Etaamb.openjustice.be
Wet van 16 december 2020
gepubliceerd op 23 december 2020

Wet betreffende de begunstigden van het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2020044448
pub.
23/12/2020
prom.
16/12/2020
ELI
eli/wet/2020/12/16/2020044448/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

16 DECEMBER 2020. - Wet betreffende de begunstigden van het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Deze wet voorziet in de gedeeltelijke uitvoering van het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 14 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/03/1968 pub. 30/01/2014 numac 2014000050 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953. - Duitse vertaling sluiten tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953

Art. 3.In artikel 2 van de wet van 14 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/03/1968 pub. 30/01/2014 numac 2014000050 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953. - Duitse vertaling sluiten tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953, gewijzigd bij de wet van 18 december 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "de verblijfsvergunning van een vreemdeling" vervangen door de woorden "de verblijfsvergunningen of verblijfsdocumenten van een vreemdeling";2° paragraaf 1 wordt aangevuld met twee leden, luidende : "Het eerste lid is niet van toepassing wanneer een verblijfsdocument voor begunstigden van het terugtrekkingsakkoord wordt afgeleverd ter vervanging van een geldig verblijfsdocument van een begunstigde van het terugtrekkingsakkoord die over een duurzaam verblijf beschikt zoals bedoeld in artikel 18, eerste lid, onder h), van het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2019/C 384 I/01). De Koning kan, bij een besluit vastgelegd na overleg in de Ministerraad, andere categorieën van personen aanduiden op wie het eerste lid niet van toepassing is."; 3° in paragraaf 2 worden de woorden "eerste lid," ingevoegd tussen de woorden "paragraaf 1," en de woorden "kunnen de gemeenten". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen

Art. 4.Artikel 1, § 1, van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 31 juli 2020, wordt aangevuld met de bepalingen onder 30° en 31° luidende: "30° het terugtrekkingsakkoord: het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2019/C 384 I/01); 31° begunstigde van het terugtrekkingsakkoord: de persoon bedoeld in artikel 10 van het terugtrekkingsakkoord."

Art. 5.In titel II van dezelfde wet wordt een hoofdstuk Iter ingevoegd, luidende "Begunstigden van het terugtrekkingsakkoord.".

Art. 6.In hoofdstuk Iter, ingevoegd bij artikel 5, wordt een artikel 47/5 ingevoegd, luidende: "

Art. 47/5.§ 1. De bepalingen uit hoofdstuk I en Ibis inzake lang verblijf, duurzaam verblijf en het beëindigen van het verblijf van toepassing op Unieburgers en hun familieleden zijn van toepassing op de begunstigden van het terugtrekkingsakkoord, behoudens andersluidende bepalingen uit voormeld akkoord en deze wet. § 2. De in dit hoofdstuk bedoelde vreemdelingen zijn verplicht tot het indienen van een aanvraag voor een verblijfsstatus als begunstigde van het terugtrekkingsakkoord dewelke beoordeeld zal worden overeenkomstig de voorwaarden vermeld in artikel 18, eerste lid, van het terugtrekkingsakkoord, of tot het indienen van een aanvraag voor een document tot vaststelling van de rechten van grensarbeiders.

De Koning bepaalt de wijze waarop de in het eerste lid bedoelde aanvragen worden ingediend. § 3. De in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde aanvragen dienen te worden ingediend ten laatste op 31 december 2021.

De in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde aanvraag voor een verblijfsstatus als begunstigde van het terugtrekkingsakkoord dient te worden ingediend binnen drie maanden na aankomst of, na het verstrijken van de in het eerste lid bedoelde uiterste termijn, al naargelang welke datum het laatst valt, voor de in artikel 10, eerste lid, onder e), ii) en iii) en de in artikel 10, vierde lid, van het terugtrekkingsakkoord bedoelde personen die het recht hebben hun verblijf overeenkomstig dit hoofdstuk aan te vangen na het eind van de overgangsperiode.

Indien de aanvraag wordt ingediend buiten de in het eerste en tweede lid bedoelde termijn, beoordeelt de Minister of zijn gemachtigde alle omstandigheden waaronder en redenen waarom deze termijn niet in acht is genomen en wordt aan de indiener een redelijke aanvullende termijn geboden voor het indienen van een aanvraag, indien er voor het niet in acht nemen van deze termijn redelijke gronden zijn.

De Koning bepaalt het model van attest dat onmiddellijk uitgereikt wordt ten bewijze van de indiening van de aanvraag van een nieuwe verblijfsstatus. § 4. Iedere aanvrager wordt aan een systematische veiligheidscontrole en een controle van zijn strafrechtelijke antecedenten onderworpen.

De aanvrager voegt hiertoe, indien hij ouder is dan achttien jaar, een uittreksel uit het Belgisch strafregister of een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document, en in voorkomend geval zijn gelegaliseerde vertaling, afgegeven door het land van oorsprong of het land van zijn laatste verblijfplaats, dat niet ouder is dan zes maanden, toe bij zijn aanvraag. § 5. Wanneer het gedrag van de begunstigde van het terugtrekkingsakkoord, dat zich na het eind van de overgangsperiode voordeed, gronden oplevert voor een beperking van het recht van verblijf of van het recht van binnenkomst in het land van beroepsactiviteit, wordt dit gedrag onderzocht overeenkomstig de bepalingen van deze wet. § 6. De in artikel 10, eerste lid, onder b), van het terugtrekkingsakkoord bedoelde personen die kunnen aantonen dat zij gebruik hebben gemaakt van hun recht op verblijf zonder in het bezit te zijn van een geldige verblijfstitel, dienen naast het bewijs dat zij reeds voor het einde van de overgangsperiode als Britse onderdaan op het grondgebied verbleven, hun aanvraag te staven met alle in artikel 18, eerste lid, onder k), van het terugtrekkingsakkoord bedoelde documenten.

De in artikel 10, eerste lid, onder d), van het terugtrekkingsakkoord bedoelde personen die hun recht als grensarbeider hebben uitgeoefend zonder in het bezit te zijn van een geldig document ter staving hiervan, dienen naast het bewijs dat zij reeds voor het einde van de overgangsperiode op het grondgebied als Britse grensarbeider actief waren, hun aanvraag te staven met een geldig paspoort of een geldige nationale identiteitskaart en een verklaring van indienstneming of tewerkstelling, dan wel het bewijs dat zij zelfstandige zijn.

De in artikel 10, eerste lid, onder e), i), van het terugtrekkingsakkoord bedoelde personen die kunnen aantonen dat zij gebruik hebben gemaakt van hun recht op verblijf, zonder in het bezit te zijn van een geldige verblijfstitel, dienen naast het bewijs dat zij reeds voor het einde van de overgangsperiode op het grondgebied verbleven, hun aanvraag te staven met alle in artikel 18, eerste lid, onder l), van het terugtrekkingsakkoord bedoelde documenten.

De in artikel 10, eerste lid, onder e), ii) en iii), van het terugtrekkingsakkoord bedoelde personen die het recht hebben hun verblijf overeenkomstig dit hoofdstuk aan te vangen na het eind van de overgangsperiode en de in artikel 10, vierde lid bedoelde personen, dienen hun aanvraag te staven met de in artikel 18, eerste lid, onder m), van het terugtrekkingsakkoord bedoelde documenten. § 7. De Koning bepaalt het document ter staving van de verblijfsstatus en het document tot vaststelling van de rechten van grensarbeiders, alsook het eventuele bedrag van de kosten met betrekking tot het vervaardigen van de kaart overeenkomstig artikel 18, eerste lid, onder g) en h), en artikel 26 van het terugtrekkingsakkoord.". § 8. De geldige verklaring van inschrijving, de geldige verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie, het geldig document ter staving van duurzaam verblijf en de geldige duurzame verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie, afgeleverd aan een onderdaan van het Verenigd Koninkrijk of één van zijn familieleden, vervallen automatisch op 31 maart 2022. HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding

Art. 7.Deze wet treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 16 december 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN De Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, S. MAHDI Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): Documenten: 55-1644

^