Etaamb.openjustice.be
Wet van 17 december 2023
gepubliceerd op 28 december 2023

Wet houdende diverse bepalingen met het oog op het verbeteren van de werkomstandigheden van de postpakketbezorgers

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2023048463
pub.
28/12/2023
prom.
17/12/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 DECEMBER 2023. - Wet houdende diverse bepalingen met het oog op het verbeteren van de werkomstandigheden van de postpakketbezorgers (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. -- Wijzigingen aan de wet van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/01/2018 pub. 09/02/2018 numac 2018010510 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de postdiensten sluiten betreffende de postdiensten

Art. 2.In artikel 2 van de wet van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/01/2018 pub. 09/02/2018 numac 2018010510 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de postdiensten sluiten betreffende de postdiensten worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 1° worden de woorden "met uitzondering van de postdiensten aangeboden door de natuurlijke persoon of rechtspersoon van wie de post afkomstig is" vervangen door de woorden "met uitzondering van het verstrekken van postdiensten door de natuurlijke persoon of rechtspersoon van wie de postzending afkomstig is";2° het artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder 28°, 29°, 30°, 31°, 32°, 33° en 34°, luidende: "28° postpakket of pakket: een postzending die goederen met of zonder handelswaarde bevat, anders dan brievenpost, met een gewicht van ten hoogste 31,5 kg;29° onderaannemer: iedere aanbieder van postdiensten die één of meerdere postdiensten rechtstreeks of onrechtstreeks uitvoert voor een of verscheidene andere aanbieders van postdiensten, in welk stadium dan ook;30° rechtstreekse onderaannemer: iedere aanbieder van postdiensten die een of verscheidene postdiensten rechtstreeks voor een of verscheidene andere aanbieders van postdiensten uitvoert;31° tijdregistratiesysteem: elektronisch registratiesysteem dat de pakketdistributietijd van de pakketbezorgers registreert;32° pakketdistributietijd: de periodes tussen het begin en het einde van de activiteit van distributie van pakketten in België, te rekenen vanaf het ogenblik waarop het vervoer start op de plaats waar de pakketdistributiediensten aanvangen tot het ogenblik waarop het vervoer stopt op de plaats waar de pakketdistributiediensten eindigen;33° opdrachtgever: elke aanbieder van postdiensten die een andere aanbieder van postdiensten de opdracht geeft, al dan niet tegen betaling, postdiensten te verrichten of te laten verrichten; 34° pakketbezorger: natuurlijke persoon die met de pakketbezorgingdiensten is belast voor rekening van een aanbieder van postdiensten, een rechtstreekse onderaannemer of een onderaannemer."

Art. 3.Artikel 3, § 2, van dezelfde wet wordt aangevuld met vijf leden, luidende: "De aansprakelijkheid van de aanbieder van postdiensten krachtens het eerste lid houdt in dat elke inbreuk op de essentiële eisen door zijn rechtstreekse onderaannemer vermoed wordt rechtstreeks aan de betrokken aanbieder van postdiensten zelf te kunnen worden toegeschreven, voor zover de nalatigheid optreedt in het kader van de uitvoering van postdiensten voor rekening van deze aanbieder van postdiensten.

Het in het tweede lid bedoelde vermoeden kan niet worden weerlegd, indien de betrokken rechtstreekse onderaannemer zich in de relevante periode niet geldig de kennisgeving bij het Instituut als aanbieder van postdiensten heeft gedaan overeenkomstig artikel 6/1 of indien hij met betrekking tot de relevante activiteiten het voorwerp uitmaakte van een opschortingsmaatregel opgelegd krachtens artikel 21, § 7, 2°, van de wet van 17 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014010 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de rechtsmiddelen en de geschillenbehandeling naar aanleiding van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector.

In elk ander geval dan dat bedoeld in het derde lid, kan de aanbieder van postdiensten het vermoeden slechts weerleggen door aan te tonen dat hij niet nalatig is geweest omdat hij toezicht heeft uitgeoefend op de naleving van de essentiële eisen door zijn rechtstreekse onderaannemer.

Voor de inbreuken op de essentiële eisen inzake arbeidsvoorwaarden en regelingen voor sociale zekerheid, bedoeld in artikel 2, 17°, c), beperkt het vermoeden van verantwoordelijkheid van de aanbieder van postdiensten bedoeld het tweede tot vierde lid, zich tot de gevallen waarin zijn rechtstreekse onderaannemer in het kader van zijn activiteiten inzake het aanbieden van postdiensten voor rekening van deze aanbieder van postdiensten in België: 1° het voorwerp is geweest van een definitieve rechterlijke of administratieve beslissing die heeft geleid tot een hoofdgevangenisstraf van meer dan zes maanden of tot een geldboete van meer dan 4.000 euro, in voorkomend geval na toepassing van artikel 103 van het Sociaal Strafwetboek, met uitsluiting van de opdeciemen, wegens: a) mensenhandel in de zin van het Strafwetboek;of b) een inbreuk op de regelgeving betreffende de arbeidsvoorwaarden, het niet aangeven van arbeid, de sociale documenten, de collectieve arbeidsbetrekkingen en de sociale zekerheid bestraft door het Sociaal Strafwetboek;of c) illegale arbeid in de zin van het Sociaal Strafwetboek;2° het voorwerp heeft uitgemaakt van een definitieve rechterlijke of administratieve beslissing wegens miskenning van de verplichting inzake minimumvergoeding bedoeld in artikel 10/1;3° het voorwerp heeft uitgemaakt van een definitieve rechterlijke of administratieve beslissing wegens miskenning van de verplichting inzake kennisgeving bedoeld in artikel 6/1;of 4° het voorwerp heeft uitgemaakt van een definitieve rechterlijke of administratieve beslissing wegens miskenning van de verplichting inzake tijdregistratie bedoeld in de artikelen 5/3 en 5/4. De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd besluit, de nadere regels ter uitvoering van deze paragraaf vaststellen."

Art. 4.Artikel 5, § 2, van dezelfde wet, wordt vervangen als volgt: " § 2. Onverminderd de bevoegdheden van het Instituut zijn de sociaal inspecteurs van de volgende diensten of instellingen belast met het toezicht op de naleving van paragraaf 1 en artikel 5/3 en 5/4: 1° de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;2° de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;3° de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;4° de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening;5° het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen;6° het Federaal agentschap voor beroepsrisico's. De inbreuken op de bepalingen van paragraaf 1 en artikel, 5/3 en 5/4, en van de uitvoeringsbesluiten ervan worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig het Sociaal Strafwetboek.

De sociaal inspecteurs beschikken over de in de artikelen 23 tot 39 van het Sociaal Strafwetboek bedoelde bevoegdheden wanneer zij, ambtshalve of op verzoek, optreden in het kader van hun opdracht tot informatie, bemiddeling en toezicht inzake de naleving van de bepalingen van deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan."

Art. 5.In hoofdstuk 1 van dezelfde wet wordt een artikel 5/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 5/1.§ 1. Een gemeenschappelijk elektronisch platform wordt opgericht bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid dat de nodige waarborgen op het vlak van de informatieveiligheid en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer biedt, met als doel de werkomstandigheden van de pakketbezorgers te verbeteren via elektronische informatie-uitwisseling tussen alle betrokken actoren. § 2. Het platform is voor de verwezenlijking van zijn doel belast met het faciliteren, beheren, controleren en verrichten via elektronische weg van: 1° de kennisgeving bedoeld in artikel 6/1;2° de semestriële rapportering bedoeld in artikel 6/2;3° de tijdregistratie bedoeld in de artikelen 5/3 en 5/4;4° de minimumvergoeding bedoeld in artikel 10/1;5° de beveiligde toegang en de uitwisseling tussen de bevoegde diensten van gegevens met betrekking tot de kennisgeving bedoeld in artikel 6/1 bij het Instituut en van gegevens uit de volgende gegevensbanken: a) de gegevensbank inzake de semestriële rapportering bedoeld in artikel 6/2 beheerd door het Instituut;b) de gegevensbank inzake de tijdregistratie bedoeld in artikel 5/3 beheerd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;c) de gegevensbank inzake de tijdregistratie bedoeld in artikel 5/3 beheerd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg; d) de gegevensbank inzake de minimumvergoeding bedoeld in artikel 10/1 beheerd door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie; 6° statistisch, wetenschappelijk en beleidsmatig onderzoek. § 3. Voor de verwerkingen van persoonsgegevens via het platform treden de volgende entiteiten op als gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken, bedoeld in artikel 4, 7) en 26 van de algemene verordening gegevensbescherming: de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en het Instituut.

De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid treedt op als verwerker bedoeld in artikel 4, 8), van de algemene verordening gegevensbescherming.

De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid is gelast met de technische ontwikkeling, de werking en het onderhoud van het platform. § 4. De persoonsgegevens die voortkomen uit de verwerkingen door het elektronische platform worden onmiddellijk na hun verwerking ervan vernietigd."

Art. 6.In hoofdstuk 1 van dezelfde wet wordt een artikel 5/2 ingevoegd, luidende: "

Art. 5/2.§ 1. De aanbieders van postdiensten en de rechtstreekse onderaannemers die een beroep doen op pakketbezorgers voor de bezorging van pakketten in België, stellen een coördinator aan die de volgende opdracht heeft: 1° de pakketbezorgers informeren over hun rechten en plichten zoals bepaald in dit artikel en in de artikelen 5/3, 5/4, 6/1, 6/2 en 10/1;2° een waakzaamheidsplan opstellen om mogelijke risico's op inbreuken op deze wet en op het arbeids- en socialezekerheidsrecht te identificeren en, in voorkomend geval, hieraan te remediëren. § 2. De Koning bepaalt bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad nadere regels ter uitvoering van paragraaf 1, waaronder: 1° de vereisten waaraan de coördinator moet voldoen, zijn takenpakket en de modaliteiten van de uitvoering van zijn opdracht; 2° de inhoud, de voorwaarden en de nadere regels van de informatie en het waakzaamheidsplan."

Art. 7.In hoofdstuk 1 van dezelfde wet wordt een artikel 5/3 ingevoegd, luidende: "

Art. 5/3.§ 1. Elke opdrachtgever en elke onderaannemer die pakketdistributiediensten verstrekt in België is verplicht via een beveiligde toepassing ter beschikking gesteld door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid de dagelijkse pakketdistributietijd te registeren van de volgende pakketbezorgers die pakketdistributiediensten verstrekken in België: 1° de pakketbezorgers met de hoedanigheid van werknemer of uitzendkracht, en de volgende met werknemers gelijkgestelde personen: a) de personen die, anders dan krachtens een arbeidsovereenkomst, arbeid verrichten onder het gezag van een ander persoon, behoudens de personen die diensten leveren voor het verkrijgen van de vergoeding overeenkomstig artikel 90, eerste lid, 1° bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992;en b) de leerlingen en studenten die een studierichting volgen waarvan het opleidingsprogramma voorziet in een vorm van arbeid;2° de zelfstandige pakketbezorgers en hun helpers bedoeld in het koninklijk besluit nr.38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen.

Dit artikel is niet van toepassing indien de pakketdistributiediensten in België verricht worden met een voertuig onderworpen aan het verplicht gebruik van een tachograaf en naleving van de rij- en rusttijden, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad. § 2. De tijdregistratie heeft tot doel zwartwerk en sociale fraude te bestrijden en de werkomstandigheden en verkeersveiligheid van pakketbezorgers te verbeteren. § 3. De dagelijkse registratie van pakketdistributietijd omvat volgende categorieën van gegevens: 1° het unieke identificatienummer, INSZ, van de pakketbezorger bij de Belgische sociale zekerheid.Voor inwoners van België is het identiek aan het Rijksregisternummer. Voor niet-inwoners van België is dat het nummer in het BIS-register van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid. 2° de hoedanigheid waarin de pakketbezorger de pakketdistributiediensten verricht;3° in voorkomend geval, het ondernemingsnummer van de werkgever van de pakketbezorger;4° in voorkomend geval, het ondernemingsnummer van de opdrachtgever van de zelfstandige pakketbezorger;5° de lokalisatie van de plaats waar de pakketdistributiediensten starten en waar deze eindigen;6° per dag, het tijdstip van het begin van de pakketdistributietijd per opdrachtgever;7° per dag, het tijdstip van het voorziene einduur van de pakketdistributietijd per opdrachtgever;8° het tijdstip van de tijdregistratie. De voormelde gegevens inzake tijdregistratie zijn sociale gegevens van persoonlijke aard als bedoeld in artikel 2, eerste lid, 6°, van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid. § 4. De gegevens inzake tijdregistratie worden uiterlijk op het tijdstip van aanvang van de pakketdistributie geregistreerd.

De tijdregistratie kan gewijzigd worden uiterlijk binnen acht uur volgend op het in de initiële registratie voorziene einduur. Wanneer het initieel geregistreerde einduur tussen 20 en 24 uur valt, kan de tijdregistratie gewijzigd worden tot uiterlijk acht uur 's morgens de volgende kalenderdag.

De tijdregistratie kan worden geannuleerd tot het einde van de dag waarop deze betrekking heeft. Wanneer de tijdsregistratie betrekking heeft op een periode van twee of meer dagen, dan dient deze te worden geannuleerd uiterlijk op het einde van de eerste dag waarop waarop de tijdregistratie betrekking heeft. § 5. De gegevens geregistreerd via de door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ter beschikking gestelde elektronische toepassing worden bewaard in een gegevensbank, waarvoor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid optreedt als verwerkingsverantwoordelijke.

De persoonsgegevens worden in deze gegevensbank niet langer bewaard dan noodzakelijk, met een maximale bewaartermijn die één jaar na de verjaring van alle vorderingen die tot de bevoegdheid van de verwerkingsverantwoordelijke behoren en, in voorkomend geval, de integrale betaling van alle hiermee verbonden bedragen niet mag overschrijden. § 6. In afwijking van paragraaf 1 kunnen de opdrachtgever en de onderaannemer de tijdregistratie verrichten via een eigen elektronisch tijdregistratiesysteem wanneer en voor zover wordt voldaan aan volgende cumulatieve voorwaarden: 1° de registratie behelst dezelfde gegevens als die beschreven in paragraaf 3;2° de registratie gebeurt binnen de in paragraaf 4 bepaalde termijnen;3° de niet-vervalsing en de veiligheid van de gegevens wordt gegarandeerd: 4° de gegevens kunnen niet onmerkbaar gewijzigd worden en hun integriteit wordt gehandhaafd;5° de gegevens worden bewaard gedurende vijf jaar te rekenen vanaf de dag die volgt op het einde van de arbeidsovereenkomst of aannemingsovereenkomst;6° de gegevens bevinden zich op een gemakkelijk toegankelijke plaats opdat zij geraadpleegd kunnen worden door de pakketbezorger en opdat de ambtenaren die met het toezicht belast zijn er op ieder ogenblik kennis van kunnen nemen. In afwijking van het eerste lid kan de Koning, voor zover er een paritair orgaan is opgericht, op voorstel van dit orgaan toestaan dat de tijdregistratie verricht wordt via een papieren document of controlemiddel dat dezelfde waarborgen biedt als de elektronische tijdregistratie In voorkomend geval bepaalt de Koning het model voor de papieren tijdregistratie. § 7. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociale Overleg, de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, Fedris, de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en het Instituut kunnen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, de in toepassing van deze bepaling verwerkte gegevens verder verwerken om hun andere wettelijke bevoegdheden uit te oefenen met het oog op de preventie, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van de inbreuken op de wetten en reglementen die tot hun respectieve bevoegdheden behoren en met het oog op de inning en invordering van de bedragen die tot hun respectieve bevoegdheden behoren."

Art. 8.In hoofdstuk 1 van dezelfde wet wordt een artikel 5/4 ingevoegd, luidende: "

Art. 5/4.§ 1. De opdrachtgever die pakketdistributiediensten verstrekt in België moet, indien hij een beroep doet op onderaannemers, aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid alle juiste inlichtingen opgeven die nodig zijn om, in welk stadium ook, alle onderaannemers te identificeren. Indien tijdens de uitvoering van de pakketdistributiediensten andere onderaannemers optreden, moet deze opdrachtgever voorafgaand de voormelde Rijksdienst hiervan verwittigen.

Daartoe moet iedere onderaannemer die op zijn beurt een beroep doet op een andere onderaannemer, voorafgaand de opdrachtgever daarvan schriftelijk in kennis stellen en hem alle juiste inlichtingen opgeven die nodig zijn en voor de voormelde Rijksdienst bestemd zijn. § 2. Elke opdrachtgever en elke onderaannemer die pakketdistributiediensten verstrekt in België gebruikt een tijdregistratiesysteem voor de volgende pakketbezorgers die pakketbezorgingdiensten verstrekken in België: 1° de pakketbezorgers met de hoedanigheid van werknemer of uitzendkracht, en de volgende met de werknemers gelijkgestelde personen: a) de personen die, anders dan krachtens een arbeidsovereenkomst, arbeid verrichten onder het gezag van een ander persoon, behoudens de personen die diensten leveren tot het verkrijgen van de vergoeding overeenkomstig artikel 90, eerste lid, 1° bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992;b) de leerlingen en studenten die een studierichting volgen waarvan het opleidingsprogramma voorziet in een vorm van arbeid.2° de zelfstandige pakketbezorgers en hun helpers bedoeld in het koninklijk besluit nr.38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen. § 3. Voor elke plaats van waaruit pakketdistributiediensten starten, wordt de pakketdistributietijd van elke pakketbezorger geregistreerd door middel van: 1° een tijdregistratiesysteem, of;2° een andere automatische registratiewijze, indien dit apparaat of deze apparaten gelijkwaardige waarborgen bieden als het registratiesysteem bedoeld in 1° en het bewijs geleverd wordt van het feit dat het begin en het einde van de pakketdistributietijden van de pakketbezorgers daadwerkelijk worden geregistreerd evenals de modaliteiten van het bewijs van het feit dat het begin en einde van de pakketdistributietijd daadwerkelijk worden geregistreerd. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de gelijkwaardige waarborgen waaraan de in het eerste lid, 2° bedoelde registratie ten minste moet beantwoorden. § 4. Het tijdregistratiesysteem, bedoeld in paragraaf 3, eerste lid, 1°, omvat: 1° een geautomatiseerde gegevensbank beheerd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg die bepaalde gegevens verzamelt met het oog op de controle en de exploitatie van deze gegevens;2° een registratieapparaat waarin de gegevens kunnen geregistreerd worden en dat toelaat om deze gegevens door te zenden naar de in 1° bedoelde gegevensbank of een systeem dat toelaat om de voormelde gegevens te registreren en door te zenden naar deze gegevensbank;3° een registratiemiddel dat elke pakjesbezorger gebruikt om zijn identiteit en pakketdistributietijd te bewijzen bij de registratie. § 5. Het tijdregistratiesysteem, bedoeld in paragraaf 3, eerste lid, 1°, geeft de volgende categorieën van gegevens weer: 1° het identificatienummer van de pakketbezorger bedoeld in artikel 8, § 1, 1° of 2°, van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;2° de hoedanigheid waarin de pakketbezorger de distributie van pakketten verricht;3° in voorkomend geval, het ondernemingsnummer van de werkgever van de pakketbezorger;4° in voorkomend geval, het ondernemingsnummer van de opdrachtgever van de zelfstandige pakketbezorger;5° de lokalisatie van de plaats waar de pakketdistributiediensten starten en eindigen;6° het vervoermiddel;7° in voorkomend geval, de gegevens van de nummerplaat of andere identificatiegegevens van het vervoermiddel;8° per dag, het tijdstip van ieder begin van de pakketdistributietijd per opdrachtgever;9° per dag, het tijdstip van ieder einde van de pakketdistributietijd per opdrachtgever. De registratiewijze, bedoeld in § 3, eerste lid, 2°, geeft de volgende categorieën van gegevens weer: 1° het identificatienummer van de pakketbezorger bedoeld in artikel 8, § 1, 1° of 2°, van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;2° zijn hoedanigheid als werknemer of zelfstandige;3° de lokalisatie van de plaats waar de pakketdistributiediensten starten en eindigen;4° het vervoermiddel;5° in voorkomend geval, de gegevens van de nummerplaat of andere identificatiegegevens van het vervoermiddel;6° per dag, het tijdstip van ieder begin van de pakketdistributietijd, per opdrachtgever;7° per dag, het tijdstip van ieder einde van de pakketdistributietijd, per opdrachtgever. In toepassing van § 4, eerste lid, 2°, worden de gegevens bedoeld in het tweede lid dagelijks overgebracht naar de gegevensbank bedoeld in § 4, eerste lid, 1°. § 6. De gegevens bedoeld in § 5 zijn sociale gegevens van persoonlijke aard als bedoeld in artikel 2, eerste lid, 6°, van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid. § 7. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de voorwaarden en de nadere regels waaraan het tijdregistratiesysteem bedoeld in § 3, 1°, beantwoordt, met name; 1° de eigenschappen van het tijdregistratiesysteem;2° de nadere regels betreffende het bijhouden van het tijdregistratiesysteem;3° de inlichtingen die het tijdregistratiesysteem moet bevatten betreffende de op te nemen gegevens;4° de nadere regels voor het doorsturen van de gegevens, met name het precieze tijdstip van doorsturen en de frequentie;5° de verschillende registratiemiddelen en hun technische specificaties die toegestaan zijn om zich te registreren;6° welke gegevens niet hoeven te worden geregistreerd indien ze reeds op elektronische wijze elders beschikbaar zijn voor de overheid en gebruikt kunnen worden in het kader van deze bepaling. § 8. De gegevens worden doorgestuurd naar een gegevensbank waarvoor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg optreden als gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken bedoeld in artikelen 4, 7) en 26 van de algemene verordening gegevensbescherming. § 9. De in paragraaf 1 bedoelde tijdregistratie heeft tot doel zwartwerk en sociale fraude te bestrijden en de werkomstandigheden en verkeersveiligheid van pakketbezorgers te verbeteren.

De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, en de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociale Overleg, de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, Fedris, de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie het Instituut kunnen in overstemming met de bepalingen van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid de in toepassing van deze bepaling verwerkte gegevens verder verwerken om hun andere wettelijke bevoegdheden uit te oefenen met het oog op de preventie, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van de inbreuken op de wetten en reglementen die tot hun respectieve bevoegdheden behoren en met het oog op de inning en invordering van de bedragen die tot hun respectieve bevoegdheden behoren. § 10. Voor de doeleinden bedoeld in § 9 worden de in § 5 bedoelde persoonsgegevens niet langer bewaard dan noodzakelijk, met een maximale bewaartermijn die één jaar na de verjaring van alle vorderingen die tot de bevoegdheid van de verwerkingsverantwoordelijke behoren en die, in voorkomend geval, de integrale betaling van alle hiermee verbonden bedragen niet mag overschrijden. § 11. Onverminderd de toepassing van de artikelen 14 en 15 van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid mogen de sociale inspecteurs bedoeld in artikel 16, 1°, van het Sociaal Strafwetboek van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociale Overleg, van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, van Fedris en de ambtenaren van de Algemene Directie Economische Inspectie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, op voorwaarde van een voorafgaande beraadslaging vanwege de verenigde kamers van het informatieveiligheidscomité, de gegevens die opgenomen zijn in de gegevensbank en het tijdregistratiesysteem raadplegen, onderling uitwisselen en gebruiken in het kader van de uitoefening van de hun krachtens de wet toegewezen opdrachten. § 12. De sociaal inspecteurs mogen, op eigen initiatief of op verzoek, de in paragraaf 11 bedoelde gegevens meedelen aan buitenlandse inspectiediensten. § 13. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de voorwaarden en de nadere regels waaronder de gegevens in de gegevensbank kunnen geraadpleegd en rechtgezet worden door: 1° elke natuurlijke persoon, voor zijn eigen gegevens;2° elke opdrachtgever voor de pakketbezorgers op wie hij een beroep doet. § 14. De verwerkingsverantwoordelijken treffen de passende technische en organisatorische maatregelen die nodig zijn voor de bescherming van de persoonsgegevens tegen toevallige of ongeoorloofde vernietiging, tegen toevallig verlies, evenals tegen de wijziging van of de toegang tot, en iedere andere niet toegestane verwerking van persoonsgegevens.

Deze maatregelen verzekeren een passend beveiligingsniveau, rekening houdend, enerzijds, met de stand van de techniek ter zake en de kosten voor het toepassen van de maatregelen en, anderzijds, met de aard van de te beveiligen persoonsgegevens en de potentiële risico's.

Het registratiesysteem waarborgt dat de gegevens niet meer onmerkbaar gewijzigd kunnen worden na het doorsturen ervan en dat hun integriteit gehandhaafd wordt.

De Koning kan, de maatregelen bedoeld in deze paragraaf nader bepalen. § 15. De opdrachtgever stelt het tijdregistratiesysteem ter beschikking van de onderaannemers op wie hij een beroep doet, tenzij er onderling werd overeengekomen dat de aanbieder van postdiensten en zijn eventuele onderaannemers een andere gelijkwaardige registratiewijze bedoeld in paragraaf 3, eerste lid, 2°, toepassen. § 16. Elke onderaannemer op wie een opdrachtgever bedoeld in paragraaf 15 een beroep doet is verplicht het hem door de aanbieder van postdiensten ter beschikking gestelde tijdregistratiesysteem te gebruiken en het ter beschikking te stellen van de onderaannemers waarop hij een beroep doet, of de registratiewijze bedoeld in paragraaf 3, eerste lid, 2°, toe te passen. § 17. Elke onderaannemer op wie een onderaannemer bedoeld in paragraaf 16 of op wie elke volgende onderaannemer een beroep doet, is verplicht het hem door de onderaannemer met wie hij een overeenkomst heeft gesloten ter beschikking gestelde tijdregistratiesysteem te gebruiken en het ter beschikking te stellen van de onderaannemers op wie hij een beroep doet, of de registratiewijze bedoeld in paragraaf 3, eerste lid, 2°, toe te passen. § 18. De in paragrafen 15, 16 en 17 bedoelde personen zijn verantwoordelijk voor de levering, de plaatsing en de goede werking van het registratieapparaat op de plaats waar de pakketdistributiediensten beginnen.

De Koning kan, de maatregelen bedoeld in deze paragraaf nader bepalen. § 19. Elke opdrachtgever en elke onderaannemer zorgt ervoor dat de in § 5 bedoelde gegevens die betrekking hebben op zijn onderneming daadwerkelijk en correct worden geregistreerd en doorgestuurd naar de in § 4 eerste lid, 1° bedoelde gegevensbank.

Elke opdrachtgever en elke onderaannemer die een beroep doet op een onderaannemer, neemt maatregelen opdat zijn medecontractant alle gegevens daadwerkelijk en correct registreert en hij deze doorstuurt naar de in § 4 eerste lid, 1° bedoelde gegevensbank.

Elke opdrachtgever en elke onderaannemer ervoor zorgt dat elke pakketbezorger die in zijn opdracht in België pakketbezorgdiensten verricht, het begin en het einde van zijn pakketdistributietijden vanaf de plaats waar de pakketdistributiediensten worden verstrekt, registreert op het ogenblik dat deze pakketdistributietijden beginnen en eindigen.

De Koning kan de maatregelen bedoeld in deze paragraaf nader bepalen. § 20. De werkgever is verantwoordelijk voor de aflevering aan zijn werknemers van het registratiemiddel dat compatibel is met het gebruikte registratieapparaat.

De opdrachtgever of de onderaannemer die een beroep doet op een zelfstandige pakketbezorger is verantwoordelijk voor de aflevering aan deze zelfstandige van het registratiemiddel, dat compatibel is met het gebruikte registratieapparaat.

In geval van incompatibiliteit van het registratiemiddel met het registratieapparaat dient de opdrachtgever of de onderaannemer een compatibel registratiemiddel aan de zelfstandige te bezorgen of contractueel te bepalen dat hij de registratie van de zelfstandige zal uitvoeren via een andere registratiewijze, bedoeld in § 3 eerste lid, 2°.

De opdrachtgever die in persoon pakketdistributiediensten verricht draagt de verantwoordelijkheid voor het registratiemiddel dat compatibel is met het gebruikte registratieapparaat.

De Koning bepaalt bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, wat er onder compatibiliteit wordt verstaan. § 21. De verplichtingen in verband met de tijdregistratie die met toepassing van dit artikel berusten bij de werkgever, zijn ten laste van de gebruiker, overeenkomstig artikel 19 van de wet van 24 juli 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. § 22. Dit artikel is niet van toepassing indien de pakketdistributiediensten in België verricht worden met een voertuig onderworpen aan het verplicht gebruik van een tachograaf en naleving van de rij- en rusttijden, overeenkomstig de Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad naleven."

Art. 9.In dezelfde wet wordt een artikel 5/5 ingevoegd, luidende: "

Art. 5/5.Pakketbezorgers die pakketten verdelen in België leven de volgende bepalingen na: 1° de dagelijkse pakketdistributietijd mag niet meer bedragen dan negen uur.De dagelijkse pakketdistributietijd mag echter worden verlengd tot ten hoogste tien uur, doch niet meer dan twee keer in een week; 2° de wekelijkse pakketdistributietijd bedraagt niet meer dan 56 uur;3° de totale bij elkaar opgetelde pakketdistributietijd gedurende twee opeenvolgende weken bedraagt niet meer dan 90 uur. De pakketbezorgers zijn ontheven van de verplichting bedoeld in het eerste lid indien zij in België pakketdistributiediensten verrichten met een voertuig onderworpen aan het verplicht gebruik van een tachograaf en naleving van de rij- en rusttijden, overeenkomstig met de Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad

Art. 10.In dezelfde wet wordt het opschrift van hoofdstuk 2 vervangen als volgt: "Vergunningen, kennisgevings- en rapportageverplichtingen".

Art. 11.In hoofdstuk 2 van dezelfde wet wordt een artikel 6/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 6/1.§ 1. Het aanbieden van een pakketdistributiedienst in België kan pas aangevat worden na een kennisgeving van de volgende elementen aan het Instituut, overeenkomstig de door het Instituut bepaalde voorwaarden: 1° de naam en het ondernemingsnummer van de aanbieder van postdiensten;2° een contactpersoon en diens contactgegevens;3° de datum waarop de activiteiten vermoedelijk van start gaan. § 2. De aanbieders van postdiensten die in toepassing van artikel III.16, § 1, 6°, van het Wetboek van economisch recht in de Kruispuntbank van Ondernemingen dienen te worden inschreven, delen hiertoe de gegevens bedoeld in artikel III.18 van het Wetboek van economisch recht mee aan het Instituut. § 3. Zijn gevoegd bij de kennisgeving bedoeld in paragraaf 1, de volgende documenten: 1° indien de aanbieder van postdiensten houder is van een geldige nationale of communautaire vergunning voor goederenvervoer over de weg overeenkomstig Verordening nr.1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad een afschrift, een afschrift van deze vergunning; 2° het bewijs van betaling van de retributie verschuldigd voor de kennisgeving. § 4. Het Instituut controleert of de in paragraaf 1 bedoelde kennisgeving conform de bepalingen van §§ 1, 2 en 3 is gebeurd. Indien dit niet het geval is, vraagt het Instituut onverwijld aan de onderneming die de kennisgeving gedaan heeft om de ontbrekende gegevens aan te vullen.

Binnen een week na ontvangst van de volledige kennisgeving levert het Instituut een standaardverklaring af aan de aanbieder van postdiensten waarin wordt bevestigd dat hij deze kennisgeving heeft verricht.

Deze standaardverklaring doet geen afbreuk aan de bevoegdheid van het Instituut om te beschouwen dat de betreffende aanbieder van postdiensten een kennisgeving heeft verricht, zonder daartoe verplicht te zijn. § 5. Iedere aanbieder van postdiensten die onderworpen is aan de in paragraaf 1 bedoelde kennisgevingsplicht, brengt het Instituut op de hoogte van: 1° iedere wijziging aan de elementen vermeld in paragrafen 1 en 2;2° de voorziene stopzetting van zijn activiteiten inzake het aanbieden van postdiensten in verband met pakketbezorging. De melding bedoeld in het eerste lid, 1°, wordt onverwijld gedaan en in elk geval binnen een termijn van 14 dagen te rekenen van de dag waarop de wijziging zich heeft voorgedaan. De melding bedoeld in het eerste lid, 2°, wordt gedaan uiterlijk op de dag van de daadwerkelijke stopzetting van de betrokken activiteiten. § 6. Overeenkomstig de modaliteiten die hij bepaalt, publiceert en beheert het Instituut een lijst van de aanbieders van postdiensten die een kennisgeving hebben gedaan overeenkomstig paragraaf 1.

Het Instituut verwijdert van die lijst de aanbieders van postdiensten die hun activiteit hebben stopgezet.

Het Instituut vermeldt in die lijst het bestaan van een definitieve administratieve of van een rechterlijke beslissing bedoeld in artikel 3, § 2, vijfde lid, waarvan het kennis heeft. Deze vermelding wordt verwijderd na een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de datum van de definitieve administratieve of rechterlijke beslissing.

Indien het Instituut krachtens artikel 21, § 7, 2°, van de wet van 17 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014010 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de rechtsmiddelen en de geschillenbehandeling naar aanleiding van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector een volledige of gedeeltelijke schorsing van de activiteiten van de aanbieder van postdiensten oplegt, wordt dit onmiddellijk vermeld in de lijst, met vermelding van de datum van aanvang en de duur van de opschorting.

Bij elke wijziging in de lijst informeert het Instituut de aangemelde aanbieders hierover individueel. § 7. De persoonsgegevens die aan het Instituut worden meegedeeld op basis van dit artikel worden hem voor contactdoeleinden doorgestuurd.

Die gegevens worden niet meer bewaard zodra de betrokken persoon geen contactopdracht meer uitvoert."

Art. 12.In dezelfde wet wordt een artikel 6/2 ingevoegd, luidende: "

Art. 6/2.§ 1. Onverminderd de mogelijkheid van het Instituut om in het kader van zijn opdrachten op elk moment alle nuttige informatie op te vragen van elke betrokken persoon, overeenkomstig artikel 14, § 2, 2° van de wet van 17 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014010 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de rechtsmiddelen en de geschillenbehandeling naar aanleiding van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector, melden de aanbieders van postdiensten die pakketbezorgingsdiensten aanbieden of gebruiken per semester de volgende gegevens aan het Instituut, voor zover deze informatie nog niet aan het Instituut verstrekt werd krachtens andere bepalingen: 1° de naam, het adres en de contactgegevens van de rechtstreekse onderaannemers op wie zij een beroep doen voor de distributie van pakketten in België;2° indien zij zelf onderaannemers zijn, de werken, de naam, het adres en de contactgegevens van de opdrachtgevers voor rekening van wie zij pakketdistributiediensten verrichten in België;3° de naam en contactgegevens van de coördinator bedoeld in artikel 5/2 en, in voorkomend geval de naam en contactgegevens van de vervoersmanager van de onderneming of van de persoon in het bezit van het getuigschrift vakbekwaamheid van vervoerscommissionair en belast met het dagelijks beheer;4° het aantal pakketten dat elk van zijn rechtstreekse onderaannemers heeft verdeeld in het voorbije semester alsook de vergoedingen die aan elke onderaannemer betaald zijn als tegenprestatie voor de voor hun gepresteerde pakketdistributiediensten gedurende het voorbije semester.Indien zij zelf in onderaanneming werken, het aantal pakketten en de factuurbedragen voor elke opdrachtgever die een aanbieder van postdiensten is; 5° de lokalisatie van de distributiecentra.6° een korte beschrijving van de waarvan de aanbieding wordt voorzien; diensten. § 2. De bovenstaande inlichtingen dienen aan het Instituut te worden bezorgd uiterlijk de laatste dag van de maand die op het vervallen semester volgt. Het Instituut bepaalt de nadere regels inzake de mededeling van deze inlichtingen. § 3. De persoonsgegevens die aan het Instituut worden meegedeeld op basis van dit artikel, worden hem voor contactdoeleinden doorgestuurd.

Die gegevens worden niet meer bewaard zodra de betrokken persoon geen contactopdracht meer uitvoert."

Art. 13.In hoofdstuk 2 van dezelfde wet wordt een artikel 8/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 8/1.De Koning stelt, na advies van het Instituut, de bedragen vast van de verschuldigde retributie voor de kennisgeving bedoeld in artikel 6/1.

Het Instituut publiceert en actualiseert het bedrag van de verschuldigde bijdrage op zijn website."

Art. 14.In hoofdstuk 3 van dezelfde wet, wordt een artikel 10/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 10/1.§ 1. Het is elke aanbieder van postdiensten verboden om postdiensten te verstrekken of te doen verstrekken die inhouden dat pakjes in België worden geleverd tegen een vergoeding die lager is dan de "minimumvergoeding", vastgesteld volgens de regels bepaald in het tweede lid.

De minimumvergoeding moet met name het volgende omvatten: 1° het minimale geïndexeerde uurloon zonder anciënniteitspremie van toepassing op de werknemersklasse R1 van de loon- en functieclassificatie van het rijdend personeel, zoals bepaald door de sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten en van toepassing op werkgevers en werknemers van het paritair subcomité 140.03 voor het wegvervoer en de logistiek voor rekening van derden, vermeerderd met de werkgeverslasten; 2° de vervoerkosten: naargelang het gebruikte vervoermiddel: a) dienstverlener met een fiets;b) dienstverlener met een gemotoriseerd voertuig;3° de andere kosten omvatten onder andere: a) de administratieve en fiscale kosten;b) de kosten van verzekeringen. De Koning vult, bij een in besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, deze lijst aan met andere elementen en is bevoegd de berekeningsmethode van de door of krachtens dit artikel vastgestelde elementen te bepalen. § 2. De inbreuken op de bepalingen van dit artikel en zijn uitvoeringsbesluiten worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig boek XV van het Wetboek van economisch recht."

Art. 15.In hoofdstuk 7 van dezelfde wet wordt een artikel 26/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 26/1.Het Instituut bezorgt jaarlijks een verslag aan de minister over de uitvoering van de artikelen 3, § 2, vijfde lid, 5/2, 5/3, 5/4, 5/5, 6/1, 6/2 et 10/1.

De Koning kan nadere regels bepalen ter uitvoering van het eerste lid." HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen aan het Wetboek van economisch recht

Art. 16.In boek XV, titel 3, hoofdstuk 2, afdeling 11/5, van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten, wordt een artikel XV.125/7 ingevoegd, luidende: "Art. XV.125/7. De aanbieder van postdiensten, zoals bedoeld in artikel 2 van de wet van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/01/2018 pub. 09/02/2018 numac 2018010510 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de postdiensten sluiten betreffende de postdiensten, zijn aangestelde of zijn lasthebber, die de verplichtingen inzake minimumvergoeding, zoals bedoeld in artikel 10/1 van dezelfde wet en zijn uitvoeringsbesluiten, niet naleven, worden bestraft met een sanctie van niveau 2.

Met een sanctie van niveau 3 worden bestraft, zij die te kwader trouw de verplichtingen inzake minimumvergoeding zoals bedoeld in artikel 10/1 van de wet van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/01/2018 pub. 09/02/2018 numac 2018010510 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de postdiensten sluiten betreffende de postdiensten en zijn uitvoeringsbesluiten niet naleven."

Art. 17.Artikel XVII.2 van het Wetboek van economisch recht, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 maart 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/03/2022 pub. 31/03/2022 numac 2022031422 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de bepalingen van het oud Burgerlijk Wetboek met betrekking tot de verkopen aan consumenten, tot invoeging van een nieuwe titel VIbis in boek III van het oud Burgerlijk Wetboek en tot wijziging van het Wetboek van economisch recht type wet prom. 20/03/2022 pub. 21/12/2023 numac 2023046874 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de bepalingen van het oud Burgerlijk Wetboek met betrekking tot de verkopen aan consumenten, tot invoeging van een nieuwe titel VIbis in boek III van het oud Burgerlijk Wetboek en tot wijziging van het Wetboek van economisch recht. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten, wordt aangevuld met de bepaling onder 18°, luidende: "18° de niet-naleving van de bepalingen van artikelen 3, 6/1 en 10/1, van de wet van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/01/2018 pub. 09/02/2018 numac 2018010510 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de postdiensten sluiten betreffende de postdiensten." HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen aan de wet van 17 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014010 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de rechtsmiddelen en de geschillenbehandeling naar aanleiding van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector

Art. 18.In artikel 14 van de wet van 17 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014010 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de rechtsmiddelen en de geschillenbehandeling naar aanleiding van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector, laatst gewijzigd bij wet van 20 juli 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1, 3°, c, wordt aangevuld met de woorden;"met uitzondering van de artikelen 3, § 2, vijfde lid, 5, § 1, 5/2, 5/3, 5/4, 5/5 en 10/1"; 2° paragraaf 2, 3°, wordt aangevuld met de bepalingen onder k) en l), luidende: "k) de sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, de sociaal inspecteurs van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, en de sociaal inspecteurs van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening en de sociaal inspecteurs van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen; l) de ambtenaren van de Algemene Directie Economische Inspectie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie." HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen aan het Sociaal Strafwetboek

Art. 19.In het Sociaal Strafwetboek wordt artikel 93, gewijzigd bij de wet van 7 november 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/11/2011 pub. 10/11/2011 numac 2011003370 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende fiscale en diverse bepalingen sluiten, aangevuld met een paragraaf 4, luidende: " § 4. Bij een veroordeling tot een hoofdgevangenisstraf van meer dan zes maanden of tot geldboete van meer dan 4.000 euro wegens een inbreuk bedoeld in Boek 2, ten laste van een aanbieder van postdiensten zoals bedoeld in artikel 2, 2°, van de wet van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/01/2018 pub. 09/02/2018 numac 2018010510 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de postdiensten sluiten betreffende de postdiensten en die vermeld wordt op de lijst bedoeld in artikel 6/1, § 6, van diezelfde wet, wordt een afschrift van het vonnis of arrest verzonden naar het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie zoals bedoeld in artikel 13 van de wet van 17 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014010 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de rechtsmiddelen en de geschillenbehandeling naar aanleiding van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector.

Voor de toepassing van de bepalingen van het eerste lid wordt geen rekening gehouden met de opdeciemen op de strafrechtelijke geldboeten.

De mededeling gebeurt binnen de maand vanaf de uitspraak van de veroordeling door, naar gelang het geval, de griffier van de rechtbank van eerste aanleg die of van het hof van beroep dat ze heeft uitgesproken."

Art. 20.In boek 2 van hetzelfde Wetboek wordt een hoofdstuk 4/1 ingevoegd, luidende: "Hoofdstuk 4/1. Distributie van pakketten door een aanbieder van postdiensten".

Art. 21.In hoofdstuk 4/1 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 17 van deze wet, wordt een artikel 180/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 180/1.Niet-naleving van verplichtingen inzake pakketdistributietijd Met een sanctie van niveau 2 wordt bestraft de aanbieder van postdiensten, zijn aangestelde of zijn lasthebber die, in strijd met de wet van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/01/2018 pub. 09/02/2018 numac 2018010510 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de postdiensten sluiten betreffende de postdiensten, de verplichtingen inzake de pakketdistributietijdregistratie, bedoeld in de artikelen 5/3 en 5/4, van deze wet niet naleeft.

Wat de in het eerste lid bedoelde inbreuken betreft, wordt de boete vermenigvuldigd met het aantal pakketbezorgers voor wie er geen pakketdistributietijdregistratie bestaat." HOOFDSTUK 6. - Slotbepaling

Art. 22.§ 1. Deze wet treedt in werking de tiende dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van de artikelen 6, 7, 8, 9, 11, 12 en 14. § 2. Artikel 6 treedt in werking op de eerste dag van de vierde maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

De Koning kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste lid. § 3. Artikel 7 treedt in werking op de eerste dag van de zevende maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad en treedt buiten werking op 1 april 2025.

De Koning kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste lid.

De Koning kan een datum van buitenwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste lid. § 4. Artikel 8 treedt in werking op 1 april 2025.

De Koning kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste lid. § 5. Artikel 9 treedt in werking op 1 juli 2026. § 6. Artikel 11 treedt in werking op de eerste dag van de vierde maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op debekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

De Koning kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste lid. § 7. Artikel 12 treedt in werking op de eerste dag van de zevende maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

De Koning kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste lid. § 8. Artikel 14 treedt in werking op de eerste dag van de negende maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

De Koning kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste lid.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 17 december 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk en Economie, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Zelfstandigen, D. CLARINVAL De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE De Minister van Post, P. DE SUTTER De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, P. VAN TICHELT _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken. - 55K3480 Integraal Verslag : CRIV 55 PLEN 269

^