnen uitsluitend bestaan uit het voorleggen van een kredietovereenkomst bedoeld in artikel VII.3, § 3, 6°.

Er worden geen dossierkosten, noch nalatigheidsinteresten noch enige andere kosten aangerekend voor de respijtmaatregelen in het kader van de toepassing van dit artikel, met uitzondering van de contractueel bedongen debetrentevoet en eventuele bedongen kosten bij normale uitvoering van het contract, toegepast over de periode van de respijtmaatregelen.".

Art. 42.In artikel VII.107, § 1, derde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders type wet prom. 19/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014011266 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek VII "Betalings- en kredietdiensten" in het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van de definities eigen aan boek VII en van de straffen voor de inbreuken op boek VII, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht en houdende diverse andere bepalingen type wet prom. 19/04/2014 pub. 12/06/2014 numac 2014011298 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek type wet prom. 19/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014022176 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van artikel 68, § 3, van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen sluiten, worden de woorden "artikel VII.105" vervangen door de woorden "artikel VII.105, § 2,".

Art. 43.Artikel VII.143 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders type wet prom. 19/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014011266 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek VII "Betalings- en kredietdiensten" in het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van de definities eigen aan boek VII en van de straffen voor de inbreuken op boek VII, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht en houdende diverse andere bepalingen type wet prom. 19/04/2014 pub. 12/06/2014 numac 2014011298 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek type wet prom. 19/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014022176 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van artikel 68, § 3, van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen sluiten, vervangen bij de wet van 22 april 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2016 pub. 12/05/2016 numac 2016003166 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van richtlijn 2014/49/EU inzake depositogarantiestelsels en houdende diverse bepalingen type wet prom. 22/04/2016 pub. 04/05/2016 numac 2016011178 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijziging en invoeging van bepalingen inzake consumentenkrediet en hypothecair krediet in verschillende boeken van het Wetboek van economisch recht sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 november 2023, wordt aangevuld met een paragraaf 8, luidende: " § 8. Alvorens de voorwaarden van de kredietovereenkomst te wijzigen in het raam van de respijtmaatregelen bedoeld in artikel VII.147/20, § 1, deelt de kredietgever, op papier of op de in de kredietovereenkomst gespecificeerde duurzame gegevensdrager, de volgende informatie kosteloos aan de consument mee: 1° een duidelijke beschrijving van de voorgestelde wijzigingen en van de nood aan toestemming van de consument of, in voorkomend geval, de wijzigingen die van rechtswege zijn ingevoerd;2° het tijdschema voor de tenuitvoerlegging van de in de bepaling onder 1° bedoelde wijzigingen;3° de middelen waarover de consument beschikt om een klacht in te dienen met betrekking tot de in de bepaling onder 1° bedoelde wijzigingen;4° de termijn waarbinnen een dergelijke klacht kan worden ingediend; 5° de naam en het adres van de bevoegde autoriteit waarbij de consument die klacht kan indienen."

Art. 44.In artikel VII.147/17 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 april 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2016 pub. 12/05/2016 numac 2016003166 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van richtlijn 2014/49/EU inzake depositogarantiestelsels en houdende diverse bepalingen type wet prom. 22/04/2016 pub. 04/05/2016 numac 2016011178 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijziging en invoeging van bepalingen inzake consumentenkrediet en hypothecair krediet in verschillende boeken van het Wetboek van economisch recht sluiten en gewijzigd bij de wet van 28 april 2022, worden de woorden "met een roerende bestemming" opgeheven.

Art. 45.In artikel VII.147/18 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 april 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2016 pub. 12/05/2016 numac 2016003166 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van richtlijn 2014/49/EU inzake depositogarantiestelsels en houdende diverse bepalingen type wet prom. 22/04/2016 pub. 04/05/2016 numac 2016011178 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijziging en invoeging van bepalingen inzake consumentenkrediet en hypothecair krediet in verschillende boeken van het Wetboek van economisch recht sluiten, worden de woorden "met een roerende bestemming" opgeheven.

Art. 46.In artikel VII.147/19 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 april 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2016 pub. 12/05/2016 numac 2016003166 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van richtlijn 2014/49/EU inzake depositogarantiestelsels en houdende diverse bepalingen type wet prom. 22/04/2016 pub. 04/05/2016 numac 2016011178 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijziging en invoeging van bepalingen inzake consumentenkrediet en hypothecair krediet in verschillende boeken van het Wetboek van economisch recht sluiten, worden de woorden "met een roerende bestemming" opgeheven.

Art. 47.In boek VII, titel 4, hoofdstuk 2, van hetzelfde Wetboek, wordt het opschrift van afdeling 8 vervangen als volgt: "Afdeling 8. Respijtmaatregelen en niet-uitvoering van de kredietovereenkomst".

Art. 48.In artikel VII.147/20 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij wet van 22 april 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2016 pub. 12/05/2016 numac 2016003166 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van richtlijn 2014/49/EU inzake depositogarantiestelsels en houdende diverse bepalingen type wet prom. 22/04/2016 pub. 04/05/2016 numac 2016011178 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijziging en invoeging van bepalingen inzake consumentenkrediet en hypothecair krediet in verschillende boeken van het Wetboek van economisch recht sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bestaande paragraaf 1 zal paragraaf 2 vormen;2° de bestaande paragraaf 2 zal paragraaf 3 vormen;3° de bestaande paragraaf 3 zal paragraaf 4 vormen;4° er wordt een paragraaf 1 ingevoegd, luidende: " § 1.De kredietgevers beschikken over adequaat beleid en adequate procedures, zodat zij zich inspannen om waar passend een redelijke mate van tolerantie aan te houden alvorens een handhavingsprocedure in te leiden. Bij dergelijke respijtmaatregelen wordt onder andere rekening gehouden met de individuele omstandigheden van de consument.

Voor wat het hypothecair krediet met roerende bestemming betreft, houdt iedere wijziging van de bestaande voorwaarden het sluiten van een nieuwe kredietovereenkomst in.

Voor wat het hypothecair krediet met onroerende bestemming betreft, gebeurt iedere wijziging als bedoeld in artikel VII.145, tweede lid, via een bijvoegsel als bedoeld in artikel VII.145, vierde lid. Iedere andere wijziging van bestaande voorwaarden houdt het sluiten van een nieuwe kredietovereenkomst in.

Artikel VII.133 is overeenkomstig van toepassing.

Er worden geen dossierkosten, noch nalatigheidsinteresten noch enige andere kosten aangerekend voor de respijtmaatregelen in het kader van de toepassing van dit artikel, met uitzondering van de contractueel bedongen debetrentevoet en eventuele bedongen kosten bij normale uitvoering van het contract, toegepast over de periode van de respijtmaatregelen.".

Art. 49.In artikel VII.148, § 2, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders type wet prom. 19/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014011266 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek VII "Betalings- en kredietdiensten" in het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van de definities eigen aan boek VII en van de straffen voor de inbreuken op boek VII, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht en houdende diverse andere bepalingen type wet prom. 19/04/2014 pub. 12/06/2014 numac 2014011298 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek type wet prom. 19/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014022176 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van artikel 68, § 3, van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 december 2020, wordt de bepaling onder 7° vervangen als volgt: "7° de wijzigingen bedoeld in artikel VII.147/20, § 1, derde lid, met inbegrip van de nieuwe einddatum van het krediet, alsook de datum van die toekenning;"

Art. 50.In artikel VII.197 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders type wet prom. 19/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014011266 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek VII "Betalings- en kredietdiensten" in het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van de definities eigen aan boek VII en van de straffen voor de inbreuken op boek VII, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht en houdende diverse andere bepalingen type wet prom. 19/04/2014 pub. 12/06/2014 numac 2014011298 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek type wet prom. 19/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014022176 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van artikel 68, § 3, van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen sluiten, worden de woorden ", VII.105, § 1, tweede lid," ingevoegd tussen de woorden "VII.90" en de woorden "en VII.114, § 1".

Art. 51.In artikel VII.209, § 1, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 22 april 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2016 pub. 12/05/2016 numac 2016003166 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van richtlijn 2014/49/EU inzake depositogarantiestelsels en houdende diverse bepalingen type wet prom. 22/04/2016 pub. 04/05/2016 numac 2016011178 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijziging en invoeging van bepalingen inzake consumentenkrediet en hypothecair krediet in verschillende boeken van het Wetboek van economisch recht sluiten, worden de woorden "de in artikel VII.134" vervangen door de woorden "de in de artikelen VII.134, VII.145, vijfde lid, en VII.147/20, § 1, derde lid".

Art. 52.In artikel VII.211 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 22 april 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2016 pub. 12/05/2016 numac 2016003166 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van richtlijn 2014/49/EU inzake depositogarantiestelsels en houdende diverse bepalingen type wet prom. 22/04/2016 pub. 04/05/2016 numac 2016011178 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijziging en invoeging van bepalingen inzake consumentenkrediet en hypothecair krediet in verschillende boeken van het Wetboek van economisch recht sluiten, worden de woorden ", VII.147/20, § 1, vierde lid," ingevoegd tussen de woorden "VII.147/3" en de woorden "en VII.147/30, § 1".

Art. 53.In artikel VII.214 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 22 april 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2016 pub. 12/05/2016 numac 2016003166 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van richtlijn 2014/49/EU inzake depositogarantiestelsels en houdende diverse bepalingen type wet prom. 22/04/2016 pub. 04/05/2016 numac 2016011178 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijziging en invoeging van bepalingen inzake consumentenkrediet en hypothecair krediet in verschillende boeken van het Wetboek van economisch recht sluiten, worden de woorden "VII.143, §§ 2 tot 4" vervangen door de woorden "VII.143, §§ 2 tot 4 en 8". Afdeling 2. - Wijzigingen van boek XV van het Wetboek van economisch

recht

Art. 54.In artikel XV.90 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders type wet prom. 19/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014011266 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek VII "Betalings- en kredietdiensten" in het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van de definities eigen aan boek VII en van de straffen voor de inbreuken op boek VII, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht en houdende diverse andere bepalingen type wet prom. 19/04/2014 pub. 12/06/2014 numac 2014011298 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek type wet prom. 19/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014022176 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van artikel 68, § 3, van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 9 februari 2024, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bepaling onder 4° wordt vervangen als volgt: "4° gebruik maken van een van de in de artikelen VII.84 tot VII.88, VII.105, § 2, VII.139, VII.140, VII.144 en VII.147/20, §§ 2, 3 en 4, bedoelde onrechtmatige bedingen of een inbreuk maken op de artikelen VII.105, § 1, VII.108, VII.147/20, § 1, of VII.147/25;"; 2° er wordt een bepaling onder 12° /2 ingevoegd, luidende: "12° /2 als kredietgever de bepalingen van artikel VII.86, § 7, overtreden;"; 3° er wordt een bepaling onder 19° /1 ingevoegd, luidende: "19° /1 als kredietgever de bepalingen van artikel VII.143, § 8 overtreden;".

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 20 december 2024.

FILIP Van Koningswege : De minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE De minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM De minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT De staatssecretaris voor Consumentenbescherming, A. BERTRAND Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers : (www.dekamer.be) Stukken : 56-0487 (2024/2025) Integraal Verslag :19 december 2024


^