gepubliceerd op 07 juni 2024
Wet tot uitvoering van Verordening 2022/868 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende Europese datagovernance en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1724 (1)
15 MEI 2024. - Wet tot uitvoering van Verordening (EU) 2022/868 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende Europese datagovernance en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1724 (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :
HOOFDSTUK 1 - Algemene bepalingen
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art. 2.Deze wet geeft uitvoering aan Verordening (EU) 2022/868 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende Europese datagovernance en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1724.
Art. 3.Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder: 1° Verordening 2022/868: Verordening (EU) 2022/868 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende Europese datagovernance en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1724;2° openbaar lichaam: de federale overheidsinstanties en publiekrechtelijke instellingen of samenwerkingsverbanden bestaande uit één of meer van die overheidsinstanties of één of meer van die publiekrechtelijke instellingen;3° publiekrechtelijke instelling: de instellingen die voldoen aan de volgende kenmerken: a) zij zijn opgericht voor het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang, en zijn niet van industriële of commerciële aard;b) zij bezitten rechtspersoonlijkheid;c) zij worden merendeels door federale overheidsinstanties of andere publiekrechtelijke instellingen gefinancierd, of hun beheer staat onder toezicht van die instanties of instellingen, of zij hebben een bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan waarvan de leden voor meer dan de helft door federale overheidsinstanties of andere publiekrechtelijke instellingen zijn aangewezen. De andere definities van artikel 2 van Verordening 2022/868 zijn van toepassing op deze wet.
HOOFDSTUK 2 - Het hergebruik van bepaalde beschermde gegevens van de openbare sector
Art. 4.De openbare lichamen staan in voor het weigeren of toestaan van het hergebruik van de gegevens, zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, van Verordening 2022/868, waarover ze beschikken.
Art. 5.De Koning bepaalt met inachtneming van de voorwaarden vastgelegd in artikel 6 van Verordening 2022/868 het bedrag van de vergoedingen voor hergebruik van de in artikel 3, lid 1, van Verordening 2022/868 bedoelde gegevenscategorieën als ook de criteria, de methode voor de berekening en de nadere uitvoeringsregels van de vergoedingen die de hergebruikers betalen aan de openbare lichamen.
Om het hergebruik van de in artikel 3, lid 1, van Verordening 2022/868 bedoelde gegevenscategorieën aan te moedigen voor niet-commerciële doeleinden door kmo's en start-ups, bepaalt de Koning het bedrag van een gereduceerde vergoeding of de kosteloosheid van de ter beschikkingstelling van de gegevens, met name aan kmo's en start-ups, maatschappelijke organisaties, onderzoeks- en onderwijsinstellingen.
Art. 6.Onverminderd hun verplichtingen bedoeld in artikel 5, leden 2 tot 11, van Verordening 2022/868, delen de openbare lichamen, om te voldoen aan de verplichting zoals bedoeld in artikel 5, lid 1, van Verordening 2022/868, de relevante informatie mee aan het centraal informatiepunt zoals bedoeld in artikel 8, lid 1, van Verordening 2022/868 via de kanalen die dit daarvoor ter beschikking stelt.
De openbare lichamen delen aan het centraal informatiepunt met het oog op elektronische bekendmaking de relevante informatie mee zoals bedoeld in artikel 6 van Verordening 2022/868 waaronder de lijst van categorieën hergebruikers waaraan gegevens voor hergebruik tegen een gereduceerde vergoeding of kosteloos ter beschikking worden gesteld, alsook de criteria om deze op te stellen, de criteria en de methode voor de berekening van de vergoedingen, een beschrijving van de belangrijkste kostencategorieën en de regels voor de toerekening van de kosten.
Art. 7.Elke natuurlijke of rechtspersoon die rechtstreeks wordt geraakt door een in artikel 9, lid 1, van Verordening 2022/868 bedoeld besluit, kan ten laatste dertig dagen na de kennisname van het besluit zijn recht op verhaal uitoefenen bij de federale commissie zoals bedoeld in artikel 13 van de wet van 4 mei 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/2016 pub. 03/06/2016 numac 2016009236 bron federale overheidsdienst justitie Wet inzake het hergebruik van overheidsinformatie sluiten inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie.
De commissie deelt haar advies binnen dertig dagen na de ontvangst van het verzoek mee aan de indiener van het verzoek en aan het openbaar lichaam. Indien binnen de gestelde termijn geen schriftelijke kennisgeving wordt ontvangen, wordt aan dit advies voorbijgegaan.
Het openbaar lichaam deelt zijn beslissing tot goedkeuring of afwijzing van het advies, binnen een termijn van vijftien dagen vanaf de ontvangst van het advies, of vanaf het verloop van de termijn waarin het advies had moeten worden meegedeeld, mee aan de indiener van het verzoek en aan de commissie.
Elke natuurlijke of rechtspersoon die rechtstreeks wordt geraakt door een in artikel 9, lid 1, van Verordening 2022/868 bedoeld besluit kan hiertegen een beroep instellen, overeenkomstig de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Dit beroep bij de Raad van State, die optreedt als onpartijdige instantie zoals bedoeld in artikel 9, lid 2, van Verordening 2022/868, wordt in voorkomend geval vergezeld van het advies van de commissie.
HOOFDSTUK 3 - Wijzigingen van het Wetboek van economisch recht Afdeling 1 - Wijzigingen van boek I van het Wetboek van economisch
recht
Art. 8.Artikel I.18 van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 14/01/2014 numac 2013011667 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van Boek XII, "Recht van de elektronische economie", in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van de definities eigen aan Boek XII en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan Boek XII, in de Boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging type wet prom. 15/12/2013 pub. 24/12/2013 numac 2013024436 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake landbouw sluiten en gewijzigd bij de wet van 21 juli 2016, wordt aangevuld met de bepalingen onder 19° tot 23°, luidende: "19° Verordening 2022/868: Verordening 2022/868 van 30 mei 2022 betreffende Europese datagovernance en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1724; 20° aanbieder van databemiddelingsdiensten: de aanbieder van een dienst zoals gedefinieerd in artikel 2, 11) en 15), van Verordening 2022/868;21° organisatie voor data-altruïsme: een rechtspersoon die zonder winstoogmerk een altruïstische gegevensactiviteit uitoefent zoals gedefinieerd in artikel 2, 16), van Verordening 2022/868; 22° inschrijvingsorgaan: het orgaan bedoeld in de artikelen 13 en 23 van Verordening 2022/868 opgericht binnen de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en belast met het inschrijven van de aanbieders van databemiddelingsdiensten en de registratie van organisaties voor data-altruïsme die gevestigd zijn in België of een wettelijke vertegenwoordiger in België hebben; 23° controleorgaan voor de databemiddelingsdiensten en de organisaties voor data-altruïsme: het orgaan bedoeld in de artikelen 13 en 23 van Verordening 2022/868, opgericht binnen de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie dat is samengesteld uit de in artikel XV.2 bedoelde ambtenaren en belast met de controle van de activiteiten van de aanbieders van databemiddelingsdiensten en van organisaties voor data-altruïsme die gevestigd zijn in België of een wettelijke vertegenwoordiger in België hebben."
Art. 9.Artikel I.20 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 17 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/07/2013 pub. 06/08/2013 numac 2013003263 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging, met het oog op de omzetting van de Richtlijnen 2010/73/EU en 2010/78/EU, van de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, van de wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen, van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen en van de wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, en houdende diverse bepalingen type wet prom. 17/07/2013 pub. 31/01/2014 numac 2013015219 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Euro-mediterrane luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds, gedaan te Brussel op 12 december 2006 (2) sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 november 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/11/2023 pub. 11/12/2023 numac 2023046843 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie type wet prom. 05/11/2023 pub. 28/11/2023 numac 2023046827 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van diverse boeken van het Wetboek van economisch recht en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten met het oog op de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten, wat bepaalde diensten betreft (1) sluiten, wordt aangevuld met de bepalingen onder 14° tot 18°, luidende: "14° Verordening 2022/868: Verordening 2022/868 van 30 mei 2022 betreffende Europese datagovernance en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1724; 15° aanbieder van databemiddelingsdiensten: de aanbieder van een dienst zoals gedefinieerd in artikel 2, 11) en 15), van Verordening 2022/868;16° organisatie voor data-altruïsme: een rechtspersoon die zonder winstoogmerk een altruïstische gegevensactiviteit uitoefent zoals gedefinieerd in artikel 2, 16), van Verordening 2022/868; 17° inschrijvingsorgaan: het orgaan bedoeld in de artikelen 13 en 23 van Verordening 2022/868, opgericht binnen de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en belast met het inschrijven van de aanbieders van databemiddelingsdiensten en de registratie van organisaties voor data-altruïsme die gevestigd zijn in België of een wettelijke vertegenwoordiger in België hebben; 18° controleorgaan voor de databemiddelingsdiensten en de organisaties voor data-altruïsme: het orgaan bedoeld in de artikelen 13 en 23 van Verordening 2022/868, opgericht binnen de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie dat is samengesteld uit de in artikel XV.2 bedoelde ambtenaren en belast met de controle van de activiteiten van de aanbieders van databemiddelingsdiensten en van organisaties voor data-altruïsme die gevestigd zijn in België of een wettelijke vertegenwoordiger in België hebben." Afdeling 2 - Wijzigingen van boek XII van het Wetboek van economisch
recht
Art. 10.In boek XII van hetzelfde Wetboek wordt een titel 3 ingevoegd, luidende "Titel 3. - Bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor de data-economie".
Art. 11.In titel 3, ingevoegd bij artikel 10, wordt een hoofdstuk 1 ingevoegd, luidende "Hoofdstuk 1. - Toepassingsgebied".
Art. 12.In hoofdstuk 1, ingevoegd bij artikel 11, wordt een artikel XII.39 ingevoegd, luidende: "Art. XII.39. Deze titel implementeert Verordening 2022/868 wat betreft het juridisch kader voor de aanbieders van databemiddelingsdiensten en organisaties voor data-altruïsme die gevestigd zijn in België of een wettelijke vertegenwoordiger in België hebben."
Art. 13.In titel 3, ingevoegd bij artikel 10, wordt een hoofdstuk 2 ingevoegd, luidende "Hoofdstuk 2. - Kennisgeving van de databemiddelingsdiensten".
Art. 14.In hoofdstuk 2, ingevoegd bij artikel 13, wordt een afdeling 1 ingevoegd, luidende "Afdeling 1. - Vereisten betreffende de uitoefening van activiteiten als databemiddelingsdienst".
Art. 15.In afdeling 1, ingevoegd bij artikel 14, wordt een artikel XII.40 ingevoegd, luidende: "Art. XII.40. § 1. Overeenkomstig de artikelen 10 en 11 van Verordening 2022/868 mag elke aanbieder van databemiddelingsdiensten zijn activiteit van databemiddeling alleen uitoefenen indien hij een voorafgaande kennisgeving over zijn activiteit heeft overgemaakt aan het inschrijvingsorgaan. § 2. De kennisgeving van een databemiddelingsdiensten mag alleen worden gevalideerd indien ze beantwoordt aan de voorwaarden vastgelegd in de artikelen 11, 12 en 31 van Verordening 2022/868. § 3. Ter aanvulling van de artikelen 11, 12 en 31 van Verordening 2022/868 mag een rechtspersoon alleen worden geregistreerd als er wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: 1° ingeschreven zijn in de Kruispuntbank van Ondernemingen;2° een wettelijk bestuursorgaan hebben dat enkel samengesteld is uit personen die beantwoorden aan de volgende voorwaarden: a) niet uit zijn burgerlijke en politieke rechten zijn ontzet;b) niet failliet zijn verklaard zonder eerherstel te hebben gekregen;3° een werkelijke leiding hebben die enkel uitgevoerd wordt door personen die beantwoorden aan de voorwaarden bedoeld in de bepaling onder 2°, a) en b);4° uiteindelijke begunstigden, zoals bedoeld in artikel 4, 27°, tweede lid, a) en c), van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten hebben die allen beantwoorden aan de voorwaarden bedoeld in de bepaling onder 2°, a) en b);5° zaakvoerders en bestuurders hebben die wettelijk gerechtigd zijn een beroepsactiviteit in België uit te oefenen. § 4. Overeenkomstig artikel 11, lid 8, van Verordening 2022/868 verstrekt het inschrijvingsorgaan op vraag van de aanbieder van databemiddelingsdiensten en binnen een termijn van een week vanaf het moment waarop de kennisgeving naar behoren en volledig werd voltooid, een gestandaardiseerde verklaring waarin wordt bevestigd dat de aanbieder van databemiddelingsdiensten de kennisgeving heeft ingediend. § 5. Overeenkomstig artikel 11, lid 9, van Verordening 2022/868 bevestigt het inschrijvingsorgaan aan de aanbieder van databemiddelingsdiensten, op zijn vraag, dat de voorwaarden bedoeld in dit artikel werden nageleefd. § 6. Elke aanbieder van databemiddelingsdiensten mag het label "in de Unie erkende aanbieder van databemiddelingsdiensten" gebruiken in zijn schriftelijke en mondelinge communicatie, alsook gebruikmaken van het logo van de Europese Unie, gedefinieerd in artikel 11, lid 9, van Verordening 2022/868 voor zover hij de bevestiging bedoeld in paragraaf 5 heeft ontvangen. § 7. Ter aanvulling van artikel 11 van Verordening 2022/868 bepaalt de Koning de procedure en nadere regels van de kennisgeving, met inbegrip van de nadere regels betreffende het bewijs waarmee een persoon kan aantonen dat hij voldoet aan de kennisgevingsvoorwaarden. Hij kan bepalen dat de aanvraag uitsluitend langs elektronische weg wordt ingediend."
Art. 16.In dezelfde afdeling 1 wordt een artikel XII.41 ingevoegd, luidende: "Art. XII.41. De aanbieder van databemiddelingsdiensten leeft tijdens de volledige duur van zijn activiteiten de voorwaarden na die worden bedoeld in artikel XII.40.
Overeenkomstig artikel 11, lid 12, van Verordening 2022/868 wordt elke wijziging in de krachtens artikel XII.40 verstrekte informatie schriftelijk of elektronisch meegedeeld aan het inschrijvingsorgaan binnen een termijn van veertien dagen na de wijziging.
Overeenkomstig artikel 11, lid 13, van Verordening 2022/868 wordt elke stopzetting van activiteiten schriftelijk of elektronisch meegedeeld aan het inschrijvingsorgaan binnen een termijn van vijftien dagen na de stopzetting."
Art. 17.In hoofdstuk 2, ingevoegd bij artikel 13, wordt een afdeling 2 ingevoegd, luidende "Afdeling 2. - Het uitstel of de schorsing van de activiteit van databemiddeling".
Art. 18.In afdeling 2, ingevoegd bij artikel 17, wordt een artikel XII.42 ingevoegd, luidende: "Art. XII.42. Wanneer het inschrijvingsorgaan vaststelt dat een aanbieder van databemiddelingsdiensten niet voldoet aan de voorwaarden opgesomd in de artikelen 11, 12 en 31 van Verordening 2022/868 en aan afdeling 1 van dit hoofdstuk, brengt hij hem daarvan op de hoogte per aangetekende zending en geeft hij hem de mogelijkheid zijn standpunt uiteen te zetten binnen een termijn van dertig dagen. Deze termijn begint te lopen vanaf de derde dag die volgt op die waarop deze kennisgeving werd verzonden.
Als de nodige maatregelen niet werden genomen na het verstrijken van die termijn kan het inschrijvingsorgaan beslissen dat de aanvang van de verlening van de databemiddelingsdienst wordt uitgesteld of dat de verlening van de databemiddelingsdienst wordt geschorst. Deze beslissing wordt betekend bij aangetekende zending."
Art. 19.In titel 3, ingevoegd bij artikel 10, wordt een hoofdstuk 3 ingevoegd, luidende "Hoofdstuk 3. - Registratie van organisaties voor data-altruïsme".
Art. 20.In hoofdstuk 3, ingevoegd bij artikel 19, wordt een afdeling 1 ingevoegd, luidende "Afdeling 1. - Vereisten inzake de registratie van activiteiten in verband met data-altruïsme".
Art. 21.In afdeling 1, ingevoegd bij artikel 20, wordt een artikel XII.43 ingevoegd, luidende: "Art. XII.43. § 1. Elke rechtspersoon mag, indien hij voldoet aan de voorwaarden bedoeld in dit artikel en de artikelen 18 tot 21 en 31 van Verordening 2022/868 bij het inschrijvingsorgaan een aanvraag indienen tot registratie in het openbaar nationaal register van erkende organisaties voor data-altruïsme. § 2. Ter aanvulling van de artikelen 18 tot 21 en 31 van Verordening 2022/868 mag een rechtspersoon alleen worden geregistreerd als er wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: 1° ingeschreven zijn in de Kruispuntbank van Onder- nemingen;2° een wettelijk bestuursorgaan hebben dat enkel samengesteld is uit personen die beantwoorden aan de volgende voorwaarden: a) niet uit zijn burgerlijke en politieke rechten zijn ontzet;b) niet failliet zijn verklaard zonder eerherstel te hebben gekregen;3° een werkelijke leiding hebben die enkel uitgevoerd wordt door personen die beantwoorden aan de voorwaarden bedoeld in de bepaling onder 2°, a) en b);4° uiteindelijke begunstigden, zoals bedoeld in artikel 4, 27°, tweede lid, a) en c), van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten hebben die allen beantwoorden aan de voorwaarden bedoeld in de bepaling onder 2°, a) en b);5° zaakvoerders en bestuurders hebben die wettelijk gerechtigd zijn een beroepsactiviteit in België uit te oefenen. § 3. Ter aanvulling van artikel 19 van Verordening 2022/868 bepaalt de Koning de procedure en de modaliteiten voor het aanvragen van de registratie, met inbegrip van de bewijsmodaliteiten waarmee een persoon kan aantonen dat hij voldoet aan de registratievoorwaarden.
Hij kan bepalen dat de aanvraag uitsluitend langs elektronische weg wordt ingediend."
Art. 22.In dezelfde afdeling 1 wordt een artikel XII.44 ingevoegd, luidende: "Art. XII.44. De organisaties voor data-altruïsme leven te allen tijde de voorwaarden van hun registratie bedoeld in artikel XII.43 na.
Overeenkomstig artikel 19, lid 7, van Verordening 2022/868 wordt elke wijziging in de op grond van artikel XII.43 verstrekte informatie schriftelijk of elektronisch meegedeeld aan het inschrijvingsorgaan binnen een termijn van veertien dagen na de wijziging."
Art. 23.In titel 3, ingevoegd bij artikel 10, wordt een hoofdstuk 4 ingevoegd, luidende "Hoofdstuk 4. - Bescherming van persoonsgegevens".
Art. 24.In hoofdstuk 4, ingevoegd bij artikel 23, wordt een artikel XII.45 ingevoegd, luidende: "Art. XII.45. § 1. De Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie is verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerkingen van persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van deze titel. § 2. De doeleinden van de verwerkingen van persoonsgegevens in het kader van deze titel zijn: 1° de verwerking van kennisgevingen van aanbieders van databemiddelingsdiensten met het oog op hun inschrijving in het openbaar register van aanbieders van databemiddelingsdiensten in de Europese Unie;2° de verwerking van aanvragen van organisaties voor data-altruïsme met het oog op hun inschrijving in het nationale openbare register van erkende organisaties voor data-altruïsme en het openbare register van erkende organisaties voor data-altruïsme binnen de Europese Unie. § 3. De categorieën van betrokkenen zijn natuurlijke personen die: 1° lid zijn van het wettelijk bestuursorgaan van een rechtspersoon die een aanvraag indient tot inschrijving als aanbieder van databemiddelingsdiensten of tot registratie als erkende organisatie voor data-altruïsme;2° de effectieve leiding verzorgen van een rechtspersoon die een aanvraag indient tot inschrijving als aanbieder van databemiddelingsdiensten of tot registratie als erkende organisatie voor data-altruïsme;3° de uiteindelijke begunstigden, zaakvoerders, bestuurders, gemachtigden of wettelijke vertegenwoordigers zijn van een rechtspersoon die een aanvraag indient tot inschrijving als aanbieder van databemiddelingsdiensten of tot registratie als erkende organisatie voor data-altruïsme. De betrokken gegevenscategorieën zijn de identificatiegegevens, de gegevens bedoeld in de artikelen XII.40 en XII.43, en de gegevens die nodig zijn om te bewijzen dat aan de voorwaarden bedoeld in de artikelen XII.40 en XII.43 is voldaan.
De ontvangers van die gegevens zijn: 1° het inschrijvingsorgaan en het controleorgaan voor databemiddelingsdiensten en organisaties voor data-altruïsme;2° de Europese Commissie voor zover nodig voor de inschrijving van aanbieders van databemiddelingsdiensten in het openbaar register van aanbieders van databemiddelingsdiensten in de Europese Unie en van organisaties voor data-altruïsme in het openbaar register van erkende organisaties voor data-altruïsme binnen de Europese Unie. § 4. Persoonsgegevens die worden verwerkt overeenkomstig de bepalingen van deze titel worden niet langer bewaard dan noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt, met een maximale bewaartermijn van tien jaar vanaf de schrapping uit het openbare register van aanbieders van databemiddelingsdiensten in de Europese Unie of vanaf de schrapping uit het nationale openbare register van erkende organisaties voor data-altruïsme en uit het openbare register van erkende organisaties voor data-altruïsme binnen de Europese Unie." Afdeling 3 - Wijzigingen van boek XV van het Wetboek van economisch
recht
Art. 25.In artikel XV.10/7 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 november 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/11/2023 pub. 11/12/2023 numac 2023046843 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie type wet prom. 05/11/2023 pub. 28/11/2023 numac 2023046827 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van diverse boeken van het Wetboek van economisch recht en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten met het oog op de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten, wat bepaalde diensten betreft (1) sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, 2°, worden de woorden "of XV.65, § 1, 1°, " vervangen door de woorden ", XV.65, § 1, 1°, of XV.66/7, § 1,"; 2° in het eerste lid, 3°, worden de woorden "artikel XV.31/2" vervangen door de woorden "de artikelen XV.31/2 of XV.66/7, § 1, vierde lid, 7°, ".
Art. 26.In boek XV, titel 2, hoofdstuk 2, van hetzelfde Wetboek wordt een afdeling 5 ingevoegd, luidende "Afdeling 5. - Bestuurlijke sancties in het kader van boek XII".
Art. 27.In afdeling 5, ingevoegd bij artikel 26, wordt een artikel XV.66/7 ingevoegd, luidende: "Art. XV.66/7. § 1. Onverminderd de in dit boek vastgelegde maatregelen, stuurt het controleorgaan voor de databemiddelingsdiensten en de organisaties voor data-altruïsme, wanneer het vaststelt dat een aanbieder van databemiddelingsdiensten of een organisatie voor data-altruïsme die gevestigd is in België of een wettelijke vertegenwoordiger in België heeft, niet voldoet aan de vereisten bedoeld in de artikelen XII.40, XII.41 en XII.43, de aanbieder of de organisatie een waarschuwing waarin deze wordt aangemaand een einde te maken aan de inbreuk.
De waarschuwing wordt binnen dertig dagen vanaf de dag van de vaststelling van de feiten aan de overtreder betekend per aangetekende zending met ontvangstbevestiging of door afgifte van een afschrift van de waarschuwing. De waarschuwing kan ook per elektronische post worden verzonden. Als de waarschuwing per elektronische post na verzending niet wordt beantwoord, wordt de waarschuwing uiterlijk vijftien dagen na de elektronische verzending per aangetekende zending met ontvangstbevestiging verzonden.
Wanneer de overtreder niet kan worden geïdentificeerd op de dag van de vaststelling van de inbreuk, begint de in het tweede lid bedoelde termijn van dertig dagen te lopen op de dag waarop het controleorgaan voor de databemiddelingsdiensten en de organisaties voor data-altruïsme de vermoedelijke overtreder aan wie de inbreuk kan worden toegeschreven heeft kunnen identificeren.
De waarschuwing vermeldt: 1° de ten laste gelegde feiten en de overtreden bepaling(en);2° dat een einde moet worden gemaakt aan de voormelde inbreuken, hetzij binnen een redelijke termijn die door het controleorgaan voor de databemiddelingsdiensten en de organisaties voor data-altruïsme wordt bepaald, hetzij onmiddellijk in geval van een ernstige inbreuk;3° dat de overtreder zijn verweermiddelen mondeling of schriftelijk kan indienen binnen dertig dagen vanaf de ontvangst van de waarschuwing of, bij gebrek daaraan, vanaf de neerlegging van het bericht waarin hij in kennis wordt gesteld van de aangetekende zending, alsook de procedure die moet worden gevolgd voor het voeren van verweer;4° het recht van de overtreder om zich te laten bijstaan door een raadsman;5° het recht van de overtreder om een afschrift van het dossier te krijgen; 6° dat, indien geen gevolg wordt gegeven aan de waarschuwing, een administratieve procedure als bedoeld in de artikelen XV.66/8, XV.68/1 en XV.68/2 kan worden ingeleid; 7° dat de overtreder zich ertoe kan verbinden een einde te maken aan de inbreuk en, indien dat relevant blijkt, zich er eveneens toe kan verbinden corrigerende maatregelen te nemen, dat een dergelijke verbintenis door het controleorgaan voor de databemiddelingsdiensten en de organisaties voor data-altruïsme kan worden aanvaard en aanleiding kan geven tot de stopzetting van repressieve maatregelen, maar niet noodzakelijk andere administratieve toepassingen uitsluit en dat de verbintenis van de overtreder om een einde te maken aan de inbreuk of, indien dat relevant blijkt, corrigerende maatregelen te nemen, openbaar kan worden gemaakt op de wijze voorzien in artikel XV.31/2, § 4. § 2. Bij de uitoefening van het toezicht op de in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde bepalingen beschikt het controleorgaan voor de databemiddelingsdiensten en de organisaties voor data-altruïsme over de bevoegdheden bedoeld in titel 1, hoofdstuk 1. § 3. In het kader van zijn opdrachten, bedoeld in dit boek, zorgt het controleorgaan voor de databemiddelingsdiensten en de organisaties voor data-altruïsme voor een nauwe samenwerking met in het bijzonder de gegevensbeschermingsautoriteit, de Belgische mededingingsautoriteit, het Centrum voor Cybersecurity België en de nationale autoriteiten van de andere lidstaten die zijn aangeduid als bevoegd voor de toepassing van Verordening 2022/868."
Art. 28.In dezelfde afdeling 5 wordt een artikel XV.66/8 ingevoegd, luidende: "Art. XV.66/8. § 1. Wanneer de aanbieder van databemiddelingsdiensten of de organisatie voor data-altruïsme zich niet binnen de door het controleorgaan voor de databemiddelingsdiensten en de organisaties voor data-altruïsme vastgestelde termijn heeft geschikt naar de waarschuwing bedoeld in artikel XV.66/7, stelt het controleorgaan voor de databemiddelingsdiensten en de organisaties voor data-altruïsme een proces-verbaal op tot vaststelling van de inbreuk en houdende het relaas van de feiten.
De door het controleorgaan voor de databemiddelingsdiensten en de organisaties voor data-altruïsme opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Binnen dertig dagen na de vaststelling dat aan de waarschuwing geen gevolg is gegeven, wordt een afschrift van het proces-verbaal per aangetekende zending met ontvangstbevestiging aan de aanbieder van databemiddelingsdiensten of de organisatie voor data-altruïsme betekend of persoonlijk overhandigd, op een van de wijzen bepaald in artikel XV.2, § 2. § 2. Onverminderd andere bij wettelijke of reglementaire bepalingen voorgeschreven maatregelen, kunnen de bevoegde ambtenaren bedoeld in artikel XV.60/4 een administratieve procedure opstarten indien geen gevolg wordt gegeven aan de waarschuwing bedoeld in artikel XV.66/7.
Deze ambtenaren oefenen die bevoegdheid uit onder voorwaarden die hun onafhankelijkheid en onpartijdigheid waarborgen. Zij mogen geen beslissing nemen in een dossier waarin ze reeds zijn opgetreden in een andere hoedanigheid, noch rechtstreeks of onrechtstreeks belang hebben in de ondernemingen of instellingen die betrokken zijn in de procedure. § 3. Het proces-verbaal, met daarbij een afschrift van de in artikel XV.66/7 bedoelde waarschuwing en alle andere relevante informatie, wordt door het controleorgaan voor de databemiddelingsdiensten en de organisaties voor data-altruïsme voorgelegd aan de in paragraaf 2 bedoelde bevoegde ambtenaren. Na beoordeling van de grondslag en de inhoud van de in artikel XV.66/7 bedoelde waarschuwing, van het in paragraaf 1 bedoelde proces-verbaal en, in voorkomend geval, van de door de aanbieder van databemiddelingsdiensten aangevoerde verweermiddelen, kunnen deze ambtenaren: 1° eisen dat de aanvang van de uitoefening van de activiteit van databemiddeling wordt uitgesteld dan wel dat de verlening ervan wordt geschorst voor een duur die zij bepalen;2° in geval van ernstige of herhaalde inbreuken eisen dat de uitoefening van de activiteit van databemiddeling wordt stopgezet voor een duur die zij bepalen; 3° een administratieve geldboete opleggen van een bedrag tussen 250 en 100.000 euro, vermeerderd met de opdeciemen bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de wet van 5 maart 1952Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/1952 pub. 13/01/2010 numac 2009000850 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opdecimes op de strafrechtelijke geldboeten Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de opdeciemen op de strafrechtelijke geldboeten, of ten belope van 6 % van de totale jaaromzet van het laatste boekjaar voorafgaand aan het opleggen van de geldboete waarvoor gegevens beschikbaar zijn aan de hand waarvan de jaaromzet kan worden vastgesteld, indien dit een hoger bedrag is.
De uiteindelijke begunstigden, zoals bedoeld in artikel 4, 27°, tweede lid, a) en c), van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, de zaakvoerders en de bestuurders van rechtspersonen in functie bij het opleggen van de geldboete en gedurende het voorafgaande jaar, kunnen hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de inbreuken bedoeld in paragraaf 1. § 4. Na beoordeling van de grondslag en de inhoud van de in artikel XV.66/7 bedoelde waarschuwing en, in voorkomend geval, van de door de organisatie voor data-altruïsme aangevoerde verweermiddelen, beslissen de bevoegde ambtenaren, bedoeld in paragraaf 2: 1° het gebruik van het label van "in de Unie erkende organisatie voor data-altruïsme" in alle schriftelijke en mondelinge communicatie te verbieden.Deze beslissing wordt door de bevoegde ambtenaren openbaar gemaakt op de in paragraaf 6 bepaalde wijze; 2° over te gaan tot schrapping uit het betrokken openbaar nationaal register van erkende organisaties voor data-altruïsme en uit het openbaar register van erkende organisaties voor data-altruïsme binnen de Europese Unie. § 5. De in paragraaf 2 bedoelde bevoegde ambtenaren kunnen beslissen om aan de administratieve geldboete, bedoeld in paragraaf 3, eerste lid, 3°, een bevel te koppelen om de door het controleorgaan voor de databemiddelingsdiensten en de organisaties voor data-altruïsme vastgestelde inbreuk binnen een bepaalde termijn te staken op straffe van een dwangsom waarvan het totaalbedrag niet hoger mag zijn dan 800.000 euro.
De dwangsom wordt opgelegd en bepaald door de in paragraaf 2 bedoelde bevoegde ambtenaren. De dwangsom kan als eenmalig bedrag, dan wel als bedrag per tijdseenheid of per inbreuk worden vastgesteld. In de laatste twee gevallen kan ook een bedrag worden bepaald waarboven geen dwangsom meer verbeurd wordt.
De dwangsom kan worden opgeheven, voor een bepaalde periode worden geschorst of het bedrag van de dwangsom kan worden verlaagd op verzoek van de aanbieder van databemiddelingsdiensten tegen wie een bevel is uitgevaardigd om de inbreuk binnen een bepaalde termijn op straffe van een dwangsom te staken, indien hij definitief of tijdelijk, geheel of gedeeltelijk, niet in staat is aan het bevel te voldoen. Als het bevel om de inbreuk te staken wordt opgeheven, wordt de dwangsom automatisch opgeheven.
De dwangsom is van rechtswege verschuldigd na het verstrijken van de termijn opgenomen in het stakingsbevel.
De dwangsom verjaart door verloop van een jaar na de dag waarop zij verbeurd is. § 6. Onverminderd de andere maatregelen voorgeschreven in dit Wetboek, kan de beslissing genomen op grond van paragraaf 4, 1°, door de ambtenaren bedoeld in paragraaf 2 openbaar worden gemaakt om consumenten en ondernemingen te waarschuwen of te informeren over het verbod dat aan de organisatie voor data-altruïsme wordt opgelegd om in elke schriftelijke en mondelinge communicatie het label "in de Unie erkende organisatie voor data-altruïsme" te gebruiken. In dit kader mogen de in paragraaf 2 bedoelde ambtenaren ook gegevens publiceren ter identificatie van de overtreder en gegevens met betrekking tot de vastgestelde overtredingen, de onderliggende praktijken, de middelen die zijn gebruikt om deze overtredingen te begaan en het besluit betreffende de opgelegde administratieve sanctie. Adressen mogen enkel worden gepubliceerd indien de overtreder daar niet zijn woonplaats heeft.
De beslissing om tot publicatie over te gaan, is vervat in de beslissing genomen op grond van paragraaf 4, 1°, en kan het voorwerp uitmaken van het beroep bedoeld in artikel XV.66/10. Er zal pas tot publicatie worden overgegaan nadat de in hetzelfde artikel bedoelde beroepstermijn is verstreken of, in voorkomend geval, nadat de in artikel XV.60/15 bedoelde beroepstermijn is verstreken.
De publicatie vindt plaats op de website van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, die toegankelijk is voor elke burger. De publicatie wordt verwijderd zodra de onderneming het bewijs levert dat ze de inbreuk heeft gecorrigeerd en dat er een beslissing is genomen dat de onderneming opnieuw het label "in de Unie erkende organisatie voor data-altruïsme" mag gebruiken in alle schriftelijke en mondelinge communicatie."
Art. 29.In dezelfde afdeling 5 wordt een artikel XV.66/9 ingevoegd, luidende: "Art. XV.66/9. § 1. Vijf jaar na de feiten kan de administratieve sanctie die wordt opgelegd krachtens artikel XV.66/8, §§ 3 of 4, niet meer worden opgelegd.
De onderzoekshandelingen of daden van vervolging, met inbegrip van de uitnodiging tot het indienen van verweermiddelen aan de aanbieder van databemiddelingsdiensten of aan de organisatie voor data-altruïsme in de waarschuwing, gesteld binnen de in het eerste lid genoemde termijn, stuiten evenwel de loop ervan. Met die handelingen of daden vangt een nieuwe termijn van gelijke duur aan, zelfs ten aanzien van personen die daarbij niet betrokken waren. § 2. De beslissing tot oplegging van een administratieve sanctie, bedoeld in artikel XV.66/8, §§ 3 en 4, omvat de volgende elementen: 1° de bepalingen die de rechtsgrond uitmaken voor de beslissing tot oplegging van een administratieve sanctie;2° de referenties van de waarschuwing en van het proces-verbaal tot vaststelling van de inbreuk en houdende het relaas van de feiten ten aanzien waarvan de procedure tot oplegging van een administratieve sanctie werd ingeleid;3° in voorkomend geval, de datum waarop de verweermiddelen werden ingediend, een overzicht van de ingediende verweermiddelen en de repliek op deze verweren of de redenen voor de sanctie bij gebrek aan verweermiddelen;4° de maatregelen die de aanbieder van databemiddelingsdiensten of de organisatie voor data-altruïsme moet nemen om de vastgestelde inbreuken te verhelpen;5° de termijn die aan de betrokken aanbieder van databemiddelingsdiensten of organisatie voor data-altruïsme wordt opgelegd om die maatregelen na te leven.Die termijn mag niet meer dan dertig dagen bedragen; 6° in voorkomend geval, het bedrag van de administratieve geldboete en desgevallend de dwangsom; 7° in voorkomend geval, de bepalingen van artikel XV.60/17, eerste en tweede lid, met betrekking tot de betaling van de geldboete; 8° de bepalingen van artikel XV.66/10 betreffende het beroep tegen de beslissing bij de ambtenaren bedoeld in artikel XV.66/8, § 2, alsook de te volgen procedure om het beroep in te stellen. § 3. De beslissing tot oplegging van een administratieve sanctie, bedoeld in artikel XV.66/8, §§ 3 en 4, houdt rekening met de volgende niet-exhaustieve en indicatieve criteria, voor zover daarover relevante informatie beschikbaar is: 1° de aard, de ernst, de omvang en de duur van de inbreuk;2° de door de onderneming genomen maatregelen om de door de betrokken personen geleden schade te beperken of te herstellen;3° de eerdere inbreuken van de onderneming;4° de door de onderneming als gevolg van de inbreuk behaalde financiële voordelen of vermeden verliezen;5° de andere verzwarende of verzachtende omstandigheden die van toepassing zijn op de zaak. § 4. De in paragraaf 2 bedoelde beslissing wordt per aangetekende zending ter kennis gebracht van de aanbieder van databemiddelingsdiensten of van de organisatie voor data-altruïsme. De beslissing wordt uitvoerbaar na het verstrijken van de beroepstermijn bedoeld in artikel XV.66/10, eerste lid, of, indien van toepassing, na het verstrijken van de beroepstermijn bedoeld in artikel XV.60/15."
Art. 30.In dezelfde afdeling 5 wordt een artikel XV.66/10 ingevoegd, luidende: "Art. XV.66/10. Elke aanbieder van databemiddelingsdiensten of organisatie voor data-altruïsme die veroordeeld is tot een administratieve sanctie als bedoeld in artikel XV.66/8, §§ 3 en/of 4, kan beroep aantekenen bij de bevoegde ambtenaren bedoeld in artikel XV.66/8, § 2. Het beroep wordt op straffe van verval binnen dertig dagen na kennisgeving van de beslissing per aangetekende zending bij de betrokken ambtenaren ingesteld.
De bevoegde ambtenaren horen, op hun verzoek, de appellant of zijn raadsman.
De bevoegde ambtenaren bevestigen of herzien de in eerste aanleg genomen beslissing en betekenen de beslissing binnen twee maanden na de datum van verzending van het beroep. Deze termijn wordt met een maand verlengd te rekenen vanaf de datum waarop de partijen zijn gehoord, als de partijen verzoeken te worden gehoord.
Als de bevoegde ambtenaren een beslissing nemen, bevat deze de in artikel XV.66/9, § 2, opgesomde elementen, met uitzondering van 8°, dat vervangen wordt door de bepalingen van artikel XV.60/15 betreffende het beroep tegen de beslissing bij de Raad van State.
Bij gebrek aan een beslissing over het beroep binnen de in het derde lid voorgeschreven termijn, wordt de beslissing waartegen beroep werd aangetekend, geacht nooit te hebben bestaan."
Art. 31.In dezelfde afdeling 5 wordt een artikel XV.66/11 ingevoegd, luidende: "Art. XV.66/11. De bepalingen van de artikelen XV.60/16 tot XV.60/19 en van titel 2, hoofdstuk 1/1, van boek XV zijn van toepassing op de administratieve geldboeten die worden opgelegd krachtens artikel XV.66/8, § 3, eerste lid, 3°.
De tarieven en de wijze van betaling en inning van de dwangsom bedoeld in artikel XV.66/8, § 5, worden bepaald door de Koning."
Art. 32.In boek XV, titel 2, van hetzelfde Wetboek, wordt een hoofdstuk 4 ingevoegd, luidende "Hoofdstuk 4. - Schrapping en andere herstelmaatregelen in het kader van boek XII".
Art. 33.In hoofdstuk 4, ingevoegd bij artikel 32, wordt een afdeling 1 ingevoegd, luidende "Afdeling 1. - Schrapping uit het openbaar register van aanbieders van databemiddelingsdiensten binnen de Europese Unie".
Art. 34.In afdeling 1, ingevoegd bij artikel 33, wordt een artikel XV.68/1 ingevoegd, luidende: "Art. XV.68/1. Wanneer niet wordt voldaan aan de voorwaarden opgesomd in de artikelen XII.40 en XII.41, kunnen de in artikel XV.66/8, § 2, bedoelde bevoegde ambtenaren overgaan tot de schrapping uit het openbaar register van erkende aanbieders van databemiddelingsdiensten binnen de Europese Unie, zodra zij overeenkomstig artikel XV.66/8, § 3, eerste lid, 2°, de opdracht hebben gegeven om de activiteit van de databemiddelingsdienst stop te zetten. Diezelfde ambtenaren brengen het inschrijvingsorgaan daarvan op de hoogte, zodat de informatie kan worden doorgegeven aan de Europese Commissie.
Indien de aanbieder van databemiddelingsdiensten de inbreuken verhelpt, brengt die aanbieder van databemiddelingsdiensten de in artikel XV.66/8, § 2, bedoelde bevoegde ambtenaren daarvan op de hoogte. Diezelfde ambtenaren brengen het inschrijvingsorgaan ervan op de hoogte, zodat de informatie kan worden doorgegeven aan de Europese Commissie."
Art. 35.In hetzelfde hoofdstuk 4 wordt een afdeling 2 ingevoegd, luidende "Afdeling 2. - Schrapping uit het openbaar nationaal register van organisaties voor data-altruïsme".
Art. 36.In afdeling 2, ingevoegd bij artikel 35, wordt een artikel XV.68/2 ingevoegd, luidende: "Art. XV.68/2. Indien niet of niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden opgesomd in artikel XII.43, kan de registratie worden geschrapt door de in artikel XV.66/8, § 2, bedoelde bevoegde ambtenaren. Die laatsten brengen het inschrijvingsorgaan daarvan op de hoogte, zodat de informatie kan worden doorgegeven aan de Europese Commissie.
De schrapping uit het openbaar nationaal register treedt in werking vanaf de derde dag die volgt op de kennisgeving aan de betrokkene via aangetekende zending met ontvangstbevestiging."
HOOFDSTUK 4 - Overgangsbepaling
Art. 37.De aanbieders van databemiddelingsdiensten die databemiddelingsdiensten leverden vóór de inwerkingtreding van deze wet, dienen hun aanvraag tot voorafgaande kennisgeving uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van deze wet in.
HOOFDSTUK 5 - Inwerkingtreding
Art. 38.Deze wet treedt in werking op de datum bepaald door de Koning en, ten laatste, op de eerste dag van de vierde maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 15 mei 2024.
FILIP Van Koningswege : De Eerste minister, A. DE CROO De minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE De Staatssecretaris voor Digitalisering, M. MICHEL Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers : (www.dekamer.be) Stukken : 55-3934 (2023/2024) Integraal Verslag : 8 mei 2024