Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit
gepubliceerd op 17 oktober 2024

Koninklijk besluit ter uitvoering van de wet van 15 mei 2024 tot uitvoering van Verordening 2022/868 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende Europese datagovernance en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1724

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2024009520
pub.
17/10/2024
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 OKTOBER 2024. - Koninklijk besluit ter uitvoering van de wet van 15 mei 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2024 pub. 07/06/2024 numac 2024005223 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot uitvoering van Verordening 2022/868 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende Europese datagovernance en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1724 (1) sluiten tot uitvoering van Verordening (EU) 2022/868 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende Europese datagovernance en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1724


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op het Wetboek van economisch recht, de artikelen XII.40, § 7, XII.43, §§ 1 en 3, en XV.66/11, tweede lid, ingevoegd bij de wet van 15 mei 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2024 pub. 07/06/2024 numac 2024005223 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot uitvoering van Verordening 2022/868 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende Europese datagovernance en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1724 (1) sluiten;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 juli 2024;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatsecretaris voor Begroting, gegeven op 27 augustus 2024;

Gelet op het standaardadvies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 23 augustus 2024, waarin wordt verwezen naar het advies van de Autoriteit nr. 65/2023 betreffende de redactie van normatieve teksten;

Gelet op advies 77.005/1 van de Raad van State, gegeven op 17 september 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende het Wetboek van economisch recht, artikel XII.45;

Op de voordracht van de Minister van Economie,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK 1 - Begripsomschrijvingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° Verordening 2022/868: de Verordening (UE) 2022/868 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende Europese datagovernance en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1724;2° aangetekende zending: aangetekende zending op papier of elektronisch.In het geval van een elektronische zending moet het een gekwalificeerde dienst voor elektronisch aangetekende bezorging betreffen zoals bedoeld in artikel 3, punt 37, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG; 3° de FOD Economie: de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.

HOOFDSTUK 2 - Databemiddelingsdiensten

Art. 2.§ 1. De aanbieder van databemiddelingsdiensten die voornemens is een of meer diensten te verlenen vermeld in artikel 10 van Verordening 2022/868 zendt daarvan via aangetekende zending een kennisgeving naar het inschrijvingsorgaan, via het formulier dat op de website van de FOD Economie ter beschikking wordt gesteld. § 2. Het in paragraaf 1 bedoelde kennisgevingsformulier bevat de informatie bedoeld in artikel 11, lid 6, van Verordening 2022/868, alsook het ondernemingsnummer van elke persoon bedoeld in artikel XII.40, § 3, van het Wetboek van economisch recht.

De volgende documenten worden bij de kennisgeving gevoegd: 1° voor elke natuurlijke persoon bedoeld in artikel XII.40, § 3, van het Wetboek van economisch recht, een uittreksel uit het strafregister, afgeleverd overeenkomstig artikel 596, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, bestemd voor een openbaar bestuur, of een gelijkwaardig document afgeleverd in het buitenland, dat niet ouder is dan zes maanden; 2° wanneer de bestuurders of zaakvoerders buitenlandse onderdanen zijn die niet zijn vrijgesteld van de verplichting houder te zijn van een beroepskaart krachtens artikel 1 van het koninklijk besluit van 3 februari 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/02/2003 pub. 04/03/2003 numac 2003011066 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vrijstelling van bepaalde categorieën van vreemdelingen van de verplichting houder te zijn van een beroepskaart voor de uitoefening van een zelfstandige beroepsactiviteit type koninklijk besluit prom. 03/02/2003 pub. 07/12/2018 numac 2018015051 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vrijstelling van bepaalde categorieën van vreemdelingen van de verplichting houder te zijn van een beroepskaart voor de uitoefening van een zelfstandige beroepsactiviteit. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vrijstelling van bepaalde categorieën van vreemdelingen van de verplichting houder te zijn van een beroepskaart voor de uitoefening van een zelfstandige beroepsactiviteit, een kopie van die beroepskaart. § 3. Wanneer het inschrijvingsorgaan van oordeel is dat de verstrekte informatie onvolledig is of niet overeenstemt met de in paragraaf 2 vereiste informatie, stelt het de aanbieder van databemiddelingsdiensten daarvan zo spoedig mogelijk op de hoogte en vermeldt het welke gegevens ontbreken. § 4. Overeenkomstig artikel 11, lid 8, van Verordening 2022/868 kan de aanbieder van databemiddelingsdiensten een aanvraag indienen bij het inschrijvingsorgaan via aangetekende zending ter bevestiging van de kennisgeving.

Art. 3.Om de in artikel 11, lid 9, van Verordening 2022/868 bedoelde bevestiging te verkrijgen, dient de aanbieder van databemiddelingsdiensten zijn aanvraag via aangetekende zending in bij het inschrijvingsorgaan.

De aanvraag wordt ingediend aan de hand van de op de website van de FOD Economie ter beschikking gestelde tabel, volledig en nauwkeurig ingevuld en ondertekend, waarbij in de verstrekte documenten duidelijk de relevante passages worden aangegeven die voldoen aan elk van de voorwaarden van artikel 12 van Verordening 2022/868.

Onverminderd de informatie bedoeld in artikel 2 bevat deze aanvraag ten minste de volgende gegevens: 1° de statuten van de rechtspersoon;2° de modelovereenkomsten die de aanbieder van databemiddelingsdiensten zal gebruiken in zijn relaties met de gegevenshouders, de gegevensgebruikers en de datasubjecten om te voldoen aan de verplichtingen van artikel 12 van de Verordening 2022/868;3° de algemene voorwaarden van de aanbieder van databemiddelingsdiensten;4° de relevante technische documentatie betreffende de maatregelen vastgesteld om te voldoen aan de verplichtingen van artikel 12 van Verordening 2022/868.

Art. 4.§ 1. Het inschrijvingsorgaan maakt zijn beslissing over aan de aanbieder van databemiddelingsdiensten via aangetekende zending binnen een termijn van drie maanden na de ontvangst van de aanvraag overeenkomstig artikel 3. § 2. Wanneer de verstrekte informatie onvolledig is of niet overeenstemt met de in artikel 3 bedoelde informatie, stelt het inschrijvingsorgaan de aanbieder van databemiddelingsdiensten daarvan zo spoedig mogelijk via aangetekende zending in kennis en vermeldt het welke gegevens vereist zijn.

De in paragraaf 1 bedoelde termijn wordt opgeschort tot het inschrijvingsorgaan de in het eerste lid bedoelde informatie heeft ontvangen. De aanbieder van databemiddelingsdiensten verzendt deze informatie via aangetekende zending.

Indien de in het eerste lid bedoelde informatie niet binnen een jaar na de datum van de aanvraag van informatie aan het inschrijvingsorgaan is overgemaakt, wordt de aanvraag geacht te zijn ingetrokken en is de aanbieder van databemiddelingsdiensten verplicht een nieuwe aanvraag in te dienen. Het inschrijvingsorgaan stelt de aanbieder van databemiddelingsdiensten daarvan onmiddellijk in kennis via aangetekende zending. § 3. Wanneer het aantal aanvragen bijzonder hoog is, kan de termijn bedoeld in paragraaf 1 worden verlengd met zestig dagen. Het inschrijvingsorgaan stelt de aanvragers via aangetekende zending in kennis van dergelijke verlengingen van de termijnen voordat de oorspronkelijke termijnen verstrijken.

HOOFDSTUK 3 - Organisaties voor data-altruïsme

Art. 5.Overeenkomstig artikel 17, lid 1, van Verordening 2022/868 wordt een openbaar nationaal register opgericht van erkende organisaties voor data-altruïsme, dat op de website van de FOD Economie kan worden geraadpleegd.

Art. 6.§ 1. De organisatie voor data-altruïsme die een registratie wenst in het openbaar nationaal register van erkende organisaties voor data-altruïsme dient daartoe via aangetekende zending een aanvraag in bij het inschrijvingsorgaan, aan de hand van het formulier dat op de website van de FOD Economie ter beschikking wordt gesteld. § 2. Het formulier bevat de informatie bedoeld in artikel 19, lid 4, van Verordening 2022/868, alsook het ondernemingsnummer van elke persoon bedoeld in artikel XII.43, § 2, van het Wetboek van economisch recht.

De volgende documenten worden bij de aanvraag gevoegd: 1° voor elke natuurlijke persoon bedoeld in artikel XII.43, § 2, van het Wetboek van economisch recht, een uittreksel uit het strafregister, afgeleverd overeenkomstig artikel 596, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, bestemd voor een openbaar bestuur, of een gelijkwaardig document afgeleverd in het buitenland, dat niet ouder is dan zes maanden; 2° wanneer de bestuurders of zaakvoerders buitenlandse onderdanen zijn die niet zijn vrijgesteld van de verplichting houder te zijn van een beroepskaart krachtens artikel 1 van het koninklijk besluit van 3 februari 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/02/2003 pub. 04/03/2003 numac 2003011066 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vrijstelling van bepaalde categorieën van vreemdelingen van de verplichting houder te zijn van een beroepskaart voor de uitoefening van een zelfstandige beroepsactiviteit type koninklijk besluit prom. 03/02/2003 pub. 07/12/2018 numac 2018015051 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vrijstelling van bepaalde categorieën van vreemdelingen van de verplichting houder te zijn van een beroepskaart voor de uitoefening van een zelfstandige beroepsactiviteit. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vrijstelling van bepaalde categorieën van vreemdelingen van de verplichting houder te zijn van een beroepskaart voor de uitoefening van een zelfstandige beroepsactiviteit, een kopie van die beroepskaart.

Art. 7.Wanneer de verstrekte informatie onvolledig is of niet overeenstemt met de in artikel 6 vereiste informatie, stelt het inschrijvingsorgaan de organisatie voor data-altruïsme daarvan zo spoedig mogelijk via aangetekende zending in kennis en vermeldt het welke gegevens ontbreken.

Indien de in het eerste lid bedoelde informatie niet binnen een jaar na de datum van de aanvraag van informatie aan het inschrijvingsorgaan is overgemaakt, wordt de aanvraag geacht te zijn ingetrokken en is de organisatie voor data-altruïsme verplicht een nieuwe aanvraag in te dienen. Het inschrijvingsorgaan stelt de organisatie voor data-altruïsme daarvan onmiddellijk in kennis via aangetekende zending.

Art. 8.Het inschrijvingsorgaan brengt zijn beslissing via aangetekende zending ter kennis van de organisatie voor data-altruïsme.

HOOFDSTUK 4 - Dwangsommen

Art. 9.De dwangsom die kan worden opgelegd door de bevoegde ambtenaren bedoeld in artikel XV.60/4 van het Wetboek van economisch recht overeenkomstig artikel XV.66/8, § 5, van hetzelfde Wetboek, mag niet meer bedragen dan 5.000 euro per kalenderdag van niet-naleving van het bevel om de inbreuk te staken en mag in totaal niet meer bedragen dan 800.000 euro.

Art. 10.Indien de bevoegde ambtenaren bedoeld in artikel XV.60/4 van het Wetboek van economisch recht beslissen om aan de administratieve geldboete een dwangsom te koppelen, brengen zij het bedrag van de boete ter kennis in de beslissing tot administratieve geldboete die het bevel tot staking van de inbreuk bevat. Die beslissing wordt verzonden overeenkomstig het artikel XV.66/9, § 4, van hetzelfde Wetboek. De overtreder beschikt over een termijn van dertig dagen, te rekenen vanaf de dag na het verstrijken van de termijn bepaald in het stakingsbevel, om de dwangsom te betalen op de wijze en volgens de regels bepaald in het tweede lid.

Het bedrag van de dwangsom wordt betaald via overschrijving, met eventuele kosten ten laste van de opdrachtgever, op de bankrekening vermeld in de in het eerste lid bedoelde kennisgeving.

Art. 11.Als de overtreder in gebreke blijft wat betreft het betalen van de dwangsom binnen de in artikel 10 bedoelde termijn, zenden de bevoegde ambtenaren bedoeld in artikel XV.60/4 van het Wetboek van economisch recht het dossier door naar de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en invordering van niet-fiscale schulden met het oog op de invordering van dat bedrag.

Daartoe bezorgen de bevoegde ambtenaren bedoeld in artikel XV.60/4 van het Wetboek van economisch recht een kopie van de kennisgeving aan de administratie bedoeld in het eerste lid.

De door de in het eerste lid bedoelde administratie in te stellen invorderingen gebeuren overeenkomstig de artikelen 3 en 4 van de domaniale wet van 22 december 1949.

HOOFDSTUK 5 - Slotbepalingen

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 13.De minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 oktober 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE


^